EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32009R0581

Verordening (EG) nr. 581/2009 van de Commissie van 3 juli 2009 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, wat gamitromycine betreft (Voor de EER relevante tekst)

PB L 175 van 4.7.2009, p. 3–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 05/07/2009; stilzwijgende opheffing door 32009R0470

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2009/581/oj

4.7.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 175/3


VERORDENING (EG) Nr. 581/2009 VAN DE COMMISSIE

van 3 juli 2009

tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, wat gamitromycine betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad van 26 juni 1990 houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong (1), en met name op artikel 2,

Gezien het advies van het Europees Geneesmiddelenbureau dat is opgesteld door het Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Alle farmacologisch werkzame substanties die in de Gemeenschap worden gebruikt in geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik die voor voedselproducerende dieren bestemd zijn, moeten worden beoordeeld overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2377/90.

(2)

Gamitromycine is in bijlage III bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 opgenomen voor vetweefsel, lever en nieren van runderen, met uitzondering van dieren die melk voor menselijke consumptie produceren. De in die bijlage vastgestelde voorlopige maximumwaarden voor residuen voor die substantie vervallen op 1 juli 2009. Aanvullende gegevens werden verstrekt en beoordeeld, waarna het Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik heeft aanbevolen dat de voorlopige maximumwaarden voor residuen voor gamitromycine definitief worden en bijgevolg voor vetweefsel, lever en nieren van runderen, met uitzondering van dieren die melk voor menselijke consumptie produceren, worden opgenomen in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2377/90.

(3)

Verordening (EEG) nr. 2377/90 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

Voordat deze verordening van toepassing wordt, moeten de lidstaten voldoende tijd krijgen om de in verband met deze verordening noodzakelijke aanpassingen aan te brengen in de vergunningen om de betrokken geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in de handel te brengen die zijn verleend overeenkomstig Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (2).

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van de zestigste dag na de bekendmaking.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 3 juli 2009.

Voor de Commissie

Günter VERHEUGEN

Vicevoorzitter


(1)  PB L 224 van 18.8.1990, blz. 1.

(2)  PB L 311 van 28.11.2001, blz. 1.


BIJLAGE

In punt 1.2.4 van bijlage I (Lijst van farmacologisch werkzame substanties waarvoor maximumwaarden voor residuen zijn vastgesteld) bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 wordt na erythromycine de volgende vermelding voor gamitromycine ingevoegd:

Farmacologisch werkzame substantie(s)

Indicatorresidu

Diersoorten

Maximumwaarden voor residuen

Te onderzoeken weefsels

Overige bepalingen

„Gamitromycine

Gamitromycine

Runderen

20 μg/kg

Vetweefsel

Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren.”

200 μg/kg

Lever

100 μg/kg

Nieren


Top