EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32011H0720(04)

Aanbeveling van de Raad van 12 juli 2011 over het nationale hervormingsprogramma 2011 van Griekenland

PB C 213 van 20.7.2011, p. 12–13 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

20.7.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 213/12


AANBEVELING VAN DE RAAD

van 12 juli 2011

over het nationale hervormingsprogramma 2011 van Griekenland

2011/C 213/04

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 121, lid 2, en 148, lid 4,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Gezien de conclusies van de Europese Raad,

Gezien het advies van het Comité voor de werkgelegenheid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 26 maart 2010 hechtte de Europese Raad zijn goedkeuring aan het voorstel van de Commissie voor een nieuwe groei- en werkgelegenheidstrategie. Deze Europa 2020-strategie moet voor betere coördinatie van het economisch beleid zorgen en zich toespitsen op de sleutelgebieden waarop Europa's potentieel voor duurzame groei en concurrentievermogen een krachtige impuls nodig heeft.

(2)

De Raad heeft op 13 juli 2010 een aanbeveling inzake de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en de Unie (2010-2014) aangenomen en op 21 oktober 2010 een besluit betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten vastgesteld (1), die samen de „geïntegreerde richtsnoeren” vormen. De lidstaten werden verzocht in hun nationaal economisch en werkgelegenheidsbeleid met de geïntegreerde richtsnoeren rekening te houden.

(3)

Op 12 januari 2011 heeft de Commissie de eerste jaarlijkse groeianalyse vastgesteld en gaf daarmee de aanzet tot een nieuwe cyclus van economische governance in de EU en het eerste Europees semester van voorafgaande en geïntegreerde beleidscoördinatie, dat op de Europa 2020-strategie berust.

(4)

Op 25 maart 2011 heeft de Europese Raad de prioriteiten inzake begrotingsconsolidatie en structurele hervorming goedgekeurd (overeenkomstig de conclusies van de Raad van 15 februari en 7 maart 2011 en ten vervolge op de jaarlijkse groeianalyse van de Commissie). Hij benadrukte dat voorrang moet worden gegeven aan het weer gezond en houdbaar maken van begrotingen, het terugdringen van de werkloosheid door hervormingen van de arbeidsmarkt en nieuwe inspanningen om de groei te stimuleren.

(5)

Op 3 mei 2010 presenteerde Griekenland een breed aanpassingsprogramma met financiële bijstand van de lidstaten van het eurogebied en het IMF ten bedrage van 110 miljard EUR. Het begeleidende memorandum van overeenstemming en de latere aanvullingen daarop bepalen de economische beleidsvoorwaarden op basis waarvan de financiële bijstand wordt uitbetaald.

(6)

De hoofdelementen van de beleidsvoorwaarden zijn vastgelegd in Besluit 2010/320/EU van 10 mei 2010 (2) en de latere wijzigingen ervan (3), die gericht zijn tot Griekenland met het oog op de versterking en verdieping van het begrotingstoezicht en tot aanmaning van Griekenland om maatregelen te treffen om het tekort te verminderen in de mate die nodig wordt geacht om de buitensporigtekortsituatie te verhelpen overeenkomstig de artikelen 136 en 126, lid 9, van het Verdrag.

(7)

Op 25 maart 2011 verzocht de Europese Raad voorts de lidstaten die aan het Euro Plus-pact deelnemen, hun toezeggingen tijdig te presenteren om te kunnen worden opgenomen in hun stabiliteits- of convergentieprogramma's en nationale hervormingsprogramma's. Griekenland zal naar verwachting, op basis van het geactualiseerde economisch aanpassingsprogramma, een geactualiseerd stabiliteitsprogramma en specifieke toezeggingen en maatregelen voor 2011 in het kader van het Euro Plus-pact indienen.

(8)

De afgelopen tien jaar waren de groeiprestaties van Griekenland te danken aan onhoudbare factoren: de hoge bloei van de consumptie en de beleggingen in vastgoed ging gepaard met forse stijgingen van de reële lonen en snelle groei van het krediet; deze bloei werd aangejaagd door lage reële rentevoeten ten gevolge van de aanneming van de euro en door de liberalisering van de financiële markt. De wereldwijde crisis van 2008-2009 bracht de zwakke punten aan het licht, waaronder een onhoudbaar begrotingsbeleid, gedeeltelijk verholen door onbetrouwbare statistieken en tijdelijk hoge inkomsten; rigide arbeids- en productenmarkten; en een verlies aan concurrentievermogen en een toenemende buitenlandse schuld. Hoewel niet in het begin, werd de banksector getroffen door de economische en vertrouwenscrisis. Vanwege ernstige tekortkomingen in de Griekse systemen voor financiële verslaggeving en statistiek werd pas laat bekend in welke mate de begrotingssituatie verslechterd was. Daardoor liep de uitvoering van de corrigerende maatregelen vertraging op. Doordat de budgettaire houdbaarheid van Griekenland zorgen baarde en de risicoaversie wereldwijd toenam, ging de marktstemming ten aanzien van Griekenland begin 2010 fors achteruit. In april 2010 verzocht Griekenland om internationale financiële bijstand omdat het moest voorzien in aanzienlijke financieringsbehoeften en geen toegang kon krijgen tot internationale kapitaalmarkten.

(9)

Griekenland zegde toe het economisch en financieel aanpassingsprogramma ten uitvoer te leggen om op korte termijn de budgettaire en buitenlandse onevenwichtigheden te verhelpen en het vertrouwen te herstellen. Op middellange termijn moet het de grondslag leggen voor een groeimodel dat meer gebaseerd is op groei- en werkgelegenheidsondersteunende investeringen en uitvoer. Het aanpassingsprogramma voorziet in een brede aanpak op drie fronten: i) een strategie voor vroegtijdige begrotingsconsolidatie, ondersteund door structurele begrotingsmaatregelen en betere begrotingscontrole; ii) structurele hervormingen op de arbeids- en productenmarkten ter bevordering van het concurrentievermogen en de groei; en iii) inspanningen om de stabiliteit van het bankstelsel veilig te stellen.

(10)

De Commissie heeft het ontwerp van het nationaal hervormingsprogramma geëvalueerd. Daarbij heeft zij niet alleen gekeken naar de relevantie ervan voor een houdbaar budgettair en sociaaleconomisch beleid in Griekenland, maar ook of de EU-regels en -richtsnoeren in acht zijn genomen, gezien de noodzaak de algemene economische governance van de Europese Unie te versterken door middel van een EU-inbreng in toekomstige nationale besluiten. In dit verband beklemtoont de Commissie dat de geplande maatregelen dringend ten uitvoer moeten worden gelegd, zodat voldaan wordt aan Besluit 2010/320/EU,

BEVEELT AAN dat Griekenland:

De in Besluit 2010/320/EU, zoals gewijzigd bij Besluit 2011/257/EU, vastgestelde en in het memorandum van overeenstemming van 3 mei 2010 en de latere aanvullingen daarop, met name de laatste aanvulling van 2 juli 2011, nader bepaalde maatregelen volledig ten uitvoer legt.

Gedaan te Brussel, 12 juli 2011.

Voor de Raad

De voorzitter

J. VINCENT-ROSTOWSKI


(1)  Gehandhaafd voor 2011 bij Besluit 2011/308/EU van de Raad van 19 mei 2011 betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten (PB L 138 van 26.5.2011, blz. 56).

(2)  PB L 145 van 11.6.2010, blz. 6.

(3)  Besluit van de Raad van 7 september 2010 (2010/486/EU), (PB L 241 van 14.9.2010, blz. 12), Besluit van de Raad van 20 december 2010 (2011/57/EU), (PB L 26 van 29.1.2011, blz. 15), Besluit van de Raad van 7 maart 2011 (2011/257/EU), (PB L 110 van 29.4.2011, blz. 26).


Top