Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32008D0965

    2008/965/EG: Beschikking van de Commissie van 5 december 2008 betreffende de financiële steun van de Gemeenschap voor 2009 voor bepaalde communautaire referentielaboratoria op het gebied van diergezondheid en levende dieren (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 7667)

    PB L 344 van 20.12.2008, p. 112–116 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 01/08/2009

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2008/965/oj

    20.12.2008   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 344/112


    BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

    van 5 december 2008

    betreffende de financiële steun van de Gemeenschap voor 2009 voor bepaalde communautaire referentielaboratoria op het gebied van diergezondheid en levende dieren

    (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 7667)

    (Slechts de teksten in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Franse, de Spaanse en de Zweedse taal zijn authentiek)

    (2008/965/EG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Beschikking 90/424/EEG van de Raad van 26 juni 1990 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (1), en met name op artikel 28, lid 2,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (2), en met name op artikel 32, lid 7,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Overeenkomstig artikel 28, lid 1, van Beschikking 90/424/EEG kan steun van de Gemeenschap worden toegekend aan de communautaire referentielaboratoria op het gebied van diergezondheid en levende dieren.

    (2)

    Verordening (EG) nr. 1754/2006 van de Commissie van 28 november 2006 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van financiële steun van de Gemeenschap aan de communautaire referentielaboratoria voor diervoeders, levensmiddelen en diergezondheid (3) bepaalt dat de financiële steun van de Gemeenschap moet worden toegekend, als de goedgekeurde werkprogramma’s op doeltreffende wijze worden uitgevoerd en de begunstigden alle nodige informatie binnen bepaalde termijnen verstrekken.

    (3)

    Overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1754/2006 worden de relaties tussen de Commissie en de communautaire referentielaboratoria vastgelegd in een partnerschapsovereenkomst die vergezeld gaat van een meerjarig werkprogramma.

    (4)

    De Commissie heeft de door de communautaire referentielaboratoria ingediende werkprogramma’s en bijbehorende begrotingsramingen voor het jaar 2009 geëvalueerd.

    (5)

    Bijgevolg moet financiële steun van de Gemeenschap worden toegekend aan de communautaire referentielaboratoria die zijn aangewezen voor de uitvoering van de functies en de taken waarin in de volgende wetsbesluiten is voorzien:

    Richtlijn 92/35/EEG van de Raad van 29 april 1992 tot vaststelling van controlevoorschriften en van maatregelen ter bestrijding van paardenpest (4),

    Richtlijn 92/66/EEG van de Raad van 14 juli 1992 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van de ziekte van Newcastle (5),

    Richtlijn 92/119/EEG van de Raad van 17 december 1992 tot vaststelling van algemene communautaire maatregelen voor de bestrijding van bepaalde dierziekten en van specifieke maatregelen ten aanzien van de vesiculaire varkensziekte (6),

    Richtlijn 93/53/EEG van de Raad van 24 juni 1993 tot vaststelling van minimale communautaire maatregelen voor de bestrijding van bepaalde visziekten (7),

    Richtlijn 95/70/EG van de Raad van 22 december 1995 tot vaststelling van minimale communautaire maatregelen ter bestrijding van bepaalde ziekten van tweekleppige weekdieren (8),

    Beschikking 2000/258/EG van de Raad van 20 maart 2000 houdende aanwijzing van een specifiek instituut dat verantwoordelijk is voor de vaststelling van de criteria die nodig zijn voor de normalisatie van de serologische tests om de doelmatigheid van antirabiësvaccins te controleren (9),

    Richtlijn 2000/75/EG van de Raad van 20 november 2000 tot vaststelling van specifieke bepalingen inzake de bestrijding en uitroeiing van bluetongue (10),

    Richtlijn 2001/89/EG van de Raad van 23 oktober 2001 betreffende maatregelen van de Gemeenschap ter bestrijding van klassieke varkenspest (11),

    Richtlijn 2002/60/EG van de Raad van 27 juni 2002 houdende vaststelling van specifieke bepalingen voor de bestrijding van Afrikaanse varkenspest en houdende wijziging van Richtlijn 92/119/EEG met betrekking tot besmettelijke varkensverlamming (Teschenerziekte) en Afrikaanse varkenspest (12),

    Richtlijn 2003/85/EG van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van mond-en-klauwzeer, tot intrekking van Richtlijn 85/511/EEG en van de Beschikkingen 89/531/EEG en 91/665/EEG, en tot wijziging van Richtlijn 92/46/EEG (13),

    Beschikking 96/463/EG van de Raad van 23 juli 1996 tot aanwijzing van de referentie-instantie die verantwoordelijk is voor de uniformisering van de methoden voor het testen van raszuivere fokrunderen en van de evaluatie van de testresultaten (14),

    Verordening (EG) nr. 882/2004 voor brucellose,

    Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40/EEG (15),

    Richtlijn 2006/88/EG van de Raad van 24 oktober 2006 betreffende veterinairrechtelijke voorschriften voor aquacultuurdieren en de producten daarvan en betreffende de preventie en bestrijding van bepaalde ziekten bij waterdieren (16),

    Verordening (EG) nr. 180/2008 van de Commissie van 28 februari 2008 betreffende het communautaire referentielaboratorium voor andere paardenziekten dan paardenpest en tot wijziging van bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad (17),

    Verordening (EG) nr. 737/2008 van de Commissie van 28 juli 2008 tot aanwijzing van de communautaire referentielaboratoria voor ziekten bij schaaldieren, rabiës en rundertuberculose, tot vaststelling van aanvullende verantwoordelijkheden en taken van de communautaire referentielaboratoria voor rabiës en rundertuberculose en tot wijziging van bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad (18).

    (6)

    De financiële steun voor het functioneren en de organisatie van workshops van de communautaire referentielaboratoria moet ook in overeenstemming zijn met de in Verordening (EG) nr. 1754/2006 vastgestelde subsidiabiliteitsvoorschriften.

    (7)

    Overeenkomstig artikel 3, lid 2, onder a), en artikel 13 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (19) moeten programma’s om dierziekten uit te roeien of te bewaken (veterinaire maatregelen) worden gefinancierd uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF). Voorts bepaalt artikel 13, tweede alinea, van die verordening dat in deugdelijk gemotiveerde uitzonderingsgevallen de door de lidstaten en door de begunstigden van steun uit het ELGF verrichte uitgaven voor administratieve en personeelskosten voor onder Beschikking 90/424/EEG vallende maatregelen en programma’s door het ELGF worden gefinancierd. Met het oog op de financiële controles zijn de artikelen 9, 36 en 37 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van toepassing.

    (8)

    De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    Voor paardenpest kent de Gemeenschap financiële steun toe aan het Laboratorio Central de Sanidad Animal de Algete, Algete (Madrid), Spanje, voor het vervullen van de in bijlage III bij Richtlijn 92/35/EEG vermelde functies en taken.

    De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt 100 % van de door dat laboratorium voor het werkprogramma gemaakte subsidiabele kosten, als omschreven in Verordening (EG) nr. 1754/2006, en bedraagt ten hoogste 101 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2009, waarvan maximaal 35 000 EUR is bestemd voor de organisatie van een technische workshop over paardenpest.

    Artikel 2

    Voor de ziekte van Newcastle kent de Gemeenschap financiële steun toe aan het Veterinary Laboratories Agency (VLA), New Haw, Weybridge, Verenigd Koninkrijk, voor het vervullen van de in bijlage V bij Richtlijn 92/66/EEG vermelde functies en taken.

    De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt 100 % van de door dat laboratorium voor het werkprogramma gemaakte subsidiabele kosten, als omschreven in Verordening (EG) nr. 1754/2006, en bedraagt ten hoogste 88 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2009.

    Artikel 3

    Voor de vesiculaire varkensziekte kent de Gemeenschap financiële steun toe aan het AFRC Institute for Animal Health, Pirbright Laboratory, Pirbright, Verenigd Koninkrijk, voor het vervullen van de in bijlage III bij Richtlijn 92/119/EEG vermelde functies en taken.

    De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt 100 % van de door dat laboratorium voor het werkprogramma gemaakte subsidiabele kosten, als omschreven in Verordening (EG) nr. 1754/2006, en bedraagt ten hoogste 125 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2009.

    Artikel 4

    Voor visziekten kent de Gemeenschap financiële steun toe aan de Technical University of Denmark, National Veterinary Institute, Department of Poultry, Fish and Fur Animals, Aarhus, Denemarken, voor het vervullen van de functies en taken als bedoeld in bijlage C bij Richtlijn 93/53/EEG.

    De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt 100 % van de door dat laboratorium voor het werkprogramma gemaakte subsidiabele kosten, als omschreven in Verordening (EG) nr. 1754/2006, en bedraagt ten hoogste 255 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2009.

    Artikel 5

    Voor ziekten van tweekleppige weekdieren kent de Gemeenschap financiële steun toe aan het IFREMER, La Tremblade, Frankrijk, voor het vervullen van de in bijlage B bij Richtlijn 95/70/EG vermelde functies en taken.

    De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt 100 % van de door dat instituut voor het werkprogramma gemaakte subsidiabele kosten, als omschreven in Verordening (EG) nr. 1754/2006, en bedraagt maximaal 105 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2009.

    Artikel 6

    Voor rabiësserologie kent de Gemeenschap financiële steun toe aan het AFSSA, Laboratoire d’études sur la rage et la pathologie des animaux sauvages, Nancy, Frankrijk, voor het vervullen van de in bijlage II bij Beschikking 2000/258/EG vermelde functies en taken.

    De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt 100 % van de door dat laboratorium voor het werkprogramma gemaakte subsidiabele kosten, als omschreven in Verordening (EG) nr. 1754/2006, en bedraagt ten hoogste 205 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2009.

    Artikel 7

    Voor bluetongue kent de Gemeenschap financiële steun toe aan het AFRC Institute for Animal Health, Pirbright Laboratory, Pirbright, Verenigd Koninkrijk, voor het vervullen van de in bijlage II, deel B, bij Richtlijn 2000/75/EG vermelde functies en taken.

    De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt 100 % van de door dat laboratorium voor het werkprogramma gemaakte subsidiabele kosten, als omschreven in Verordening (EG) nr. 1754/2006, en bedraagt ten hoogste 298 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2009.

    Artikel 8

    Voor klassieke varkenspest kent de Gemeenschap financiële steun toe aan het Institut für Virologie der Tierärztlichen Hochschule Hannover, Hannover, Duitsland, voor het vervullen van de in bijlage IV bij Richtlijn 2001/89/EG vermelde functies en taken.

    De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt 100 % van de door dat instituut voor het werkprogramma gemaakte subsidiabele kosten, als omschreven in Verordening (EG) nr. 1754/2006, en bedraagt maximaal 215 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2009.

    Artikel 9

    Voor Afrikaanse varkenspest kent de Gemeenschap financiële steun toe aan het Centro de Investigación en Sanidad Animal, Valdeolmos, Madrid, Spanje, voor het vervullen van de in bijlage V bij Richtlijn 2002/60/EG vermelde functies en taken.

    De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt 100 % van de door dat laboratorium voor het werkprogramma gemaakte subsidiabele kosten, als omschreven in Verordening (EG) nr. 1754/2006, en bedraagt ten hoogste 208 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2009, waarvan maximaal 43 000 EUR is bestemd voor de organisatie van een technische workshop over Afrikaanse varkenspest.

    In afwijking van artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1754/2006 kan het in lid 1 vermelde laboratorium aanspraak maken op financiële steun voor de deelname van maximaal 50 personen aan een van de in lid 2 van dit artikel vermelde workshops.

    Artikel 10

    Voor mond-en-klauwzeer kent de Gemeenschap financiële steun toe aan het Institute for Animal Health, Pirbright Laboratory, van de Biotechnology and Biological Sciences Research Council (BBSRC), Pirbright, Verenigd Koninkrijk, voor het vervullen van de in bijlage XVI bij Richtlijn 2003/85/EG vermelde functies en taken.

    De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt 100 % van de door dat laboratorium voor het werkprogramma gemaakte subsidiabele kosten, als omschreven in Verordening (EG) nr. 1754/2006, en bedraagt ten hoogste 300 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2009.

    Artikel 11

    Voor de uniformisering van methoden voor het testen van raszuivere fokrunderen en van de evaluatie van de testresultaten kent de Gemeenschap financiële steun toe aan het INTERBULL Centre, Department of Animal Breeding and Genetics, Swedish University of Agricultural Sciences, Uppsala, Zweden, voor het vervullen van de in bijlage II bij Beschikking 96/463/EG vermelde functies en taken.

    De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt 100 % van de door dat centrum voor het werkprogramma gemaakte subsidiabele kosten, als omschreven in Verordening (EG) nr. 1754/2006, en bedraagt ten hoogste 91 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2009.

    Artikel 12

    Voor brucellose kent de Gemeenschap financiële steun toe aan het AFSSA, Laboratoire d’études et de recherches en pathologie animale et zoonoses, Maisons-Alfort, Frankrijk, voor het vervullen van de in artikel 32, lid 2, van Verordening (EG) nr. 882/2004 vermelde functies en taken.

    De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt 100 % van de door dat laboratorium voor het werkprogramma gemaakte subsidiabele kosten, als omschreven in Verordening (EG) nr. 1754/2006, en bedraagt maximaal 269 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2009, waarvan maximaal 28 000 EUR is bestemd voor de organisatie van een technische workshop over diagnosetechnieken voor brucellose.

    Artikel 13

    Voor aviaire influenza kent de Gemeenschap financiële steun toe aan het Veterinary Laboratories Agency (VLA), New Haw, Weybridge, Verenigd Koninkrijk, voor het vervullen van de in bijlage VII bij Richtlijn 2005/94/EG vermelde functies en taken.

    De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt 100 % van de door dat laboratorium voor het werkprogramma gemaakte subsidiabele kosten, als omschreven in Verordening (EG) nr. 1754/2006, en bedraagt ten hoogste 400 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2009.

    Artikel 14

    Voor ziekten bij schaaldieren kent de Gemeenschap financiële steun toe aan het Centre for Environment, Fisheries & Aquaculture Science (Cefas), Weymouth Laboratory, Verenigd Koninkrijk, voor het vervullen van de in bijlage VI, deel I, bij Richtlijn 2006/88/EG vermelde functies en taken.

    De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt 100 % van de door dat laboratorium voor het werkprogramma gemaakte subsidiabele kosten, als omschreven in Verordening (EG) nr. 1754/2006, en bedraagt ten hoogste 95 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2009.

    Artikel 15

    Voor andere paardenziekten dan paardenpest kent de Gemeenschap financiële steun toe aan het AFSSA, Laboratoire d’études et de recherches en pathologie animale et zoonoses/Laboratoire d’études et de recherche en pathologie équine, Frankrijk, voor het vervullen van de in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 180/2008 vermelde functies en taken.

    De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt 100 % van de door dat laboratorium voor het werkprogramma gemaakte subsidiabele kosten, als omschreven in Verordening (EG) nr. 1754/2006, en bedraagt ten hoogste 515 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2009, waarvan maximaal 40 000 EUR is bestemd voor de organisatie van een technische workshop over paardenziekten.

    Artikel 16

    Voor rabiës kent de Gemeenschap financiële steun toe aan het AFSSA, Laboratoire d’études sur la rage et la pathologie des animaux sauvages, Nancy, Frankrijk, voor het vervullen van de in bijlage I bij Verordening (EG) 737/2008 vermelde functies en taken.

    De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt 100 % van de door dat laboratorium voor het werkprogramma gemaakte subsidiabele kosten, als omschreven in Verordening (EG) nr. 1754/2006, en bedraagt ten hoogste 285 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2009, waarvan maximaal 25 000 EUR is bestemd voor de organisatie van een technische workshop over rabiës.

    Artikel 17

    Voor tuberculose kent de Gemeenschap financiële steun toe aan het Laboratorio de Vigilancia Veterinaria (VISAVET) van de Facultad de Veterinaria, Universidad Complutense de Madrid, Madrid, Spanje, voor het vervullen van de in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 737/2008 vermelde functies en taken.

    De financiële steun van de Gemeenschap bedraagt 100 % van de door dat laboratorium voor het werkprogramma gemaakte subsidiabele kosten, als omschreven in Verordening (EG) nr. 1754/2006, en bedraagt ten hoogste 205 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2009, waarvan maximaal 25 000 EUR is bestemd voor de organisatie van een technische workshop over tuberculose.

    Artikel 18

    Deze beschikking is gericht tot:

    voor paardenpest, Laboratorio Central de Sanidad Animal, Ministerio de Medio Ambiente y Medio Rural y Marino, Ctra. De Algete km. 8, Valdeolmos, E-28110 Algete, Madrid, Spanje; mevrouw Concepción Gómez Tejedor, tel. (34) 916 29 03 00

    voor de ziekte van Newcastle, Veterinary Laboratories Agency (VLA) Weybridge, New Haw, Addelstone Surrey KT15 3NB, Verenigd Koninkrijk; de heer Ian Brown, tel. (44) 1932 35 73 39

    voor vesiculaire varkensziekte, AFRC Institute for Animal Health, Pirbright Laboratory, Pirbright, Woking, Surrey GU24 ONF, Verenigd Koninkrijk; de heer D.J. Paton, tel. (44) 7900 16 20 31

    voor visziekten, Danmarks Tekniske Universitet, Veterinærinstituttet, Afdeling for Fjerkræ, Fisk og Pelsdyr, Hangøvej 2, DK-8200 Århus, Denemarken; de heer Kristian Møller, tel. (45) 72 34 61 89

    voor ziekten van tweekleppige weekdieren, IFREMER, BP 133, F-17390 La Tremblade, Frankrijk; mevrouw Isabelle Arzul, tel. (33) 546 76 26 47

    voor rabiësserologie, AFSSA, Laboratoire d’études sur la rage et la pathologie des animaux sauvages, site de Nancy, Domaine de Pixérécourt, BP 9, F-54220 Malzéville, Frankrijk; mevrouw Florence Cliquet, tel. (33) 383 29 89 50

    voor bluetongue, AFRC Institute for Animal Health, Pirbright Laboratory, Pirbright, Woking, Surrey GU24 ONF, Verenigd Koninkrijk; de heer D.J. Paton, tel. (44) 7900 16 20 31

    voor klassieke varkenspest, Institut für Virologie der Tierärztlichen Hochschule, Bischofsholer Damm 15, D-30173 Hannover, Duitsland; de heer Peter Joppe, tel. (49-511) 953 80 20

    voor Afrikaanse varkenspest, Centro de Investigación en Sanidad Animal, Valdeolmos, Ctra. De Algete a El Casar, E-28130 Valdeolmos, Madrid, Spanje; mevrouw Marisa Arias, tel. (34) 600 31 51 89

    voor mond-en-klauwzeer, AFRC Institute for Animal Health, Pirbright Laboratory, Pirbright, Woking, Surrey GU24 ONF, Verenigd Koninkrijk; de heer D.J. Paton, tel. (44) 7900 16 20 31

    voor de uniformisering van methoden voor het testen van raszuivere fokrunderen en van de evaluatie van de testresultaten, INTERBULL Centre, Department of Animal Breeding and Genetics SLU, Swedish University of Agricultural Sciences, Box: 7023, S-750 07 Uppsala, Zweden; de heer João Walter Dürr, tel. (46-18) 67 20 98

    voor brucellose, AFSSA, Laboratoire d’études et de recherches en pathologie animale et zoonoses, 23, avenue du Général-de-Gaulle, F-94706 Maisons-Alfort Cedex, Frankrijk; de heer Bruno Garin-Bastuji, tel. (33) 607 94 26 31

    voor aviaire influenza, Veterinary Laboratories Agency (VLA) Weybridge, New Haw, Addelstone Surrey KT15 3NB, Verenigd Koninkrijk; de heer Ian Brown, tel. (44) 1932 35 73 39

    voor ziekten bij schaaldieren, Centre for Environment, Fisheries & Aquaculture Science (Cefas), Weymouth Laboratory, The Nothe, Barrack Road, Weymouth, Dorset DT4 8UB, Verenigd Koninkrijk; de heer David Grant Stentiford, tel. (44) 1305 20 67 22

    voor paardenziekten, AFSSA, Laboratoire d’études et de recherches en pathologie animale et zoonoses, 23, avenue du Général-de-Gaulle, F-94706 Maisons-Alfort Cedex Frankrijk; de heer Stéphan Zientara, tel. (33) 143 96 72 80

    voor rabiës, AFSSA, Laboratoire d’études sur la rage et la pathologie des animaux sauvages, site de Nancy, Domaine de Pixérécourt, BP 9, F-54220 Malzéville, Frankrijk; mevrouw Florence Cliquet, tel. (33) 383 29 89 50

    voor tuberculose, Visavet — Laboratorio de Vigilancia Veterinaria, Facultad de Veterinaria de la Universidad Complutense de Madrid, Avda. Puerta de Hierro, s/n. Ciudad Universitaria, E-28040 Madrid, Spanje; mevrouw Alicia Aranaz, tel. (34) 913 94 39 92.

    Gedaan te Brussel, 5 december 2008.

    Voor de Commissie

    Androulla VASSILIOU

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 224 van 18.8.1990, blz. 19.

    (2)  PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1; gerectificeerd in PB L 191 van 28.5.2004, blz. 1.

    (3)  PB L 331 van 29.11.2006, blz. 8.

    (4)  PB L 157 van 10.6.1992, blz. 19.

    (5)  PB L 260 van 5.9.1992, blz. 1.

    (6)  PB L 62 van 15.3.1993, blz. 69.

    (7)  PB L 175 van 19.7.1993, blz. 23.

    (8)  PB L 332 van 30.12.1995, blz. 33.

    (9)  PB L 79 van 30.3.2000, blz. 40.

    (10)  PB L 327 van 22.12.2000, blz. 74.

    (11)  PB L 316 van 1.12.2001, blz. 5.

    (12)  PB L 192 van 20.7.2002, blz. 27.

    (13)  PB L 306 van 22.11.2003, blz. 1.

    (14)  PB L 192 van 2.8.1996, blz. 19.

    (15)  PB L 10 van 14.1.2006, blz. 16.

    (16)  PB L 328 van 24.11.2006, blz. 14.

    (17)  PB L 56 van 29.2.2008, blz. 4.

    (18)  PB L 201 van 30.7.2008, blz. 29.

    (19)  PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1.


    Top