EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013B0572

2013/572/EU: Besluit van het Europees Parlement van 17 april 2013 over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Milieuagentschap voor het begrotingsjaar 2011

PB L 308 van 16.11.2013, p. 216–216 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2011

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2013/572/oj

16.11.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 308/216


BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

van 17 april 2013

over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Milieuagentschap voor het begrotingsjaar 2011

(2013/572/EU)

HET EUROPEES PARLEMENT,

gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Milieuagentschap voor het begrotingsjaar 2011,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Milieuagentschap betreffende het begrotingsjaar 2011 vergezeld van de antwoorden van het Agentschap (1),

gezien de aanbeveling van de Raad van 12 februari 2013 (05753/2013 — C7-0041/2013),

gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), en met name artikel 185,

gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (3), en met name artikel 208,

gezien Verordening (EG) nr. 401/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk (4), en met name artikel 13,

gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5), en met name artikel 94,

gezien artikel 77 van en bijlage VI bij zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A7-0070/2013),

1.

verleent kwijting aan de uitvoerend directeur van het Europees Milieuagentschap voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2011;

2.

formuleert zijn opmerkingen in onderstaande resolutie;

3.

verzoekt zijn voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel uitmaakt, te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van het Europees Milieuagentschap, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor de publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

De voorzitter

Martin SCHULZ

De secretaris-generaal

Klaus WELLE


(1)  PB C 388 van 15.12.2012, blz. 80.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.

(4)  PB L 126 van 21.5.2009, blz. 13.

(5)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.


RESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

van 17 april 2013

met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Milieuagentschap voor het begrotingsjaar 2011

HET EUROPEES PARLEMENT,

gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Milieuagentschap voor het begrotingsjaar 2011,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Milieuagentschap betreffende het begrotingsjaar 2011 vergezeld van de antwoorden van het Agentschap (1),

gezien de aanbeveling van de Raad van 12 februari 2013 (05753/2013 — C7-0041/2013),

gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), en met name artikel 185,

gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (3), en met name artikel 208,

gezien Verordening (EG) nr. 401/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk (4), en met name artikel 13,

gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5), en met name artikel 94,

gezien artikel 77 van en bijlage VI bij zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A7-0070/2013),

A.

overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen dat de jaarrekening van het Europees Milieuagentschap („het Agentschap”) voor het begrotingsjaar 2011 betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn,

B.

overwegende dat de begroting voor het begrotingsjaar 2011 van het Agentschap 62,2 miljoen EUR bedroeg;

C.

overwegende dat het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) een intern onderzoek naar het Agentschap heeft ingesteld;

Financieel en begrotingsbeheer

1.

verneemt uit de definitieve jaarrekening dat de subsidie van de Commissie aan het Agentschap voor 2011 35 445 155,69 EUR bedroeg, in vergelijking met 34 674 450,58 EUR in 2010, en dat de totale inkomsten 44 447 489,45 EUR bedroegen (45 550 051,50 EUR in 2010); is tevreden dat 132 van de 134 beschikbare posten eind 2011 bekleed waren en merkt op dat er 82 arbeidscontractanten en gedetacheerde nationale deskundigen in dienst waren;

2.

verneemt uit het verslag van de Rekenkamer dat door het Agentschap een betaling aan een internationale milieuorganisatie is gedaan ten belope van 6 061 EUR, die betrekking had op de deelname van personeelsleden van het Agentschap aan door deze organisatie georganiseerde reizen in februari en mei 2011; merkt op dat er geen aanbestedingsprocedure was gevolgd en er geen contract was opgesteld voor deze reizen; wijst erop dat het Agentschap de reiskosten, ten belope van 11 625 EUR, voor haar rekening heeft genomen; neemt kennis van de vaststelling van de Rekenkamer dat de uitvoerend directeur van het Agentschap tot april 2011 lid was van de raad van beheer van de internationale milieuorganisatie en dat er daardoor sprake kan zijn van een belangenconflict;

3.

erkent dat de uitvoerend directeur haar lidmaatschap van de raad van beheer van de andere organisatie heeft opgegeven, toen zij er in april 2011 door de Rekenkamer op werd gewezen dat haar lidmaatschap van de raad van beheer van de internationale milieuorganisatie mogelijk als een belangenconflict kon worden gezien;

Overheidsopdrachten

4.

heeft nadere opheldering gekregen over de contractuele verhoudingen van het Agentschap met ACE&ACE, een Deens videoproductiebedrijf uit Kopenhagen; merkt op dat het Agentschap na een openbare aanbestedingsprocedure aan ACE&ACE in 2011 een contract voor videoproducties (EEA/COM/10/001 — kavel 5) heeft toegekend met een maximumbedrag van 1 000 000 EUR); benadrukt dat de toekenningscriteria sterk verschilden van de criteria die werden gehanteerd bij de vorige aanbesteding met betrekking tot videoproducties (EEA/CCA/07/001 — kavel 1) en nauwere criteria omvatten, zoals „toegang tot montagediensten in de buurt van het EEA”; neemt kennis van de verklaring van de uitvoerend directeur (6) dat 16 bedrijven in de buurt van het Agentschap op deze aanbestedingsprocedure hebben ingeschreven en dat 15 aan alle criteria voldeden; heeft van het Agentschap een lijst ontvangen van alle kandidaten die hebben ingeschreven op aanbesteding EEA/COM/10/001, met inbegrip van hun namen en adressen;

5.

wijst erop dat na een openbare oproep tot inschrijvingen in 2007 een kadercontract is gegund aan N1 Creative, een bedrijf uit Londen, dat een aantal diensten heeft uitbesteed aan ACE&ACE; wijst erop dat er in 2007 en 2008 al twee contracten werden gesloten tussen het Agentschap en ACE&ACE, voor een totale waarde van 101 000 EUR, zonder dat gebruik werd gemaakt van een openbare aanbestedingsprocedure, maar waarbij de uitvoeringsvoorschriften van het Financieel Reglement (alleenrechten) zijn nageleefd; neemt kennis van de details over het aantal en type projecten dat uit hoofde van dit contract is uitgevoerd door N1 Creative enerzijds en ACE&ACE anderzijds, zoals ontvangen door de kwijtingsautoriteit;

6.

is door de uitvoerend directeur van het Agentschap op de hoogste gesteld (7) van het feit dat OLAF momenteel onderzoek verricht naar deze contracten voor videoproducties;

Transparantie

7.

wijst op de vaststelling van de Rekenkamer dat het Agentschap de transparantie van de wervingsprocedures in de loop der jaren heeft verbeterd; merkt evenwel op dat er volgens het verslag van de Rekenkamer nog steeds sprake is van verwarring ten aanzien van de toelatings- en selectiecriteria voor wat betreft het aantal jaren relevante werkervaring dat is vereist; merkt voorts op dat het niet bewezen was dat de inhoud van en de minimaal vereiste score voor toelating tot de schriftelijke examens waren vastgesteld voordat de aanvragen werden beoordeeld;

8.

wijst erop dat het Agentschap het proces in gang heeft gezet om de aanbevelingen van de Rekenkamer ten uitvoer te leggen;

Prestaties

9.

benadrukt dat de Commissie haar toezichthoudende rol moet uitoefenen door deel uit te maken van de raad van bestuur en het bureau van het EMA, binnen de grenzen die zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 401/2009 en met volledige inachtneming van de juridische autonomie van het Agentschap; onderstreept dat het Parlement regelmatig op de hoogte moet worden gehouden;

10.

is ingenomen met het feit dat de personeels- en managementactiviteiten, de kwaliteitscontroleprocedures, producten en diensten, en de administratieve en bouwkundige diensten van het Agentschap zijn samengebracht onder het strategische deel van het Strategisch Plan 2009-2013 van het Agentschap;

Belangenconflicten

11.

erkent dat de raad van bestuur en de afdeling administratie van het Agentschap het beleid inzake belangenconflicten hebben aangescherpt om eventuele problemen in de toekomst te voorkomen; wijst op de invoering van een voorafgaande goedkeuring door de raad van bestuur voordat de uitvoerend directeur het lidmaatschap van een externe bestuursraad of een extern adviesorgaan aanvaardt;

12.

neemt kennis van de invoering van een formulier over de rechten en plichten van consultants en contractanten dat door hen moet worden ondertekend, waarmee zij verklaren zich te zullen onthouden van gedragingen of handelingen die hun onafhankelijkheid kunnen schaden of die negatieve gevolgen kunnen hebben voor hun positie, hun werk of het aanzien van de Unie;

13.

is verheugd over de nieuwe procedures die de raad van bestuur van het Agentschap tijdens zijn 65e vergadering op 12 december 2012 heeft goedgekeurd, en met name over:

de opname van een opleiding inzake de preventie van belangenconflicten in het introductieprogramma voor nieuwe werknemers,

de vereiste om het A1-formulier „Obligations of European Environment Agency officials and other servants under the Staff Regulations and Conditions of Employment” te ondertekenen en in het bezit te zijn van een ontvangstbevestiging van een kopie van de „Staff Regulations and Conditions of Employment of Other Servants of the European Union”,

de invoering van een opleiding inzake ethiek en integriteit wat betreft de taken en plichten van werknemers en een procedure voor het melden van misstanden (een „klokkenluider”-regeling),

de ontvangst door het personeel van een kopie van de Europese Code van Goed Administratief Gedrag en een kopie van het besluit van de raad van bestuur van 22 juni 2004 voor de toepassing van die code binnen het Agentschap;

neemt kennis van de informatie die is ontvangen van het Agentschap over de tenuitvoerlegging van voornoemde procedures, alsook over alle verdere ontwikkelingen met betrekking tot het beheer van belangenconflicten;

14.

verwijst wat de andere opmerkingen betreft die deel uitmaken van zijn besluit over het verlenen van kwijting, die horizontaal van aard zijn, naar zijn resolutie van 17 april 2013 (8) over de prestaties, het financieel beheer en de controle van de agentschappen.


(1)  PB C 388 van 15.12.2012, blz. 80.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.

(4)  PB L 126 van 21.5.2009, blz. 13.

(5)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

(6)  Zie antwoorden van de uitvoerend directeur van het Europees Milieuagentschap tijdens de hoorzitting over de kwijting 2011 van de gedecentraliseerde EU-agentschappen, die op 24 januari 2013 werd gehouden door de Commissie begrotingscontrole.

(7)  Ibid.

(8)  Aangenomen teksten, P7_TA(2013)0134 (zie bladzijde 374 van dit Publicatieblad).


Top