This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32015O0040
Guideline (EU) 2016/66 of the European Central Bank of 26 November 2015 amending Guideline ECB/2013/24 on the statistical reporting requirements of the European Central Bank in the field of quarterly financial accounts (ECB/2015/40)
Richtsnoer (EU) 2016/66 van de Europese Centrale Bank van 26 november 2015 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2013/24 betreffende de statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank met betrekking tot financiële kwartaalrekeningen (ECB/2015/40)
Richtsnoer (EU) 2016/66 van de Europese Centrale Bank van 26 november 2015 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2013/24 betreffende de statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank met betrekking tot financiële kwartaalrekeningen (ECB/2015/40)
PB L 14 van 21.1.2016, p. 36–42
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
21.1.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 14/36 |
RICHTSNOER (EU) 2016/66 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 26 november 2015
tot wijziging van Richtsnoer ECB/2013/24 betreffende de statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank met betrekking tot financiële kwartaalrekeningen (ECB/2015/40)
DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,
Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, met name artikel 5.1, artikel 5.2, artikel 12.1 en artikel 14.3,
Overwegende:
(1) |
De drie dagen kortere rapportageperiode voor aanvullende gegevens die van toepassing is vanaf de eerste transmissie in 2017 krachtens Richtsnoer ECB/2013/24 (1), is thans niet noodzakelijk vanwege het gewijzigde vergaderschema van de Raad van bestuur. Met het oog op meer efficiëntie, opdat besluiten inzake kortere rapportageperiodes rekening houden met mogelijke toekomstige schemawijzigingen, moeten deze besluiten worden gedelegeerd aan de directie die rekening moet houden met het standpunt van het Comité statistieken (STC). |
(2) |
Om de dekking en de kwaliteit van de eurogebiedaggregaten te verbeteren, moeten bovendien de in Richtsnoer ECB/2013/24 vastgelegde vereisten inzake aanvullende gegevens gewijzigd worden om vrijwillig ook leningen op te nemen tussen niet-financiële vennootschappen. |
(3) |
Richtsnoer ECB/2013/24 moet derhalve dienovereenkomstig gewijzigd worden, |
Heeft dit richtsnoer vastgesteld:
Artikel 1
Wijzigingen
Richtsnoer ECB/2013/24 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In artikel 2 wordt lid 2 als volgt vervangen: „2. De vereisten voor „aanvullende gegevens” hebben betrekking op transacties en standen voor de periode vanaf het laatste kwartaal van 2012 tot en met het referentiekwartaal. Deze aanvullende gegevens worden op basis van beste raming gerapporteerd. De vereisten voor aanvullende gegevens zoals aangegeven in de kolommen „H”, „H.1” en „H.2” van tabel 1, 2, 4 en 5 van bijlage I (aanvullende gegevens met betrekking tot de overheidssector en haar subsectoren), en in kolom „B”, rij 3 en 13, van tabel 4 en 5 van bijlage I (aanvullende gegevens met betrekking tot leningen tussen niet-financiële vennootschappen), worden vrijwillig gerapporteerd.”. |
2) |
Artikel 4, lid 1 wordt als volgt vervangen: „1. De in artikel 2, lid 2, genoemde „aanvullende gegevens” worden aan de ECB gerapporteerd binnen een periode van maximaal 85 kalenderdagen na het einde van het referentiekwartaal. De directie kan die uiterste termijn tot 82 dagen inkorten, indien passend, rekening houdend met het standpunt van het STC. De directie stelt de Raad van bestuur onverwijld in kennis van haar besluit. De ECB kondigt elke wijziging van de rapportageperiode minstens één jaar voor de implementatiedatum aan.”. |
3) |
Bijlage I wordt overeenkomstig de bijlage bij dit Richtsnoer gewijzigd. |
Artikel 2
Inwerkingtreding en implementatie
1. Dit richtsnoer wordt van kracht op de dag van kennisgeving aan de nationale centrale banken van de eurogebiedlidstaten.
2. De centrale banken van het Eurosysteem voldoen met ingang van 1 januari 2016 aan dit richtsnoer.
Artikel 3
Geadresseerden
Dit richtsnoer is gericht tot alle centrale banken van het Eurosysteem.
Gedaan te Frankfurt am Main, 26 november 2015.
Namens de Raad van bestuur van de ECB
De president van de ECB
Mario DRAGHI
(1) Richtsnoer 2014/3/EU van de Europese Centrale Bank van 25 juli 2013 betreffende de statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank met betrekking tot financiële kwartaalrekeningen (ECB/2013/24) (PB L 2 van 7.1.2014, blz. 34).
BIJLAGE
Bijlage I bij Richtsnoer ECB/2013/24 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
De tabel „Samenvatting van gegevensvereisten” wordt als volgt vervangen: „Samenvatting van gegevensvereisten
|
2) |
Tabel 4 en 5 worden als volgt vervangen: „Tabel 4 Kortlopende leningen (F.41) (1)
Tabel 5 Langlopende leningen (F.42) (5)
|
(1) De gegevensvereisten voor standen, transacties en overige volumemutaties zijn gelijk.
(2) Monetaire financiële instellingen (MFI's; S.121 + S.122 + S.123). Volgens ESR 2010 (paragraaf 5.118) moeten kortlopende leningen verstrekt aan deposito-instellingen (S.121 + S.122) geclassificeerd worden als deposito's (F.22 of F.29).
(3) Geldmarktfondsen (GMF's; S.123).
(4) Instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. huishoudens (IZWBH's; S.15).
(5) De gegevensvereisten voor standen, transacties en overige volumemutaties zijn gelijk.
(6) Monetaire financiële instellingen (MFI's; S.121 + S.122 + S.123).
(7) Geldmarktfondsen (GMF's; S.123).
(8) Instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. huishoudens (IZWBH's; S.15).”.