EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32010D0169

2010/169/: Besluit van de Commissie van 19 maart 2010 betreffende de niet-opneming van 2,4,4’-trichloor-2’-hydroxydifenylether in de EU-lijst van additieven die kunnen worden gebruikt voor de vervaardiging van materialen en voorwerpen van kunststof, bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen, overeenkomstig Richtlijn 2002/72/EG (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 1613) (Voor de EER relevante tekst)

PB L 75 van 23.3.2010, p. 25–26 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2010/169/oj

23.3.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 75/25


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 19 maart 2010

betreffende de niet-opneming van 2,4,4’-trichloor-2’-hydroxydifenylether in de EU-lijst van additieven die kunnen worden gebruikt voor de vervaardiging van materialen en voorwerpen van kunststof, bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen, overeenkomstig Richtlijn 2002/72/EG

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 1613)

(Voor de EER relevante tekst)

(2010/169/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1935/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 2004 inzake materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in contact te komen en houdende intrekking van de Richtlijnen 80/590/EEG en 89/109/EEG (1), en met name op artikel 11, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage III bij Richtlijn 2002/72/EG van de Commissie van 6 augustus 2002 inzake materialen en voorwerpen van kunststof, bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen (2) stelt een EU-lijst van additieven vast die mogen worden gebruikt voor de vervaardiging van materialen en voorwerpen van kunststof. Overeenkomstig artikel 4 bis, lid 1, van die richtlijn kan na indiening van een aanvraag en de wetenschappelijke beoordeling daarvan door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid een nieuw additief aan die lijst worden toegevoegd.

(2)

Op 23 maart 1998 heeft RCC Registration Consulting namens Ciba Inc gegevens ingediend voor de beoordeling van de veiligheid van 2,4,4’-trichloor-2’-hydroxydifenylether voor gebruik als additief voor de vervaardiging van materialen en voorwerpen van kunststof, bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen.

(3)

Overeenkomstig artikel 4 bis, lid 5, van Richtlijn 2002/72/EG is 2,4,4’-trichloor-2’-hydroxydifenylether opgenomen in de voorlopige lijst van additieven, bedoeld in artikel 4 bis, lid 3.

(4)

In haar advies van 15 maart 2004 is de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid tot de conclusie gekomen dat het gebruik van 2,4,4’-trichloor-2’-hydroxydifenylether, als aangegeven in de aanvraag, kan worden aanvaard, mits de stof met niet meer dan 5 mg per kg levensmiddel in levensmiddelen migreert.

(5)

Op 21 april 2009 heeft Ciba Inc de Commissie in kennis gesteld van haar besluit inzake de intrekking van de aanvraag voor de verlening van een vergunning voor het gebruik van de stof als additief voor de vervaardiging van materialen en voorwerpen van kunststof, bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen. De onderneming beschouwt het gebruik van de stof in kunststof, bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen, niet meer als adequaat.

(6)

Aangezien er niet langer een geldige aanvraag bestaat voor het gebruik van 2,4,4’-trichloor-2’-hydroxydifenylether als additief in kunststof, bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen, mag de stof niet worden opgenomen in bijlage III bij Richtlijn 2002/72/EG.

(7)

Daarom moet de stof overeenkomstig artikel 4 bis, lid 6, onder b), van Richtlijn 2002/72/EG uit de voorlopige lijst van additieven worden verwijderd.

(8)

Aangezien 2,4,4’-trichloor-2’-hydroxydifenylether kan zijn gebruikt voor de vervaardiging van materialen en voorwerpen van kunststof, bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen, moet een overgangsperiode worden ingevoerd voor het in de handel brengen van materialen en voorwerpen van kunststof, welke die stof bevatten.

(9)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, en het Europees Parlement noch de Raad hebben zich daartegen verzet,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

2,4,4’-Trichloor-2’-hydroxydifenylether (CAS-nr. 0003380-34-5, ref.-nr. 93930) wordt niet opgenomen in bijlage III bij Richtlijn 2002/72/EG.

Artikel 2

Materialen en voorwerpen van kunststof, vervaardigd van 2,4,4’-trichloor-2’-hydroxydifenylether en in de handel gebracht vóór 1 november 2010, mogen verder in de handel worden gebracht tot en met 1 november 2011, met inachtneming van het nationale recht.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 19 maart 2010.

Voor de Commissie

John DALLI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 338 van 13.11.2004, blz. 4.

(2)  PB L 220 van 15.8.2002, blz. 18.


Top