EUR-Lex Hozzáférés az európai uniós joghoz

Vissza az EUR-Lex kezdőlapjára

Ez a dokumentum az EUR-Lex webhelyről származik.

Dokumentum 32011R0859

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 859/2011 van de Commissie van 25 augustus 2011 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 185/2010 houdende vaststelling van gedetailleerde maatregelen voor de toepassing van de gemeenschappelijke basisnormen op het gebied van de beveiliging van de luchtvaart, wat vracht en post betreft Voor de EER relevante tekst

PB L 220 van 26.8.2011., 9—15. o. (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

A dokumentum hatályossági állapota Már nem hatályos, Érvényesség vége: 14/11/2015; stilzwijgende opheffing door 32015R1998

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2011/859/oj

26.8.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 220/9


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 859/2011 VAN DE COMMISSIE

van 25 augustus 2011

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 185/2010 houdende vaststelling van gedetailleerde maatregelen voor de toepassing van de gemeenschappelijke basisnormen op het gebied van de beveiliging van de luchtvaart, wat vracht en post betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 300/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2320/2002 (1), en met name artikel 4, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 185/2010 van de Commissie van 4 maart 2010 houdende vaststelling van gedetailleerde maatregelen voor de toepassing van de gemeenschappelijke basisnormen op het gebied van de beveiliging van de luchtvaart (2) bevat geen regels voor vracht en post die vanuit derde landen naar luchthavens in de Unie worden vervoerd. Het is noodzakelijk dergelijke regels vast te stellen om de burgerluchtvaartuigen waarmee dergelijke vracht en post worden vervoerd te beschermen tegen wederrechtelijke daden.

(2)

Derhalve dient Verordening (EU) nr. 185/2010 dienovereenkomstig te worden gewijzigd.

(3)

Bij het beoordelen van de luchtvaartbeveiliging in derde landen zal rekening worden gehouden met de samenwerkings- en partnerschapsovereenkomsten die tussen de Unie of individuele lidstaten en derde landen zijn gesloten en die de basis vormen voor de gegarandeerde tenuitvoerlegging van de luchtvaartbeveiligingsnormen.

(4)

Bij het sluiten van luchtvaartovereenkomsten met derde landen dienen de Commissie en de lidstaten samen te werken om nauwere samenwerking op het vlak van luchtvaartbeveiliging te bewerkstelligen ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging en de toepassing in derde landen van normen en beginselen die gelijkwaardig zijn aan de normen en beginselen van de Unie, wanneer dit een doeltreffende aanpak van mondiale dreigingen en risico's is.

(5)

Uiterlijk in juli 2013 moet de Commissie samen met de lidstaten en de betrokken partijen de praktische gevolgen en de haalbaarheid onderzoeken van de tenuitvoerlegging van een onafhankelijke validering van luchtvervoerders die vanuit luchthavens in derde landen vracht naar de EU vervoeren alsook van de erkende agenten en bekende verzenders van wie zij rechtstreeks verzendingen aannemen, en het systeem waar nodig aanpassen, met inbegrip van wijzigingen in deze verordening.

(6)

Voortgaande op de verantwoordelijkheid van de bij de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) aangesloten landen om ten minste de ICAO-normen voor vrachtbeveiliging na te leven, dienen de Commissie en de lidstaten stappen te zetten naar autoriteiten in derde landen om met hen samen te werken en, waar mogelijk en indien gevraagd, hen bij te staan bij de capaciteitsopbouw voor de tenuitvoerlegging van vereisten met betrekking tot de beveiliging van luchtvracht en luchtpost die naar de Unie wordt vervoerd.

(7)

De Commissie zal het optreden van de Unie voor het bevorderen van de tenuitvoerlegging van vereisten inzake luchtvaartbeveiliging met betrekking tot activiteiten vanuit luchthavens in derde landen naar de Unie coördineren en er actief aan deelnemen alsook niet-EU-organen toegang tot relevante informatie verschaffen op een strikte „need to know”-basis en op voorwaarde dat er voldoende garanties zijn gegeven.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 19, lid 1, van Verordening (EG) nr. 300/2008 ingestelde Comité voor de beveiliging van de burgerluchtvaart,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Verordening (EU) nr. 185/2010 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

De Commissie zal de toepassing van de maatregelen waarin deze verordening voorziet, beoordelen en evalueren en zo nodig uiterlijk op 1 juli 2015 een voorstel indienen.

Uiterlijk op 31 december 2012 zal de Commissie de waarschijnlijke gevolgen beoordelen van de in deze verordening neergelegde vereisten, en met name de vereisten inzake onafhankelijke validering. De resultaten worden aan het Comité voor de beveiliging van de burgerluchtvaart voorgelegd. Waar nodig, zal de Commissie uiterlijk op 1 juli 2013 aanpassingen aan de vereisten voorstellen.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 februari 2012.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 25 augustus 2011.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 97 van 9.4.2008, blz. 72.

(2)  PB L 55 van 5.4.2010, blz. 1.


BIJLAGE

De bijlage bij Verordening (EU) nr. 185/2010 wordt als volgt gewijzigd:

A)

Punt 6.1.2 wordt vervangen door:

„6.1.2.

Als er redenen zijn om aan te nemen dat een zending die aan beveiligingscontroles is onderworpen, tekenen van manipulatie vertoont of niet beschermd is tegen manipulatie door onbevoegden vanaf het ogenblik dat die controles zijn uitgevoerd, wordt ze door een erkende agent aan een beveiligingsonderzoek onderworpen alvorens in een luchtvaartuig te worden geladen. Zendingen die tekenen van ernstige manipulatie vertonen of die om andere redenen verdacht zijn, worden behandeld als risicovracht of -post overeenkomstig punt 6.7”.

B)

Punt 6.3.2.6, onder d), wordt vervangen door:

„d)

de beveiligingsstatus van de zending, met vermelding van:

—   „SPX”: veilig voor passagiers-, vracht- en postluchtvaartuigen, of

—   „SCO”: veilig voor vracht- en postluchtvaartuigen, of

—   „SHR”: veilig voor passagiers-, vracht- en postluchtvaartuigen overeenkomstig de eisen voor risicozendingen.”.

C)

In hoofdstuk 6 wordt het volgende toegevoegd:

„6.7   HOOGRISICOVRACHT EN -POST

Bepalingen met betrekking tot hoogrisicovracht en -post zijn vastgesteld in een afzonderlijk besluit van de Commissie.

6.8.   BESCHERMING VAN VRACHT EN POST DIE VANUIT DERDE LANDEN NAAR DE UNIE WORDEN VERVOERD

6.8.1.   Aanwijzing van luchtvaartmaatschappijen

6.8.1.1.

Eisen tot en met 30 juni 2014:

a)

Elke luchtvaartmaatschappij die vracht of post vervoert vanuit een luchthaven in een derde land dat niet is opgenomen in de lijst in aanhangsel 6-F, voor transfer, doorvoer of lossing in elke luchthaven die onder het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 300/2008 valt, wordt als een „luchtvaartmaatschappij die vracht of post vanuit een luchthaven in een derde land naar de Unie vervoert” (ACC3) aangewezen:

door de in de bijlage bij Verordening (EU) nr. 394/2011 van de Commissie (1) houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 748/2009 (2) betreffende de lijst van vliegtuigexploitanten die een in bijlage I bij Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (3) genoemde luchtvaartactiviteit hebben uitgeoefend, vermelde bevoegde autoriteit van de lidstaat;

door de bevoegde autoriteit van de lidstaat die het Air Operator Certificate van de luchtvaartmaatschappij heeft afgegeven, voor luchtvaartmaatschappijen die niet zijn opgenomen in de bijlage bij Verordening (EU) nr. 394/2011;

door de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de luchtvaartmaatschappij haar belangrijkste vestiging heeft in de Unie, of door een andere bevoegde autoriteit van de Unie, voor zover deze autoriteit daarmee instemt, voor luchtvaartmaatschappijen die niet in de bijlage bij Verordening (EU) nr. 394/2011 zijn vermeld en geen houder zijn van een door een lidstaat afgegeven Air Operator Certificate.

b)

Om als ACC3 te worden aangewezen, dient de luchtvaartmaatschappij:

erop toe te zien dat haar beveiligingsprogramma alle punten in aanhangsel 6-G omvat, met betrekking tot vracht en post die in een derde land in haar luchtvaartuigen wordt geladen voor vervoer naar de Unie; en

een „Verbintenisverklaring — ACC3”, zoals uiteengezet in aanhangsel 6-H, in te dienen bij de desbetreffende bevoegde autoriteit. Deze verbintenisverklaring moet worden ondertekend door de wettelijke vertegenwoordiger van de luchtvaartmaatschappij of door de persoon die verantwoordelijk is voor de beveiliging; en

een persoon te benoemen die namens haar de algemene verantwoordelijkheid draagt voor de tenuitvoerlegging van de bepalingen inzake vracht of post in derde landen, en nadere gegevens over deze persoon te verstrekken aan de desbetreffende bevoegde autoriteit.

c)

Het origineel of een kopie van de ondertekende „Verbintenisverklaring — ACC3” wordt bijgehouden door de desbetreffende bevoegde autoriteit. Als het origineel wordt bijgehouden door de luchtvaartmaatschappij, moet het minstens tijdens de geldigheidsduur ervan beschikbaar zijn voor inspectie.

d)

De desbetreffende bevoegde autoriteit deelt de nodige gegevens over de luchtvaartmaatschappij mee aan de Commissie, die ze ter beschikking stelt van alle lidstaten.

e)

Een overeenkomstig punt d), bij de Commissie aangemelde ACC3 wordt in alle lidstaten erkend voor alle vervoersactiviteiten van de gespecificeerde luchthaven in het derde land naar de Unie.

6.8.1.2.

Eisen waaraan uiterlijk op 1 juli 2014 moet worden voldaan:

a)

Naast de in punt 6.8.1.1, onder b), vermelde eisen moet de luchtvaartmaatschappij uiterlijk op 1 juli 2014 garanderen dat een onafhankelijke validateur een controle ter plaatse van haar vracht- en postactiviteiten op de desbetreffende luchthaven van het derde land heeft uitgevoerd.

b)

De onafhankelijke validateur onderzoekt het beveiligingsprogramma van de luchtvaartmaatschappij en ziet erop toe dat het betrekking heeft op alle in aanhangsel 6-G uiteengezette punten, gaat aan de hand van de controlelijst in aanhangsel 6-C3 na of dit programma in de luchthaven van het derde land wordt nageleefd en dient een verslag in:

bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat, zoals vermeld in de bijlage bij Verordening (EU) nr. 394/2011 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 748/2009 betreffende de lijst van vliegtuigexploitanten die een in bijlage I bij Richtlijn 2003/87/EG genoemde luchtvaartactiviteit hebben uitgeoefend;

bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat die het Air Operator Certificate van de luchtvaartmaatschappij heeft afgegeven, voor luchtvaartmaatschappijen die niet zijn opgenomen in de bijlage bij Verordening (EU) nr. 394/2011;

bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de luchtvaartmaatschappij haar belangrijkste vestiging heeft in de Unie, of bij een andere bevoegde autoriteit van de Unie, voor zover deze autoriteit daarmee instemt, voor luchtvaartmaatschappijen die niet in de bijlage bij Verordening (EU) nr. 394/2011 zijn vermeld en geen houder zijn van een door een lidstaat afgegeven Air Operator Certificate.

c)

Als de desbetreffende bevoegde autoriteit tevreden is met het verslag van de onafhankelijke validateur, ziet zij erop toe dat de nodige nadere gegevens van de ACC3 worden ingevoerd in de EU-gegevensbank van erkende agenten en bekende afzenders.

d)

Bij het invoeren van de gegevens kent de desbetreffende bevoegde autoriteit een unieke alfanumerieke identificatiecode in het standaardformaat toe aan de luchtvaartmaatschappij en de luchthaven in het derde land van waar zij vracht naar de Unie vervoert. Deze unieke alfanumerieke identificatiecode wordt vermeld op de documenten bij de vervoerde zendingen, schriftelijk of in elektronisch formaat.

e)

Als de desbetreffende bevoegde autoriteit niet tevreden is met de door de luchtvaartmaatschappij verstrekte informatie of met het verslag van de onafhankelijke validateur, worden de redenen daarvoor onmiddellijk meegedeeld aan de luchtvaartmaatschappij die wenst te worden aangewezen als ACC3.

f)

Een ACC3 die is opgenomen in de EU-gegevensbank van erkende agenten en bekende afzenders, overeenkomstig dit punt 6.8.1.2, wordt in alle lidstaten erkend voor alle vervoersactiviteiten van de luchthaven in het derde land naar de Unie.

g)

Een ACC3 die is opgenomen in de EU-gegevensbank van erkende agenten en bekende afzenders wordt uiterlijk om de vijf jaar opnieuw gevalideerd op de luchthaven in het derde land waarvoor ze is aangewezen en dient bij elke hervalidering opnieuw een verbintenisverklaring in.

6.8.2.   Beveiligingscontroles voor vracht en post die aankomen uit een derde land

6.8.2.1.

De ACC3 ziet erop toe dat alle vracht en post die aankomen voor transfer, doorvoer of lossing in een EU-luchthaven aan een beveiligingsonderzoek wordt onderworpen, tenzij:

a)

een erkende agent de zending aan de vereiste beveiligingscontroles heeft onderworpen en de zending vanaf het ogenblik van die controles tot het ogenblik van inladen beschermd is tegen manipulatie door onbevoegden; of

b)

een bekende afzender de zending aan de vereiste beveiligingscontroles heeft onderworpen en de zending vanaf het ogenblik van die controles tot het ogenblik van inladen beschermd is tegen manipulatie door onbevoegden; of

c)

een vaste verzender de zending aan de vereiste beveiligingscontroles heeft onderworpen en de zending vanaf het ogenblik van beveiligingscontroles tot het ogenblik van inladen, beschermd is tegen manipulatie door niet-gemachtigden en niet in een passagiersluchtvaartuig wordt vervoerd; of

d)

de zending van beveiligingsonderzoeken is vrijgesteld overeenkomstig punt 6.1.1, onder d), en beschermd is tegen manipulatie door onbevoegden vanaf het ogenblik dat ze identificeerbare luchtvracht of identificeerbare luchtpost werden tot het ogenblik van inladen.

6.8.2.2.

Tot 30 juni 2014 dienen de eisen van punt 6.8.2.1 minstens te beantwoorden aan de ICAO-normen. Daarna worden vracht en post die naar de Unie worden vervoerd:

a)

aan een beveiligingsonderzoek onderworpen aan de hand van een van de in punt 6.2.1 vermelde middelen of methoden, volgens een norm die volstaat om redelijkerwijs te garanderen dat er geen verboden voorwerpen in zijn verborgen; of

b)

onderworpen aan beveiligingscontroles door een overeenkomstig punt 6.8.3 aangewezen erkende agent, bekende verzender of vaste verzender; of

c)

vrijgesteld van beveiligingsonderzoeken overeenkomstig punt 6.1.1, onder d), en beschermd tegen manipulatie door onbevoegden vanaf het ogenblik dat ze identificeerbare luchtvracht of identificeerbare luchtpost werden tot het ogenblik van inladen.

6.8.2.3.

De beveiligingsstatus van de zending wordt vermeld op de begeleidende documenten, ofwel in de vorm van een luchtvrachtbrief of gelijkwaardige postdocumenten ofwel in een afzonderlijke verklaring, schriftelijk of in elektronisch formaat.

6.8.3.   Aanwijzing van erkende agenten, bekende verzenders of vaste verzenders in derde landen

6.8.3.1.

Tot 30 juni 2014 zet de ACC3 de bijzonderheden van de beveiligingscontroles die worden uitgevoerd door erkende agenten, bekende verzenders en vaste verzenders van wie zij rechtstreeks zendingen aanvaardt, uiteen in haar beveiligingsprogramma. Daarna zorgt de ACC3 er bovendien voor dat:

a)

deze erkende agenten en bekende verzenders in het derde land uiterlijk om de vijf jaar onafhankelijk worden gevalideerd overeenkomstig de controlelijsten in aanhangsel 6-C2 en 6-C;

b)

ingevulde controlelijsten ter beschikking staan voor inspectie door de bevoegde autoriteit of de Commissie;

c)

een gegevensbank wordt bijgehouden met de volgende informatie voor elk van deze erkende agenten, bekende verzenders en vaste verzenders:

de bedrijfsgegevens, inclusief het bona fide bedrijfsadres,

de aard van de bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van gevoelige bedrijfsinformatie,

de contactgegevens, inclusief die van de persoon of personen die verantwoordelijk zijn voor de beveiliging,

het registratienummer van het bedrijf, indien van toepassing.

Deze gegevensbank dient ter beschikking te staan voor inspectie.

6.8.3.2.

Met betrekking tot vaste afzenders in derde landen van wie zij rechtstreeks zendingen aanvaardt, ziet de ACC3 erop toe dat de eisen van de punten 6.5.2 tot en met 6.5.6 worden nageleefd. AEO-certificaten van marktdeelnemers uit derde landen worden alleen erkend voor derde landen waarmee de Unie een overeenkomst inzake de wederzijdse erkenning van AEO-certificaten heeft gesloten.

6.8.4.   Niet-naleving

6.8.4.1.

Als de Commissie of een bevoegde autoriteit een ernstige tekortkoming met betrekking tot een ACC3-activiteit vaststelt, die naar verwachting ernstige gevolgen zal hebben voor het algemene niveau van de luchtvaartbeveiliging in de Unie:

a)

stelt zij de betrokken ACC3 daar onmiddellijk van in kennis en vraagt zij haar te antwoorden;

b)

stelt zij de Commissie en de andere lidstaten onmiddellijk in kennis, indien nodig.

6.8.4.2.

Vervolgens kan de Commissie, overeenkomstig de in artikel 19, lid 2, van Verordening (EG) nr. 300/2008 vermelde regelgevingsprocedure, beslissen dat de luchtvaartmaatschappij niet meer mag worden erkend als ACC3, hetzij voor specifieke, hetzij voor alle routes van derde landen naar de Unie. In dergelijke gevallen worden de gegevens van de ACC3 geschrapt uit de EU-gegevensbank van erkende agenten en bekende afzenders.

6.8.4.3.

Een luchtvaartmaatschappij waarvan de erkenning als ACC3 is ingetrokken overeenkomstig punt 6.8.4.2, mag pas opnieuw de status van ACC3 krijgen of opnieuw worden opgenomen in de EU-gegevensbank van erkende agenten en bekende afzenders als een onafhankelijke validateur heeft bevestigd dat de ernstige tekortkoming is verholpen en als het Comité voor de beveiliging van de burgerluchtvaart daarvan in kennis is gesteld door de desbetreffende bevoegde autoriteit.

D)

Aanhangsel 6-F wordt vervangen door:

AANHANGSEL 6-F

VRACHT EN POST

6-Fi

DERDE LANDEN WAARVAN DE BEVEILIGINGSNORMEN ALS GELIJKWAARDIG AAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE BASISNORMEN WORDEN ERKEND

6-Fii

DERDE LANDEN WAARVOOR AANWIJZING ALS ACC3 NIET IS VEREIST

De derde landen waarvoor aanwijzing als ACC3 niet is vereist, worden vermeld in een afzonderlijk besluit van de Commissie.”.

E)

De volgende aanhangsels worden toegevoegd:

AANHANGSEL 6-G

BEPALINGEN INZAKE VRACHT EN POST UIT DERDE LANDEN

In het ACC3-beveiligingsprogramma wordt, voor zover van toepassing, het volgende vermeld, ofwel voor elke luchthaven in het derde land afzonderlijk of in de vorm van een algemeen document waarin alle varianten in de vermelde luchthavens in het derde land worden gespecificeerd:

a)

Een beschrijving van de maatregelen met betrekking tot luchtvracht en -post

b)

Procedures voor de aanvaarding

c)

Regeling en criteria met betrekking tot erkende agenten

d)

Regeling en criteria met betrekking tot bekende afzenders

e)

Regeling en criteria met betrekking tot vaste afzenders

f)

Normen voor beveiligingsonderzoeken en fysiek onderzoek

g)

Plaats van beveiligingsonderzoeken en fysiek onderzoek

h)

Nadere informatie over de screeningapparatuur

i)

Nadere informatie over de exploitant of dienstverlener

j)

Lijst van vrijstellingen van beveiligingsonderzoeken of fysiek onderzoek

k)

Behandeling van risicovracht en –post.

AANHANGSEL 6-H

VERBINTENISVERKLARING — ACC3

Ik verklaar dat

de informatie in het beveiligingsprogramma van het bedrijf met betrekking tot zendingen van derde landen naar de Europese Unie naar mijn weten correct en nauwkeurig is;

de in het beveiligingsprogramma uiteengezette praktijken en procedures met betrekking tot zendingen van derde landen naar de Europese Unie worden toegepast en gehandhaafd op alle plaatsen waarop het programma betrekking heeft;

het beveiligingsprogramma wordt bijgesteld en aangepast om te beantwoorden aan alle toekomstige wijzigingen van de EU-wetgeving waarin eisen worden vastgesteld voor luchtvracht/luchtpost die uit derde landen naar de Europese Unie wordt gebracht, tenzij [naam van de luchtvaartmaatschappij] [naam van de bevoegde autoriteit] ervan in kennis stelt dat zij niet langer zendingen uit derde landen naar de Unie wil vervoeren;

[naam van de luchtvaartmaatschappij] [naam van de bevoegde autoriteit] binnen tien dagen schriftelijk in kennis zal stellen van alle wijzigingen van de relevante delen van haar beveiligingsprogramma;

het bedrijf [naam van de bevoegde persoon] heeft aangesteld als algemeen verantwoordelijke voor beveiligingsmaatregelen met betrekking tot luchtvracht-/postactiviteiten op [naam van de luchthavens in derde landen];

[naam van de luchtvaartmaatschappij] vanaf 1 juli 2014 een gegevensbank zal bijhouden van erkende agenten, bekende verzenders en vaste verzenders van derde landen en deze beschikbaar zal stellen voor inspectie;

[naam van de luchtvaartmaatschappij] volledig zal meewerken met alle inspecties, zoals vereist, en op verzoek van de inspecteurs toegang zal verlenen tot alle documenten en tot de bovenvermelde gegevensbank;

[naam van de luchtvaartmaatschappij] [naam van de bevoegde autoriteit] in kennis zal stellen van ernstige inbreuken op de beveiliging en van verdachte omstandigheden die relevant kunnen zijn voor de beveiliging van luchtvracht/luchtpost in het derde land, met name pogingen om verboden voorwerpen in zendingen te verbergen; en

[naam van de luchtvaartmaatschappij] [naam van de bevoegde autoriteit] op de hoogte brengt wanneer zij:

a)

haar handelsactiviteiten stopzet of haar naam wijzigt;

b)

niet langer activiteiten met betrekking tot luchtvracht/luchtpost uitvoert; of

c)

niet langer kan voldoen aan de EU-wetgeving waarin eisen zijn vastgesteld met betrekking tot luchtvracht/luchtpost die vanuit derde landen naar de Europese Unie wordt gebracht.

Ik aanvaard de volledige verantwoordelijkheid voor deze verklaring.

Naam:

Functie in het bedrijf:

Datum:

Handtekening:

AANHANGSEL 6-I

Bepalingen met betrekking risicovracht zijn vastgesteld in een afzonderlijk besluit van de Commissie.

AANHANGSEL 6-J

Bepalingen met betrekking tot het gebruik van screeningapparatuur zijn vastgesteld in een afzonderlijk besluit van de Commissie.”.

F)

Aan hoofdstuk 11 wordt het volgende punt toegevoegd:

11.0.5.   Met het oog op de toepassing van deze verordening kunnen optreden als onafhankelijk validateur:

een vertegenwoordiger van de nationale autoriteit van een lidstaat van de Unie;

elke andere natuurlijke persoon of rechtspersoon die door een lidstaat of de Commissie voor dit doel wordt erkend.”.


(1)  PB L 107 van 27.4.2011, blz. 1.

(2)  PB L 219 van 22.8.2009, blz. 1.

(3)  PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32, gewijzigd bij Richtlijn 2008/101/EG, PB L 8 van 13.1.2009, blz. 3.”.


Az oldal tetejére