This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32013L0008
Commission Directive 2013/8/EU of 26 February 2013 amending, for the purpose of adapting its technical provisions, Directive 2009/144/EC of the European Parliament and of the Council on certain components and characteristics of wheeled agricultural or forestry tractors Text with EEA relevance
Richtlijn 2013/8/EU van de Commissie van 26 februari 2013 tot wijziging, met het oog op aanpassing van de technische bepalingen, van Richtlijn 2009/144/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende bepaalde onderdelen of eigenschappen van landbouw- en bosbouwtrekkers op wielen Voor de EER relevante tekst
Richtlijn 2013/8/EU van de Commissie van 26 februari 2013 tot wijziging, met het oog op aanpassing van de technische bepalingen, van Richtlijn 2009/144/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende bepaalde onderdelen of eigenschappen van landbouw- en bosbouwtrekkers op wielen Voor de EER relevante tekst
PB L 56 van 28.2.2013, p. 8–14
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(HR)
No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2015; opgeheven door 32013R0167
28.2.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 56/8 |
RICHTLIJN 2013/8/EU VAN DE COMMISSIE
van 26 februari 2013
tot wijziging, met het oog op aanpassing van de technische bepalingen, van Richtlijn 2009/144/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende bepaalde onderdelen of eigenschappen van landbouw- en bosbouwtrekkers op wielen
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2003/37/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de typegoedkeuring van landbouw- of bosbouwtrekkers en aanhangwagens, verwisselbare getrokken machines, systemen, onderdelen en technische eenheden daarvan en tot intrekking van Richtlijn 74/150/EEG van de Raad (1), en met name artikel 19, lid 1, onder b),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bijlage IV bij Richtlijn 2009/144/EG van het Europees Parlement en de Raad (2) bevat algemene bepalingen en voorschriften voor mechanische koppelingen tussen trekkers en getrokken voertuigen en verticale belasting op het koppelingspunt. |
(2) |
In de afgelopen jaren zijn in de Unie nieuwe soorten koppelingen in gebruik genomen, die momenteel op nationaal niveau zijn goedgekeurd op basis van ISO-normen. Het gaat daarbij om niet zwenkende trekstangkoppelingen (ISO 6489-5:2011), kogelkoppelingen (ISO 24347:2005) en penkoppelingen (ISO 6489-4:2004). |
(3) |
Om rekening te houden met de huidige marktsituatie, om mogelijke economische en veiligheidsgevolgen zo veel mogelijk te beperken en om het mogelijk te maken EG-typegoedkeuringen voor dergelijke koppelingen te verlenen, moeten de desbetreffende koppelingen en de relevante ISO-normen in Richtlijn 2009/144/EG worden opgenomen. |
(4) |
Richtlijn 2009/144/EG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(5) |
De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 20, lid 1, van Richtlijn 2003/37/EG ingestelde comité, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage IV bij Richtlijn 2009/144/EG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.
Artikel 2
1. De lidstaten dienen uiterlijk op 1 april 2014 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee.
Wanneer de lidstaten die bepalingen vaststellen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 4
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 26 februari 2013.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 171 van 9.7.2003, blz. 1.
(2) PB L 27 van 30.1.2010, blz. 33.
BIJLAGE
Bijlage IV bij Richtlijn 2009/144/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Punt 1.1 wordt vervangen door: 1.1. Onder „mechanische koppelingen tussen trekkers en getrokken verbindingen” worden verstaan de technische eenheden die op de trekker en op het getrokken voertuig zijn aangebracht voor de mechanische koppeling van deze voertuigen. In deze richtlijn worden uitsluitend de aan de kant van de trekker aangebrachte mechanische koppelinrichtingen behandeld. De talrijke soorten mechanische koppelingen kunnen in grote lijnen als volgt worden ingedeeld:
|
2) |
Punt 2.7 wordt vervangen door: 2.7. De axiale draaibaarheid van de trekring moet bij pinkoppelingen ten minste 90° naar rechts of links om de koppelingslengteas bedragen, en worden afgeremd door een weerstandsmoment van 30 tot 150 Nm. De axiale draaibaarheid van de trekring moet bij de trekhaak, niet zwenkbare trekstangkoppeling, kogelkoppeling en penkoppeling ten minste 20° naar rechts of links om de lengteas van de koppeling bedragen.”. |
3) |
Punt 3.1 wordt vervangen door: „3.1. Afmetingen De afmetingen voor de mechanische koppelinrichtingen aan de trekker dienen te beantwoorden aan aanhangsel 1, figuren 1 tot en met 5 en tabel 1.”. |
4) |
Punt 3.3.1 wordt vervangen door:
|
5) |
In punt 3.4.1 wordt de volgende zin toegevoegd: „De massa’s mt, mlt, ma en mla worden uitgedrukt in kg.”. |
6) |
Punt 4.2 wordt vervangen door: 4.2. De aanvraag voor elk type mechanische koppelinrichting moet vergezeld gaan van de volgende beschrijvende documenten en gegevens:
|
7) |
De punten 5.1.3 en 5.1.4 worden vervangen door:
|
8) |
Punt 6 wordt vervangen door: „6. GEBRUIKSAANWIJZING Bij elke mechanische koppelinrichting moet een gebruiksaanwijzing van de fabrikant worden geleverd. Hierin dienen onder meer het EG-onderdeeltypegoedkeuringsnummer, alsmede naargelang van de verrichte proef de D- (kN) dan wel T-waarden (ton) te zijn vermeld.”. |
9) |
Aanhangsel 1 wordt als volgt gewijzigd:
|
10) |
Aanhangsel 2 wordt als volgt gewijzigd:
|
11) |
In aanhangsel 3 wordt punt 1.5 vervangen door: 1.5. Voorafgaand aan de in punt 1.4.2 beschreven beproeving moet een proef worden uitgevoerd waarbij een verticale belasting op het referentiepunt van de koppelinrichting geleidelijk wordt opgevoerd van een voorbelasting van 500 daN tot een verticale belasting van driemaal de door de fabrikant opgegeven maximaal toelaatbare verticale kracht (in daN, gelijk aan g · S/10). Gedurende de proef mag de vervorming van de trekinrichting niet meer bedragen dan 10 % van de geconstateerde maximale elastische vervorming. De controle geschiedt nadat de verticale kracht (in daN, gelijk aan g · S/10) is weggenomen en de voorbelasting van 500 daN opnieuw is aangelegd.”. |
12) |
In aanhangsel 4 wordt het volgende voorbeeld toegevoegd: „Voorbeeld van een EG-typegoedkeuringsmerk
De koppelinrichting met het hierboven aangegeven EG-onderdeeltypegoedkeuringsmerk is een koppelinrichting, waarvoor in Duitsland (e1) onder nr. 38-363 een EG-goedkeuring is verleend en die aan een statische sterkteproef is onderworpen (S).”. |
13) |
Aanhangsel 5 wordt als volgt gewijzigd:
|
14) |
In aanhangsel 7 wordt punt 9 vervangen door: 9. Toegestane verticale statische belasting op het koppelpunt: … (kg)”. |