Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32010D0424(08)

    Besluit nr. S1 van 12 juni 2009 betreffende de Europese ziekteverzekeringskaart (Voor de EER en voor de overeenkomst Europese Gemeenschap/Zwitserland relevante tekst)

    PB C 106 van 24.4.2010, p. 23–25 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    24.4.2010   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 106/23


    BESLUIT Nr. S1

    van 12 juni 2009

    betreffende de Europese ziekteverzekeringskaart

    (Voor de EER en voor de overeenkomst Europese Gemeenschap/Zwitserland relevante tekst)

    2010/C 106/08

    DE ADMINISTRATIEVE COMMISSIE VOOR DE COÖRDINATIE VAN DE SOCIALEZEKERHEIDSSTELSELS,

    Gelet op artikel 72, onder a), van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (1), uit hoofde waarvan de Administratieve Commissie verantwoordelijk is voor de behandeling van alle vraagstukken van administratieve of interpretatieve aard die voortvloeien uit de bepalingen van Verordening (EG) nr. 883/2004 en Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (2),

    Gelet op artikel 19 van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende het recht van een verzekerde en zijn gezinsleden die verblijven in een andere lidstaat dan de bevoegde lidstaat op verstrekkingen welke tijdens het verblijf medisch noodzakelijk worden, met inachtneming van de aard van de verstrekkingen en de verwachte duur van het verblijf,

    Gelet op artikel 27, lid 1, van Verordening (EG) nr. 883/2004,

    Gelet op artikel 25, onder A) en C), van Verordening (EG) nr. 987/2009,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De Europese Raad van Barcelona, die op 15 en 16 maart 2002 gehouden is, heeft besloten dat: „… een Europees ziekteverzekeringsbewijs de formulieren die momenteel nodig zijn voor medische behandeling in een andere lidstaat zal vervangen. De Commissie zal daartoe voor de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad in 2003 een voorstel indienen. Dat bewijs zal de procedures vereenvoudigen, zonder de bestaande rechten en plichten te wijzigen.” (punt 34).

    (2)

    Aangezien de situatie op het gebied van ziekteverzekerings- en socialezekerheidskaarten in de lidstaten zeer verschillend is, wordt de Europese ziekteverzekeringskaart in een eerste fase ingevoerd in een formaat waarin alle gegevens die nodig zijn voor de toekenning en de terugbetaling van de kosten met het blote oog leesbaar zijn. Deze gegevens mogen bovendien elektronisch op de kaart worden opgeslagen. In een volgende fase van de invoering van de Europese kaart wordt het gebruik van elektronische dragers veralgemeend.

    (3)

    De Europese ziekteverzekeringskaart moet overeenstemmen met een door de Administratieve Commissie vastgelegd eenvormig model, hetgeen enerzijds de toegang tot gezondheidszorg dient te vergemakkelijken en anderzijds kan helpen bij het voorkomen van onregelmatig gebruik van de kaart, misbruik en fraude.

    (4)

    De organen van de lidstaten stellen de geldigheidsduur vast van de door hen uitgereikte Europese ziekteverzekeringskaarten. Bij het vaststellen van de geldigheidsduur wordt rekening gehouden met de verwachte duur van de aanspraken van de verzekerde.

    (5)

    In uitzonderlijke omstandigheden wordt een voorlopig ziekteverzekeringsbewijs van beperkte duur uitgereikt. Voorbeelden van „uitzonderlijke omstandigheden” zijn diefstal of verlies van de Europese ziekteverzekeringskaart, of een vertrek binnen zo korte termijn dat geen Europese ziekteverzekeringskaart meer kan worden afgegeven. Een voorlopig verzekeringsbewijs kan worden aangevraagd door de verzekerde of door het orgaan van de staat waar hij verblijft.

    (6)

    De Europese ziekteverzekeringskaart dient te worden gebruikt in alle situaties van tijdelijk verblijf waarin een verzekerde gezondheidszorg nodig heeft, ongeacht het doel van het verblijf, of dat nu toerisme, studie of werk is. Van de Europese ziekteverzekeringskaart kan echter geen gebruik worden gemaakt wanneer het doel van het verblijf in het buitenland uitsluitend het verkrijgen van gezondheidszorg is.

    (7)

    Overeenkomstig artikel 76 van Verordening (EG) nr. 883/2004 dienen de lidstaten in onderlinge samenwerking procedures in te voeren om te voorkomen dat, in het geval dat een persoon niet langer recht heeft op verstrekkingen voor rekening van een bepaalde lidstaat en recht verwerft op verstrekkingen van een andere lidstaat, hij een door het orgaan van de eerste lidstaat afgegeven Europese ziekteverzekeringskaart blijft gebruiken na de datum waarop hij geen recht meer heeft op verstrekkingen ten laste van dat orgaan.

    (8)

    Europese ziekteverzekeringskaarten die zijn afgegeven kort voor de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 883/2004 en Verordening (EG) nr. 987/2009 blijven geldig tot de op de kaart zelf aangegeven vervaldatum.

    Handelend overeenkomstig artikel 71, lid 2, van Verordening (EG) nr. 883/2004,

    BESLUIT:

    Algemene beginselen

    1.

    De Europese ziekteverzekeringskaart dient als bewijs dat een verzekerde en zijn gezinsleden die verblijven in een andere lidstaat dan de bevoegde lidstaat recht hebben op verstrekkingen die tijdens het verblijf medisch noodzakelijk worden, met inachtneming van de aard van de verstrekkingen en de verwachte duur van het verblijf.

    Van de Europese ziekteverzekeringskaart kan geen gebruik worden gemaakt wanneer het uitsluitende doel van het tijdelijke verblijf in het buitenland het ontvangen van een medische behandeling is.

    2.

    De Europese ziekteverzekeringskaart staat op naam en is individueel.

    3.

    De geldigheidsduur van de Europese ziekteverzekeringskaart wordt bepaald door het uitgevend orgaan.

    4.

    Verstrekkingen door een orgaan van de lidstaat van verblijf op basis van een geldige Europese ziekteverzekeringskaart worden vergoed door het bevoegde orgaan, overeenkomstig de geldende bepalingen. Een geldige Europese ziekteverzekeringskaart is een kaart waarvan de op de kaart aangegeven geldigheidsduur nog niet verstreken is.

    Het bevoegde orgaan mag vergoeding van de kosten van verstrekkingen niet weigeren omdat de betrokkene niet langer verzekerd is bij het orgaan dat de betreffende Europese ziekteverzekeringskaart heeft afgegeven, voor zover de houder van de kaart of het voorlopige verzekeringsbewijs de verstrekkingen heeft ontvangen binnen de geldigheidsduur van de kaart of het bewijs.

    5.

    Wanneer door uitzonderlijke omstandigheden afgifte van een Europese ziekteverzekeringskaart niet mogelijk is, verstrekt het bevoegde orgaan een vervangend voorlopig verzekeringsbewijs met een beperkte geldigheidsduur. Een voorlopig verzekeringsbewijs kan hetzij door de verzekerde zelf, hetzij door het orgaan van het land van verblijf worden aangevraagd.

    6.

    De Europese ziekteverzekeringskaart en het voorlopig ziekteverzekeringsbewijs worden opgesteld volgens een specifiek model en beantwoorden aan de kenmerken en technische specificaties die bij besluit van de Administratieve Commissie zijn vastgelegd.

    Gegevens op de Europese ziekteverzekeringskaart

    7.

    De Europese ziekteverzekeringskaart bevat de volgende gegevens:

    naam en voornaam van de kaarthouder,

    persoonlijk identificatienummer van de kaarthouder of, als dat nummer niet bestaat, het persoonlijke identificatienummer van de verzekerde persoon waarvan de rechten van de kaarthouder zijn afgeleid,

    geboortedatum van de kaarthouder,

    datum van het verstrijken van de geldigheidsduur,

    ISO-code van de lidstaat die de kaart heeft uitgereikt,

    identificatienummer en acroniem van het bevoegde orgaan,

    volgnummer van de kaart.

    Gebruik van de Europese ziekteverzekeringskaart

    8.

    De Europese ziekteverzekeringskaart kan worden gebruikt in alle situaties van tijdelijk verblijf waarin een verzekerde gezondheidszorg nodig heeft, ongeacht het doel van het verblijf, of dat nu toerisme, studie of werk is.

    9.

    De Europese ziekteverzekeringskaart dient als bewijs dat de kaarthouder in de lidstaat waar hij verblijft recht heeft op medisch noodzakelijke verstrekkingen die gedaan worden tijdens een tijdelijk verblijf in een andere lidstaat, met het doel te voorkomen dat de kaarthouder zich gedwongen ziet vóór het einde van het geplande verblijf terug te keren naar de bevoegde staat of de staat waar hij gevestigd is, om de noodzakelijke behandeling te kunnen verkrijgen.

    Het doel van dergelijke verstrekkingen is de verzekerde in staat te stellen zijn verblijf voort te zetten onder medisch verantwoorde condities.

    10.

    De Europese ziekteverzekeringskaart verleent geen recht op verstrekkingen in situaties waar het doel van het verblijf het verkrijgen van een medische behandeling is.

    11.

    De Europese ziekteverzekeringskaart garandeert dat de kaarthouder in de lidstaat van verblijf dezelfde behandeling (procedures en tarieven) ontvangt als personen die onder het ziekteverzekeringsstelsel van die staat vallen.

    Samenwerking tussen organen om misbruik van de Europese ziekteverzekeringskaart te voorkomen

    12.

    In het geval dat een persoon niet langer recht heeft op verstrekkingen volgens de wetgeving van een bepaalde lidstaat en recht verwerft op verstrekkingen volgens de wetgeving van een andere lidstaat, werken de organen van de lidstaten samen om te voorkomen dat de verzekerde zijn door het orgaan van de eerste lidstaat afgegeven Europese ziekteverzekeringskaart blijft gebruiken na de datum waarop hij geen recht meer heeft op verstrekkingen ten laste van dat orgaan. Het orgaan van laatstgenoemde staat verstrekt de betrokkene eventueel een nieuwe Europese ziekteverzekeringskaart.

    13.

    Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. Het is van toepassing vanaf de datum van inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 987/2009.

    De voorzitster van de Administratieve Commissie

    Gabriela PIKOROVÁ


    (1)  PB L 166 van 30.4.2004, blz. 1.

    (2)  PB L 284 van 30.10.2009, blz. 1.


    Top