EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32005D0906

2005/906/EG: Beschikking van de Commissie van 16 maart 2004 betreffende de steunregeling die Italië voornemens is ten uitvoer te leggen ten behoeve van afzet- en verwerkingscoöperaties ter compensatie van de door catarrale schapenkoorts (bluetongue) veroorzaakte schade (artikel 5 van wet nr. 22 van de regio Sardinië van 17 november 2000 ) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 471)

PB L 329 van 16.12.2005, p. 31–34 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2005/906/oj

16.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 329/31


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 16 maart 2004

betreffende de steunregeling die Italië voornemens is ten uitvoer te leggen ten behoeve van afzet- en verwerkingscoöperaties ter compensatie van de door catarrale schapenkoorts (bluetongue) veroorzaakte schade (artikel 5 van wet nr. 22 van de regio Sardinië van 17 november 2000)

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 471)

(Slechts de tekst in de Italiaanse taal is authentiek)

(2005/906/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 88, lid 2, eerste alinea,

Na de belanghebbenden overeenkomstig bovengenoemd artikel te hebben aangemaand hun opmerkingen te maken,

Overwegende hetgeen volgt:

I.   PROCEDURE

(1)

Bij brief van 24 november 2000, geregistreerd op 28 november 2000, heeft de Permanente Vertegenwoordiging van Italië bij de Europese Unie wet nr. 22 van de regio Sardinië van 17 november 2000 betreffende steunmaatregelen voor veehouders ter beheersing van de dierziekte „catarrale schapenkoorts” (bluetongue) (1), hierna „wet nr. 22/2000 van de regio Sardinië” genoemd, overeenkomstig artikel 88, lid 3, van het Verdrag bij de Commissie aangemeld. In artikel 10 van de wet is bepaald dat deze steun in een aantal gevallen pas wordt toegekend na goedkeuring ervan door de Commissie in het kader van de procedure van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag.

(2)

Bij brief van 15 december 2000, geregistreerd op 19 december 2000, heeft de Permanente Vertegenwoordiging van Italië bij de Europese Unie de bij brief van 13 december 2000 gevraagde aanvullende gegevens aan de Commissie verstrekt.

(3)

Bij brief van 2 februari 2001 heeft de Commissie Italië in kennis gesteld van haar besluit om ten aanzien van de betrokken steunmaatregel de procedure van artikel 88, lid 2, van het Verdrag in te leiden.

(4)

Het besluit van de Commissie tot inleiding van de procedure is bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen  (2). De Commissie heeft de belanghebbenden verzocht hun opmerkingen over de betrokken maatregel kenbaar te maken.

(5)

Bij datzelfde besluit heeft de Commissie de in de artikelen 2, 3 en 4 van wet nr. 22/2000 van de regio Sardinië bedoelde steunmaatregelen goedgekeurd, omdat die volgens haar voldeden aan de voorwaarden om te worden beschouwd als steunmaatregelen ter vergemakkelijking van de ontwikkeling van bepaalde vormen van economische bedrijvigheid, in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag.

(6)

De Italiaanse autoriteiten hebben geen opmerkingen betreffende de betrokken maatregelen doen toekomen. De Commissie heeft evenmin opmerkingen van andere belanghebbenden ontvangen.

II.   BESCHRIJVING

(7)

De rechtsgrond voor de steunmaatregelen is artikel 5 van wet nr. 22/2000 van de regio Sardinië betreffende steun voor afzet- en verwerkingscoöperaties ter compensatie van de door catarrale schapenkoorts („bluetongue”) veroorzaakte schade.

(8)

In augustus 2000 is op Sardinië catarrale schapenkoorts (hierna „bluetongue” genoemd) uitgebroken en heeft de ziekte zich verder verspreid over het hele eiland, ondanks de door de overheidsinstanties genomen maatregelen. De verspreiding van de ziekte werd in de hand gewerkt door de klimatologische omstandigheden (warm en droog weer). Ter bestrijding van de dierziekte hebben de Italiaanse gezondheidsautoriteiten op 28 augustus 2000 besloten een verbod in te stellen op het vervoer van herkauwers, zowel huisdieren als wild (alsook van sperma, eicellen en embryo’s), van oorsprong en herkomst uit Sardinië naar het overige Italiaanse grondgebied en naar de andere lidstaten van de Europese Unie. Ook het vervoer van deze dieren uit de provincie Cagliari naar het overige regionale grondgebied werd verboden en de veterinaire diensten van de andere regio’s werden verplicht klinische controles te verrichten in bedrijven waar minder dan twee maanden van tevoren schapen uit Sardinië waren binnengebracht. De regionale autoriteiten hebben vervolgens decreet nr. 34 van 5 september 2000 inzake urgentiemaatregelen ter bestrijding van bluetongue (3) aangenomen, waarbij het vervoer van schapen, geiten, runderen, buffels en gekweekt wild van bedrijven op het hele Sardische grondgebied werd verboden. Bij het decreet werden ook bestrijdingsmaatregelen voor vectorinsecten verplicht gesteld. Op 16 oktober 2000 hebben de regionale gezondheidsautoriteiten het plan ter bestrijding en uitroeiing van bluetongue op Sardinië aangenomen en op 25 oktober 2000 heeft de regionale raad van Sardinië wet nr. 22/2000 betreffende steunmaatregelen voor veehouders ter beheersing van de dierziekte „catarrale schapenkoorts” (bluetongue) aangenomen, die vervolgens bij de Commissie is aangemeld met het oog op het conformiteitsonderzoek in het licht van de artikelen 87, 88 en 89 van het Verdrag. De in de artikelen 2, 3 en 4 van wet nr. 22/2000 van de regio Sardinië bedoelde steunmaatregelen zijn als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt aangemerkt (4). De Commissie heeft besloten de procedure van artikel 88, lid 2, van het Verdrag in te leiden ten aanzien van de in artikel 5 van bovengenoemde wet bedoelde steunmaatregelen.

(9)

Op grond van artikel 5 van wet nr. 22/2000 van de regio Sardinië is het regionale bestuur gemachtigd steun toe te kennen aan bedrijven en coöperaties die landbouw- en veehouderijproducten ophalen, verwerken, verpakken en afzetten, waarvan de maatschappelijke zetel op Sardinië is gevestigd en waarvan de inkomsten op grond van wettelijke of contractuele verplichtingen zijn teruggelopen met meer dan 20 % (landbouwprobleemgebieden) of 30 % (overige gebieden) ten opzichte van het gemiddelde van de voorgaande drie jaren. Deze steunmaatregelen zijn bedoeld als compensatie voor de verliezen als gevolg van een tekort aan te verwerken grondstoffen en gelden uitsluitend voor verliezen die te maken hebben met de verminderde inbreng van de leden.

(10)

Voor 2000 is voorzien in een steunbedrag van 5 miljard lire (ongeveer 2 582 280 EUR).

(11)

De Commissie heeft tot de inleiding van de procedure van artikel 88, lid 2, van het Verdrag besloten omdat zij twijfels had omtrent de verenigbaarheid van de betrokken steunregeling met de gemeenschappelijke markt. Deze twijfels vloeien met name voort uit het feit dat punt 11.4 van de communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouwsector geen bepaling bevat betreffende de compensatie van verwerkingsbedrijven voor schade als gevolg van dierziekten.

Hoewel de Italiaanse autoriteiten de steun uitsluitend aan coöperaties toekennen, was volgens de Commissie het oorzakelijke verband tussen de ziekte (bluetongue) en de inkomstenderving niet aangetoond. De betrokken regio was bijvoorbeeld getroffen door droogte (zie steunmaatregel N 745/2000), wat ook kan hebben bijgedragen tot een verminderde aanvoer. Bovendien had het tekort aan grondstoffen in een aantal coöperaties misschien te maken met andere redenen dan bluetongue (of de droogte).

(12)

Op grond van punt 11.3.8 van de communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouwsector mag steun slechts worden toegekend aan landbouwers of producentenorganisaties waarvan de landbouwers lid zijn, voor schade als gevolg van ongunstige weersomstandigheden; deze voorschriften zijn niet naar analogie van toepassing op verliezen van verwerkingsbedrijven als gevolg van bluetongue. De Commissie is doorgaans van oordeel dat agro-industriële bedrijven over een zekere flexibiliteit beschikken bij het beheer van de bevoorradingsbronnen. Dit kan vanzelfsprekend leiden tot extra kosten voor grondstoffen en een geringere rentabiliteit, doch lijkt een rechtstreekse toepassing van de voor de landbouwproductie geldende regels niet te rechtvaardigen.

(13)

Bij gebrek aan andere rechtsgrond voor het onderzoek en de goedkeuring van de in artikel 5 van wet nr. 22/2000 van de regio Sardinië bedoelde steun lijkt deze steun te moeten worden beschouwd als exploitatiesteun, d.w.z. steun die bedoeld is om de agro-industriële bedrijven te ontlasten van een deel van de kosten die zij normalerwijs moeten dragen in het kader van hun normale activiteiten. Dergelijke steun wordt in beginsel niet als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt beschouwd.

(14)

De Italiaanse autoriteiten hebben de diensten van de Commissie geen opmerkingen toegezonden naar aanleiding van het besluit tot inleiding van de procedure van artikel 88, lid 2, van het Verdrag.

III.   JURIDISCHE BEOORDELING

(15)

Overeenkomstig artikel 87, lid 1, van het Verdrag zijn steunmaatregelen van de staten of in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die de mededinging door begunstiging van bepaalde bedrijven of bepaalde producties vervalsen of dreigen te vervalsen, onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt, voorzover deze steun het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt.

(16)

Op grond van artikel 40 van Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (5) zijn, behoudens andersluidende bepalingen in die verordening, de artikelen 87, 88 en 89 van het Verdrag van toepassing op de productie van en de handel in de onder de verordening vallende producten. Verordening (EG) nr. 2529/2001 van de Raad van 19 december 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector schapen- en geitenvlees (6) bevat een analoge bepaling: in artikel 23 daarvan is bepaald dat, behoudens andersluidende bepalingen van die verordening, de artikelen 87, 88 en 89 van het Verdrag van toepassing zijn op de productie van en de handel in de in artikel 1 van de verordening bedoelde producten.

(17)

Artikel 5 van wet nr. 22/2000 van de regio Sardinië voorziet in steun ter compensatie van de landbouwbedrijven en -coöperaties voor verliezen die zijn ontstaan door een tekort aan te verwerken grondstoffen als gevolg van de verminderde inbreng van de leden na de uitbraak van de bluetongue-epidemie. Deze bedrijven en coöperaties genieten hierdoor economische voordelen die zij niet zouden hebben gehad bij de uitoefening van hun normale activiteiten, waardoor hun concurrentiepositie verbetert ten opzichte van de andere landbouwers in de Gemeenschap die niet van deze steunmaatregelen profiteren.

(18)

Deze steunmaatregelen zijn van invloed op de concurrentie en op het handelsverkeer tussen de lidstaten. De begunstigden oefenen namelijk een economische activiteit uit in een sector (de sector rund- en schapenvlees) waarin intracommunautair handelsverkeer plaatsvindt. In 2001 telde de Italiaanse rundveestapel 6 932 700 dieren, waarvan 273 900 op Sardinië. In datzelfde jaar bestond de schapenpopulatie uit 8 311 400 dieren, waarvan 3 602 200 op Sardinië, en de geitenpopulatie uit 1 024 800 dieren, waarvan 240 200 op Sardinië.

(19)

De onderhavige maatregel valt derhalve onder de definitie van steunmaatregelen van de staten zoals bedoeld in artikel 87, lid 1.

(20)

Het verbod op de toekenning van staatssteun geldt niet onbeperkt. In het onderhavige geval zijn de afwijkingen waarin artikel 87, lid 2, voorziet, echter niet van toepassing en zijn ze overigens ook niet aangevoerd door de Italiaanse autoriteiten.

(21)

Artikel 87, lid 3, onder a), is evenmin van toepassing, aangezien de steun niet is bedoeld ter bevordering van de economische ontwikkeling van streken waarin de levensstandaard abnormaal laag is of waar een ernstig gebrek aan werkgelegenheid heerst.

(22)

Ook artikel 87, lid 3, onder b), is irrelevant, aangezien de steunmaatregel niet bedoeld is om de verwezenlijking van een belangrijk project van gemeenschappelijk Europees belang te bevorderen of om een ernstige verstoring in de economie van een lidstaat op te heffen.

(23)

Met de betrokken maatregel wordt evenmin beoogd de in artikel 87, lid 3, onder d), genoemde doelstellingen te verwezenlijken.

(24)

Gelet op de aard van de aangemelde regeling, is de enige mogelijke afwijking die van artikel 87, lid 3, onder c). Derhalve moet worden nagegaan of de toepassing van de geplande maatregelen in aanmerking kan komen voor deze afwijking.

(25)

Aangezien wet nr. 22/2000 van de regio Sardinië door de Italiaanse autoriteiten naar behoren is aangemeld overeenkomstig artikel 88, lid 3, van het Verdrag zijn voor de beoordeling ervan de voorschriften van de communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouwsector (7) (hierna „de richtsnoeren” genoemd) van toepassing. Op grond van punt 23.3 van de richtsnoeren zijn deze namelijk van toepassing met ingang van 1 januari 2000 voor nieuwe steunmaatregelen van de staten, met inbegrip van nog in behandeling zijnde meldingen van de lidstaten.

(26)

Overeenkomstig punt 11.1.1 van de richtsnoeren behoort tot de steunmaatregelen van de staten voor landbouw een groep maatregelen die tot doel hebben de landbouwers bescherming te bieden tegen schade aan de landbouwproductie of de productiemiddelen, met inbegrip van gebouwen en aanplantingen, als gevolg van onvoorziene gebeurtenissen zoals natuurrampen, ongunstige weersomstandigheden of de uitbraak van dier- of plantenziekten.

(27)

Het spreekt dan ook voor zich dat in het geval van schade als gevolg van een dierziekte uitsluitend verliezen in de sector productie kunnen worden gecompenseerd, en niet in de sectoren verwerking of afzet van landbouwproducten. Rechtstreekse steun ter compensatie van dergelijke verliezen moet bovendien verenigbaar zijn met punt 11.4 van de richtsnoeren, dat specifiek betrekking heeft op steun voor de bestrijding van dier- en plantenziekten.

(28)

De Italiaanse autoriteiten hebben geen opmerkingen geformuleerd. De Commissie heeft bijgevolg geen aanvullende gegevens ontvangen die de bij de inleiding van de procedure van artikel 88, lid 2, van het Verdrag geuite twijfels omtrent de betrokken steunmaatregelen uit de weg konden ruimen.

(29)

Bovendien hebben de Italiaanse autoriteiten het rechtstreekse verband tussen de verminderde inbreng van de bedrijven of de leden van de coöperaties als gevolg van de catarrale schapenkoorts en de in diezelfde periode geleden inkomstenverliezen niet duidelijk en onweerlegbaar aangetoond. Bij ontstentenis van dit rechtstreekse verband zouden deze verliezen kunnen zijn veroorzaakt door andere factoren, zoals de droogte, de crisis van de markt, het financiële beheer van de betrokken bedrijven, enz. Iedere steunmaatregel die bedoeld is om dergelijke verliezen te compenseren, zou dus exploitatiesteun vormen die krachtens punt 3.5 van de richtsnoeren onverenigbaar is met de gemeenschappelijke markt (8).

IV.   CONCLUSIES

(30)

In het licht van het voorafgaande kan de Commissie concluderen dat de in artikel 5 van wet nr. 22/2000 van de regio Sardinië bedoelde steunmaatregelen staatssteun in de zin van artikel 87, lid 1, van het Verdrag vormen en voor geen van de afwijkingen van artikel 87, lid 3, in aanmerking komen.

(31)

Aangezien in artikel 10 van wet nr. 22/2000 van de regio Sardinië, die is aangemeld overeenkomstig artikel 88, lid 3, van het Verdrag, is bepaald dat het regionale bestuur de bij de artikelen 3, 4 en 5 ingestelde steunmaatregelen pas ten uitvoer legt na goedkeuring ervan door de Commissie, hoeft geen steun zoals bedoeld in artikel 5 van bovengenoemde wet te worden teruggevorderd,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De door Italië op grond van artikel 5 van wet nr. 22 van de regio Sardinië van 17 november 2000 geplande steunmaatregelen ter compensatie van landbouwbedrijven en -coöperaties voor de verliezen als gevolg van het tekort aan te verwerken grondstoffen door de verminderde inbreng van de leden, zijn onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt. Deze steun mag bijgevolg niet ten uitvoer worden gelegd.

Artikel 2

Italië deelt de Commissie binnen twee maanden na de kennisgeving van deze beschikking mee welke maatregelen het heeft genomen om hieraan te voldoen.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de Italiaanse Republiek.

Gedaan te Brussel, 16 maart 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  De wet is op 25 oktober 2000 goedgekeurd door de regionale raad van Sardinië en bekendgemaakt in het publicatieblad (Bollettino ufficiale) nr. 36 van de regio Sardinië van 25 november 2000.

(2)  PB C 327 van 22.11.2001, blz. 5.

(3)  Bekendgemaakt in het publicatieblad (Bollettino ufficiale) nr. 29 van de regio Sardinië van 19 september 2000, blz. 1958.

(4)  Besluit SG(01) D/285817 van 2 februari 2001.

(5)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).

(6)  PB L 341 van 22.12.2001, blz. 3.

(7)  PB C 28 van 1.2.2000, blz. 2.

(8)  Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 8 juni 1995 in zaak T-459/93 (Siemens SA/Commissie van de Europese Gemeenschappen), Jurisprudentie 1995, blz. II-1675.


Top