This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32005D0171
2005/171/EC: Commission Decision of 23 February 2005 on the allocation of quantities of controlled substances allowed for essential uses in the Community in 2004 under Regulation (EC) No 2037/2000 of the European Parliament and of the Council (notified under document number C(2005) 293) (Text with EEA relevance)
2005/171/EG: Beschikking van de Commissie van 23 februari 2005 betreffende de toewijzing van de hoeveelheden gereguleerde stoffen waarvan het gebruik in de Gemeenschap in 2004 voor essentiële toepassingen is toegestaan krachtens Verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad (Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 293) (Voor de EER relevante tekst)
2005/171/EG: Beschikking van de Commissie van 23 februari 2005 betreffende de toewijzing van de hoeveelheden gereguleerde stoffen waarvan het gebruik in de Gemeenschap in 2004 voor essentiële toepassingen is toegestaan krachtens Verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad (Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 293) (Voor de EER relevante tekst)
PB L 56 van 2.3.2005, p. 25–34
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
In force
2.3.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 56/25 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 23 februari 2005
betreffende de toewijzing van de hoeveelheden gereguleerde stoffen waarvan het gebruik in de Gemeenschap in 2004 voor essentiële toepassingen is toegestaan krachtens Verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 293)
(Slechts de tekst in de Deense, Duitse, Engelse, Estse, Finse, Franse, Italiaanse, Nederlandse, Portugese, Sloveense, Spaanse en Tsjechische taal is authentiek)
(Voor de EER relevante tekst)
(2005/171/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen (1), inzonderheid op artikel 3, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Gemeenschap heeft reeds besloten de productie en het verbruik van chloorfluorkoolstoffen, andere volledig gehalogeneerde chloorfluorkoolstoffen, halonen, tetrachloorkoolstof, 1,1,1-trichloorethaan, broomfluorkoolwaterstoffen en broomchloormethaan uit te bannen. |
(2) |
Ieder jaar dient de Commissie te bepalen wat de essentiële toepassingen van deze gereguleerde stoffen zijn, welke hoeveelheden mogen worden gebruikt en welke bedrijven ze mogen gebruiken. |
(3) |
Besluit IV/25 van de partijen bij het Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken, hierna „het Protocol van Montreal” genoemd, bepaalt de criteria die door de Commissie bij de vaststelling van de essentiële toepassingen worden gehanteerd en geeft toestemming voor de productie en het verbruik van de hoeveelheden gereguleerde stoffen die nodig zijn om te voorzien in essentiële toepassingen van die stoffen op het grondgebied van elke partij. |
(4) |
Besluit XV/8 van de partijen bij het Protocol van Montreal staat de productie en het verbruik toe van de hoeveelheden in de bijlagen A, B en C (stoffen van de groepen II en III) van het Protocol van Montreal vermelde gereguleerde stoffen die nodig zijn om te voorzien in essentiële toepassingen van die stoffen in het kader van analytische en laboratoriumtoepassingen zoals opgesomd in bijlage IV van het verslag over de zevende vergadering der partijen, zulks onder de in bijlage II van het verslag over de zesde vergadering der partijen, Besluit VII/11 en Besluit XI/15 van de partijen bij het Protocol van Montreal omschreven voorwaarden. |
(5) |
Overeenkomstig punt 3 van Besluit XII/2 van de twaalfde vergadering der partijen bij het Protocol van Montreal betreffende maatregelen om de overgang naar dosisinhalatoren (MDI's) zonder chloorfluorkoolstoffen te vergemakkelijken hebben België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Portugal, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk en Zweden het UNEP (Milieuprogramma van de Verenigde Naties) (2) ervan in kennis gesteld dat chloorfluorkoolstoffen (CFK's) niet langer essentieel zijn voor de vervaardiging van CFK-MDI's met specifieke kort werkende beta-agonisten. Krachtens artikel 4, lid 4, onder i), punt b), van Verordening (EG) nr. 2037/2000 mogen CFK's niet worden gebruikt en niet op de markt worden gebracht, tenzij ze onder de in artikel 3, lid 1, van die verordening beschreven voorwaarden als essentieel worden beschouwd. Doordat deze landen bepaald hebben dat CFK's in dit geval niet essentieel zijn, is de vraag naar CFK's in de Gemeenschap afgenomen. Bovendien wordt in artikel 4, lid 6, bepaald dat CFK-MDI’s niet mogen worden ingevoerd of op de markt mogen worden gebracht, tenzij de CFK’s in deze producten onder de in artikel 3, lid 1, beschreven voorwaarden als essentieel worden beschouwd. |
(6) |
De Commissie heeft op 11 juli 2003 een kennisgeving (3) gepubliceerd die gericht was tot de in de Gemeenschap (15) gevestigde bedrijven die van de Commissie toestemming wensen te krijgen voor het gebruik in 2004 van in de Gemeenschap gereguleerde stoffen voor essentiële toepassingen, welke op 11 mei 2004 (4) gevolgd werd door een kennisgeving die gericht was tot bedrijven in de tien nieuwe lidstaten, en zij heeft verklaringen ontvangen met betrekking tot geplande essentiële toepassingen van gereguleerde stoffen in 2004. |
(7) |
Beschikking 2004/209/EG van de Commissie van 28 januari 2004 betreffende de toewijzing van de hoeveelheden gereguleerde stoffen waarvan het gebruik in de Gemeenschap in 2004 voor essentiële toepassingen is toegestaan krachtens Verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad (5) dient te worden aangepast teneinde rekening ermee te houden dat in de tien nieuwe lidstaten die op 1 mei 2004 zijn toegetreden specifieke hoeveelheden ozonafbrekende stoffen voor essentiële toepassingen nodig zijn. |
(8) |
Omwille van de juridische duidelijkheid en transparantie dient Beschikking 2004/209/EG daarom te worden vervangen. |
(9) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het krachtens artikel 18, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2037/2000 ingestelde beheerscomité, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
1. De hoeveelheid onder Verordening (EG) nr. 2037/2000 vallende gereguleerde stoffen van groep I (chloorfluorkoolstoffen 11, 12, 113, 114 en 115) die in 2004 in de Gemeenschap voor essentiële medische toepassingen mag worden gebruikt, wordt vastgesteld op 1 428 533,000 ODP-kg (ozone depletion potential).
2. De hoeveelheid onder Verordening (EG) nr. 2037/2000 vallende gereguleerde stoffen van groep I (chloorfluorkoolstoffen 11, 12, 113, 114 en 115) en groep II (andere volledig gehalogeneerde chloorfluorkoolstoffen) die in 2004 in de Gemeenschap voor essentiële laboratoriumtoepassingen mag worden gebruikt, wordt vastgesteld op 73 336,765 ODP-kg.
3. De hoeveelheid onder Verordening (EG) nr. 2037/2000 vallende gereguleerde stoffen van groep III (halonen) die in 2004 in de Gemeenschap voor essentiële laboratoriumtoepassingen mag worden gebruikt, wordt vastgesteld op 19 268,700 ODP-kg.
4. De hoeveelheid onder Verordening (EG) nr. 2037/2000 vallende gereguleerde stoffen van groep IV (tetrachloorkoolstof) die in 2004 in de Gemeenschap voor essentiële laboratoriumtoepassingen mag worden gebruikt, wordt vastgesteld op 141 834,000 ODP-kg.
5. De hoeveelheid onder Verordening (EG) nr. 2037/2000 vallende gereguleerde stoffen van groep V (1,1,1-trichloorethaan) die in 2004 in de Gemeenschap voor essentiële laboratoriumtoepassingen mag worden gebruikt, wordt vastgesteld op 529,300 ODP-kg.
6. De hoeveelheid onder Verordening (EG) nr. 2037/2000 vallende gereguleerde stoffen van groep VII (broomfluorkoolwaterstoffen) die in 2004 in de Gemeenschap voor essentiële laboratoriumtoepassingen mag worden gebruikt, wordt vastgesteld op 3,070 ODP-kg.
7. De hoeveelheid onder Verordening (EG) nr. 2037/2000 vallende gereguleerde stoffen van groep IX (broomchloormethaan) die in 2004 in de Gemeenschap voor essentiële laboratoriumtoepassingen mag worden gebruikt, wordt vastgesteld op 13,248 ODP-kg.
Artikel 2
De in bijlage I vermelde chloorfluorkoolstof-houdende dosisinhalatoren (CFK-MDI's) mogen niet op de markt worden gebracht, wanneer voor deze markt is bepaald dat CFK's voor deze producten niet essentieel zijn.
Artikel 3
Gedurende het tijdvak van 1 januari tot en met 31 december 2004 gelden de volgende bepalingen:
1) |
De quota voor essentiële medische toepassingen van de chloorfluorkoolstoffen 11, 12, 113, 114 en 115 worden toegewezen aan de in bijlage II vermelde ondernemingen. |
2) |
De quota voor essentiële laboratoriumtoepassingen van de chloorfluorkoolstoffen 11, 12, 113, 114 en 115 en andere volledig gehalogeneerde chloorfluorkoolstoffen worden toegewezen aan de in bijlage III vermelde ondernemingen. |
3) |
De quota voor essentiële laboratoriumtoepassingen van halonen worden toegewezen aan de in bijlage IV vermelde ondernemingen. |
4) |
De quota voor essentiële laboratoriumtoepassingen van tetrachloorkoolstof worden toegewezen aan de in bijlage V vermelde ondernemingen. |
5) |
De quota voor essentiële laboratoriumtoepassingen van 1,1,1-trichloorethaan worden toegewezen aan de in bijlage VI vermelde ondernemingen. |
6) |
De quota voor essentiële laboratoriumtoepassingen van broomfluorkoolwaterstoffen worden toegewezen aan de in bijlage VII vermelde ondernemingen. |
7) |
De quota voor essentiële laboratoriumtoepassingen van broomchloormethaan worden toegewezen aan de in bijlage VIII vermelde ondernemingen. |
8) |
De quota voor essentiële toepassingen van de chloorfluorkoolstoffen 11, 12, 113, 114 en 115, andere volledig gehalogeneerde chloorfluorkoolstoffen, tetrachloorkoolstof, 1,1,1-trichloorethaan, broomfluorkoolwaterstoffen en broomchloormethaan worden vermeld in bijlage IX. |
Artikel 4
Beschikking 2004/209/EG wordt hierbij ingetrokken.
Verwijzingen naar de ingetrokken beschikking worden beschouwd als verwijzingen naar de onderhavige beschikking.
Artikel 5
Deze beschikking is gericht tot de volgende ondernemingen:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Gedaan te Brussel, 23 februari 2005.
Voor de Commissie
Stavros DIMAS
Lid van de Commissie
(1) PB L 244 van 29.9.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2077/2004 van de Commissie (PB L 359 van 4.12.2004, blz. 28).
(2) http://www.unep.org/ozone/dec12-2-3.shtml
(3) PB C 162 van 11.7.2003, blz. 19.
(4) PB C 133 van 11.5.2004, blz. 12.
(5) PB L 66 van 4.3.2004, blz. 36.
BIJLAGE I
Overeenkomstig punt 3 van Besluit XII/2 van de twaalfde vergadering der partijen bij het Protocol van Montreal betreffende maatregelen om de overgang naar dosisinhalatoren (MDI's) zonder chloorfluorkoolstoffen te vergemakkelijken hebben de volgende partijen bepaald dat CFK's, vanwege de beschikbaarheid van geschikte MDI's zonder CFK's, in combinatie met de volgende stoffen niet langer als „essentieel” krachtens het Protocol kunnen worden aangemerkt:
Product Land |
Salbutamol |
Terbutaline |
Fenoterol |
Orciprenaline |
Reproterol |
Carbuterol |
Hexoprenaline |
Pirbuterol |
Clenbuterol |
Bitolterol |
Procaterol |
Beclomethasone |
Dexamethasone |
Flunisolide |
Fluticasone |
Budesonide |
Triamcinolone |
Ipratropium bromide |
Oxitropium Bromide |
België |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
|
|
|
|
|
|
|
|
Denemarken |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
|
|
|
|
|
|
|
|
Duitsland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Finland |
X |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Frankrijk |
X |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Griekenland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
|
|
|
|
|
|
|
|
Ierland |
X |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Luxemburg |
X |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Nederland |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
|
|
|
|
|
|
|
|
Noorwegen |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
|
|
|
|
|
|
|
|
Oostenrijk |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
|
|
|
|
|
|
|
|
Portugal |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
|
|
|
|
|
|
|
|
Tsechië |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
|
|
|
|
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
X |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Zweden |
X |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Bron: www.unep.org/ozone/dec12-2-3.pdf |
BIJLAGE II
ESSENTIËLE MEDISCHE TOEPASSINGEN
Quota gereguleerde stoffen van groep I die mogen worden gebruikt bij de productie van dosisinhalatoren (MDI's) voor de behandeling van astma en andere chronische obstructieve longaandoeningen (COPD), worden toegewezen aan:
3M (UK) Aventis (UK) Bespak (UK) Boehringer Ingelheim (DE) Chiesi (IT) Glaxo Smith Kline (UK) IG Sprühtechnik (DE) Inyx Pharmaceuticals (UK) IVAX (IE) Jaba Farmaceutica (PT) Lab. Aldo-Union (ES) Otsuka Pharmaceuticals (ES) Sicor (IT) Schering-Plough (BE) V.A.R.I. (IT) Valeas (IT) Valois (FR)
BIJLAGE III
ESSENTIËLE LABORATORIUMTOEPASSINGEN
Quota gereguleerde stoffen van de groepen I en II die mogen worden gebruikt voor analytische en laboratoriumtoepassingen, worden toegewezen aan:
Agfa-Gevaert (BE) Bie & Berntsen (DK) Butterworth Laboratories (UK) Biosolve (NL) Carl Roth (DE) Elcom Group (CZ) Environnement SA (FR) Honeywell Specialty Chemicals (DE) Ineos Fluor (UK) Katholieke Universiteit Leuven (BE) LGC Promochem (DE) Mallinckrodt Baker (NL) Merck KGaA (DE) Mikro + Polo (SI) Panreac Química (ES) SDS Solvants (FR) Sanolabor (SI) Sigma Aldrich Chemie (DE) Sigma Aldrich Chimie (FR) Sigma Aldrich Company (UK) University Of Technology Vienna (AT) Ya Kemia Oy — Sigma Aldrich (FI)
BIJLAGE IV
ESSENTIËLE LABORATORIUMTOEPASSINGEN
Quota gereguleerde stoffen van groep III die mogen worden gebruikt voor analytische en laboratoriumtoepassingen, worden toegewezen aan:
Airbus France (FR) Butterworth Laboratories (UK) Ineos Fluor (UK) Sigma Aldrich Chimie (FR) Sigma Aldrich Company (UK)
BIJLAGE V
ESSENTIËLE LABORATORIUMTOEPASSINGEN
Quota gereguleerde stoffen van groep IV die mogen worden gebruikt voor analytische en laboratoriumtoepassingen, worden toegewezen aan:
Acros Organics (BE) Agfa-Gevaert (BE) Bie & Berntsen (DK) Biosolve (NL) Butterworth Laboratories (UK) Fisher Scientific (UK) Health Protection Inspectorate-Laboratories (EE) Institut E. Malvoz (BE) Institut Scientifique de Service Public (ISSeP) (BE) Katholieke Universiteit Leuven (BE) Laboratoires Sérologiques (FR) Mallinckrodt Baker (NL) Merck KGaA (DE) Mikro + Polo (SI) Panreac Química (ES) Rohs Chemie (DE) SDS Solvants (FR) Sanolabor d.d. (SI) Sigma Aldrich Chemie (DE) Sigma Aldrich Chimie (FR) Sigma Aldrich Company (UK) Sigma Aldrich Laborchemikalien (DE) VWR I.S.A.S. (FR) YA-Kemia Oy (FI)
BIJLAGE VI
ESSENTIËLE LABORATORIUMTOEPASSINGEN
Quota gereguleerde stoffen van groep V die mogen worden gebruikt voor analytische en laboratoriumtoepassingen, worden toegewezen aan:
Acros Organics (BE) Agfa-Gevaert (BE) Bie & Berntsen (DK) Katholieke Universiteit Leuven (BE) Mallinckrodt Baker (NL) Mikro + Polo (SI) Panreac Química (ES) Sanolabor d.d. (SI) Sigma Aldrich Chemie (DE) Sigma Aldrich Chimie (FR) Sigma Aldrich Company (UK)
BIJLAGE VII
ESSENTIËLE LABORATORIUMTOEPASSINGEN
Quota gereguleerde stoffen van groep VII die mogen worden gebruikt voor analytische en laboratoriumtoepassingen, worden toegewezen aan:
Acros Organics (BE) Ineos Fluor (UK) Sigma Aldrich Chimie (FR) Sigma Aldrich Company (UK)
BIJLAGE VIII
ESSENTIËLE LABORATORIUMTOEPASSINGEN
Quota gereguleerde stoffen van groep IX die mogen worden gebruikt voor analytische en laboratoriumtoepassingen, worden toegewezen aan:
Ineos Fluor (UK) Sigma Aldrich Chemie (DE) Sigma Aldrich Chimie (FR)
BIJLAGE IX
(Deze bijlage wordt niet gepubliceerd omdat zij vertrouwelijke commerciële informatie bevat.)