This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32014D0390
2014/390/EU: Council Decision of 23 June 2014 on the position to be adopted, on behalf of the European Union, within the EEA Joint Committee concerning an amendment to Protocol 31 to the EEA Agreement, on cooperation in specific fields outside the four freedoms
2014/390/EU: Besluit van de Raad van 23 juni 2014 betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Gemengd Comité van de EER met betrekking tot een wijziging van Protocol nr. 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden
2014/390/EU: Besluit van de Raad van 23 juni 2014 betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Gemengd Comité van de EER met betrekking tot een wijziging van Protocol nr. 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden
PB L 184 van 25.6.2014, p. 16–17
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
25.6.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 184/16 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 23 juni 2014
betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Gemengd Comité van de EER met betrekking tot een wijziging van Protocol nr. 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden
(2014/390/EU)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 173 en artikel 195, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (1), en met name artikel 1, lid 3,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Protocol nr. 31 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”) bevat bepalingen en regelingen betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden. |
(2) |
Het is wenselijk de samenwerking tussen de partijen bij de EER-overeenkomst uit te breiden tot Verordening (EU) nr. 1287/2013 van het Europees Parlement en de Raad (2). |
(3) |
Protocol nr. 31 bij de EER-overeenkomst dient dus te worden gewijzigd om deze uitgebreide samenwerking met ingang van 1 januari 2014 mogelijk te maken. |
(4) |
Het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt dient gebaseerd te zijn op het aangehechte ontwerpbesluit, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt met betrekking tot de voorgestelde wijziging van Protocol nr. 31 bij de EER-overeenkomst, betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden, wordt gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Luxemburg, 23 juni 2014.
Voor de Raad
De voorzitter
C. ASHTON
(1) PB L 305 van 30.11.1994, blz. 6.
(2) Verordening (EU) nr. 1287/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (COSME) (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1639/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 33).
ONTWERP
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr. …/2014
van
tot wijziging van Protocol nr. 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name de artikelen 86 en 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het is wenselijk de samenwerking tussen de partijen bij de EER-overeenkomst uit te breiden tot Verordening (EU) nr. 1287/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (COSME) (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1639/2006/EG (1). |
(2) |
Protocol nr. 31 bij de EER-overeenkomst moet dus worden gewijzigd om deze uitgebreide samenwerking met ingang van 1 januari 2014 mogelijk te maken, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Aan artikel 7, lid 5, van Protocol nr. 31 bij de EER-overeenkomst wordt het volgende toegevoegd:
„— |
32013 R 1287: Verordening (EU) nr. 1287/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (COSME) (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1639/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 33). Liechtenstein en Noorwegen worden vrijgesteld van deelname en financiële bijdrage aan dit programma.”. |
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de laatste kennisgeving zoals bedoeld in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst (2).
Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2014.
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel,
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
De secretarissen
van het Gemengd Comité van de EER
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 33.
(2) [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]