Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32006D0645

    2006/645/EG: Beschikking van de Commissie van 20 september 2006 tot wijziging van de Beschikkingen 2005/723/EG en 2005/873/EG wat betreft de bijdrage van de Gemeenschap aan programma’s voor de uitroeiing en bewaking van bepaalde TSE’s in de lidstaten in 2006 (Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 4150)

    PB L 263 van 23.9.2006, p. 14–16 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
    PB L 142M van 5.6.2007, p. 176–178 (MT)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2006/645/oj

    23.9.2006   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 263/14


    BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

    van 20 september 2006

    tot wijziging van de Beschikkingen 2005/723/EG en 2005/873/EG wat betreft de bijdrage van de Gemeenschap aan programma’s voor de uitroeiing en bewaking van bepaalde TSE’s in de lidstaten in 2006

    (Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 4150)

    (2006/645/EG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Beschikking 90/424/EEG van de Raad van 26 juni 1990 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (1), en met name op artikel 24, leden 5 en 6, en artikel 32,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (2) bevat voorschriften voor de bewaking van overdraagbare spongiforme encefalopathieën (TSE’s) bij runderen, schapen en geiten. Overeenkomstig die verordening, zoals gewijzigd, wordt de bewaking van schapen uitgebreid.

    (2)

    Beschikking 2005/723/EG van de Commissie van 14 oktober 2005 betreffende programma’s voor de uitroeiing en bewaking van dierziekten en van bepaalde TSE’s en ter voorkoming van zoönoses die in 2006 in aanmerking komen voor een financiële bijdrage van de Gemeenschap (3) bevat de lijst van die programma’s en het bedrag en percentage van de financiële bijdrage van de Gemeenschap per programma.

    (3)

    Beschikking 2005/873/EG van de Commissie van 30 november 2005 tot goedkeuring van programma’s voor de uitroeiing en bewaking van dierziekten en van bepaalde TSE’s en ter preventie van zoönoses die de lidstaten voor het jaar 2006 hebben ingediend (4) stelt de financiële bijdrage van de Gemeenschap aan de programma’s van de lidstaten voor de uitroeiing en bewaking van TSE’s vast.

    (4)

    Op 8 maart 2006 heeft een groep van deskundigen op het gebied van TSE’s bij kleine herkauwers, onder voorzitterschap van het communautair referentielaboratorium voor TSE’s, bevestigd dat de aanwezigheid van boviene spongiforme encefalopathie (BSE) bij die dieren niet kan worden uitgesloten gezien de resultaten van de tweede fase van de onderscheidende tests op hersenmonsters van twee schapen uit Frankrijk en een schaap uit Cyprus. Er zijn verdere tests nodig om de aanwezigheid van BSE bij die dieren uit te sluiten.

    (5)

    Gezien het belang van een doeltreffende verscherpte bewaking voor de beoordeling van de prevalentie van BSE bij schapen, moet de maximale vergoeding die door de Gemeenschap aan de lidstaten wordt betaald, worden verhoogd tot 30 EUR per snelle test bij schapen, hetzelfde bedrag als geldt voor snelle tests bij geiten.

    (6)

    Na de vaststelling van het eerste geval van BSE in Zweden is bij Verordening (EG) 999/2001 het aantal tests in die lidstaat opgevoerd. Daarom moet de financiële bijdrage van de Gemeenschap aan de programma’s voor de bewaking van TSE’s in Zweden, zoals vastgesteld bij de Beschikkingen 2005/723/EG en 2005/873/EG, worden verhoogd.

    (7)

    De Beschikkingen 2005/723/EG en 2005/873/EG moeten dus dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (8)

    De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    Bijlage III bij Beschikking 2005/723/EG wordt vervangen door de bijlage bij deze beschikking.

    Artikel 2

    In hoofdstuk XI van Beschikking 2005/873/EG, artikel 11, komen de leden 2 en 3 als volgt te luiden:

    „2.   De Gemeenschap draagt voor 100 % bij in de subsidiabele uitgaven die elke in lid 1 genoemde lidstaat doet voor de uitvoering van deze programma’s, met een maximum van:

    a)

    3 375 000 EUR voor België;

    b)

    1 640 000 EUR voor Tsjechië;

    c)

    2 380 000 EUR voor Denemarken;

    d)

    15 155 000 EUR voor Duitsland;

    e)

    285 000 EUR voor Estland;

    f)

    1 625 000 EUR voor Griekenland;

    g)

    9 945 000 EUR voor Spanje;

    h)

    25 760 000 EUR voor Frankrijk;

    i)

    6 695 000 EUR voor Ierland;

    j)

    9 045 000 EUR voor Italië;

    k)

    565 000 EUR voor Cyprus;

    l)

    355 000 EUR voor Letland;

    m)

    770 000 EUR voor Litouwen;

    n)

    140 000 EUR voor Luxemburg;

    o)

    1 415 000 EUR voor Hongarije;

    p)

    35 000 EUR voor Malta;

    q)

    5 515 000 EUR voor Nederland;

    r)

    2 230 000 EUR voor Oostenrijk;

    s)

    3 800 000 EUR voor Polen;

    t)

    2 205 000 EUR voor Portugal;

    u)

    410 000 EUR voor Slovenië;

    v)

    845 000 EUR voor Slowakije;

    w)

    1 020 000 EUR voor Finland;

    x)

    1 440 000 EUR voor Zweden;

    y)

    7 700 000 EUR voor het Verenigd Koninkrijk.

    3.   De financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de in de leden 1 en 3 genoemde programma’s is bestemd voor de uitgevoerde tests en bedraagt maximaal:

    a)

    7 EUR per test voor tests bij runderen als bedoeld in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 999/2001;

    b)

    30 EUR per test voor tests bij schapen en geiten als bedoeld in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 999/2001;

    c)

    145 EUR per test voor primaire moleculaire onderscheidende tests bij schapen en geiten als bedoeld in bijlage X, hoofdstuk C, punt 3.2, onder c) i), bij Verordening (EG) nr. 999/2001.”.

    Artikel 3

    Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 20 september 2006.

    Voor de Commissie

    Markos KYPRIANOU

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 224 van 18.8.1990, blz. 19. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2006/53/EG (PB L 29 van 2.2.2006, blz. 37).

    (2)  PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1041/2006 van de Commissie (PB L 187 van 8.7.2006, blz. 10).

    (3)  PB L 272 van 18.10.2005, blz. 18.

    (4)  PB L 322 van 9.12.2005, blz. 21.


    BIJLAGE

    „BIJLAGE III

    LIJST VAN PROGRAMMA'S VOOR DE BEWAKING VAN TSE’S (ARTIKEL 3, LID 1)

    Percentage en maximumbedrag van de financiële bijdrage van de Gemeenschap

    Ziekte

    Lidstaat

    Percentage uitgevoerde snelle tests en onderscheidende tests

    (%)

    Maximumbedrag

    (in EUR)

    TSE’s

    België

    100

    3 375 000

    Tsjechië

    100

    1 640 000

    Denemarken

    100

    2 380 000

    Duitsland

    100

    15 155 000

    Estland

    100

    285 000

    Griekenland

    100

    1 625 000

    Spanje

    100

    9 945 000

    Frankrijk

    100

    25 760 000

    Ierland

    100

    6 695 000

    Italië

    100

    9 045 000

    Cyprus

    100

    565 000

    Letland

    100

    355 000

    Litouwen

    100

    770 000

    Luxemburg

    100

    140 000

    Hongarije

    100

    1 415 000

    Malta

    100

    35 000

    Nederland

    100

    5 515 000

    Oostenrijk

    100

    2 230 000

    Polen

    100

    3 800 000

    Portugal

    100

    2 205 000

    Slovenië

    100

    410 000

    Slowakije

    100

    845 000

    Finland

    100

    1 020 000

    Zweden

    100

    1 440 000

    Verenigd Koninkrijk

    100

    7 700 000

    Totaal

    104 350 000”


    Top