EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014D0784

2014/784/EU: Besluit van de Raad van 7 november 2014 betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt met betrekking tot een wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden (begrotingsonderdelen 02.03.01 en 12.02.01)

PB L 328 van 13.11.2014, p. 41–44 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2014/784/oj

13.11.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 328/41


BESLUIT VAN DE RAAD

van 7 november 2014

betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt met betrekking tot een wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden (begrotingsonderdelen 02.03.01 en 12.02.01)

(2014/784/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (1), en met name artikel 1, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (2) („de EER-overeenkomst”) is op 1 januari 1994 in werking getreden.

(2)

Overeenkomstig artikel 98 van de EER-overeenkomst kan Protocol 31 bij die overeenkomst bij besluit van het Gemengd Comité van de EER worden gewijzigd.

(3)

Protocol 31 bij de EER-overeenkomst bevat bepalingen en regelingen betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden.

(4)

Het is wenselijk te zorgen voor voortzetting van de samenwerking tussen de partijen bij de EER-overeenkomst bij uit de algemene begroting van de Unie gefinancierde acties met betrekking tot „Werking en ontwikkeling van de interne markt, met name op de gebieden van kennisgeving, certificering en sectorale harmonisatie” en „Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt”.

(5)

Het is passend dat overeenkomstig artikel 1, lid 8, van Protocol 32 bij de EER-overeenkomst de samenwerking wordt voortgezet na 31 december 2013, onafgezien van de vraag of het besluit van het Gemengd Comité van de EER in de bijlage wordt goedgekeurd, of van de vraag of na 10 juli 2014 kennisgeving wordt gedaan dat voldaan is aan de grondwettelijke vereisten, indien van toepassing.

(6)

In de EVA-staten gevestigde entiteiten moeten de mogelijkheid hebben om deel te nemen aan activiteiten die van start gaan vóór de inwerkingtreding van het besluit van het Gemengd Comité van de EER in de bijlage. De kosten voor activiteiten waarvan de uitvoering is gestart na 1 januari 2014, komen in aanmerking voor subsidie onder dezelfde voorwaarden als de kosten die worden gemaakt door in de lidstaten van de Unie gevestigde entiteiten, mits het besluit van het Gemengd Comité van de EER in werking treedt voor het einde van de actie.

(7)

Protocol 31 bij de EER-overeenkomst moet dan ook worden gewijzigd, teneinde voortzetting van deze uitgebreide samenwerking na 31 december 2013 mogelijk te maken.

(8)

Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité van de EER moet worden gebaseerd op het hieraan gehechte ontwerpbesluit,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over de voorgestelde wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst, betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden, is gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 7 november 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

P. C. PADOAN


(1)  PB L 305 van 30.11.1994, blz. 6.

(2)  PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3.


ONTWERP

BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr. …/2014

van

tot wijziging van protocol 31 bij de EER-overeenkomst, betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna de „EER-overeenkomst” genoemd, en met name de artikelen 86 en 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het is wenselijk om de samenwerking tussen de overeenkomstsluitende partijen bij uit de algemene begroting van de Unie gefinancierde acties met betrekking tot de tenuitvoerlegging, de werking en de ontwikkeling van de interne markt voort te zetten.

(2)

Het is passend dat de samenwerking wordt voortgezet na 31 december 2013, onafgezien van de vraag of het besluit van het Gemengd Comité van de EER in de bijlage wordt goedgekeurd, of van de vraag of na 10 juli 2014 kennisgeving wordt gedaan dat voldaan is aan de grondwettelijke vereisten, indien van toepassing.

(3)

In de EVA-staten gevestigde entiteiten moeten de mogelijkheid hebben om deel te nemen aan activiteiten die van start gaan vóór de inwerkingtreding van dit besluit. De kosten voor dergelijke activiteiten, waarvan de uitvoering is gestart na 1 januari 2014, komen in aanmerking voor subsidie onder dezelfde voorwaarden als de kosten die worden gemaakt door in de EU-lidstaten gevestigde entiteiten, mits dit besluit in werking treedt voor het einde van de actie.

(4)

Protocol 31 bij de EER-overeenkomst moet dan ook worden gewijzigd teneinde voortzetting van deze uitgebreide samenwerking na 31 december 2013 mogelijk te maken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 7 van protocol 31 bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1.

Na lid 8 wordt het volgende lid ingevoegd:

„9.   De EVA-staten nemen met ingang van 1 januari 2014 deel aan de Unieacties in het kader van onderstaande begrotingsonderdelen die in de algemene begroting van de Europese Unie voor het boekjaar 2014 zijn opgenomen:

Begrotingslijn 02.03.01: „Werking en ontwikkeling van de interne markt, met name op de gebieden van kennisgeving, certificering en sectorale harmonisatie”,

Begrotingslijn 12.02.01: „Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt”.

De kosten voor activiteiten waarvan de uitvoering is gestart na 1 januari 2014, komen in aanmerking voor subsidie onder dezelfde voorwaarden als de kosten die worden gemaakt door in de EU-lidstaten gevestigde entiteiten, mits Besluit nr. …/2014 van het Gemengd Comité van de EER van … in werking treedt voor het einde van de actie.”

.

2.

In de leden 3 en 4 worden de woorden „de leden 5, 6, 7 en 8” vervangen door „de leden 5 tot en met 9”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de laatste kennisgeving zoals bedoeld in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst (1).

Het is van toepassing vanaf 1 januari 2014.

Artikel 3

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel,

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

De secretarissen

van het Gemengd Comité van de EER


(1)  [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]


Top