EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32007R0529

Verordening (EG) nr. 529/2007 van de Commissie van 11 mei 2007 betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor de invoer van bevroren rundvlees van GN-code 0202 en producten van GN-code 02062991 ( 1 juli 2007 tot en met 30 juni 2008 )

PB L 123 van 12.5.2007, p. 26–29 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 12/03/2014: This act has been changed. Current consolidated version: 01/08/2008

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2007/529/oj

12.5.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 123/26


VERORDENING (EG) Nr. 529/2007 VAN DE COMMISSIE

van 11 mei 2007

betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor de invoer van bevroren rundvlees van GN-code 0202 en producten van GN-code 0206 29 91 (1 juli 2007 tot en met 30 juni 2008)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië,

Gelet op de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië, en met name op artikel 41, eerste alinea,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1), en met name op artikel 32, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op grond van de CXL-lijst van de WTO moet de Gemeenschap jaarlijks een tariefcontingent openen voor de invoer van 53 000 ton bevroren rundvlees van GN-code 0202 en producten van GN-code 0206 29 91 (volgnummer 09.4003). Uitvoeringsbepalingen dienen te worden vastgesteld voor de invoercontingentperiode 2007/2008, die op 1 juli 2007 begint.

(2)

Overeenkomstig artikel 29, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1254/1999 moet de invoer in de Gemeenschap worden beheerd door middel van invoercertificaten. Het is evenwel dienstig dit contingent te beheren door in eerste instantie invoerrechten toe te kennen en in tweede instantie invoercertificaten af te geven, zoals is vastgesteld in artikel 6, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie van 31 augustus 2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten voor landbouwproducten (2). Op die manier kunnen marktdeelnemers met invoerrechten in de loop van de contingentperiode beslissen wanneer zij, rekening houdend met het handelsverkeer, het best invoercertificaten aanvragen. Bij de hierboven genoemde verordening is de geldigheid van certificaten beperkt tot en met de laatste dag van de invoercontingentperiode.

(3)

De op grond van deze verordening afgegeven invoercertificaten moeten, behoudens afwijkingen, voldoen aan Verordening (EG) nr. 1445/95 van de Commissie van 26 juni 1995 houdende uitvoeringsbepalingen voor de invoer- en uitvoercertificatenregeling in de sector rundvlees en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2377/80 (3) en aan Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie van 9 juni 2000 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten (4).

(4)

Het contingent voor 2006/2007 werd beheerd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 704/2006 van de Commissie van 8 mei 2006 betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor bevroren rundvlees van GN-code 0202 en producten van GN-code 0206 29 91 (1 juli 2006 tot en met 30 juni 2007) (5). De bij die verordening vastgestelde wijze van beheer is gebaseerd op een criterium inzake de invoerprestatie dat ervoor zorgt dat het contingent wordt toegewezen aan professionele marktdeelnemers die in staat zijn om rundvlees in te voeren zonder ongepaste speculatie te bedrijven.

(5)

Die wijze van beheer heeft positieve resultaten opgeleverd en dient daarom ook voor de invoercontingentperiode van 1 juli 2007 tot en met 30 juni 2008 te worden toegepast. Voor de in aanmerking komende invoer moet daarom een referentieperiode worden vastgesteld die lang genoeg is om de representatieve prestatie te kunnen meten en recent genoeg om een beeld te kunnen krijgen van de laatste ontwikkelingen in de handel.

(6)

Om alle aanvragers in de Gemeenschap gelijke kansen op deelname te garanderen, wordt voorzien in een overgangsmaatregel voor invoer in Bulgarije en Roemenië die vóór 31 december 2006 heeft plaatsgevonden. De aanvraag moet onder meer een bewijsstuk bevatten waarin ten genoegen van de bevoegde nationale autoriteiten wordt aangetoond dat de ingevoerde hoeveelheden die als referentiehoeveelheid voor de toepassing van dit contingent worden gebruikt, afkomstig zijn van inrichtingen en derde landen of delen van derde landen zoals bedoeld in artikel 9 van Beschikking 79/542/EEG van de Raad (6), in artikel 8, lid 1, van Richtlijn 2002/99/EG van de Raad (7) en in de artikelen 11 en 12 van Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad (8).

(7)

In Verordening (EG) nr. 1301/2006 zijn met name uitvoeringsbepalingen inzake het aanvragen van invoerrechten, de status van de aanvragers en de afgifte van invoercertificaten vastgesteld. De bepalingen van Verordening (EG) nr. 1301/2006 moeten met ingang van 1 juli 2007 worden toegepast op invoercertificaten die op grond van de onderhavige verordening worden afgegeven, onverminderd aanvullende bepalingen die in de onderhavige verordening zijn vastgesteld.

(8)

Ter voorkoming van speculatie dient een zekerheid betreffende de invoerrechten te worden vastgesteld die door elke aanvrager in het kader van het contingent moet worden gesteld.

(9)

Om de marktdeelnemers ertoe te verplichten invoercertificaten aan te vragen voor alle toegewezen invoerrechten, moet worden bepaald dat deze verplichting een primaire eis is in de zin van Verordening (EEG) nr. 2200/85 van de Commissie van 22 juli 1985 tot vaststelling van gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake de regeling voor het stellen van zekerheden voor landbouwproducten (9).

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor rundvlees,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Voor de periode van 1 juli 2007 tot en met 30 juni 2008 wordt voor bevroren rundvlees van GN-code 0202 en producten van GN-code 0206 29 91 een tariefcontingent geopend van 53 000 ton, uitgedrukt in vlees zonder been.

Het volgnummer van het tariefcontingent is 09.4003.

2.   Voor het in lid 1 vermelde contingent bedraagt het toe te passen recht van het gemeenschappelijk douanetarief 20 % ad valorem.

Artikel 2

1.   Het in artikel 1, lid 1, vermelde tariefcontingent wordt beheerd door in eerste instantie invoerrechten toe te kennen en in tweede instantie invoercertificaten af te geven.

2.   De Verordeningen (EG) nr. 1445/95, (EG) nr. 1291/2000 en (EG) nr. 1301/2006 zijn van toepassing, tenzij in de onderhavige verordening anders is bepaald.

Artikel 3

Voor de toepassing van deze verordening:

a)

stemt 100 kg vlees met been overeen met 77 kg vlees zonder been;

b)

wordt onder „bevroren vlees” verstaan: vlees in bevroren toestand dat een kerntemperatuur van ten hoogste – 12 °C heeft wanneer het in het douanegebied van de Gemeenschap wordt binnengebracht.

Artikel 4

1.   Voor de toepassing van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1301/2006 tonen aanvragers van invoerrechten aan dat tussen 1 mei 2006 en 30 april 2007 hoeveelheden rundvlees van GN-code 0201, 0202, 0206 10 95 of 0206 29 91 overeenkomstig de betrokken douanebepalingen door henzelf of voor hun rekening zijn ingevoerd (hierna „referentiehoeveelheden”) genoemd).

2.   Een bedrijf dat is ontstaan uit een fusie tussen bedrijven die elk referentiehoeveelheden hebben ingevoerd, mag deze referentiehoeveelheden gebruiken als basis voor zijn aanvraag.

3.   Wanneer de referentiehoeveelheden betrekking hebben op vóór 31 december 2006 in Bulgarije en Roemenië ingevoerde hoeveelheden, tonen de aanvragers van invoerrechten aan dat de ingevoerde hoeveelheden afkomstig zijn uit inrichtingen en derde landen of delen van derde landen zoals bedoeld in artikel 9 van Beschikking 79/542/EEG, in artikel 8, lid 1, van Richtlijn 2002/99/EG en in de artikelen 11 en 12 van Verordening (EG) nr. 854/2004.

De bevoegde nationale autoriteiten beslissen welk document aanvaardbaar is als bewijs van de naleving van de in de eerste alinea genoemde voorwaarde.

Artikel 5

1.   Aanvragen voor invoerrechten worden uiterlijk ingediend om 13.00 uur, Brusselse tijd, op 1 juni 2007.

De totale hoeveelheid waarvoor in de invoercontingentperiode aanvragen voor invoerrechten worden ingediend, mag de referentiehoeveelheden van de aanvrager niet overschrijden. Aanvragen die niet aan dit voorschrift voldoen, worden door de bevoegde autoriteiten afgewezen.

2.   Bij het indienen van de invoerrechtenaanvraag wordt een zekerheid van 6 euro per 100 kg vlees, uitgedrukt in vlees zonder been, gesteld.

3.   Uiterlijk om 13.00 uur, Brusselse tijd, op de derde vrijdag na de in lid 1 bedoelde termijn voor het indienen van de aanvragen delen de lidstaten de totale aangevraagde hoeveelheden aan de Commissie mee.

Artikel 6

1.   De invoerrechten worden toegekend van de zevende tot en met de zestiende werkdag na de in artikel 5, lid 3, bedoelde meldingstermijn.

2.   Indien de toepassing van de in artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 bedoelde toewijzingscoëfficiënt ertoe leidt dat minder invoerrechten kunnen worden toegewezen dan werden aangevraagd, wordt de krachtens artikel 5, lid 2, van de onderhavige verordening gestelde zekerheid onverwijld overeenkomstig vrijgegeven.

Artikel 7

1.   De hoeveelheden die in het kader van het in artikel 1, lid 1, vermelde contingent worden gegund, mogen pas na het overleggen van een invoercertificaat in het vrije verkeer worden gebracht.

2.   De invoercertificaataanvraag moet betrekking hebben op de totale toegewezen hoeveelheid. Deze verplichting geldt als een primaire eis in de zin van artikel 20, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2220/85.

Artikel 8

1.   Certificaataanvragen mogen slechts worden ingediend in de lidstaat waar de aanvrager invoerrechten in het kader van het in artikel 1, lid 1, vermelde contingent heeft aangevraagd en gekregen.

Telkens wanneer een invoercertificaat wordt afgegeven, worden de gekregen invoerrechten overeenkomstig verlaagd en de krachtens artikel 5, lid 2, gestelde zekerheid onverwijld overeenkomstig vrijgegeven.

2.   Een invoercertificaat wordt afgegeven op aanvraag en op naam van de marktdeelnemer die de invoerrechten heeft gekregen.

3.   De certificaataanvragen en de invoercertificaten bevatten de volgende gegevens:

a)

in vak 16, één van de volgende groepen van GN-codes:

0202 10 00, 0202 20

0202 30, 0206 29 91;

b)

in vak 20, het volgnummer van het contingent (09.4003) en één van de in bijlage aangegeven vermeldingen.

Artikel 9

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 11 mei 2007.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2005 (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 2).

(2)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 289/2007 (PB L 78 van 17.3.2007, blz. 17).

(3)  PB L 143 van 27.6.1995, blz. 35. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1965/2006 (PB L 408 van 30.12.2006, blz. 26; gerectificeerd in PB L 47 van 16.2.2007, blz. 21).

(4)  PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2006 (PB L 365 van 21.12.2006, blz. 52).

(5)  PB L 122 van 9.5.2006, blz. 8. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1965/2006.

(6)  PB L 146 van 14.6.1979, blz. 15. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1791/2006 (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 1).

(7)  PB L 18 van 23.1.2003, blz. 11.

(8)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 206; gerectificeerd in PB L 226 van 25.6.2004, blz. 83.

(9)  PB L 205 van 3.8.1985, blz. 5. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2006.


BIJLAGE

In artikel 8, lid 3, onder b), bedoelde vermeldingen

:

in het Bulgaars

:

Замразено говеждо или телешко месо [Регламент (ЕО) № 529/2007]

:

in het Spaans

:

Carne de vacuno congelada [Reglamento (CE) no 529/2007]

:

in het Tsjechisch

:

Zmrazené maso hovězího skotu (nařízení (ES) č. 529/2007)

:

in het Deens

:

Frosset oksekød (forordning (EF) nr. 529/2007)

:

in het Duits

:

Gefrorenes Rindfleisch (Verordnung (EG) Nr. 529/2007)

:

in het Ests

:

Külmutatud veiseliha (määrus (EÜ) nr 529/2007)

:

in het Grieks

:

Κατεψυγμένο βόειο κρέας [κανονισμός (EK) αριθ. 529/2007]

:

in het Engels

:

Frozen meat of bovine animals (Regulation (EC) No 529/2007)

:

in het Frans

:

Viande bovine congelée [Règlement (CE) no 529/2007]

:

in het Italiaans

:

Carni bovine congelate [Regolamento (CE) n. 529/2007]

:

in het Lets

:

Saldēta liellopu gaļa (Regula (EK) Nr. 529/2007)

:

in het Litouws

:

Sušaldyta galvijų mėsa (Reglamentas (EB) Nr. 529/2007)

:

in het Hongaars

:

Szarvasmarhafélék húsa fagyasztva (529/2007/EK rendelet)

:

in het Maltees

:

Laħam iffriżat ta’ annimali bovini (Regolament (KE) Nru 529/2007)

:

in het Nederlands

:

Bevroren rundvlees (Verordening (EG) nr. 529/2007)

:

in het Pools

:

Mięso wołowe mrożone (Rozporządzenie (WE) nr 529/2007)

:

in het Portugees

:

Carne de bovino congelada [Regulamento (CE) n.o 529/2007]

:

in het Roemeens

:

Carne de vită congelată [Regulamentul (CE) nr. 529/2007]

:

in het Slowaaks

:

Mrazené hovädzie mäso [Nariadenie (ES) č. 529/2007]

:

in het Sloveens

:

Zamrznjeno goveje meso (Uredba (ES) št. 529/2007)

:

in het Fins

:

Jäädytettyä naudanlihaa (asetus (EY) N:o 529/2007)

:

in het Zweeds

:

Fryst kött av nötkreatur (förordning (EG) nr 529/2007)


Top