Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013R0787

    Uitvoeringsverordening (EU) nr. 787/2013 van de Commissie van 16 augustus 2013 tot verlening van een vergunning voor een preparaat van Bacillus subtilis (ATCC PTA-6737) als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkalkoenen en fokkalkoenen (vergunninghouder Kemin Europa nv) Voor de EER relevante tekst

    PB L 220 van 17.8.2013, p. 15–17 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 09/03/2023

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2013/787/oj

    17.8.2013   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 220/15


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 787/2013 VAN DE COMMISSIE

    van 16 augustus 2013

    tot verlening van een vergunning voor een preparaat van Bacillus subtilis (ATCC PTA-6737) als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkalkoenen en fokkalkoenen (vergunninghouder Kemin Europa nv)

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 9, lid 2,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de vergunningsgronden en -procedures, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003.

    (2)

    Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is een aanvraag voor een nieuwe toepassing van een preparaat van Bacillus subtilis (ATCC PTA-6737) ingediend. Bij die aanvraag waren de krachtens artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vereiste gegevens en documenten gevoegd.

    (3)

    Deze aanvraag betreft de verlening van een vergunning voor een nieuwe toepassing van Bacillus subtilis (ATCC PTA-6737) als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkalkoenen en fokkalkoenen in de categorie „zoötechnische toevoegingsmiddelen”.

    (4)

    Het gebruik van dat preparaat van Bacillus subtilis (ATCC PTA-6737) is voor een periode van tien jaar toegestaan voor mestkippen bij Verordening (EU) nr. 107/2010 van de Commissie (2), voor opfokleghennen, mesteenden, kwartels, fazanten, patrijzen, parelhoenders, duiven, mestganzen en struisvogels bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 885/2011 van de Commissie (3) en voor gespeende biggen en gespeende Suidae, met uitzondering van Sus scrofa domesticus, bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 306/2013 van de Commissie (4).

    (5)

    In haar advies van 13 maart 2013 (5) bevestigde de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) haar eerdere conclusies dat het preparaat van Bacillus subtilis (ATCC PTA-6737) onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden wordt verondersteld veilig te zijn voor de diergezondheid, de menselijke gezondheid en het milieu. De EFSA heeft tevens geconcludeerd dat het toevoegingsmiddel de zoötechnische prestaties bij mestkalkoenen kan verbeteren en dat deze conclusie kan worden uitgebreid tot fokkalkoenen. Specifieke eisen voor toezicht na het in de handel brengen acht de EFSA niet nodig. De EFSA heeft ook het rapport over de analysemethode voor het toevoegingsmiddel voor diervoeding geverifieerd dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium was ingediend.

    (6)

    Uit de beoordeling van het preparaat van Bacillus subtilis (ATCC PTA-6737) blijkt dat aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vermelde voorwaarden voor de verlening van een vergunning is voldaan. Het gebruik van het preparaat moet daarom worden toegestaan zoals gespecificeerd in de bijlage bij deze verordening.

    (7)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Voor het in de bijlage gespecificeerde preparaat, dat behoort tot de categorie „zoötechnische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep „darmflorastabilisatoren”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding verleend.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 16 augustus 2013.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    José Manuel BARROSO


    (1)  PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.

    (2)  PB L 36 van 9.2.2010, blz. 1.

    (3)  PB L 229 van 6.9.2011, blz. 3.

    (4)  PB L 91 van 3.4.2013, blz. 5.

    (5)  EFSA Journal 2013; 11(4):3176.


    BIJLAGE

    Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

    Naam van de vergunninghouder

    Toevoegingsmiddel

    Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

    Diersoort of -categorie

    Maximumleeftijd

    Minimumgehalte

    Maximumgehalte

    Overige bepalingen

    Einde van de vergunningsperiode

    CFU/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

    Categorie: zoötechnische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: darmflorastabilisatoren

    4b1823

    Kemin Europa nv

    Bacillus subtilis (ATCC PTA-6737)

     

    Samenstelling van het toevoegingsmiddel

    Preparaat van Bacillus subtilis (ATCC PTA-6737) met ten minste 1 × 1010 CFU/g toevoegingsmiddel

    vast

     

    Karakterisering van de werkzame stof

    Levensvatbare sporen van Bacillus subtilis (ATCC PTA-6737)

     

    Analysemethode  (1)

    Telling: spreidplaatmethode onder gebruikmaking van trypton-soja-agar met voorverhittingsbehandeling van voedermonsters.

    Identificatie: pulsed-field gelelektroforese (PFGE).

    Mestkalkoenen en fokkalkoenen

    1 × 108

    1.

    In de gebruiksaanwijzing voor het toevoegingsmiddel en het voormengsel de opslagomstandigheden en de stabiliteit bij verwerking tot pellets vermelden.

    2.

    Het gebruik is toegestaan in diervoeding die de volgende toegelaten coccidiostatica bevat: diclazuril, robenidinehydrochloride, lasalocide A natrium, maduramicineammonium, of monensin-natrium, op voorwaarde dat dit coccidiostaticum voor de betreffende soort is toegestaan.

    6 september 2023


    (1)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn te vinden op de website van het communautaire referentielaboratorium: http://irmm.jrc.ec.europa.eu/EURLs/EURL_feed_additives/Pages/index.aspx


    Top