Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32011D0259

2011/259/EU: Besluit van de Commissie van 27 april 2011 betreffende de erkenning van Tunesië wat betreft de opleiding en diplomering van zeevarenden met het oog op de erkenning van vaarbevoegdheidsbewijzen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 2754) Voor de EER relevante tekst

PB L 110 van 29.4.2011, p. 34–34 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2011/259/oj

29.4.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 110/34


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 27 april 2011

betreffende de erkenning van Tunesië wat betreft de opleiding en diplomering van zeevarenden met het oog op de erkenning van vaarbevoegdheidsbewijzen

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 2754)

(Voor de EER relevante tekst)

(2011/259/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2008/106/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 inzake het minimumopleidingsniveau van zeevarenden (1), en met name artikel 19, lid 3,

Gezien het schrijven van de Franse autoriteiten van 9 maart 2006, waarin wordt verzocht om de erkenning van Tunesië met het oog op de erkenning van door dat land afgegeven vaarbevoegdheidsbewijzen,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De lidstaten kunnen besluiten door derde landen afgegeven vaarbevoegdheidsbewijzen van zeevarenden te erkennen, op voorwaarde dat het desbetreffende derde land door de Commissie erkend is en met name voldoet aan de vereisten van het Internationaal Verdrag betreffende de normen voor zeevarenden inzake opleiding, diplomering en wachtdienst (1978), als gewijzigd (STCW-verdrag) (2).

(2)

Na het verzoek van de Franse autoriteiten heeft de Commissie de opleidings- en diplomeringssystemen voor zeevarenden in Tunesië onderzocht om na te gaan of dit land aan de vereisten van het STCW-verdrag voldoet en of gepaste maatregelen zijn getroffen om fraude met vaarbevoegdheidsbewijzen te voorkomen. Deze beoordeling is gebaseerd op de resultaten van een inspectie door deskundigen van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid in april 2007.

(3)

De Commissie heeft de lidstaten een verslag bezorgd met de resultaten van haar beoordeling van de naleving.

(4)

Vervolgens heeft de Commissie de Tunesische autoriteiten bij schrijven van 28 januari 2009 verzocht aan te tonen dat de bij de beoordeling vastgestelde tekortkomingen op een adequate manier zijn aangepakt.

(5)

Bij schrijven van 25 november 2009 hebben de Tunesische autoriteiten de gevraagde informatie en het bewijsmateriaal verstrekt betreffende de tenuitvoerlegging van gepaste en voldoende corrigerende maatregelen om alle tijdens de beoordeling geconstateerde tekortkomingen weg te werken.

(6)

Het resultaat van de beoordeling van de naleving en de evaluatie van de door de Tunesische autoriteiten verstrekte informatie tonen aan dat Tunesië de desbetreffende eisen van het STCW-verdrag naleeft en gepaste maatregelen heeft getroffen om fraude met vaarbevoegdheidsbewijzen te verhinderen en dat deze derhalve door de Unie moeten worden erkend.

(7)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité maritieme veiligheid en voorkoming van verontreiniging door schepen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Tunesië wordt erkend wat betreft de opleiding en diplomering van zeevarenden met het oog op de erkenning van door dit land afgegeven vaarbevoegdheidsbewijzen.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 27 april 2011.

Voor de Commissie

Siim KALLAS

Vicevoorzitter


(1)  PB L 323 van 3.12.2008, blz. 33.

(2)  Aangenomen door de Internationale Maritieme Organisatie (IMO).


Top