EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32015R0813

Verordening (EU) 2015/813 van de Raad van 26 mei 2015 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 204/2011 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Libië

PB L 129 van 27.5.2015, p. 1–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 19/01/2016; stilzwijgende opheffing door 32016R0044

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2015/813/oj

27.5.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 129/1


VERORDENING (EU) 2015/813 VAN DE RAAD

van 26 mei 2015

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 204/2011 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Libië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,

Gezien Besluit 2011/137/GBVB van de Raad van 28 februari 2011 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Libië (1),

Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 204/2011 (2) van de Raad geeft uitvoering aan de maatregelen die waren vastgesteld bij Besluit 2011/137/GBVB.

(2)

Op 27 maart 2015 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties UNSCR 2213 (2015) aangenomen, die onder meer voorziet in een aantal wijzigingen van de criteria voor plaatsing op de lijst in verband met reisbeperkingen en bevriezing van tegoeden.

(3)

Het Comité van de Veiligheidsraad dat is ingesteld krachtens UNSCR 1970 (2011), heeft de lijst bijgewerkt van personen en entiteiten ten aanzien van wie en waarvan reisbeperkingen en bevriezing van tegoeden worden toegepast; in die lijst wordt onder meer gespecificeerd van welke entiteiten de tegoeden bevroren blijven die eerder werden bevroren op 16 september 2011.

(4)

Op 26 mei 2015 werd bij Besluit (GBVB) 2015/818 van de Raad (3) Besluit 2011/137/GBVB gewijzigd, teneinde uitvoering te geven aan de maatregelen ingesteld bij UNSCR 2213 (2015) en om de toepassing van de bevriezing van tegoeden als bepaald in UNSCR 2213 (2015) uit te breiden tot personen en entiteiten die niet zijn genoemd in de bijlagen I, III of VII bij Besluit 2011/137/GBVB. De Raad wijzigde eveneens de criteria voor de toepassing van reisbeperkingen en bevriezing van tegoeden op personen, entiteiten en lichamen als bepaald in de bijlagen II en IV bij Besluit 2011/137/GBVB, overeenkomstig de verduidelijkingen die in de overwegingen 7 tot en met 12 van Besluit (GBVB) 2015/818 worden verstrekt.

(5)

Deze maatregel valt onder het toepassingsgebied van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en derhalve is EU-regelgeving noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging om te garanderen dat hij in alle lidstaten uniform door de marktdeelnemers wordt toegepast.

(6)

Verordening (EU) nr. 204/2011 dient bijgevolg dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) nr. 204/2011 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 5, lid 4, wordt vervangen door:

„4.   Alle tegoeden en economische middelen die op 16 september 2011 toebehoorden aan, eigendom waren van, in het bezit waren van of onder zeggenschap stonden van de in bijlage VI genoemde entiteiten, en die zich op die datum buiten Libië bevonden, blijven bevroren.”

.

2)

Artikel 6 wordt vervangen door:

„Artikel 6

1.   Bijlage II omvat de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen die zijn aangewezen door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties of door het Sanctiecomité overeenkomstig punt 22 van UNSCR 1970 (2011), de punten 19, 22 of 23 van UNSCR 1973 (2011), punt 4 van UNSCR 2174 (2014) of punt 11 van UNSCR 2213 (2015).

2.   Bijlage III omvat natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen die niet in bijlage II zijn genoemd, en:

a)

die betrokken zijn bij of medeplichtig zijn aan het bevelen, toezien op of anderszins aansturen van het plegen van ernstige schendingen van de mensenrechten ten aanzien van personen in Libië, inclusief door betrokkenheid bij of medeplichtigheid aan het plannen, aanvoeren, bevelen of uitvoeren van aanvallen, waaronder luchtbombardementen, met schending van het internationaal recht, tegen de burgerbevolking of de infrastructuur;

b)

die de bepalingen van UNSCR 1970 (2011), UNSCR 1973 (2011) of van deze verordening hebben geschonden of bij de schending van de bepalingen hebben geholpen;

c)

van wie is vastgesteld dat zij betrokken waren bij het repressieve beleid van het voormalige regime van Muammar Kadhafi in Libië of anderszins formeel met dat regime verbonden waren, en die onverminderd een risico vormen voor de vrede, de stabiliteit of de veiligheid van Libië of voor de succesvolle voltooiing van het politieke overgangsproces in het land;

d)

die betrokken zijn bij of steun verlenen aan acties die de vrede, stabiliteit of veiligheid van Libië bedreigen of de voltooiing van het democratische overgangsproces in Libië belemmeren of ondermijnen, bijvoorbeeld:

i)

door in Libië handelingen te plannen, aan te sturen of uit te voeren die een schending vormen van de toepasselijke internationale mensenrechtenwetgeving of het internationale humanitaire recht, of een inbreuk op de mensenrechten vormen in Libië;

ii)

door aanvallen te plegen op een lucht-, binnen- of zeehaven in Libië, een Libische staatsinstelling of -installatie of een buitenlandse missie in Libië;

iii)

door steun te verlenen aan gewapende groepen of criminele netwerken, onder meer door de illegale ontginning van ruwe aardolie of andere natuurlijke hulpbronnen in Libië;

iv)

door bedreigingen te uiten jegens of dwang uit te oefenen op financiële instellingen van de Libische staat of de Libische nationale oliemaatschappij, of door handelingen uit te voeren die kunnen leiden tot of resulteren in verduistering van fondsen van de Libische overheid;

v)

door de bepalingen van het wapenembargo tegen Libië, vastgesteld in UNSCR 1970 (2011) en in artikel 1 van deze verordening, te overtreden of door steun te verlenen aan het omzeilen ervan, of

vi)

omdat zij personen, entiteiten of lichamen zijn die voor, namens of op aanwijzing van de hierboven genoemde personen, entiteiten of lichamen handelen, of doordat zij entiteiten of lichamen zijn die eigendom zijn van of onder zeggenschap staan daarvan of van de in de bijlagen II of III vermelde personen, entiteiten of lichamen, of

e)

die fondsen van de Libische overheid in hun bezit hebben en/of daarover zeggenschap uitoefenen die tijdens het voormalige regime van Muammar Kadhafi in Libië wederrechtelijk zijn verkregen en die zouden kunnen worden gebruikt om de vrede, de stabiliteit of de veiligheid van Libië te bedreigen of om de succesvolle voltooiing van het politieke overgangsproces te belemmeren of te ondermijnen.

3.   In de bijlagen II en III wordt de motivering voor plaatsing op de lijst vermeld, zoals verschaft door de Veiligheidsraad of door het Sanctiecomité voor bijlage II.

4.   In de bijlagen II en III wordt, indien voorhanden, informatie opgenomen die noodzakelijk is voor de vaststelling van de identiteit van de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, zoals verschaft door de Veiligheidsraad of door het Sanctiecomité voor bijlage II. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit namen, waaronder aliassen, geboortedatum en -plaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres indien bekend en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten en lichamen kan die informatie bestaan uit namen, plaats en datum van registratie, registratienummer en plaats van vestiging. In bijlage II wordt tevens de datum vermeld waarop zij door de Veiligheidsraad of door het Sanctiecomité op de lijst zijn geplaatst.

5.   In bijlage VI wordt de motivering voor plaatsing op de lijst van de in artikel 5, lid 4, van deze verordening bedoelde personen, entiteiten en lichamen vermeld, zoals verschaft door de Veiligheidsraad of door het Sanctiecomité.”

.

3)

In artikel 16, lid 1, wordt de verwijzing naar „bijlage II” vervangen door „de bijlagen II of VI”.

Artikel 2

De bijlage bij deze verordening wordt toegevoegd als bijlage VI bij Verordening nr. 204/2011.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 26 mei 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

F. MOGHERINI


(1)  PB L 58 van 3.3.2011, blz. 53.

(2)  Verordening (EU) nr. 204/2011 van de Raad van 2 maart 2011 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Libië (PB L 58 van 3.3.2011, blz. 1).

(3)  Besluit (GBVB) 2015/818 van de Raad van 26 mei 2015 tot wijziging van Besluit 2011/137/GBVB betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Libië (zie bladzijde 13 van dit Publicatieblad).


BIJLAGE

„BIJLAGE VI

Lijst van rechtspersonen, entiteiten of lichamen bedoeld in artikel 5, lid 4

1.

Naam: LIBYAN INVESTMENT AUTHORITY (Libische Investeringsautoriteit)

Ook bekend als: Libyan Foreign Investment Company (LFIC). Verder nog bekend als: n.v.t. Adres:1 Fateh Tower Office, No 99 22nd Floor, Borgaida Street, Tripoli, 1103, Libië. Op de lijst geplaatst op:17 maart 2011. Overige informatie: op de lijst geplaatst uit hoofde van punt 17 van Resolutie 1973, als gewijzigd op 16 september op grond van punt 15 van Resolutie 2009.

Aanvullende informatie

Onder zeggenschap van Muammar Kadhafi en zijn familie en mogelijke financieringsbron voor zijn regime.

2.

Naam: LIBYAN AFRICA INVESTMENT PORTFOLIO (Libisch-Afrikaans Investeringsfonds)

A.k.a.: n.v.t. Verder nog bekend als: n.v.t. Adres:Jamahiriya Street, LAP Building, PO Box 91330, Tripoli, Libië. Op de lijst geplaatst op:17 maart 2011. Overige informatie: op de lijst geplaatst uit hoofde van punt 17 van Resolutie 1973, als gewijzigd op 16 september op grond van punt 15 van Resolutie 2009.

Aanvullende informatie

Onder zeggenschap van Muammar Kadhafi en zijn familie en mogelijke financieringsbron voor zijn regime.”


Top