Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32009R0257

Verordening (EG) nr. 257/2009 van de Commissie van 24 maart 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 794/2004, wat betreft de voor de aanmelding van steun aan de visserij en de aquacultuur bestemde formulieren voor aanvullende informatie (Voor de EER relevante tekst)

PB L 81 van 27.3.2009, p. 15–18 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2009/257/oj

27.3.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 81/15


VERORDENING (EG) Nr. 257/2009 VAN DE COMMISSIE

van 24 maart 2009

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 794/2004, wat betreft de voor de aanmelding van steun aan de visserij en de aquacultuur bestemde formulieren voor aanvullende informatie

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag (1), en met name op artikel 27,

Na raadpleging van het Raadgevend Comité inzake overheidssteun,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Naar aanleiding van de vaststelling van de nieuwe richtsnoeren voor het onderzoek van de steunmaatregelen van de staten in de visserij- en de aquacultuursector (2) dient het formulier aanvullende informatie voor steun in de visserijsector, dat is opgenomen in bijlage I, deel III.14, van Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie van 21 april 2004 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag (3), te worden vervangen door een nieuw formulier aanvullende informatie dat in overeenstemming is met het geldende kader.

(2)

Verordening (EG) nr. 794/2004 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Deel III.14 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 794/2004 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 maart 2009.

Voor de Commissie

Joe BORG

Lid van de Commissie


(1)  PB L 83 van 27.3.1999, blz. 1.

(2)  PB C 84 van 3.4.2008, blz. 10.

(3)  PB L 140 van 30.4.2004, blz. 1.


BIJLAGE

„DEEL III.14

FORMULIER AANVULLENDE INFORMATIE INZAKE STEUN VOOR DE VISSERIJ EN DE AQUACULTUURSECTOR

Het formulier aanvullende informatie moet worden gebruikt voor de aanmelding van elke steunregeling en individuele steun die valt onder de richtsnoeren voor het onderzoek van de steunmaatregelen van de staten in de visserij- en de aquacultuursector (hierna „de richtsnoeren” genoemd).

DOELSTELLINGEN VAN DE REGELING of van de STEUN (aankruisen wat van toepassing is en de vereiste informatie vermelden):

In dit deel wordt de volgorde van de subpunten van punt 4 van de richtsnoeren aangehouden: „Steun die verenigbaar kan worden verklaard”.

   Punt 4.1 van de richtsnoeren: Steun voor categorieën van maatregelen die vallen onder een groepsvrijstellingsverordening

Algemene opmerkingen over dit type steun

Er zijn twee groepsvrijstellingsverordeningen van kracht: Verordening (EG) nr. 736/2008 van de Commissie (1) die van toepassing is op de visserijsector en de aquacultuursector, en Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie (2), de algemene vrijstellingsverordening voor alle sectoren.

Deze steun hoeft niet te worden aangemeld.

Krachtens de zesde overweging van Verordening (EG) nr. 736/2008 en de zevende overweging van Verordening (EG) nr. 800/2008 moeten deze verordeningen echter de mogelijkheid voor de lidstaten om staatssteun met dezelfde doelstellingen als die verordeningen aan te melden, onverlet laten.

Bovendien komen de volgende types steun niet in aanmerking voor de in de Verordeningen (EG) nr. 736/2008 en (EG) nr. 800/2008 bedoelde vrijstelling: steun die bepaalde maxima overschrijdt, als bedoeld in artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 736/2008 of artikel 6 van Verordening (EG) nr. 800/2008, of die specifieke kenmerken heeft, met name steun voor andere ondernemingen dan kmo’s, steun aan ondernemingen in moeilijkheden, niet transparante steun en steun aan een onderneming waarvoor een uitstaand bevel tot terugvordering geldt naar aanleiding van een beschikking van de Commissie waarin de steun onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is verklaard.

Kenmerken van de aangemelde steun

Steun die gelijkaardig is aan de steun die valt onder Verordening (EG) nr. 736/2008

Steun die gelijkaardig is aan de steun die valt onder Verordening (EG) nr. 800/2008

Steun die het gespecificeerde maximum overschrijdt

Steun aan andere ondernemingen dan kmo’s

Niet-transparante steun

Steun aan een onderneming waarvoor een uitstaand bevel tot terugvordering geldt

Andere kenmerken: specificeer

Verenigbaarheid met de gemeenschappelijke markt

De lidstaat dient uitvoerig en onderbouwd te motiveren waarom de staatssteun als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt kan worden beschouwd.

   Punt 4.2 van de richtsnoeren: Steun die tot de werkingssfeer van bepaalde horizontale richtsnoeren behoort

De lidstaat dient aan te geven welke richtsnoeren als toepasbaar op de betrokken steunmaatregel worden beschouwd, en moet uitvoerig en onderbouwd uiteenzetten waarom.

Voorts moet de lidstaat de andere bij deze verordening gevoegde beknopte-informatieformulieren die op de betrokken steun van toepassing zijn, invullen.

opleidingssteun – formulier in deel III.2,

werkgelegenheidssteun – formulier in deel III.3,

steun voor onderzoek en ontwikkeling – formulier in deel III.6.A of II.6.B,

steun voor de redding en herstructurering van ondernemingen – formulier in deel III.7 of III.8,

milieusteun – formulier in deel III.10.

   Punt 4.3 van de richtsnoeren: Steun voor investeringen aan boord van vissersvaartuigen

De lidstaat dient informatie te verstrekken waaruit blijkt dat de steun verenigbaar is met de voorwaarden in artikel 25, leden 2 en 6, van Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (3).

Voorts moet de lidstaat motiveren waarom deze steun geen deel uitmaakt van het uit dit Fonds medegefinancierde operationele programma.

   Punt 4.4 van de richtsnoeren: Steun tot herstel van schade veroorzaakt door natuurrampen, buitengewone gebeurtenissen of specifieke ongunstige weersomstandigheden

De lidstaat dient de verenigbaarheid van de steun aan te tonen aan de hand van de volgende informatie:

uitvoerige gegevens over de natuurramp of buitengewone gebeurtenis, met insluiting van technische en/of wetenschappelijke verslagen,

bewijs van een oorzakelijk verband tussen de gebeurtenis en de schade,

methode voor het berekenen van de schade,

andere middelen ter onderbouwing.

   Punt 4.5 van de richtsnoeren: Belastingverlaging en arbeidskosten betreffende vissersvaartuigen van de Gemeenschap die buiten de wateren van de Gemeenschap actief zijn

De lidstaat dient informatie te verstrekken waaruit blijkt dat de steun verenigbaar is met de voorwaarden in punt 4.5 van de richtsnoeren.

De informatie dient met name nauwkeurige gegevens te omvatten die wijzen op een gevaar van uitsluiting van de onder de regeling vallende vaartuigen uit het gegevensbestand van vissersvaartuigen.

   Punt 4.6 van de richtsnoeren: Steun gefinancierd uit parafiscale heffingen

De lidstaat dient:

aan te geven hoe de uit parafiscale heffingen gefinancierde middelen zullen worden gebruikt, en

aan te tonen hoe en op welke basis dat gebruik verenigbaar is met de voorschriften inzake staatssteun.

Bovendien moet de lidstaat aantonen op welke wijze de steun zowel binnenlandse als ingevoerde producten ten goede komt.

   Punt 4.7 van de richtsnoeren: Steun voor de afzet van visserijproducten uit de ultraperifere gebieden

De lidstaat dient informatie te verstrekken waaruit blijkt dat de steun verenigbaar is met de voorwaarden van dit punt en met de betrokken voorwaarden van Verordening (EG) nr. 791/2007 van de Raad van 21 mei 2007 tot instelling van een regeling ter compensatie van de extra kosten voor de afzet van bepaalde visserijproducten van de ultraperifere gebieden van de Azoren, Madeira, de Canarische Eilanden, Frans Guyana en Réunion (4).

   Punt 4.8 van de richtsnoeren: Steun voor de vissersvloot in de ultraperifere gebieden

De lidstaat dient informatie te verstrekken waaruit blijkt dat de steun verenigbaar is met de voorwaarden van dit punt en met de betrokken voorwaarden van de Verordeningen (EG) nr. 639/2004 van de Raad van 30 maart 2004 betreffende het beheer van de in ultraperifere gebieden geregistreerde vissersvloten (5) en (EG) nr. 2792/1999 van de Raad van 17 december 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector (6).

   Punt 4.9 van de richtsnoeren: Steun voor andere maatregelen

De lidstaat dient het type steun en de ermee nagestreefde doelstellingen zeer nauwkeurig te beschrijven.

Voorts dient de lidstaat uitvoerig en nauwkeurig te motiveren op welke wijze de steun verenigbaar is met de voorwaarden van punt 3 van de richtsnoeren en ten goede komt aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid.

ALGEMENE BEGINSELEN

De lidstaat dient te verklaren dat geen steun zal worden verleend voor activiteiten die door de begunstigde reeds zijn opgestart, noch voor activiteiten die de begunstigde ook onder marktvoorwaarden zou verrichten.

De lidstaat dient te verklaren dat geen steun wordt verleend in omstandigheden die niet met het Gemeenschapsrecht, en met name de voorschriften van het gemeenschappelijk visserijbeleid, in overeenstemming zijn.

In dit verband moet de lidstaat verklaren dat in de steunmaatregel uitdrukkelijk is bepaald dat de begunstigden van de steun tijdens de subsidieperiode de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid zullen naleven en dat, wanneer tijdens deze periode wordt geconstateerd dat zij dit niet doen, de subsidie moet worden terugbetaald naargelang van de ernst van de inbreuk.

De lidstaat dient te verklaren dat de steun gedurende maximaal tien jaar wordt verleend en moet, zo dat niet het geval is, de verbintenis aangaan de steun ten minste twee maanden voor de tiende verjaardag van de inwerkingtreding ervan, opnieuw aan te melden.

ANDERE VEREISTEN

De lidstaat dient een lijst van alle, samen met de aanmelding ingediende bewijsstukken over te leggen, alsmede een samenvatting van deze bewijsstukken (bv. sociaaleconomische gegevens over de begunstigde regio's, wetenschappelijke en economische motivering).

De lidstaat moet aangeven dat deze steun niet wordt gecumuleerd met andere steun voor dezelfde subsidieerbare uitgaven of voor dezelfde vergoeding.

Indien sprake is van cumulatie dient de lidstaat de referentie van de steun (steunregeling of individuele steun) die met de onderhavige aangemelde steun wordt gecumuleerd, te vermelden en aan te tonen dat de in totaal verleende steun nog steeds verenigbaar is met de betrokken voorschriften. Hiertoe neemt de lidstaat elke type staatssteun, met inbegrip van de minimissteun, in aanmerking.


(1)  PB L 201 van 30.7.2008, blz. 16.

(2)  PB L 214 van 9.8.2008, blz. 3.

(3)  PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1.

(4)  PB L 176 van 6.7.2007, blz. 1.

(5)  PB L 102 van 7.4.2004, blz. 9.

(6)  PB L 337 van 30.12.1999, blz. 10.”


Top