Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32010D0198

2010/198/: Besluit van de Commissie van 6 april 2010 tot vrijstelling van Letland van bepaalde verplichtingen om de Richtlijnen 66/402/EEG en 2002/57/EG van de Raad toe te passen ten aanzien van Avena strigosa Schreb., Brassica nigra (L.) Koch en Helianthus annuus L. (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 2042) (Voor de EER relevante tekst)

PB L 87 van 7.4.2010, p. 34–34 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 09/11/2010; opgeheven door 32010D0680 De einddatum van de geldigheid is gebaseerd op de datum van bekendmaking van de intrekkingshandeling die van kracht wordt op de datum van kennisgeving ervan. Van de intrekkingshandeling is kennisgeving gedaan, maar omdat de datum van kennisgeving niet beschikbaar is in EUR-Lex, wordt de datum van bekendmaking gebruikt.

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2010/198/oj

7.4.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 87/34


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 6 april 2010

tot vrijstelling van Letland van bepaalde verplichtingen om de Richtlijnen 66/402/EEG en 2002/57/EG van de Raad toe te passen ten aanzien van Avena strigosa Schreb., Brassica nigra (L.) Koch en Helianthus annuus L.

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 2042)

(Slechts de tekst in de Letse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2010/198/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen (1), en met name op artikel 23 bis,

Gelet op Richtlijn 2002/57/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen (2), en met name op artikel 28,

Gezien de door Letland ingediende aanvraag,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In de Richtlijnen 66/402/EEG en 2002/57/EG worden bepalingen voor het in de handel brengen van zaaigranen en zaaizaden van oliehoudende planten en vezelgewassen vastgesteld. In die richtlijnen is ook bepaald dat lidstaten onder bepaalde voorwaarden geheel of gedeeltelijk van de toepassing van die richtlijnen ten aanzien van bepaalde soorten kunnen worden vrijgesteld.

(2)

Letland heeft gevraagd om vrijstelling van zijn verplichtingen ten aanzien van Avena strigosa Schreb. en Brassica nigra (L.) Koch, en gedeeltelijke vrijstelling ervan ten aanzien van Helianthus annuus L.

(3)

Het zaad van Avena strigosa Schreb, Brassica nigra (L.) Koch en Helianthus annuus L. wordt normaliter niet in Letland vermeerderd en verhandeld. Bovendien is het in voornoemd land van gering economisch belang. In Letland vindt vanwege klimatologische omstandigheden geen productie van zaad van Helianthus annuus L. plaats; zaaizaad wordt uit andere landen ingevoerd en de opbrengst wordt alleen voor diervoeding gebruikt.

(4)

Zolang deze voorwaarden gelden, moet de betrokken lidstaat worden vrijgesteld van de verplichting de Richtlijnen 66/402/EEG en 2002/57/EG ten aanzien van de betreffende soorten toe te passen.

(5)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Letland wordt vrijgesteld van de verplichting om Richtlijn 66/402/EEG, met uitzondering van artikel 14, lid 1, toe te passen ten aanzien van de soort Avena strigosa Schreb.

Artikel 2

1.   Letland wordt vrijgesteld van de verplichting om Richtlijn 2002/57/EG, met uitzondering van artikel 17, toe te passen ten aanzien van de soort Brassica nigra (L.) Koch.

2.   Letland wordt vrijgesteld van de verplichting om Richtlijn 2002/57/EG, met uitzondering van artikel 17 en artikel 22, lid 1, toe te passen ten aanzien van de soort Helianthus annuus L.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de Republiek Letland.

Gedaan te Brussel, 6 april 2010.

Voor de Commissie

John DALLI

Lid van de Commissie


(1)  PB 125 van 11.7.1966, blz. 2309/66.

(2)  PB L 193 van 20.7.2002, blz. 74.


Top