This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32008R0223
Commission Regulation (EC) No 223/2008 of 12 March 2008 laying down conditions and procedures for the recognition of producer organisations of silkworm rearers
Verordening (EG) nr. 223/2008 van de Commissie van 12 maart 2008 tot vaststelling van de voorwaarden en procedures voor de erkenning van producentenorganisaties van zijderupsentelers
Verordening (EG) nr. 223/2008 van de Commissie van 12 maart 2008 tot vaststelling van de voorwaarden en procedures voor de erkenning van producentenorganisaties van zijderupsentelers
PB L 69 van 13.3.2008, p. 10–12
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(HR)
No longer in force, Date of end of validity: 25/02/2016; opgeheven door 32016R0232
13.3.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 69/10 |
VERORDENING (EG) Nr. 223/2008 VAN DE COMMISSIE
van 12 maart 2008
tot vaststelling van de voorwaarden en procedures voor de erkenning van producentenorganisaties van zijderupsentelers
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1), met name op artikel 127 juncto artikel 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EEG) nr. 707/76 van de Raad van 25 maart 1976 houdende erkenning van producentenverenigingen van zijderupsentelers (2) dient op grond van artikel 201, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1234/2007 met ingang van 1 april 2008 te worden ingetrokken. |
(2) |
Een aantal van de bij Verordening (EEG) nr. 707/76 vastgestelde voorwaarden en verplichtingen zijn niet opgenomen in Verordening (EG) nr. 1234/2007. |
(3) |
Met het oog op de goede werking van de zijderupsensector en ter wille van de duidelijkheid en rationaliteit moet een nieuwe verordening worden vastgesteld waarin deze voorwaarden en verplichtingen alsmede de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 822/76 van 7 april 1976 betreffende de voorwaarden voor en de procedure van erkenning van producentengroeperingen van zijderupsentelers (3) zijn opgenomen. |
(4) |
Derhalve dient Verordening (EEG) nr. 822/76 te worden ingetrokken. |
(5) |
Deze verordening dient van toepassing te zijn vanaf de datum waarop Verordening (EEG) nr. 707/76 wordt ingetrokken. |
(6) |
Artikel 122 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 regelt de erkenning van producentenorganisaties in de sector zijderupsen die een specifiek doel nastreven, met name het concentreren van het aanbod en het in de handel brengen van de producten van de leden, het gezamenlijk aanpassen van de productie aan de eisen van de markt en het verbeteren van het product, alsmede het bevorderen van de rationalisatie en mechanisatie van de productie. |
(7) |
Om elke discriminatie tussen producenten te voorkomen en de samenhang en doeltreffendheid van de ondernomen actie te waarborgen, dienen voor de gehele Gemeenschap voorwaarden en procedures te worden vastgesteld waaraan de producentenorganisaties in de sector zijderupsen moeten voldoen om door de lidstaten te kunnen worden erkend. |
(8) |
Als voorwaarde om te worden erkend als producentenorganisatie moet een organisatie worden gevraagd het bewijs te leveren dat haar economische activiteit voldoende groot is in het licht van de productie- en afzetstructuur in de zijderupsensector, waarbij in regio’s met een kleine productie afwijkingen kunnen worden toegestaan. Aangezien het aantal zijderupsentelers de jongste jaren sterk is afgenomen, moet het in Verordening (EEG) nr. 822/76 vereiste minimumaantal telers om een producentenorganisatie te kunnen vormen aanmerkelijk worden verlaagd. |
(9) |
De bepalingen betreffende de procedure voor de toekenning en intrekking van de erkenning dienen te worden aangevuld door te specificeren welke informatie bij de aanvraag moet worden meegedeeld. |
(10) |
Ter informatie van de lidstaten en alle belanghebbenden is het nuttig bij het begin van ieder jaar een lijst te publiceren van de in de loop van het vorige jaar erkende producentenorganisaties, alsmede van de organisaties waarvan de erkenning in de loop van dat jaar is ingetrokken. |
(11) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. De lidstaten erkennen producentenorganisaties van zijderupsentelers die:
a) |
een erkenning aanvragen; |
b) |
voldoen aan de in artikel 122 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 vastgestelde algemene voorwaarden; |
c) |
voldoen aan de in artikel 2 van deze verordening vastgestelde specifieke voorwaarden. |
2. De bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de producentenorganisatie haar statutaire zetel heeft, is bevoegd om de producentenorganisatie te erkennen.
Artikel 2
1. Om te kunnen worden erkend, dient een producentenorganisatie aan de volgende voorwaarden te voldoen:
a) |
haar werkzaamheden omvatten de voortbrengst en afzet van zijderupscocons; |
b) |
de organisatie telt ten minste 50 zijderupsentelers die tijdens het verkoopseizoen waarin de erkenning wordt toegekend, ten minste 2 500 dozen eieren gebruiken of zich daartoe verbinden; |
c) |
de organisatie onthoudt zich bij haar werkzaamheden van elke vorm van discriminatie tussen de zijderupsentelers van de Gemeenschap, met name op grond van nationaliteit of plaats van vestiging; |
d) |
zij bezit rechtspersoonlijkheid dan wel voldoende handelingsbekwaamheid om volgens de nationale wetgeving rechten en verplichtingen te kunnen hebben; |
e) |
zij heeft geen andere leden dan zijderupsentelers; |
f) |
haar statuten bevatten de volgende regels die door de leden moeten worden nageleefd:
|
g) |
de organisatie voert een afzonderlijke boekhouding voor de verschillende activiteiten waarop de erkenning betrekking heeft. |
2. Volgens de in artikel 195, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde procedure kan een lidstaat, op verzoek, toestemming worden verleend in een regio met een beperkte productie een producentenorganisatie te erkennen die niet aan de in lid 1, onder b), van dit artikel vastgestelde voorwaarden voldoet.
Artikel 3
Bij hun aanvraag tot erkenning bezorgen producentenorganisaties de volgende informatie en documenten:
a) |
de statuten van de organisatie; |
b) |
de namen van de personen die gemachtigd zijn om in naam en voor rekening van de organisatie op te treden; |
c) |
een lijst van de activiteiten om de erkenningsaanvraag te motiveren; |
d) |
bewijzen dat is voldaan aan de bepalingen van artikel 2, lid 1, onder b), of artikel 2, lid 2; |
e) |
de overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder f), onder ii), vastgestelde regels, met name de regels betreffende het drogen van cocons. |
Artikel 4
1. De lidstaten nemen binnen twee maanden na de ontvangst van een erkenningsaanvraag een beslissing.
2. De lidstaten delen hun beslissing binnen twee maanden mee aan de Commissie met vermelding van de redenen van een eventuele weigering.
Artikel 5
1. De lidstaten oefenen voortdurend controle uit op de inachtneming van de erkenningsvoorwaarden door de erkende organisaties.
2. De lidstaten trekken de erkenning van een producentenorganisatie in wanneer die organisatie niet langer aan de voorwaarden voor de erkenning voldoet of deze erkenning op onjuiste gegevens berust. Erkenningen die op bedrieglijke wijze zijn verkregen of worden gebruikt, worden met terugwerkende kracht ingetrokken.
3. Wanneer een lidstaat de erkenning van een organisatie intrekt, stelt hij de Commissie daarvan binnen twee maanden in kennis, met vermelding van de redenen waarom de erkenning wordt ingetrokken.
Artikel 6
De Commissie zorgt ervoor dat de lijst van de in het voorgaande jaar erkende producentenorganisaties en van de organisaties waarvan de erkenning in dezelfde periode is ingetrokken, aan het begin van elk jaar in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Unie wordt bekendgemaakt.
Artikel 7
Verordening (EEG) nr. 822/76 wordt ingetrokken.
Artikel 8
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 april 2008.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 12 maart 2008.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 84 van 31.3.1976, blz. 1.
(3) PB L 94 van 9.4.1976, blz. 19.