Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32011D0038

    2011/38/EU: Uitvoeringsbesluit van de Raad van 18 januari 2011 waarbij Frankrijk overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2003/96/EG wordt gemachtigd een gedifferentieerd belastingniveau voor motorbrandstoffen toe te passen

    PB L 19 van 22.1.2011, p. 13–14 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2012

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2011/38/oj

    22.1.2011   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 19/13


    UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

    van 18 januari 2011

    waarbij Frankrijk overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2003/96/EG wordt gemachtigd een gedifferentieerd belastingniveau voor motorbrandstoffen toe te passen

    (2011/38/EU)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit (1), en met name artikel 19,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bij Beschikking 2005/767/EG van de Raad (2) werd Frankrijk gemachtigd om gedurende drie jaar de belasting op gasolie en loodvrije benzine te differentiëren. Frankrijk had deze machtiging destijds gevraagd in het kader van een staatshervorming en met name de decentralisatie van bepaalde specifieke bevoegdheden die voorheen door de centrale overheid werden uitgeoefend. Beschikking 2005/767/EG verviel op 31 december 2009.

    (2)

    Bij brief van 12 augustus 2009 heeft Frankrijk verzocht om de gedifferentieerde belastingtarieven na 31 december 2009 onder dezelfde voorwaarden met zes jaar te mogen verlengen.

    (3)

    Beschikking 2005/767/EG is aangenomen omdat de door Frankrijk gevraagde maatregel werd geacht aan de in artikel 19 van Richtlijn 2003/96/EG gestelde voorwaarden te voldoen. De maatregel werd met name geacht de goede werking van de interne markt niet te belemmeren en in overeenstemming te zijn met het communautaire beleid op de relevante gebieden.

    (4)

    De nationale maatregel maakt deel uit van een beleid dat tot doel heeft de overheid door kwaliteitsverbetering en kostenverlaging efficiënter te laten functioneren, en van een beleid dat is gericht op subsidiariteit. Hij vormt voor de regio’s een extra stimulans om de kwaliteit van hun bestuur op transparante wijze te verbeteren. In dit opzicht vereist Beschikking 2005/767/EG dat de verlagingen verband houden met de sociaaleconomische omstandigheden in de regio’s waar zij worden toegepast. In het algemeen is de nationale maatregel op specifieke beleidsoverwegingen gebaseerd.

    (5)

    Door de strikte marges voor de regionale differentiatie van de tarieven en de uitsluiting van commerciële gasolie van de maatregel is het risico op verstoring van de mededinging op de interne markt zeer klein. Uit de toepassing van de maatregel tot dusver is bovendien gebleken dat de regio’s in vele gevallen het toegestane maximumtarief hanteren, hetgeen het gevaar van eventuele verstoringen van de mededinging nog verder heeft beperkt.

    (6)

    Er is ook geen melding gemaakt van belemmeringen voor de goede werking van de interne markt, meer in het bijzonder met betrekking tot het verkeer van de producten in kwestie als accijnsgoederen.

    (7)

    Ten tijde van het oorspronkelijke verzoek was de nationale maatregel voorafgegaan door een belastingverhoging, gelijk aan de marge voor de regionale verlagingen, doorgevoerd. Tegen deze achtergrond en rekening houdende met de aan de machtiging verbonden voorwaarden en de opgedane ervaringen lijkt de nationale maatregel in dit stadium niet in strijd te zijn met het energie- en klimaatbeleid van de Unie.

    (8)

    Uit artikel 19, lid 2, van Richtlijn 2003/96/EG volgt dat iedere uit hoofde van dit artikel verleende machtiging in de tijd beperkt moet zijn. Gelet op de mogelijke toekomstige ontwikkelingen in het kader van de Unie voor energiebelasting dient deze machtiging te worden beperkt tot een periode van drie jaar. Bovendien is het dienstig de toepassing van de machtiging ononderbroken te doen verlopen,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1.   Frankrijk wordt gemachtigd verlaagde belastingtarieven toe te passen op loodvrije benzine en gasolie gebruikt voor voortbeweging. Deze mogelijkheid tot verlaging geldt niet voor commerciële gasolie in de zin van artikel 7, lid 2, van Richtlijn 2003/96/EG.

    2.   Administratieve regio’s kan worden toegestaan gedifferentieerde verlagingen toe te passen, voor zover de volgende voorwaarden worden nageleefd:

    a)

    de verlagingen zijn niet hoger dan 35,4 EUR per 1 000 liter loodvrije benzine en 23,0 EUR per 1 000 liter gasolie;

    b)

    de verlagingen zijn niet hoger dan het verschil tussen de belastingniveaus voor niet-commerciële gasolie en commerciële gasolie;

    c)

    de verlagingen houden verband met objectieve sociaaleconomische omstandigheden in de regio’s waar zij worden toegepast;

    d)

    de toepassing van regionale verlagingen leidt er niet toe dat een bepaalde regio concurrentievoorsprong krijgt in de handel binnen de Unie.

    3.   De verlaagde tarieven moeten in overeenstemming zijn met de verplichtingen van Richtlijn 2003/96/EG en met name de in artikel 7 vastgestelde minimumtarieven.

    Artikel 2

    Dit besluit wordt van kracht op de datum van kennisgeving.

    Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2010.

    Het vervalt op 31 december 2012.

    Artikel 3

    Dit besluit is gericht tot de Franse Republiek.

    Gedaan te Brussel, 18 januari 2011.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    Gy. MATOLCSY


    (1)  PB L 283 van 31.10.2003, blz. 51.

    (2)  PB L 290 van 4.11.2005, blz. 25.


    Top