This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32007R1342
Council Regulation (EC) No 1342/2007 of 22 October 2007 on administering certain restrictions on imports of certain steel products from the Russian Federation
Verordening (EG) nr. 1342/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 betreffende het beheer van bepaalde beperkingen op de invoer van bepaalde ijzer- en staalproducten uit de Russische Federatie
Verordening (EG) nr. 1342/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 betreffende het beheer van bepaalde beperkingen op de invoer van bepaalde ijzer- en staalproducten uit de Russische Federatie
PB L 300 van 17.11.2007, p. 1–23
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 21/08/2012; opgeheven door 32012R0529 zie 22012X0821(01)
17.11.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 300/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 1342/2007 VAN DE RAAD
van 22 oktober 2007
betreffende het beheer van bepaalde beperkingen op de invoer van bepaalde ijzer- en staalproducten uit de Russische Federatie
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 133,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Russische Federatie, anderzijds (1), hierna „de OPS” genoemd, is op 1 december 1997 in werking getreden. |
(2) |
In artikel 21, lid 1, van de OPS is bepaald dat de handel in bepaalde ijzer- en staalproducten wordt geregeld bij de bepalingen van titel III daarvan, met uitzondering van artikel 15, en bij de bepalingen van een overeenkomst betreffende kwantitatieve regelingen. |
(3) |
Op 26 oktober 2007 hebben de Europese Gemeenschap en de Russische Federatie een dergelijke overeenkomst betreffende de handel in bepaalde ijzer- en staalproducten (2) gesloten, hierna „de overeenkomst” genoemd. |
(4) |
Er dient te worden voorzien in middelen voor het beheer van de overeenkomst in de Gemeenschap, rekening houdend met de ervaring die eerder met overeenkomsten betreffende dergelijke regelingen is opgedaan. |
(5) |
Het is dienstig de betrokken producten in te delen op basis van de bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (3) vastgestelde gecombineerde nomenclatuur (GN). |
(6) |
Er moet op worden toegezien dat de oorsprong van de betrokken producten wordt gecontroleerd en dat daartoe passende regelingen voor administratieve samenwerking worden opgezet. |
(7) |
Voor een doeltreffende toepassing van de overeenkomst moet voor het in het vrije verkeer brengen in de Gemeenschap van de betrokken producten een communautaire invoervergunning worden vereist en tevens worden voorzien in een regeling voor de afgifte van dergelijke communautaire invoervergunningen. |
(8) |
Producten die in een vrije zone zijn geplaatst of die in het kader van het stelsel van douane-entrepots, de regeling tijdelijke invoer of de regeling actieve veredeling (schorsingssysteem) worden ingevoerd, moeten niet worden afgeboekt van de voor deze producten vastgestelde beperkingen. |
(9) |
Om te waarborgen dat de kwantitatieve beperkingen niet worden overschreden, moet een procedure voor het beheer daarvan worden ingesteld, die inhoudt dat de bevoegde autoriteiten van de lidstaten pas invoervergunningen afgeven nadat zij van de Commissie bevestiging hebben gekregen dat binnen de betrokken kwantitatieve beperking nog voldoende hoeveelheden beschikbaar zijn. |
(10) |
De overeenkomst voorziet in een stelsel voor samenwerking tussen de Russische Federatie en de Gemeenschap, teneinde te voorkomen dat zij door overlading, routeverlegging of op andere wijze wordt ontweken. Tevens moet worden voorzien in een overlegprocedure waarbij met het betrokken land overeenstemming kan worden bereikt over een gelijkwaardige aanpassing van de desbetreffende kwantitatieve beperking wanneer blijkt dat de overeenkomst is ontweken. De Russische Federatie heeft zich tevens bereid verklaard de nodige maatregelen te nemen zodat dergelijke aanpassingen snel kunnen worden toegepast. Indien binnen de gestelde termijn geen overeenstemming is bereikt en ontwijking onomstotelijk is aangetoond, moet de Gemeenschap de mogelijkheid hebben een gelijkwaardige aanpassing toe te passen. |
(11) |
Met ingang van 1 januari 2007 is de invoer in de Gemeenschap van producten die onder deze verordening vallen onderworpen aan een vergunning overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1872/2006 van de Raad van 11 december 2006 betreffende de handel in bepaalde ijzer- en staalproducten tussen de Europese Gemeenschap en de Russische Federatie (4). In de overeenkomst is bepaald dat die invoer moet worden afgeboekt van de beperkingen die bij deze verordening voor 2007 worden vastgesteld. |
(12) |
Om redenen van duidelijkheid is het derhalve noodzakelijk Verordening (EG) nr. 1872/2006 door deze verordening te vervangen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
HOOFDSTUK I
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
1. Deze verordening is van toepassing op de invoer in de Gemeenschap van de in bijlage I vermelde ijzer- en staalproducten van oorsprong uit de Russische Federatie.
2. De ijzer- en staalproducten worden ingedeeld in de in bijlage I vastgestelde productgroepen.
3. De oorsprong van de in lid 1 bedoelde producten wordt vastgesteld overeenkomstig de in de Gemeenschap geldende regels.
4. De procedures voor de controle op de oorsprong van de in lid 1 bedoelde producten zijn vervat in de hoofdstukken II en III.
Artikel 2
1. De invoer in de Gemeenschap van de in bijlage I vermelde producten van oorsprong uit de Russische Federatie is onderworpen aan de in bijlage V vastgestelde jaarlijkse kwantitatieve beperkingen. Bij het in de Gemeenschap in het vrije verkeer brengen van de in bijlage I vermelde producten van oorsprong uit de Russische Federatie dient een certificaat van oorsprong overeenkomstig bijlage II en een door de autoriteiten van de lidstaten overeenkomstig artikel 4 afgegeven invoervergunning te worden overgelegd.
De hoeveelheden waarvoor een vergunning is afgegeven, worden afgeboekt van de kwantitatieve beperkingen die zijn vastgesteld voor het jaar waarin de producten uit het land van uitvoer worden verzonden.
2. Om erop toe te zien dat de hoeveelheden waarvoor invoervergunningen worden afgegeven nooit de totale kwantitatieve beperkingen voor elke productgroep overschrijden, geven de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de invoervergunningen pas af nadat zij van de Commissie bevestiging hebben gekregen dat er ten aanzien van het land van uitvoer nog steeds hoeveelheden beschikbaar zijn binnen de kwantitatieve beperkingen voor de betrokken productgroep van ijzer- en staalproducten waarvoor een of meer importeurs aanvragen bij die autoriteiten hebben ingediend. De voor de toepassing van deze verordening bevoegde autoriteiten van de lidstaten zijn opgenomen in bijlage IV.
3. Na 1 januari 2007 ingevoerde producten waarvoor op grond van Verordening (EG) nr. 1872/2006 een vergunning was vereist, worden van de desbetreffende in bijlage V opgenomen beperkingen voor 2007 afgeboekt.
4. Voor de toepassing van deze verordening en met ingang van de datum waarop zij van toepassing wordt, geldt dat producten geacht worden te zijn verzonden op de datum waarop zij zijn geladen op het vervoermiddel waarmee zij zijn uitgevoerd.
Artikel 3
1. De in bijlage V bedoelde kwantitatieve beperkingen zijn niet van toepassing op producten die in een vrije zone of een vrij entrepot worden ondergebracht of die worden ingevoerd onder het stelsel van douane-entrepots, de regeling tijdelijke invoer of de regeling actieve veredeling (schorsingssysteem).
2. Wanneer de in lid 1 bedoelde producten later in het vrije verkeer worden gebracht, hetzij in ongewijzigde staat, hetzij na be- of verwerking, is artikel 2, lid 2, van toepassing en worden de aldus in het vrije verkeer gebrachte producten afgeboekt van de desbetreffende kwantitatieve beperking van bijlage V.
Artikel 4
1. Voor de toepassing van artikel 2, lid 2, stellen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, voordat zij invoervergunningen afgeven, de Commissie in kennis van de hoeveelheden waarvoor zij met originele uitvoervergunningen gestaafde aanvragen voor invoervergunningen hebben ontvangen. De Commissie bevestigt per omgaande dat de aangevraagde hoeveelheden beschikbaar zijn voor invoer, in de volgorde waarin zij de kennisgevingen van de lidstaten heeft ontvangen.
2. De in de kennisgevingen aan de Commissie vervatte aanvragen zijn geldig indien daarin voor elk geval duidelijk is vermeld: het land van uitvoer, de betrokken productgroep, de in te voeren hoeveelheden, het nummer van de uitvoervergunning, het contingentjaar en de lidstaat waar de producten in het vrije verkeer zullen worden gebracht.
3. Voor zover mogelijk geeft de Commissie de autoriteiten van de lidstaten bevestiging van de totale hoeveelheid die in de ter kennis gebrachte aanvragen voor elke productgroep is aangegeven. Indien aanvragen waarvan kennis wordt gegeven de beperkingen overschrijden, neemt de Commissie bovendien onverwijld contact op met de bevoegde autoriteiten van de Russische Federatie, teneinde opheldering en een spoedige oplossing te verkrijgen.
4. Wanneer de bevoegde autoriteiten van de lidstaten ervan kennisnemen dat hoeveelheden tijdens de geldigheidsduur van de invoervergunning niet worden gebruikt, delen zij dit de Commissie onmiddellijk mee. Die ongebruikte hoeveelheden worden automatisch overgeboekt naar de resterende hoeveelheden van de totale communautaire kwantitatieve beperking voor elke productgroep.
5. De in de leden 1 tot en met 4 bedoelde kennisgevingen worden langs elektronische weg gedaan via het voor dit doel opgezette geïntegreerde netwerk, tenzij het om dwingende technische redenen noodzakelijk is tijdelijk andere communicatiemiddelen te gebruiken.
6. De invoervergunningen of gelijkwaardige documenten worden afgegeven overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk II.
7. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten stellen de Commissie in kennis van de annulering van reeds afgegeven invoervergunningen of gelijkwaardige documenten wanneer de desbetreffende uitvoervergunningen door de bevoegde autoriteiten van de Russische Federatie zijn ingetrokken of geannuleerd. Indien echter de Commissie of de bevoegde autoriteiten van een lidstaat door de bevoegde autoriteiten van de Russische Federatie in kennis zijn gesteld van de intrekking of annulering van een uitvoervergunning nadat de betrokken producten in de Gemeenschap zijn ingevoerd, worden de betrokken hoeveelheden afgeboekt van de kwantitatieve beperking voor het jaar waarin de producten zijn verzonden.
Artikel 5
Voor de toepassing van artikel 3, leden 3 en 4, en artikel 10, lid 1, van de overeenkomst, wordt de Commissie hierbij gemachtigd de nodige aanpassingen te verrichten.
Artikel 6
1. Indien de Commissie aan de hand van het onderzoek overeenkomstig de procedures van hoofdstuk III vaststelt dat uit de gegevens waarover zij beschikt, blijkt dat in bijlage I vermelde producten van oorsprong uit de Russische Federatie door middel van overlading, routeverlegging of anderszins in de Gemeenschap zijn ingevoerd met ontwijking van de in artikel 2 bedoelde kwantitatieve beperkingen, en dat derhalve de nodige aanpassingen moeten worden verricht, verzoekt zij om overleg, teneinde tot overeenstemming te kunnen komen over een gelijkwaardige aanpassing van de overeenkomstige kwantitatieve beperkingen.
2. In afwachting van de resultaten van het in lid 1 bedoelde overleg kan de Commissie de Russische Federatie verzoeken de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen zodat bij duidelijk bewijs van ontwijking de bij dit overleg overeengekomen aanpassingen van de kwantitatieve beperkingen kunnen worden verricht voor het jaar waarin het verzoek om overleg is ingediend, ofwel voor het daaropvolgende jaar, indien de kwantitatieve beperkingen voor het lopende jaar reeds zijn opgebruikt.
3. Indien de Gemeenschap en de Russische Federatie geen bevredigende oplossing kunnen vinden en de Commissie vaststelt dat duidelijk bewijs van ontwijking voorhanden is, brengt de Commissie op de kwantitatieve beperkingen een gelijkwaardige hoeveelheid producten van oorsprong uit de Russische Federatie in mindering.
HOOFDSTUK II
PROCEDURES VOOR HET BEHEER VAN DE KWANTITATIEVE BEPERKINGEN
AFDELING 1
Indeling
Artikel 7
De indeling van de onder deze verordening vallende producten gebeurt op basis van de gecombineerde nomenclatuur (GN), die is ingesteld bij Verordening (EEG) nr. 2658/87.
Artikel 8
Op initiatief van de Commissie of van een lidstaat onderzoekt de afdeling Tarief- en statistieknomenclatuur van het Comité douanewetboek, ingesteld bij Verordening (EEG) nr. 2658/87, overeenkomstig het bepaalde in die verordening met spoed alle vraagstukken in verband met de indeling van de onder deze verordening vallende producten in de gecombineerde nomenclatuur, teneinde deze producten in de juiste productgroepen in te delen.
Artikel 9
De Commissie stelt de Russische Federatie in kennis van alle wijzigingen in de gecombineerde nomenclatuur (GN) en de Taric-codes betreffende de onder deze verordening vallende producten. Deze kennisgeving geschiedt ten minste een maand voordat de wijzigingen in de Gemeenschap in werking treden.
Artikel 10
De Commissie stelt de bevoegde autoriteiten van de Russische Federatie in kennis van alle overeenkomstig de in de Gemeenschap geldende procedures genomen besluiten betreffende de indeling van onder deze verordening vallende producten, binnen een maand nadat deze besluiten zijn genomen. Deze kennisgeving bevat:
a) |
een omschrijving van de betrokken producten; |
b) |
de desbetreffende productgroep, de code van de gecombineerde nomenclatuur (GN-code) en de Taric-code; |
c) |
de redenen voor het besluit. |
Artikel 11
1. Indien de indeling of de productgroep van een onder deze verordening vallend product wordt gewijzigd bij een overeenkomstig de geldende communautaire procedures genomen indelingsbesluit, nemen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten een termijn van dertig dagen na de datum van kennisgeving door de Commissie in acht, alvorens het besluit ten uitvoer te leggen.
2. Voor producten die vóór de datum van toepassing van het besluit zijn verzonden, blijft de vroegere indeling van toepassing, mits zij binnen zestig dagen na die datum ten invoer worden aangegeven.
Artikel 12
Wanneer een overeenkomstig de in artikel 11 bedoelde communautaire procedures genomen indelingsbesluit betrekking heeft op een productgroep waarop een kwantitatieve beperking van toepassing is, opent de Commissie indien nodig onverwijld het in artikel 9 bedoelde overleg teneinde tot overeenstemming te komen over de eventueel vereiste aanpassing van de desbetreffende kwantitatieve beperkingen van bijlage V.
Artikel 13
1. Wanneer in de documenten die voor de invoer van onder deze verordening vallende producten nodig zijn een andere indeling is aangegeven dan die welke is vastgesteld door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar zij worden ingevoerd, geldt, tenzij anders bepaald, voor de betrokken goederen voorlopig de invoerregeling die volgens deze verordening op die goederen van toepassing is op grond van de indeling die door die autoriteiten is vastgesteld.
2. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten stellen de Commissie in kennis van de in lid 1 bedoelde gevallen, met vermelding van:
a) |
de betrokken hoeveelheden; |
b) |
de op het invoerdocument vermelde productgroep en die welke door de bevoegde autoriteiten is vastgesteld; |
c) |
het nummer van de uitvoervergunning en de daarin vermelde categorie. |
3. Voor onder de in bijlage V vermelde communautaire kwantitatieve beperkingen vallende ijzer- en staalproducten waarvan de indeling is gewijzigd, geven de bevoegde autoriteiten van de lidstaten pas een nieuwe invoervergunning af nadat zij overeenkomstig de in artikel 4 vastgestelde procedure van de Commissie bevestiging hebben gekregen dat de in te voeren hoeveelheden beschikbaar zijn.
4. De Commissie stelt de betrokken landen van uitvoer in kennis van de in dit artikel bedoelde gevallen.
Artikel 14
In de in artikel 13 bedoelde gevallen, evenals in soortgelijke door de bevoegde autoriteiten van de Russische Federatie gesignaleerde gevallen, treedt de Commissie indien nodig in overleg met de Russische Federatie, teneinde tot overeenstemming te komen over de definitieve indeling van de producten waarover het geschil is gerezen.
Artikel 15
In overleg met de bevoegde autoriteiten van de lidstaat of lidstaten van invoer en van de Russische Federatie kan de Commissie in de in artikel 14 bedoelde gevallen de definitieve indeling van de producten waarover het geschil is gerezen, vaststellen.
Artikel 16
Indien een geschil als bedoeld in artikel 13 niet overeenkomstig artikel 14 kan worden beslecht, stelt de Commissie overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EEG) nr. 2658/87 de indeling van de goederen in de gecombineerde nomenclatuur vast.
AFDELING 2
Systeem van dubbele controle voor het beheer van kwantitatieve beperkingen
Artikel 17
1. De bevoegde autoriteiten van de Russische Federatie geven uitvoervergunningen af voor alle zendingen van ijzer- en staalproducten waarop de in bijlage V vermelde kwantitatieve beperkingen van toepassing zijn, totdat deze maximale hoeveelheden zijn bereikt.
2. De importeur legt het origineel van de uitvoervergunning over met het oog op de afgifte van de in artikel 20 bedoelde invoervergunning.
Artikel 18
1. De uitvoervergunning voor producten waarop een kwantitatieve beperking van toepassing is, wordt opgesteld overeenkomstig het model in bijlage II en vermeldt onder meer dat de betrokken hoeveelheid is afgeboekt van de kwantitatieve beperking voor de betrokken productgroep.
2. Elke uitvoervergunning betreft slechts één van de productgroepen in bijlage I.
Artikel 19
De uitvoer wordt afgeboekt van de kwantitatieve beperkingen die zijn vastgesteld voor het jaar waarin de in de uitvoervergunning vermelde producten zijn verzonden in de zin van artikel 2, lid 4.
Artikel 20
1. Voor zover de Commissie overeenkomstig artikel 4 heeft bevestigd dat de gevraagde hoeveelheid binnen de desbetreffende kwantitatieve beperking beschikbaar is, geven de bevoegde autoriteiten van de lidstaten een invoervergunning af binnen tien werkdagen na de datum waarop de importeur het origineel van de overeenkomstige uitvoervergunning heeft overgelegd. De uitvoervergunning moet uiterlijk op 31 maart van het jaar volgende op dat waarin de in de uitvoervergunning vermelde goederen zijn verzonden, worden overgelegd. Invoervergunningen worden afgegeven door de bevoegde autoriteiten van elke lidstaat, ongeacht de in de uitvoervergunning vermelde lidstaat, voor zover de Commissie overeenkomstig de procedure van artikel 4 heeft bevestigd dat de gevraagde hoeveelheid binnen de desbetreffende kwantitatieve beperking beschikbaar is.
2. De invoervergunningen zijn vanaf de datum van afgifte vier maanden geldig. Op met redenen omkleed verzoek van de importeur kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat de geldigheidsduur met ten hoogste vier maanden verlengen.
3. Invoervergunningen worden opgesteld overeenkomstig het in bijlage III opgenomen model en zijn geldig in het gehele douanegebied van de Gemeenschap.
4. De aangifte of aanvraag van de importeur om een invoervergunning te verkrijgen bevat de volgende gegevens:
a) |
de volledige naam en het volledige adres van de exporteur; |
b) |
de volledige naam en het volledige adres van de importeur; |
c) |
een nauwkeurige omschrijving van de goederen en de Taric-code(s); |
d) |
het land van oorsprong van de goederen; |
e) |
het land van verzending van de goederen; |
f) |
de productgroep en de hoeveelheid van de betrokken producten; |
g) |
het nettogewicht voor elke GN-post; |
h) |
de cif-waarde van de producten franco grens Gemeenschap per GN-post; |
i) |
in voorkomend geval de data van betaling en levering en een kopie van de vrachtbrief en het koopcontract; |
j) |
de datum en het nummer van de uitvoervergunning; |
k) |
eventuele voor administratieve doeleinden gebruikte interne codes; |
l) |
de datum en de handtekening van de importeur. |
5. De importeurs zijn niet verplicht de volledige hoeveelheid waarop een invoervergunning betrekking heeft in één keer in te voeren.
6. De invoervergunning mag langs elektronische weg worden afgegeven, mits de betrokken douanekantoren via een computernetwerk toegang tot het document hebben.
Artikel 21
De door de autoriteiten van de lidstaten afgegeven invoervergunningen zijn geldig voor de hoeveelheden die zijn vermeld in de aan deze vergunningen ten grondslag liggende, door de bevoegde autoriteiten van de Russische Federatie afgegeven uitvoervergunningen, mits deze uitvoervergunningen geldig zijn.
Artikel 22
Invoervergunningen of gelijkwaardige documenten worden door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten overeenkomstig artikel 2, lid 2, van de verordening zonder onderscheid aan importeurs in de Gemeenschap afgegeven, ongeacht de plaats van vestiging van de importeurs in de Gemeenschap en onverminderd de andere voorschriften ter zake.
Artikel 23
1. Indien de Commissie constateert dat de totale hoeveelheid waarvoor de Russische Federatie voor een bepaalde productgroep in enig jaar uitvoervergunningen heeft afgegeven, de voor die productgroep vastgestelde kwantitatieve beperking overschrijdt, wordt de bevoegde autoriteiten in de lidstaten onmiddellijk verzocht de afgifte van invoervergunningen op te schorten. In dat geval treedt de Commissie onverwijld in overleg.
2. De bevoegde autoriteiten van een lidstaat geven geen invoervergunningen af voor producten van oorsprong uit de Russische Federatie die niet door overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk afgegeven uitvoervergunningen worden gedekt.
AFDELING 3
Gemeenschappelijke bepalingen
Artikel 24
1. De in artikel 17 bedoelde uitvoervergunning en het in artikel 2 bedoelde certificaat van oorsprong mogen extra kopieën bevatten, mits daarop duidelijk wordt aangegeven dat het om kopieën gaat. Het origineel en de kopieën van deze documenten worden in het Engels opgesteld.
2. Indien de in lid 1 bedoelde documenten met de hand worden ingevuld, gebeurt dit met inkt en in blokletters.
3. De afmetingen van de uitvoervergunningen of gelijkwaardige documenten en de certificaten van oorsprong zijn 210 × 297 mm. Het te gebruiken papier is wit, houtvrij, zodanig gelijmd dat het goed te beschrijven is en weegt ten minste 25 g/m2. Elk deel is voorzien van een geguillocheerde onderdruk die elke vervalsing met mechanische of chemische middelen zichtbaar maakt.
4. Slechts het origineel wordt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten als geldig erkend met het oog op de invoer van de producten overeenkomstig het bepaalde in deze verordening.
5. Elke uitvoervergunning of elk gelijkwaardig document en het certificaat van oorsprong zijn ter identificatie van een al dan niet voorgedrukt gestandaardiseerd volgnummer voorzien.
6. Dit volgnummer is als volgt samengesteld:
— |
twee letters om het land van uitvoer als volgt aan te geven:
|
— |
twee letters die de beoogde lidstaat van bestemming aangeven:
|
— |
een getal van één cijfer dat het contingentjaar aangeeft en dat met het laatste cijfer van dat jaar overeenkomt, bijvoorbeeld „7” voor 2007; |
— |
een getal van twee cijfers dat het kantoor van afgifte in het land van uitvoer aanduidt; |
— |
een volgnummer van vijf cijfers uit de reeks 00001-99999 dat aan de specifieke lidstaat van bestemming wordt toegekend. |
Artikel 25
De uitvoervergunning en het certificaat van oorsprong kunnen worden afgegeven na de verzending van de producten waarop zij betrekking hebben. In dat geval wordt op die documenten de vermelding „issued retrospectively” aangebracht.
Artikel 26
Bij diefstal, verlies of vernietiging van een uitvoervergunning of van een certificaat van oorsprong kan de exporteur bij de bevoegde autoriteit die het document heeft afgegeven een duplicaat aanvragen, dat wordt opgesteld aan de hand van de uitvoerdocumenten waarover hij beschikt. Op het aldus afgegeven duplicaat van die vergunning of dat certificaat wordt de vermelding „duplicate” aangebracht.
Het duplicaat draagt de datum van de originele vergunning of het originele certificaat.
AFDELING 4
Communautaire invoervergunning — Gemeenschappelijk formulier
Artikel 27
1. De formulieren die door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten voor de afgifte van de in artikel 20 bedoelde invoervergunningen worden gebruikt, dienen in overeenstemming te zijn met het model van de invoervergunning in bijlage III.
2. De invoervergunningen en de uittreksels daarvan worden opgesteld in twee exemplaren, waarvan het ene, dat het nummer 1 draagt en van de vermelding „exemplaar voor de vergunninghouder” voorzien is, de aanvrager ter hand wordt gesteld, terwijl het andere, dat het nummer 2 draagt en van de vermelding „exemplaar voor de autoriteit van afgifte” voorzien is, wordt bewaard door de autoriteit die de vergunning heeft afgegeven. De bevoegde autoriteiten kunnen voor administratieve doeleinden aan exemplaar nr. 2 extra kopieën toevoegen.
3. De formulieren worden gedrukt op wit, houtvrij papier, zodanig gelijmd dat het goed te beschrijven is, met een gewicht van 55 tot 65 g/m2. De afmetingen zijn 210 × 297 mm; de regelafstand bedraagt 4,24 mm; de indeling van de formulieren moet strikt in acht worden genomen. Beide zijden van exemplaar nr. 1, dat de eigenlijke vergunning vormt, zijn bovendien voorzien van een rode geguillocheerde onderdruk die elke vervalsing met mechanische of chemische middelen zichtbaar maakt.
4. De lidstaten dragen zorg voor het drukken van de formulieren. De formulieren mogen ook worden gedrukt door drukkerijen die daartoe zijn erkend door de lidstaat waar zij zijn gevestigd. In dat geval moet op elk formulier een verwijzing naar deze erkenning voorkomen. Voorts staan op elk formulier de naam en het adres van de drukker of een teken aan de hand waarvan deze kan worden geïdentificeerd.
5. Bij afgifte worden de invoervergunningen of de uittreksels voorzien van een door de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten toegekend afgiftenummer. Het nummer van de invoervergunning wordt de Commissie langs elektronische weg, via het overeenkomstig artikel 4 opgezette geïntegreerde netwerk, meegedeeld.
6. De vergunningen en de uittreksels worden gesteld in de officiële taal of in een van de officiële talen van de lidstaat van afgifte.
7. In vak 10 vermelden de bevoegde autoriteiten de productgroep van de betrokken ijzer- en staalproducten.
8. Het teken van de met de afgifte belaste autoriteit en dat van de met de afboeking belaste autoriteit worden met een stempel aangebracht. Het stempel van de autoriteit van afgifte mag evenwel worden vervangen door een droogstempel, in combinatie met letters en cijfers die door perforatie van de vergunning worden verkregen of die daarop worden gedrukt. De toegewezen hoeveelheid wordt door de autoriteit van afgifte op zodanige wijze vermeld dat geen vervalsing mogelijk is en geen cijfers of tekens kunnen worden toegevoegd.
9. De keerzijde van de exemplaren nr. 1 en nr. 2 is voorzien van een vak waarin de hoeveelheden kunnen worden vermeld, hetzij door de douaneautoriteiten bij het vervullen van de invoerformaliteiten, hetzij door de bevoegde administratieve autoriteiten bij de afgifte van een uittreksel. Indien de voor de afboekingen bestemde ruimte in een vergunning of uittreksel ontoereikend is, kan de bevoegde autoriteit daaraan één of meer verlengstroken bevestigen met dezelfde vakken als op de keerzijde van de exemplaren nr. 1 en nr. 2 van de vergunning of het uittreksel. De autoriteit die de afboeking verricht brengt haar stempel op zodanige wijze aan dat dit zich voor de helft op de vergunning of het uittreksel en voor de helft op de verlengstrook bevindt. Indien meer dan een verlengstrook wordt gebruikt, wordt elke verlengstrook en de daaraan voorafgaande verlengstrook op dezelfde wijze gestempeld.
10. De door de autoriteiten van een lidstaat afgegeven invoervergunningen en uittreksels of aangebrachte vermeldingen en visa hebben in alle lidstaten dezelfde rechtsgevolgen als de door de autoriteiten van deze lidstaten afgegeven documenten of door hen aangebrachte vermeldingen en visa.
11. Indien nodig kunnen de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten een vertaling van de in de vergunningen of uittreksels vermelde gegevens in de officiële taal of in een van de officiële talen van die lidstaat verlangen.
HOOFDSTUK III
ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING
Artikel 28
De Commissie doet de autoriteiten van de lidstaten de namen en adressen toekomen van de autoriteiten in de Russische Federatie die voor de afgifte van certificaten van oorsprong en van uitvoervergunningen bevoegd zijn, tezamen met specimina van de door deze autoriteiten gebruikte stempels.
Artikel 29
1. De certificaten van oorsprong of uitvoervergunningen worden achteraf gecontroleerd door middel van steekproeven, of wanneer de bevoegde autoriteiten van de lidstaten gegronde redenen hebben om te twijfelen aan de echtheid van het certificaat van oorsprong of de uitvoervergunning of aan de juistheid van de daarin vermelde gegevens over de werkelijke oorsprong van de betrokken producten.
In dergelijke gevallen zenden de bevoegde autoriteiten van de Gemeenschap het certificaat van oorsprong of de uitvoervergunning, of een kopie daarvan, aan de bevoegde autoriteiten van de Russische Federatie terug, in voorkomend geval onder opgave van de redenen ten aanzien van vorm of inhoud voor een onderzoek. Indien de factuur is overgelegd, wordt deze, of een kopie daarvan, bij het certificaat van oorsprong of de uitvoervergunning, of bij een kopie daarvan, gevoegd. De bevoegde autoriteiten verstrekken tevens alle verkregen inlichtingen die doen veronderstellen dat de gegevens in het certificaat van oorsprong of in de uitvoervergunning niet juist zijn.
2. Lid 1 is ook van toepassing op controles achteraf van verklaringen van oorsprong.
3. De resultaten van de controle achteraf die overeenkomstig lid 1 wordt verricht, worden de bevoegde autoriteiten van de Gemeenschap binnen drie maanden meegedeeld. Uit deze mededeling moet blijken of het betwiste certificaat, de betwiste vergunning of de betwiste verklaring betrekking heeft op de daadwerkelijk uitgevoerde goederen en of de goederen krachtens dit hoofdstuk in aanmerking komen voor uitvoer naar de Gemeenschap. Op verzoek van de bevoegde autoriteiten van de Gemeenschap worden bij deze mededeling tevens kopieën gevoegd van alle bescheiden die nodig zijn om de feiten, met name de oorsprong van de goederen, vast te stellen.
4. Indien deze controles misbruik of ernstige onregelmatigheden bij het gebruik van verklaringen van oorsprong aan het licht brengen, stelt de betrokken lidstaat de Commissie hiervan in kennis. De Commissie geeft deze informatie aan de andere lidstaten door.
5. De steekproefsgewijze toepassing van de in dit artikel beschreven procedure mag geen belemmering vormen voor de toelating tot het vrije verkeer van de betrokken producten.
Artikel 30
1. Wanneer de in artikel 29 bedoelde controles of de informatie waarover de bevoegde autoriteiten van de Gemeenschap beschikken, erop wijzen dat de bepalingen van dit hoofdstuk worden geschonden, verzoeken deze autoriteiten de Russische Federatie een onderzoek in te stellen of te doen instellen naar transacties die op de bepalingen van dit hoofdstuk een inbreuk vormen of lijken te vormen. De resultaten van dat onderzoek worden de bevoegde autoriteiten van de Gemeenschap meegedeeld, tezamen met alle andere gegevens aan de hand waarvan de werkelijke oorsprong van de goederen kan worden vastgesteld.
2. In het kader van de overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk genomen maatregelen mogen de bevoegde autoriteiten van de Gemeenschap en de bevoegde autoriteiten van de Russische Federatie onderling alle informatie uitwisselen die nuttig wordt geacht om schending van de bepalingen van dit hoofdstuk te voorkomen.
3. Indien wordt vastgesteld dat de bepalingen van dit hoofdstuk zijn geschonden, kan de Commissie maatregelen nemen om herhaling te voorkomen.
Artikel 31
De Commissie coördineert de maatregelen die de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op grond van de bepalingen van dit hoofdstuk nemen. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten stellen de Commissie en de andere lidstaten in kennis van de maatregelen die zij hebben genomen en van de resultaten daarvan.
HOOFDSTUK IV
SLOTBEPALINGEN
Artikel 32
Verordening (EG) nr. 1872/2006 wordt ingetrokken.
Artikel 33
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 22 oktober 2007.
Voor de Raad
De voorzitter
J. SILVA
(1) PB L 327 van 28.11.1997, blz. 3.
(2) Zie bladzijde 52 van dit Publicatieblad.
(3) PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 733/2007 (PB L 169 van 29.6.2007, blz. 1).
(4) PB L 360 van 19.12.2006, blz. 41.
BIJLAGE I
SA. Gewalste platte producten
SA1. Coils
|
7208100000 |
|
7208250000 |
|
7208260000 |
|
7208270000 |
|
7208360000 |
|
7208370010 |
|
7208370090 |
|
7208380010 |
|
7208380090 |
|
7208390010 |
|
7208390090 |
|
7211140010 |
|
7211190010 |
|
7219110000 |
|
7219121000 |
|
7219129000 |
|
7219131000 |
|
7219139000 |
|
7219141000 |
|
7219149000 |
|
7225303010 |
|
7225401510 |
|
7225502010 |
|
7225301000 |
|
7225309000 |
SA2. Zware plaat
|
7208400010 |
|
7208512010 |
|
7208512091 |
|
7208512093 |
|
7208512097 |
|
7208512098 |
|
7208519100 |
|
7208519810 |
|
7208519891 |
|
7208519899 |
|
7208529100 |
|
7208521000 |
|
7208529900 |
|
7208531000 |
|
7211130000 |
SA3. Andere gewalste platte producten
|
7208400090 |
|
7208539000 |
|
7208540000 |
|
7208908010 |
|
7209150000 |
|
7209161000 |
|
7209169000 |
|
7209171000 |
|
7209179000 |
|
7209181000 |
|
7209189100 |
|
7209189900 |
|
7209250000 |
|
7209261000 |
|
7209269000 |
|
7209271000 |
|
7209279000 |
|
7209281000 |
|
7209289000 |
|
7209908010 |
|
7210110010 |
|
7210122010 |
|
7210128010 |
|
7210200010 |
|
7210300010 |
|
7210410010 |
|
7210490010 |
|
7210500010 |
|
7210610010 |
|
7210690010 |
|
7210701010 |
|
7210708010 |
|
7210903010 |
|
7210904010 |
|
7210908091 |
|
7211140090 |
|
7211190090 |
|
7211233091 |
|
7211238091 |
|
7211290010 |
|
7211908010 |
|
7212101000 |
|
7212109011 |
|
7212200011 |
|
7212300011 |
|
7212402010 |
|
7212402091 |
|
7212408011 |
|
7212502011 |
|
7212503011 |
|
7212504011 |
|
7212506111 |
|
7212506911 |
|
7212509013 |
|
7212600011 |
|
7212600091 |
|
7219211000 |
|
7219219000 |
|
7219221000 |
|
7219229000 |
|
7219230000 |
|
7219240000 |
|
7219310000 |
|
7219321000 |
|
7219329000 |
|
7219331000 |
|
7219339000 |
|
7219341000 |
|
7219349000 |
|
7219351000 |
|
7219359000 |
|
7225401290 |
|
7225409000 |
SA4. Gelegeerde producten
|
7226200010 |
|
7226912000 |
|
7226919100 |
|
7226919900 |
|
7226997010 |
SA5. Gelegeerde kwartoplaat
|
7225401230 |
|
7225404000 |
|
7225406000 |
|
7225990010 |
SA6. Gelegeerde koudgewalste en beklede plaat
|
7225508000 |
|
7225910010 |
|
7225920010 |
|
7226920010 |
SB. Lange producten
SB1. Balken
|
7207198010 |
|
7207208010 |
|
7216311000 |
|
7216319000 |
|
7216321100 |
|
7216321900 |
|
7216329100 |
|
7216329900 |
|
7216331000 |
|
7216339000 |
SB2. Walsdraad
|
7213100000 |
|
7213200000 |
|
7213911000 |
|
7213912000 |
|
7213914100 |
|
7213914900 |
|
7213917000 |
|
7213919000 |
|
7213991000 |
|
7213999000 |
|
7221001000 |
|
7221009000 |
|
7227100000 |
|
7227200000 |
|
7227901000 |
|
7227905000 |
|
7227909500 |
SB3. Andere lange producten
|
7207191210 |
|
7207191291 |
|
7207191299 |
|
7207205200 |
|
7214200000 |
|
7214300000 |
|
7214911000 |
|
7214919000 |
|
7214991000 |
|
7214993100 |
|
7214993900 |
|
7214995000 |
|
7214997100 |
|
7214997900 |
|
7214999500 |
|
7215900010 |
|
7216100000 |
|
7216210000 |
|
7216220000 |
|
7216401000 |
|
7216409000 |
|
7216501000 |
|
7216509100 |
|
7216509900 |
|
7216990010 |
|
7218992000 |
|
7222111100 |
|
7222111900 |
|
7222118100 |
|
7222118900 |
|
7222191000 |
|
7222199000 |
|
7222309710 |
|
7222401000 |
|
7222409010 |
|
7224900289 |
|
7224903100 |
|
7224903800 |
|
7228102000 |
|
7228201010 |
|
7228201091 |
|
7228209110 |
|
7228209190 |
|
7228302000 |
|
7228304100 |
|
7228304900 |
|
7228306100 |
|
7228306900 |
|
7228307000 |
|
7228308900 |
|
7228602010 |
|
7228608010 |
|
7228701000 |
|
7228709010 |
|
7228800010 |
|
7228800090 |
|
7301100000 |
BIJLAGE II
BIJLAGE III
BIJLAGE IV
СПИСЪК НА КОМПЕТЕНТНИТЕ НАЦИОНАЛНИ ВЛАСТИ
LISTA DE LAS AUTORIDADES NACIONALES COMPETENTES
SEZNAM PŘÍSLUŠNÝCH VNITROSTÁTNÍCH ORGÁNŮ
LISTE OVER KOMPETENTE NATIONALE MYNDIGHEDER
LISTE DER ZUSTÄNDIGEN BEHÖRDEN DER MITGLIEDSTAATEN
PÄDEVATE RIIKLIKE ASUTUSTE NIMEKIRI
ΔΙΕΥΘΥΝΣΕΙΣ ΤΩΝ ΑΡΧΩΝ ΕΚΔΟΣΗΣ ΑΔΕΙΩΝ ΤΩΝ ΚΡΑΤΩΝ ΜΕΛΩΝ
LIST OF THE COMPETENT NATIONAL AUTHORITIES
LISTE DES AUTORITÉS NATIONALES COMPÉTENTES
ELENCO DELLE COMPETENTI AUTORITA NAZIONALI
VALSTU KOMPETENTO IESTAŽU SARAKSTS
ATSAKINGŲ NACIONALINIŲ INSTITUCIJŲ SĄRAŠAS
AZ ILLETÉKES NEMZETI HATÓSÁGOK LISTÁJA
LISTA TA’ L-AWTORITAJIET KOMPETENTI NAZZJONALI
LIJST VAN BEVOEGDE NATIONALE INSTANTIES
LISTA WŁAŚCIWYCH ORGANÓW KRAJOWYCH
LISTA DAS AUTORIDADES NACIONAIS COMPETENTES
LISTA AUTORITĂȚILOR NAȚIONALE COMPETENTE
ZOZNAM PRÍSLUŠNÝCH ŠTÁTNYCH ORGÁNOV
SEZNAM PRISTOJNIH NACIONALNIH ORGANOV
LUETTELO TOIMIVALTAISISTA KANSALLISISTA VIRANOMAISISTA
FÖRTECKNING ÖVER BEHÖRIGA NATIONELLA MYNDIGHETER
|
BELGIQUE/BELGIË
|
|
БЪЛГАРИЯ
|
|
ČESKÁ REPUBLIKA
|
|
DANMARK
|
|
DEUTSCHLAND
|
|
EESTI
|
|
IRELAND
|
|
ΕΛΛΑΔΑ
|
|
ESPAÑA
|
|
FRANCE
|
|
ITALIA
|
|
KYΠPOΣ
|
|
LATVIJA
|
|
LIETUVA
|
|
LUXEMBOURG
|
|
MAGYARORSZÁG
|
|
MALTA
|
|
NEDERLAND
|
|
ÖSTERREICH
|
|
POLSKA
|
|
PORTUGAL
|
|
ROMÂNIA
|
|
SLOVENIJA
|
|
SLOVENSKO
|
|
SUOMI/FINLAND
|
|
SVERIGE
|
|
UNITED KINGDOM
|
BIJLAGE V
KWANTITATIEVE BEPERKINGEN
(ton) |
||
Producten |
Jaar 2007 |
Jaar 2008 |
SA. Platte producten |
||
SA1. Coils |
1 042 090 |
1 035 000 |
SA2. Zware plaat |
270 820 |
275 000 |
SA3. Andere platte producten |
565 770 |
595 000 |
SA4. Gelegeerde producten |
94 860 |
105 000 |
SA5. Gelegeerde kwartoplaat |
20 460 |
25 000 |
SA6. Gelegeerde koudgewalste en beklede plaat |
105 000 |
110 000 |
SB. Lange producten |
||
SB1. Balken |
55 800 |
55 000 |
SB2. Walsdraad |
275 000 |
324 000 |
SB3. Andere lange producten |
474 200 |
507 000 |
Aantekening: SA en SB zijn productcategorieën. SA1 t/m SA6 en SB1 t/m SB3 zijn productgroepen. |