EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32012R0494

Verordening (EU) nr. 494/2012 van de Commissie van 11 juni 2012 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 593/2007 betreffende de door het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart geheven vergoedingen en rechten Voor de EER relevante tekst

PB L 151 van 12.6.2012, p. 22–26 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/03/2014; opgeheven door 32014R0319

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2012/494/oj

12.6.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 151/22


VERORDENING (EU) Nr. 494/2012 VAN DE COMMISSIE

van 11 juni 2012

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 593/2007 betreffende de door het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart geheven vergoedingen en rechten

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 100, lid 2,

Gezien Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, houdende intrekking van Richtlijn 91/670/EEG van de Raad, Verordening (EG) nr. 1592/2002 en Richtlijn 2004/36/EG (1), en met name artikel 64, lid 1,

Na raadpleging van de raad van beheer van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 216/2008 is het activiteitengebied van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (hierna „het Agentschap”) uitgebreid; dit uitgebreide activiteitengebied omvat ook bepaalde certificeringswerkzaamheden, hetgeen betekent dat het Agentschap certificaten, goedkeuringen, bevoegdheidsbewijzen of andere documenten moet afgeven.

(2)

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 593/2007 van de Commissie van 31 mei 2007 betreffende de door het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart geheven vergoedingen en rechten (2) mogen voor de certificeringswerkzaamheden die vermeld zijn in artikel 5, lid 5, onder e), en de artikelen 21, 22, 22 bis, 22 ter en 23 van Verordening (EG) nr. 216/2008 geen andere vergoedingen en rechten worden geheven dan die welke bepaald zijn in Verordening (EG) nr. 1702/2003 van de Commissie van 24 september 2003 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften inzake de luchtwaardigheid en milieucertificering van luchtvaartuigen en aanverwante producten, onderdelen en uitrustingsstukken, alsmede voor de certificering van ontwerp- en productieorganisaties (3) en Verordening (EG) nr. 2042/2003 van 20 november 2003 betreffende de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en luchtvaartproducten, -onderdelen en -uitrustingsstukken, en betreffende de goedkeuring van bij voornoemde taken betrokken organisaties en personen (4).

(3)

De in deze verordening bedoelde vergoedingen en rechten moeten op transparante, billijke en uniforme wijze worden vastgesteld en moeten een weerspiegeling zijn van de werkelijke kosten van elke afzonderlijke dienstenaanbieding, zoals bepaald in artikel 64, lid 4, onder b), van Verordening (EG) nr. 216/2008. Er moet worden gezorgd voor evenwicht tussen de totale uitgaven van het Agentschap voor het uitvoeren van certificeringswerkzaamheden en de totale ontvangsten van het Agentschap uit de opgelegde vergoedingen.

(4)

De vestigingsplaats van de ondernemingen op het grondgebied van de lidstaten mag niet tot ongelijke behandeling leiden bij het vaststellen van de vergoedingen.

(5)

De aanvrager moet de mogelijkheid hebben om een prijsopgave te vragen voor het bedrag dat hij waarschijnlijk zal moeten betalen voor de verleende dienst. De criteria op basis waarvan het bedrag wordt vastgesteld, moeten duidelijk, uniform en openbaar zijn. Als het niet mogelijk is dit bedrag van tevoren precies vast te stellen, moet het Agentschap transparante beginselen vaststellen om het te betalen bedrag tijdens de dienstverlening te bepalen.

(6)

Er moeten uiterste termijnen worden vastgesteld voor de betaling van de vergoedingen en rechten die krachtens deze verordening worden geheven. Er moeten passende verhaalmiddelen worden vastgesteld in geval van wanbetaling, zoals het stopzetten van de desbetreffende aanvraagprocessen, het ongeldig verklaren van de bijbehorende goedkeuringen, het stopzetten van de verdere dienstverlening aan de aanvrager in kwestie en het invorderen van de uitstaande bedragen met de beschikbare middelen.

(7)

Wanneer beroep wordt aangetekend tegen besluiten van het Agentschap, moeten de vergoedingen daarvoor volledig worden betaald alvorens het beroep ontvankelijk wordt verklaard.

(8)

Vóór elke wijziging van de vergoedingen moeten de belanghebbende partijen worden geraadpleegd. Bovendien moet het Agentschap de belanghebbende partijen regelmatig informatie verschaffen over hoe en op welke basis de vergoedingen worden berekend, zodat de belanghebbende partijen inzicht krijgen in de kosten van het Agentschap en de luchtvaartsector een duidelijk beeld krijgt van de financiële aspecten en kan anticiperen op de vergoedingen die betaald moeten worden. Het moet dan ook mogelijk zijn de hoogte van de vergoedingen jaarlijks te herzien op basis van de financiële resultaten en vooruitzichten van het Agentschap.

(9)

Verordening (EG) nr. 593/2007 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)

De in deze verordening vastgestelde maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 65 van Verordening (EG) nr. 216/2008 ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 593/2007 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 1 wordt het tweede lid vervangen door:

„Zij bepaalt met name in welke gevallen de in artikel 64, lid 4, van Verordening (EG) nr. 216/2008 bedoelde vergoedingen en rechten verschuldigd zijn, hoeveel deze vergoedingen en rechten bedragen en op welke wijze zij moeten worden betaald.”.

2)

In artikel 2 worden de punten a) tot en met d) vervangen door:

„a)   „vergoedingen”: de door het Agentschap geheven bedragen die door de aanvragers verschuldigd zijn voor certificeringswerkzaamheden;

b)   „rechten”: de door het Agentschap geheven bedragen die door de aanvragers verschuldigd zijn voor andere diensten dan certificeringswerkzaamheden die door het Agentschap worden verricht, inclusief de levering van goederen;

c)   „certificeringswerkzaamheden”: alle door het agentschap uitgevoerde activiteiten die direct of indirect noodzakelijk zijn voor de afgifte, handhaving of wijziging van certificaten krachtens Verordening (EG) nr. 216/2008 en de uitvoeringsregels daarvan;

d)   „aanvrager”: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die om een door het Agentschap verrichte certificeringswerkzaamheid of dienst verzoekt;”.

3)

Aan artikel 4 worden de volgende tweede en derde alinea toegevoegd:

„Bij de toepassing van toekomstige verordeningen mag het Agentschap volgens deel II van de bijlage vergoedingen heffen voor andere certificeringswerkzaamheden dan die welke vermeld zijn in deel I van de bijlage.

Wijzigingen van de organisatie die aan het Agentschap worden meegedeeld en gevolgen hebben voor de goedkeuring van die organisatie, kunnen een effect hebben op de herberekening van de verschuldigde toezichtsvergoeding, die van toepassing wordt met ingang van de volgende vergoedingscyclus.”.

4)

Artikel 8 wordt vervangen door:

„Artikel 8

1.   De vergoeding is door de aanvrager verschuldigd en moet worden betaald in euro. De aanvrager kan de betalingsvoorwaarden raadplegen op de website van het Agentschap. De aanvrager moet het volledige verschuldigde bedrag, inclusief eventuele bankkosten, betalen vóór het certificaat wordt afgegeven, gehandhaafd of gewijzigd, tenzij het Agentschap na een afweging van de financiële risico’s anders beslist. De vergoeding moet worden betaald binnen 30 kalenderdagen nadat het Agentschap de factuur naar de aanvrager heeft gestuurd. De aanvraag mag worden geannuleerd of het certificaat mag worden geschorst of ingetrokken als de verschuldigde vergoedingen na het verstrijken van deze uiterste termijn niet zijn ontvangen en nadat het Agentschap een formele waarschuwing heeft gegeven.

2.   Het Agentschap mag de vergoeding in een keer factureren nadat het de aanvraag heeft ontvangen, of bij het begin van de jaarlijkse of de toezichtsperiode.

3.   Voor alle certificeringswerkzaamheden die aanleiding geven tot de betaling van op uurbasis berekende vergoedingen kan het Agentschap de aanvrager op verzoek een kostenraming meedelen. Deze raming wordt door het Agentschap aangepast indien blijkt dat de werkzaamheden eenvoudiger en sneller kunnen worden uitgevoerd dan aanvankelijk gepland of, in het tegenovergestelde geval, indien zij complexer zijn en meer tijd in beslag nemen dan het Agentschap redelijkerwijze kon verwachten.

4.   Indien het Agentschap, na verificatie van de aanvraag, besluit om geen gevolg te geven aan de aanvraag, worden alle reeds betaalde vergoedingen aan de aanvrager terugbetaald, met uitzondering van een bedrag dat de administratieve kosten van de behandeling van de aanvraag dekt. Dat bedrag stemt overeen met tweemaal de in deel II van de bijlage vermelde uurvergoeding. Als het Agentschap over bewijzen beschikt dat de financiële draagkracht van de aanvrager in gevaar is, mag het een aanvraag weigeren, tenzij de aanvrager een bankgarantie of deposito verstrekt. Het Agentschap mag een aanvraag ook weigeren als de aanvrager zijn betalingsverplichtingen ten gevolge van de door het Agentschap verrichte certificeringswerkzaamheden of -diensten niet is nagekomen, tenzij de aanvrager de uitstaande verschuldigde bedragen voor die certificeringswerkzaamheden of -diensten betaalt.

5.   Indien een certificeringswerkzaamheid door het Agentschap moet worden onderbroken omdat de aanvrager over onvoldoende middelen beschikt of niet aan de geldende eisen voldoet of omdat de aanvrager besluit om af te zien van zijn aanvraag of om zijn project uit te stellen, dient het saldo van alle vervallen vergoedingen, die berekend worden op uurbasis voor de lopende periode van twaalf maanden maar de toepasselijke vaste vergoeding niet overschrijden, volledig te worden betaald op het ogenblik dat het Agentschap de werkzaamheid stopzet, samen met alle andere op dat ogenblik verschuldigde bedragen. Het desbetreffende aantal uren wordt gefactureerd tegen de in deel II van de bijlage vastgestelde uurvergoeding. Wanneer het Agentschap op verzoek van de aanvrager eerder onderbroken certificeringswerkzaamheden hervat, wordt deze werkzaamheid als een nieuw project in rekening gebracht.

6.   Als de certificaathouder afstand doet van het overeenkomstige certificaat of het Agentschap het certificaat intrekt, dient het saldo van alle verschuldigde vergoedingen, die berekend worden op uurbasis maar de toepasselijke vaste vergoeding niet overschrijden, volledig te worden betaald op het ogenblik dat de afstand of de intrekking plaatsvindt, samen met alle andere op dat ogenblik verschuldigde bedragen. Het desbetreffende aantal uren wordt gefactureerd tegen de in deel II van de bijlage vastgestelde uurvergoeding.

7.   Als het Agentschap het certificaat schorst wegens niet-betaling van de jaarvergoeding of toezichtsvergoeding of omdat de aanvrager niet voldoet aan de toepasselijke eisen, blijven de respectieve vergoedingsperioden lopen.”.

5)

In artikel 10 wordt lid 2 geschrapt.

6)

In artikel 11 worden de tweede en derde alinea vervangen door:

„Voor de verwerking van een overeenkomstig artikel 44 van Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad (5) ingesteld beroep dienen rechten te worden betaald. Het bedrag van de rechten is uiteengezet in deel IV van de bijlage. Als de verzoekende partij een rechtspersoon is, moet hij het Agentschap een ondertekend certificaat verstrekken van een gemachtigde functionaris van de betrokken organisatie, waarin de financiële omzet van de aanvrager wordt vermeld. Dit certificaat moet samen met het beroep worden ingediend. Beroepsrechten moeten worden betaald binnen 60 kalenderdagen na de datum waarop het beroep bij het Agentschap is ingediend, overeenkomstig de door het Agentschap vastgesteld toepasselijke procedure. Als de betaling niet binnen deze termijn plaatsvindt, wijst de beroepsraad het beroep af. Als het beroep wordt uitgesproken in het voordeel van de verzoekende partij, worden de beroepsrechten onmiddellijk door het Agentschap terugbetaald.

„Op verzoek wordt een raming van de rechten aan de aanvrager meegedeeld vóór de dienst wordt verleend. Deze raming wordt door het Agentschap aangepast indien blijkt dat de werkzaamheden eenvoudiger en sneller kunnen worden uitgevoerd dan aanvankelijk gepland of, in het tegenovergestelde geval, indien zij complexer zijn en meer tijd in beslag nemen dan het Agentschap redelijkerwijze kon verwachten.

7)

In artikel 14 wordt het volgende lid 3 toegevoegd:

„3.   De bijlage bij deze verordening wordt periodiek opnieuw bekeken om ervoor te zorgen dat belangrijke informatie met betrekking tot de aannamen waarop de schatting van de ontvangsten en uitgaven van het Agentschap is gebaseerd, wordt weerspiegeld in de vergoedingen of rechten die door het Agentschap worden geheven. Voor zover nodig worden deze verordening en de bijlagen daarbij uiterlijk vijf jaar na de inwerkingtreding herzien.”.

8)

De bijlage wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 april 2012.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 11 juni 2012.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1.

(2)  PB L 140 van 1.6.2007, blz. 3.

(3)  PB L 243 van 27.9.2003, blz. 6.

(4)  PB L 315 van 28.11.2003, blz. 1.

(5)  PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1.”.


BIJLAGE

De bijlage bij Verordening (EG) nr. 593/2007 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In deel II wordt punt 2 vervangen door:

„2.

Uurbasis overeenkomstig de betrokken werkzaamheden (1):

Bewijs van ontwerpbekwaamheid door middel van alternatieve procedures

Werkelijk aantal uren

Productie zonder erkenning

Werkelijk aantal uren

Alternatieve methoden om de luchtwaardigheidsvoorschriften na te leven

Werkelijk aantal uren

Valideringsondersteuning (aanvaarding van EASA-certificaten door buitenlandse overheden)

Werkelijk aantal uren

Door buitenlandse overheden gevraagde technische bijstand

Werkelijk aantal uren

Aanvaarding van verslagen van de Maintenance Review Board door het EASA

Werkelijk aantal uren

Overdracht van certificaten

Werkelijk aantal uren

Certificaat van erkende opleidingsorganisatie

Werkelijk aantal uren

Certificaat van luchtvaartgeneeskundig centrum

Werkelijk aantal uren

Certificaat van ATM-ANS-organisatie

Werkelijk aantal uren

Certificaat van opleidingsorganisatie voor luchtverkeersleiders

Werkelijk aantal uren

Operationele gegevens met betrekking tot typecertificaten, wijzigingen van typecertificaten en aanvullende typecertificaten (2)

Werkelijk aantal uren

Kwalificatiecertificaat voor vluchtsimulatietrainingstoestellen

Werkelijk aantal uren

Erkenning van vluchtcondities voor vliegvergunning

3 uur

Administratieve heruitreiking van documenten

1 uur

Exportcertificaat van luchtwaardigheid (E-CoA) voor CS 25-luchtvaartuigen

6 uur

Exportcertificaat van luchtwaardigheid (E-CoA) voor andere luchtvaartuigen

2 uur

2)

Deel IV wordt vervangen door:

„DEEL IV

Rechten voor het instellen van beroep

Voor alle beroepsprocedures geldt het vaste recht in de tabel, vermenigvuldigd met de coëfficiënt die wordt vermeld voor de overeenkomstige rechtencategorie voor de persoon of organisatie in kwestie.

Het beroep wordt pas ontvankelijk geacht nadat het recht voor het instellen van het beroep is betaald.

Vast recht

10 000 EUR


Recht voor natuurlijke personen

Coëfficiënt vast recht

 

0,1


Rechten voor organisaties, overeenkomstig de omzet van de verzoekende partij in euro

Coëfficiënt vast recht

minder dan 100 001

0,25

tussen 100 001 en 1 200 000

0,5

tussen 1 200 001 en 2 500 000

0,75

tussen 2 500 001 en 5 000 000

1

tussen 5 000 001 en 50 000 000

2,5

tussen 50 000 001 en 500 000 000

5

tussen 500 000 001 en 1 000 000 000

7,5

meer dan 1 000 000 000

10”


(1)  Dit is een niet-limitatieve lijst van werkzaamheden. Uit het feit dat een werkzaamheid niet in dit deel is opgenomen, mag niet automatisch worden geconcludeerd dat deze werkzaamheid niet door het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart mag worden uitgevoerd.

(2)  Zie artikelen 5 en 20 van Verordening (EG) nr. 216/2008 en Verordening (EG) nr. 1702/2003 en de wijzigingen daarvan.”


Top