EUR-Lex Piekļuve Eiropas Savienības tiesību aktiem

Atpakaļ uz EUR-Lex sākumlapu

Šis dokuments ir izvilkums no tīmekļa vietnes EUR-Lex.

Dokuments 32010R0237

Verordening (EU) nr. 237/2010 van de Commissie van 22 maart 2010 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1342/2008 van de Raad tot vaststelling van een langetermijnplan voor kabeljauwbestanden en de bevissing van deze bestanden

PB L 75 van 23.3.2010., 2./16. lpp. (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Dokumenta juridiskais statuss Spēkā

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2010/237/oj

23.3.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 75/2


VERORDENING (EU) Nr. 237/2010 VAN DE COMMISSIE

van 22 maart 2010

houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1342/2008 van de Raad tot vaststelling van een langetermijnplan voor kabeljauwbestanden en de bevissing van deze bestanden

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1342/2008 van de Raad van 18 december 2008 tot vaststelling van een langetermijnplan voor kabeljauwbestanden en de bevissing van deze bestanden, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 423/2004 (1), en met name op artikel 32,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 32 van Verordening (EG) nr. 1342/2008 is gestipuleerd dat bepalingen ter uitvoering van artikel 11, lid 3, en de artikelen 14, 16 en 17 van die verordening kunnen worden vastgesteld.

(2)

Bepaalde groepen vaartuigen kunnen van toepassing van de in hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 1342/2008 vastgestelde visserijinspanningsregeling worden uitgesloten op basis van een in artikel 11, lid 2, van die verordening bedoeld advies van het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV). Er dient te worden vastgesteld volgens welke procedure en voorschriften de lidstaten de gegevens moeten indienen die het WTECV nodig heeft om te beoordelen of de voorwaarden voor uitsluiting vervuld zijn en blijven. Met name belangrijk is dat de door de lidstaten verstrekte informatie voldoende gedetailleerd is en vergezeld gaat van bewijsstukken.

(3)

De door de lidstaten versterkte gegevens inzake de naleving van de in artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1342/2008 vastgestelde voorwaarden, dient te verwijzen naar een groep van vaartuigen die duidelijk kan worden onderscheiden van de andere vaartuigen van de betrokken inspanningsgroep en naar de specifieke activiteiten en technische kenmerken van die groep van vaartuigen die ertoe leiden dat het percentage kabeljauwvangsten van die groep van vaartuigen niet meer bedraagt dan 1,5 % van de totale vangsten.

(4)

Krachtens artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1342/2008 moeten de lidstaten erop toezien dat voor elk van de in bijlage I bij die verordening vermelde gebieden de totale capaciteit van de vaartuigen met speciale visdocumenten niet groter is dan de totale capaciteit in 2006 of 2007. Voor de berekening en aanpassing van de maximale capaciteitsniveaus zijn voorschriften nodig, met name inzake de behandeling van capaciteit die met overheidssteun is verwijderd of die tussen geografische gebieden is overgedragen overeenkomstig artikel 16 van die verordening.

(5)

Met het oog op de controleerbaarheid moeten voorschriften en modellen worden vastgesteld voor de speciale visdocumenten die moeten worden afgegeven voor vaartuigen die met gereglementeerd vistuig in de onder de visserijinspanningsregeling vallende geografische gebieden vissen, alsmede voor de lijsten van vaartuigen waarvoor speciale visdocumenten zijn afgegeven.

(6)

Er moeten voorschriften worden vastgesteld om de lidstaten in staat te stellen de maximaal toegestane visserijinspanning aan te passen krachtens artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1342/2008, of inspanningen tussen inspanningsgroepen over te dragen krachtens artikel 17 van die verordening. In het kader van deze voorschriften moet worden gespecificeerd welke procedures en berekeningsmethoden de lidstaten in dit verband dienen toe te passen.

(7)

Het gebruik van elektronische gegevensuitwisselingsinstrumenten maakt de procedures eenvoudiger, efficiënter en transparanter en spaart tijd. Om optimaal gebruik van deze voordelen te kunnen maken en tegelijkertijd een beveiligde communicatie te waarborgen, dient, mede met het oog op het opzetten van een gemeenschappelijk computersysteem voor het beheer van gegevens over het gebruik van de visserijinspanning door vissersvaartuigen van de Gemeenschap, te worden vastgesteld welk formaat voor elk document moet worden gebruikt en welke gegevens deze documenten moeten bevatten.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de visserij en de aquacultuur,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ONDERWERP EN DEFINITIES

Artikel 1

Onderwerp

Bij deze verordening worden de bepalingen ter uitvoering van artikel 11, lid 3, en de artikelen 14, 16 en 17 van Verordening (EG) nr. 1342/2008 vastgesteld.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening gelden naast de in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1342/2008 vastgestelde definities de volgende definities:

a)   „groep van vaartuigen”: één of meer tot een inspanningsgroep behorende vaartuigen die duidelijk en ondubbelzinnig van andere tot die inspanningsgroep behorende vaartuigen kunnen worden onderscheiden omdat zij activiteiten verrichten of technische kenmerken vertonen die verantwoordelijk zijn voor hun lage kabeljauwvangsten;

b)   „visseizoen”: de periode van 1 februari van een bepaald jaar tot en met 31 januari van het daaropvolgende jaar;

c)   „gereglementeerd vistuig”: vistuig dat behoort tot een in punt 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1342/2008 opgenomen vistuigcategorie.

HOOFDSTUK II

VAN TOEPASSING VAN DE VISSERIJINSPANNINGSREGELING UITGESLOTEN GROEPEN VAN VAARTUIGEN

Artikel 3

Verzoek tot uitsluiting

1.   Lidstaten die willen dat een groep van vaartuigen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1342/2008 wordt uitgesloten van toepassing van de visserijinspanningsregeling, zenden aan de Commissie een verzoek tot uitsluiting toe dat vergezeld gaat van informatie waaruit blijkt dat de betrokken groep van vaartuigen zullen voldoen aan de in artikel 11, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1342/2008 vastgestelde voorwaarde en waaruit blijkt hoe is voldaan aan de in artikel 11, lid 2, onder c), van die verordening vastgestelde voorwaarde.

2.   Het verzoek wordt in elektronische vorm overeenkomstig de in bijlage I vastgestelde voorschriften verzonden. Volledige verzoeken die ten minste één maand vóór een voltallige WTECV-vergadering door het WTECV zijn ontvangen, worden tijdens die voltallige vergadering beoordeeld. Verzoeken die na die termijn aan het WTECV worden toegezonden, worden tijdens de volgende vergadering beoordeeld.

3.   Wanneer een groep van vaartuigen wordt uitgesloten van toepassing van de visserijinspanningsregeling krachtens artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1342/2008, wordt de visserijinspanning die kan worden geassocieerd met de activiteit of de technische kenmerken van deze groep en die heeft bijgedragen tot de vaststelling van de basisinspanning, niet meer in aanmerking genomen bij de berekening van de maximaal toegestane visserijinspanning.

4.   Wanneer een groep van vaartuigen op basis van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1342/2008 opnieuw wordt opgenomen in de inspanningsregeling, wordt de aan de betrokken inspanningsgroep toegewezen visserijinspanning aangepast met inachtneming van de jaarlijkse aanpassingen van de inspanningsregeling die sinds de bepaling van de basisinspanning voor die inspanningsgroep zijn vastgesteld.

5.   Wanneer een vaartuig, met name op het gebied van activiteiten of technische kenmerken van de groep van vaartuigen, niet meer aan de vereisten in het uitsluitingsbesluit voldoet, brengt de betrokken lidstaat de inspanning die dat vaartuig gedurende het visseizoen heeft verricht, in mindering op de maximaal toegestane visserijinspanning.

Artikel 4

Jaarverslag

1.   Elke lidstaat zendt de Commissie jaarlijks uiterlijk op 31 maart een verslag toe over de activiteiten die gedurende het vorige visseizoen zijn verricht door de groep of groepen van onder zijn vlag varende vaartuigen die overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1342/2008 van de inspanningsregeling is/zijn uitgesloten. Uit het verslag moet blijken dat gedurende dat visseizoen is voldaan aan de voorwaarde die in artikel 11, lid 2, onder b), is vastgesteld en die is uiteengezet in het uitsluitingsbesluit.

2.   Uit dit verslag moet blijken hoe er aan de hand van controles van en toezicht op de activiteiten of technische kenmerken van de groepen van vaartuigen die op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1342/2008 van toepassing van de visserijinspanningsregeling zijn uitgesloten, op wordt toegezien dat alle vaartuigen van die groepen voldoen aan de uitsluitingsvoorwaarde die in artikel 11, lid 2, onder b), is vastgesteld en die is uiteengezet in het uitsluitingsbesluit.

3.   Het in lid 1 bedoelde verslag wordt toegezonden overeenkomstig de voorschriften in de tabellen 1 en 3 van bijlage I. In afwijking van de in die bijlage vastgestelde voorschriften zijn de gegevens in het jaarverslag beperkt tot het vorige visseizoen.

4.   In het jaarverslag wordt melding gedaan van de lijst van vaartuigen met het nummer van het communautair vlootregister dat gedurende het vorige visseizoen aan de uitgesloten groep van vaartuigen toebehoorde. Deze gegevens worden opgenomen in tabel 1.

HOOFDSTUK III

VISDOCUMENTEN

Artikel 5

Speciale visdocumenten

1.   In de in artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1342/2008 bedoelde speciale visdocumenten worden de vistuigcategorieën en de geografische gebieden waarvoor de speciale visdocumenten worden afgegeven, vermeld.

2.   Met betrekking tot vaartuigen die in een geografisch gebied met gereglementeerd vistuig vissen en deel uitmaken van een groep van vaartuigen die op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1342/2008 van toepassing van de visserijinspanningsregeling is uitgesloten, worden in het speciale visdocument de activiteit of de technische kenmerken waarvoor de uitsluiting is verleend, en de voorwaarden voor deze uitsluiting vermeld.

3.   De in artikel 14, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1342/2008 bedoelde lijst van vaartuigen met een speciaal visdocument voldoet qua vorm en inhoud aan de in bijlage II vastgestelde voorwaarden. De lidstaten werken de lijst bij door wijzigingen van het aantal daarin opgenomen vaartuigen of van de afgegeven speciale visdocumenten uiterlijk 20 werkdagen na een dergelijke wijziging te registreren.

4.   De lidstaten stellen de link naar de pagina van hun officiële website waarop de lijst van vaartuigen met een speciaal visdocument wordt bekendgemaakt, ter beschikking van de Commissie en de overige lidstaten. De lidstaten stellen de Commissie en de overige lidstaten in kennis van eventuele wijzigingen aan die link uiterlijk 20 werkdagen na de betrokken wijziging.

5.   De lidstaten zien erop toe dat alle gegevens inzake de lijst van vaartuigen met speciale visdocumenten, alsmede wijzigingen van die lijst, naar behoren worden gearchiveerd. De gearchiveerde informatie wordt op verzoek aan de Commissie ter beschikking gesteld.

Artikel 6

Maximale visserijcapaciteit

1.   De in artikel 14, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1342/2008 bedoelde maximumcapaciteit wordt berekend in de vorm van de in kW uitgedrukte maximumcapaciteit van de vaartuigen die in 2006 of 2007 gemachtigd waren om met gereglementeerd vistuig in een in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1342/2008 opgenomen geografisch gebied te vissen en die van deze machtiging gebruik hebben gemaakt. Voor alle inspanningsgroepen en geografische gebieden wordt hetzelfde referentiejaar gebruikt.

2.   Binnen één maand na de inwerkingtreding van deze verordening zenden de lidstaten de Commissie in elektronische vorm overeenkomstig de in bijlage III vastgestelde voorschriften het volgende toe:

a)

voor elk geografisch gebied, de lijst van vaartuigen met voor elk vaartuig het in kW uitgedrukte overeenkomstige vermogen dat wordt gebruikt voor de vaststelling van de maximumcapaciteit overeenkomstig lid 1;

b)

het betrokken referentiejaar.

3.   De overeenkomstig lid 1 berekende maximumcapaciteit voor elk van de gebieden wordt aangepast:

a)

door aftrek van de capaciteit van vaartuigen waarvan de visserijactiviteiten met overheidssteun permanent zijn stopgezet na de datum van inwerkingtreding van de onderhavige verordening; en/of

b)

overeenkomstig capaciteitsoverdrachten krachtens artikel 16, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1342/2008.

4.   De lidstaten stellen de Commissie binnen 20 werkdagen in kennis van eventuele besluiten tot aanpassing van de maximumcapaciteit door overlegging van een bijgewerkte versie van de gegevens overeenkomstig tabel 2 van bijlage III.

HOOFDSTUK IV

AANPASSING VAN DE MAXIMAAL TOEGESTANE VISSERIJINSPANNING

Artikel 7

Aanpassing van de visserijinspanning in verband met het quotabeheer

1.   De lidstaten kunnen hun maximaal toegestane visserijinspanning voor een bepaalde inspanningsgroep aanpassen door overeenkomstig artikel 16, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1342/2008 visserijinspanning die tot een overeenkomstige inspanningsgroep van een andere lidstaat behoort, over te dragen. De aanpassing geldt slechts voor één visseizoen.

2.   Lidstaten die de uitwisseling van quota overeenkomstig artikel 16, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1342/2008 staken, mogen hun maximaal toegestane visserijinspanning voor de inspanningsgroep(en) waaraan de teruggekregen quota zullen worden toegewezen, verhogen met het aantal kW-dagen dat met de teruggekregen quota overeenstemt. Het aantal kW-dagen mag niet groter zijn dan de hoeveelheid die wordt berekend op basis van de vangst per inspanningseenheid van de betrokken inspanningsgroep(en).

3.   De lidstaat die het in lid 2 bedoelde quotum teruggeeft, vermindert zijn maximaal toegestane visserijinspanning voor de groep(en) die voordien dat quotum beviste(n). De in mindering te brengen visserijinspanning stemt overeen met het aantal kW-dagen dat niet meer nodig is om het teruggegeven quotum te bevissen. Dat aantal kW-dagen wordt berekend op basis van de vangst per inspanningseenheid (cpue) van de betrokken inspanningsgroep(en).

4.   De visserijinspanning die overeenkomstig lid 2 of lid 3 aan de maximaal toegestane visserijinspanning wordt toegevoegd of daarop in mindering wordt gebracht, wordt in aanmerking genomen bij de vaststelling van de maximaal toegestane visserijinspanning overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1342/2008.

Artikel 8

Voorschriften voor het overdragen van visserijinspanning tussen inspanningsgroepen

1.   De in artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1342/2008 bedoelde uitwisselingen van visserijinspanning vinden plaats overeenkomstig de leden 2 tot en met 6.

2.   Indien de Commissie de lidstaten voor een bepaalde vistuigcategorie overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1342/2008 vastgestelde standaardcorrectiefactoren ter beschikking heeft gesteld, gebruiken de lidstaten die standaardcorrectiefactoren voor de overdracht van inspanning tussen vistuigcategorieën.

3.   Voor inspanningsgroepen waarvoor nog geen standaardcorrectiefactor is vastgesteld, bepalen de lidstaten de over te dragen inspanning aan de hand van de volgende formule:

a)

in geval van toepassing van artikel 17, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1342/2008:

over te dragen inspanning = 1 × de inspanning van de donerende inspanningsgroep

b)

in geval van toepassing van artikel 17, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1342/2008:

over te dragen inspanning = correctiefactor × de inspanning van de donerende inspanningsgroep,

waarbij de correctiefactor als volgt wordt berekend:

correctiefactor = cpuedonerende/cpueontvangende

4.   In afwijking van lid 2 kan een lidstaat een andere correctiefactor gebruiken indien hij de Commissie daarvan elektronisch overeenkomstig de in bijlage IV vastgestelde voorschriften in kennis stelt en aantoont dat zijn vangst per inspanningseenheid van de betrokken inspanningsgroep ten minste 15 % afwijkt van de vangst per inspanningseenheid die is gebruikt voor de vaststelling van de standaardcorrectiefactor.

5.   Naar aanleiding van een inspanningsoverdracht aangepaste visserijinspanningen zijn slechts één visseizoen geldig.

6.   In afwijking van lid 5 kan de overdracht van visserijinspanning permanent zijn wanneer een vlootsegment zijn visserijactiviteiten blijvend en structureel heeft veranderd. Een dergelijke overdracht mag slechts plaatsvinden tussen de inspanningsgroepen die de gevolgen van de verandering ondervinden. Onverminderd lid 2 wordt de gebruikte correctiefactor gebaseerd op de cpue van de donerende en ontvangende vistuigcategorieën.

Artikel 9

Berekening van de vangst per inspanningseenheid

1.   Voor de toepassing van de artikelen 8 en 9 wordt de vangst per inspanningseenheid gebaseerd op de wetenschappelijk aangetoonde vangsten, inclusief teruggooi. De berekening vindt plaats aan de hand van de volgende formule, waarbij de vangsten en de inspanningen over de laatste drie jaar worden gemiddeld:

cpue = vangst inspanningsgroep[1]/visserijinspanning inspanningsgroep[1]

2.   In afwijking van lid 1 geldt voor het eerste jaar van toepassing van deze verordening dat wanneer slechts voor een bepaalde periode teruggooigegevens voor de twee met elkaar te vergelijken vistuigcategorieën voorhanden zijn, de vangst per inspanningseenheid op die periode wordt gebaseerd. Voor de rest van de periode worden de aanlandingsgegevens met elkaar vergeleken.

3.   In afwijking van lid 1 geldt dat wanneer een reductie in de vangsten van de ontvangende vistuigcategorie kan worden teruggevoerd op in artikel 13, lid 2, onder a), b) en c), van Verordening (EG) nr. 1342/2008 bedoelde kabeljauw mijdende maatregelen die gedurende de laatste drie jaar in die vistuigcategorie zijn ingevoerd, de vangst per inspanningseenheid slechts mag worden gebaseerd op een recenter deel van die driejaarperiode, op voorwaarde dat de vangstgegevens uit dat deel van de periode representatief zijn voor de hele vistuigcategorie.

Artikel 10

Verslagleggingsverplichtingen

1.   De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk binnen 20 werkdagen in elektronische vorm overeenkomstig de in bijlage V bij de onderhavige verordening in kennis van de in de artikelen 16 en 17 van Verordening (EG) nr. 1342/2008 bedoelde aanpassingen van de maximaal toegestane visserijinspanning.

2.   De Commissie kan de lidstaten verzoeken om overlegging van extra gegevens, zoals uitgesplitste gegevens over kabeljauwvangsten en totale vangsten, teruggooi van kabeljauw, visserijinspanning, vistuig en gebied voor de donerende en de ontvangende vistuigcategorie en de methode voor de berekening van de vangst per inspanningseenheid.

HOOFDSTUK V

SLOTBEPALINGEN

Artikel 11

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 maart 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 348 van 24.12.2008, blz. 20.


BIJLAGE I

Inhoud en formaat van de verzoeken tot uitsluiting

1.

Verzoeken tot uitsluiting bevatten conform de tabellen 1, 3 en 5 een gedetailleerde beschrijving van de groep van vaartuigen en de activiteiten of technische kenmerken van deze vaartuigen die resulteren in een percentage kabeljauwvangsten dat minder bedraagt dan 1,5 % van de totale vangsten.

2.

Verzoeken die betrekking hebben op een groep van vaartuigen die voor de visserij uitsluitend gebruikmaakt van gereglementeerd vistuig met technische kenmerken die het percentage kabeljauwvangsten, inclusief bijvangst, beperken tot maximaal 1,5 % van de totale vangsten van die groep, gaan vergezeld van gedetailleerde gegevens over de technische kenmerken van het vistuig en het beschikbare wetenschappelijke bewijs dat de selectiviteit van het vistuig aantoont.

3.

Verzoeken die betrekking hebben op een groep van vaartuigen die in een bepaald deel van een geografisch gebied vist met gereglementeerd vistuig dat het percentage kabeljauwvangsten, inclusief bijvangst, beperkt tot maximaal 1,5 % van de totale vangsten van die groep vanwege het feit dat dit deel van het geografische gebied zich bevindt buiten het gebied waar kabeljauw voorkomt, bevatten het beschikbare bewijs waaruit blijkt dat de visserijactiviteiten van de betrokken vaartuigen beperkt zijn tot het geselecteerde gebied.

4.

Verzoeken tot uitsluiting gaan met het oog op de verzameling van de voor de jaarlijkse verslaglegging vereiste gegevens vergezeld van een beschrijving van de toezichtsprocedures die zullen worden toegepast op de van toepassing van de inspanningsregeling uit te sluiten vaartuigen. In de verzoeken wordt tevens gerefereerd aan het systeem voor controle van de groep van vaartuigen. Wanneer de lidstaat erop moet toezien dat de activiteit van de groep beperkt zal zijn tot delen van een geografisch gebied, is gedetailleerde informatie vereist.

5.

De lidstaat mag andere ter zake relevante gegevens indienen die het WTECV in staat kunnen stellen te beoordelen of de betrokken groep van vaartuigen voldoet aan de in artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1342/2008 vastgestelde voorwaarde.

6.

De verzoeken worden in Excel of een daaraan gelijkwaardig formaat aan de Commissie toegezonden.

Tabel 1

Activiteiten van de groep van vaartuigen

Land

(1)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Jaar

(2)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Inspanningsgroep

(3)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nr. communautair vlootregister

kW

Maand

Gereglementeerd vistuig

Maaswijdte

Gebied

Deelgebied

Bevist dieptespectrum

Aangelande kabeljauw

Teruggegooide kabeljauw

Totale vangst

Inspanning

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

(9)

(10)

(11)

(12)

(13)

(14)

(15)

 

 

 

 

 

 

 

Totaal:

 

 

 

 


Tabel 2

Gegevensformaat voor tabel 1

Naam veld

Max. aantal letters/cijfers

Aanpassing

L(inks)/R(echts)

Definitie en opmerkingen

(1)

Land

3

R

Lidstaat die het verzoek of het verslag indient

(2)

Jaar

4

L

Het jaar waarvoor de gegevens worden ingediend (één van de laatste twee onmiddellijk vóór het jaar waarin de lidstaat om uitsluiting verzoekt)

(3)

Inspanningsgroep

8

R

Combinatie van in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1342/2008 opgenomen vistuigcategorieën en groepen geografische gebieden waartoe de groep van vaartuigen behoort

(4)

Nr. communautair vlootregister

12

R

Nummer in het communautair vlootregister

(5)

kW

4

R

De in kW uitgedrukte capaciteit overeenkomstig het nummer in het communautair vlootregister

(6)

Maand

2

L

Voor elke maand van het visseizoen waarop het verzoek betrekking heeft

(7)

Gereglementeerd vistuig

3

R

Een van de volgende vistuigtypes:

 

TR1

 

TR2

 

TR3

 

BT1

 

BT2

 

GN

 

GT

 

LL

(8)

Maaswijdte

3

L

De daadwerkelijk door de groep van vaartuigen gebruikte maaswijdte

(9)

Gebied

9

R

Een van de volgende geografische gebieden, conform bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1342/2008:

 

(a)

 

(b)(i)

 

(b)(ii)

 

(b)(iii)

 

(c)

 

(d)

(10)

Deelgebied

10

R

Specificeer in voorkomend geval het deelgebied waarin de visserijactiviteiten plaatsvinden

(11)

Bevist dieptespectrum

8

R

Alleen invullen als punt 3 van deze bijlage van toepassing is

(12)

Aangelande kabeljauw

7

L

Aangelande kabeljauw in verhouding tot de activiteit of de technische kenmerken van de groep van vaartuigen waarvoor om uitsluiting wordt verzocht

(13)

Teruggegooide kabeljauw

7

L

Hoeveelheid teruggegooide kabeljauw

(14)

Totale vangst

7

L

Totale in gewicht uitgedrukte vangst (aanlanding en teruggooi) van kabeljauw en andere vis, schaal-, schelp- en weekdieren van het vaartuig

(15)

Benutte inspanning

7

L

In kW-dagen uitgedrukte visserijinspanning die nodig was voor de totale vangst (13)

Tabel 3

Formaat voor het verzoek tot uitsluiting wanneer wordt gebruikgemaakt van regelingen met waarnemers aan boord of andere steekproefprogramma’s

1.

Indien geen teruggooigegevens per vaartuig beschikbaar zijn, gaat het verzoek vergezeld van gegevens die zijn verzameld in het kader van regelingen met waarnemers aan boord of andere steekproefprogramma’s. De ingediende gegevens dienen relevant te zijn voor de groep van vaartuigen. Met het oog op de beoordeling van het aandeel door de groep van vaartuigen bovengehaalde kabeljauw in de totale vangst, verstrekken de lidstaten de volgende gegevens.

Nr. visreis

Nr. communautair vlootregister

Capaciteit

Vistuig

Maaswijdte

Gebied

Diepte

Maand

Doelsoorten

Gevangen kabeljauw

Totale vangst

Benutte inspanning

Totale inspanning

Steekproefintensiteit

LOA

BT

kW

Aangeland

Teruggegooid

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

(9)

(10)

(11)

(12)

(13)

(14)

(15)

(16)

(17)

2.

De steekproefintensiteit dient in overeenstemming te zijn met de steekproefprogramma’s die op grond van het communautaire kader voor gegevensverzameling zijn vastgesteld indien de groep van vaartuigen binnen dat kader als metier wordt bemonsterd. Indien de groep van vaartuigen niet onder het communautaire kader voor gegevensverzameling valt, dient de steekproefstrategie in overeenstemming te zijn met de methode die als onderdeel van het binnen dat kader vastgestelde nationale programma is ontwikkeld.

Tabel 4

Gegevensformaat voor tabel 3

Naam veld

Max. aantal letters/cijfers

Aanpassing

L(inks)/R(echts)

Definitie en opmerkingen

(1)

Nummer visreis

3

L

Opeenvolgende nummers

(2)

Nr. communautair vlootregister

12

R

Nummer in het communautair vlootregister

(3)

Capaciteit

LOA

5

L

Capaciteit van het vaartuig dat wordt gebruikt voor regelingen met waarnemers aan boord of steekproefprogramma’s. Moet in overeenstemming zijn met de gegevens in het communautair vlootregister

(4)

BT

6

L

(5)

kW

6

L

(6)

Vistuig

3

R

Een van de volgende vistuigtypes:

 

TR1

 

TR2

 

TR3

 

BT1

 

BT2

 

GN

 

GT

 

LL

(7)

Maaswijdte

3

L

De daadwerkelijk door de groep van vaartuigen gebruikte maaswijdte

(8)

Gebied

8

R

Een van de volgende geografische gebieden:

 

(a)

 

(b)(i)

 

(b)(ii)

 

(b)(iii)

 

(c)

 

(d)

(9)

Diepte

5/5

L

Indien van toepassing: specificeer de diepte of het dieptespectrum waar de visserijactiviteiten plaatsvinden

(10)

Maand

2

L

De vangst- en inspanningsgegevens per vaartuig en per maand en voor de [drie] laatste kalenderjaren

(11)

Doelsoorten

7

R

De in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 43/2009 van de Raad (1) vastgestelde drielettercode van de soorten

(12)

Aangelande kabeljauw

5

L

Hoeveelheid aangelande kabeljauw

(13)

Teruggegooide kabeljauw

5

L

Hoeveelheid teruggegooide kabeljauw overeenkomstig een steekproefplan dat representatief is voor de activiteiten of de technische kenmerken van de groep van vaartuigen. De ingediende gegevens mogen betrekking hebben op delen van de groep van vaartuigen

(14)

Totale vangst

6

L

Totale in gewicht uitgedrukte vangst (aanlanding en teruggooi) van kabeljauw en andere vis, schaal-, schelp- en weekdieren

(15)

Benutte inspanning

7

L

In kW-dagen uitgedrukte visserijinspanning die nodig was voor de totale vangst (12)

(16)

Totale inspanning

7

L

Totale inspanning van de groep van vaartuigen gedurende het visseizoen

(17)

Steekproefintensiteit

3

L

Aandeel van de bemonsterde inspanning in de inspanning van de groep van vaartuigen gedurende het visseizoen


Tabel 5

Visserijinspanning in verband met de activiteit van de groep van vaartuigen gedurende de referentieperiode

Nr. communautair vlootregister

Geografisch gebied

Vistuig

Vistuig

(kabeljauwplan)

kW-dagen

2004

2005

2006

2007

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

 

 

 

Gemiddelde:

(9)

(10)


Tabel 6

Gegevensformaat voor tabel 5

Naam veld

Max. aantal letters/cijfers

Aanpassing

L(inks)/R(echts)

Definitie en opmerkingen

(1)

Nr. communautair vlootregister

12

R

Nummer in het communautair vlootregister

(2)

Geografisch gebied

8

R

Een van de volgende gebieden:

 

(a)

 

(b)(i)

 

(b)(ii)

 

(b)(iii)

 

(c)

 

(d)

(3)

Vistuig

5

R

Als omschreven in bijlage IIA bij de verordeningen inzake vangstmogelijkheden 2004-2007

(4)

Vistuig (kabeljauwplan)

3

R

Een van de volgende vistuigtypes:

 

TR1

 

TR2

 

TR3

 

BT1

 

BT2

 

GN

 

GT

 

LL

(5), (6), (7) en (8)

9

L

In kW-dagen uitgedrukte visserijinspanning in verband met de activiteit of de technische kenmerken van de groep van vaartuigen gedurende de referentieperiode. Slechts in te vullen voor de jaren 2004-2005 of 2006-2007

(9) of (10)

9

L

Gemiddelde, in kW-dagen uitgedrukte inspanning gedurende de jaren 2004-2006 of 2005-2007


(1)  PB L 22 van 26.1.2009, blz. 1.


BIJLAGE II

Lijst van vaartuigen met speciale visdocumenten

Naam vaartuig(en)

Nummer in het communautair vlootregister

Uitgesloten van de visserijinspanningsregeling (N/J)

kW

Vistuig

Geografisch(e) gebied(en)

Inspanningsgroep

 

 

 

 

 

 

 

De lijst moet worden verstrekt in Excel of een daaraan gelijkwaardig formaat of de betrokken website moet een download in dergelijke formaten mogelijk maken. De in de lijst opgenomen gegevens moeten overeenstemmen met die in het communautair visserijvlootregister. De omschrijving van het vistuig en het gebied moet overeenstemmen met de vistuigcategorie en de geografische gebieden als opgenomen in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1342/2008.


BIJLAGE III

Inhoud en formaat van de kennisgeving van de maximumcapaciteit

Tabel 1

Lijst van vaartuigen voor de vaststelling van de maximumcapaciteit

[Jaar]

kW

Geografisch gebied

Nr. communautair vlootregister

a

b

c

d

 

 

 

 

 

 


Tabel 2

In kW uitgedrukte maximumcapaciteit van de vaartuigen per gebied

[Datum]

Geografisch gebied

Capaciteit in kW

a

b

c

d

Oorspronkelijke

 

 

 

 

Aangepaste

 

 

 

 

1.

Voor de aanpassing van de maximumcapaciteit wordt de volgende formule gebruikt:

kWmc = kW2006 of 2007 – kW1 – kW2 + kW3

waarbij:

kWmc

:

de in kW uitgedrukte maximumcapaciteit van de vaartuigen met speciale visdocumenten voor het geografische gebied.

kW2006 of 2007

:

de totale in kW uitgedrukte capaciteit die voor 2006 of 2007 is vastgesteld overeenkomstig artikel 14, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1342/2008.

kW1

:

het totale vermogen van de vaartuigen die de vloot met overheidssteun hebben verlaten na de datum van inwerkingtreding van de onderhavige verordening.

kW2

:

het totale vermogen van de vaartuigen dat in 2009 uit het geografische gebied is overgedragen.

kW3

:

het totale vermogen van de vaartuigen dat in 2009 naar het geografische gebied is overgedragen.

2.

De lijst van vaartuigen en de maximumcapaciteit worden in Excel of een daaraan gelijkwaardig formaat aan de Commissie toegezonden.


BIJLAGE IV

Kennisgeving van een andere correctiefactor

Standaardcorrectiefactor

CPUE van de donerende inspanningsgroep

CPUE van de ontvangende inspanningsgroep

 

 

 

Het verzoek dient tevens de in de tabellen 4 en 5 van bijlage V bedoelde gegevens te bevatten.


BIJLAGE V

Formaat en inhoud van de kennisgevingen

1.

De tabellen 1, 3 en 4 worden de Commissie toegezonden als kennisgeving van de aanpassing van de visserijinspanning, overeenkomstig artikel 16, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 1342/2008.

2.

De tabellen 4 en 5 worden de Commissie toegezonden als kennisgeving van overdrachten van visserijinspanning, overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1342/2008.

3.

De kennisgevingen worden in Excel of een daaraan gelijkwaardig formaat aan de Commissie toegezonden.

Tabel 1

Kennisgeving van aanpassingen van de visserijinspanning

Land

Rechtsgrondslag

Inspanningsgroep(en)

Cpue

Hoeveelheid van de uit te wisselen quota

Hoeveelheid van de aan te passen inspanning

Oorspronkelijke maximaal toegestane visserijinspanning

Aangepaste maximaal toegestane visserijinspanning

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)


Tabel 2

Gegevensformaat voor tabel 1

Naam veld

Max. aantal letters/cijfers

Aanpassing L(inks)/R(echts)

Definitie en opmerkingen

(1)

Land

3

R

Land dat de kennisgeving indient

(2)

Rechtsgrondslag

8

R

Artikel:

16, lid 1, onder a)

16, lid 1, onder b)

16, lid 2,

van Verordening (EG) nr. 1342/2008

(3)

Inspanningsgroep(en)

10

R

Combinatie van in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1342/2008 opgenomen vistuigcategorieën en groepen geografische gebieden waartoe de groep van vaartuigen behoort. Geografisch gebied/vistuig

(4)

Cpue

5

L

Vangst per inspanningseenheid van de betrokken inspanningsgroep

(5)

Hoeveelheid van de uit te wisselen quota

7

L

Hoeveelheid van de quota die worden uitgewisseld of waarvoor de uitwisseling wordt gestaakt

(6)

Hoeveelheid van de aan te passen inspanning

7

L

In kW uitgedrukte inspanning in overeenstemming met het teruggegeven quotum, berekend op basis van de cpue van de betrokken inspanningsgroep

(7)

Oorspronkelijke maximaal toegestane visserijinspanning

7

L

Maximaal toegestane visserijinspanning van de betrokken inspanningsgroep voor het jaar van kennisgeving overeenkomstig de jaarlijkse verordening van de Raad tot vaststelling van de maximaal toegestane visserijinspanning

(8)

Aangepaste maximaal toegestane visserijinspanning

7

L

De hoeveelheid van de maximaal toegestane visserijinspanning na aanpassing voor de betrokken inspanningsgroep


Tabel 3

Informatie over quota-uitwisselingen

Datum van overdracht

Land

Soort

Geografisch gebied

Hoeveelheid

van

aan

van

naar

 

 

 

 

 

 

 


Tabel 4

Kennisgeving van de cpue

[Inspanningsgroep]

[jaar 1]

[jaar 2]

[jaar 3]

Gemiddelde

Aangelande kabeljauw

 

 

 

 

Teruggegooide kabeljauw

 

 

 

 

Totaal kW-dagen

 

 

 

 

 

 

 

CPUE (1)

 


Tabel 5

Kennisgeving van overdrachten van visserijinspanning

[Land]

Donerende inspanningsgroep

Ontvangende inspanningsgroep

Inspanningsgroep

 

 

Oorspronkelijke inspanning in kW-dagen

 

 

CPUE

 

 

Standaardcorrectiefactor

 

Overgedragen inspanning in kW-dagen

+

Aangepaste maximaal toegestane visserijinspanning in kW-dagen

 

 


(1)  Berekend volgens de in artikel 9 vastgestelde methode.


Augša