Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014D0783

    2014/783/EU: Besluit van de Raad van 7 november 2014 betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt met betrekking tot een wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden (Gezondheidsprogramma)

    PB L 328 van 13.11.2014, p. 37–40 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2014/783/oj

    13.11.2014   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 328/37


    BESLUIT VAN DE RAAD

    van 7 november 2014

    betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt met betrekking tot een wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden (Gezondheidsprogramma)

    (2014/783/EU)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 168, lid 5, in samenhang met artikel 218, lid 9,

    Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (1), en met name artikel 1, lid 3,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (2) („de EER-overeenkomst”) is op 1 januari 1994 in werking getreden.

    (2)

    Overeenkomstig artikel 98 van de EER-overeenkomst kan Protocol 31 bij die overeenkomst bij besluit van het Gemengd Comité van de EER worden gewijzigd.

    (3)

    Protocol 31 bij de EER-overeenkomst bevat bepalingen en regelingen betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden.

    (4)

    Het is wenselijk de samenwerking tussen de partijen bij de EER-overeenkomst uit te breiden tot Verordening (EU) nr. 282/2014 van het Europees Parlement en de Raad (3).

    (5)

    Het is passend dat de samenwerking tussen de EVA-staten in het kader van Verordening (EU) nr. 282/2014 wordt aangevangen op 1 januari 2014, onafgezien van de vraag of het besluit van het Gemengd Comité van de EER in de bijlage wordt goedgekeurd, of van de vraag of na 10 juli 2014 kennisgeving wordt gedaan dat voldaan is aan de grondwettelijke vereisten, indien van toepassing.

    (6)

    In de EVA-staten gevestigde entiteiten moeten de mogelijkheid hebben om deel te nemen aan activiteiten die van start gaan vóór de inwerkingtreding van het besluit van het Gemengd Comité van de EER in de bijlage. De kosten voor activiteiten waarvan de uitvoering is gestart na 1 januari 2014, kunnen in aanmerking komen voor subsidie onder dezelfde voorwaarden als de kosten die worden gemaakt door in de lidstaten van de Unie gevestigde entiteiten, mits het besluit van het Gemengd Comité van de EER in werking treedt voor het einde van de actie.

    (7)

    Protocol 31 bij de EER-overeenkomst moet derhalve worden gewijzigd om deze uitgebreide samenwerking met ingang van 1 januari 2014 mogelijk te maken.

    (8)

    Het door de Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt moet derhalve worden gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over de voorgestelde wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst, betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden, is gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER.

    Artikel 2

    Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

    Gedaan te Brussel, 7 november 2014.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    P. C. PADOAN


    (1)  PB L 305 van 30.11.1994, blz. 6.

    (2)  PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3.

    (3)  Verordening (EU) nr. 282/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een derde meerjarig actieprogramma van de Unie op het gebied van gezondheid voor de periode 2014-2020 en tot intrekking van Besluit nr. 1350/2007/EG (PB L 86 van 21.3.2014, blz. 1).


    ONTWERP

    BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr. …/2014

    van …

    tot wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst, betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden

    HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

    Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna de „EER-overeenkomst” genoemd, en met name de artikelen 86 en 98,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Het is wenselijk de samenwerking tussen de partijen bij de EER-overeenkomst uit te breiden tot Verordening (EU) nr. 282/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1350/2007/EG (1).

    (2)

    Het is passend dat de samenwerking tussen de EVA-staten in het kader van Verordening (EU) nr. 282/2014 wordt aangevangen op 1 januari 2014, onafgezien van de vraag of dit besluit wordt goedgekeurd, of van de vraag of na 10 juli 2014 kennisgeving wordt gedaan dat voldaan is aan de grondwettelijke vereisten, indien van toepassing.

    (3)

    In de EVA-staten gevestigde entiteiten moeten de mogelijkheid hebben om deel te nemen aan activiteiten die van start gaan vóór de inwerkingtreding van dit besluit. De kosten voor activiteiten waarvan de uitvoering is gestart na 1 januari 2014, kunnen in aanmerking komen voor subsidie onder dezelfde voorwaarden als de kosten die worden gemaakt door in de EU-lidstaten gevestigde entiteiten, mits dit besluit in werking treedt voor het einde van de actie.

    (4)

    Protocol 31 bij de EER-overeenkomst moet derhalve worden gewijzigd om deze uitgebreide samenwerking met ingang van 1 januari 2014 mogelijk te maken,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    In artikel 16, lid 1, van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst wordt het volgende streepje toegevoegd:

    „—

    32014 R 0282: Verordening (EU) nr. 282/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een derde meerjarig actieprogramma van de Unie op het gebied van gezondheid voor de periode 2014-2020 en tot intrekking van Besluit nr. 1350/2007/EG (PB L 86 van 21.3.2014, blz. 1).

    De kosten voor activiteiten waarvan de uitvoering is gestart na 1 januari 2014, kunnen in aanmerking komen voor subsidie vanaf de aanvangsdatum van de actie in het kader van de betrokken subsidieovereenkomst of het betrokken subsidiebesluit, mits Besluit nr. …/2014 van het Gemengd Comité van de EER van … in werking treedt voor het einde van de actie.

    Liechtenstein wordt vrijgesteld van deelname en financiële bijdrage aan dit programma.”

    Artikel 2

    Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de laatste kennisgeving zoals bedoeld in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst (2).

    Het is van toepassing vanaf 1 januari 2014.

    Artikel 3

    Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel,

    Voor het Gemengd Comité van de EER

    De voorzitter

    De secretarissen

    van het Gemengd Comité van de EER


    (1)  PB L 86 van 21.3.2014, blz. 1.

    (2)  [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]


    Top