(1)

In artikel 1, lid 4, van Verordening (EG) nr. 174/1999 van de Commissie van 26 januari 1999 tot vaststelling van de specifieke uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 804/68 van de Raad inzake de uitvoercertificaten en de uitvoerrestituties in de sector melk en zuivelproducten (1) is bepaald dat de producten, om voor een restitutie in aanmerking te komen, moeten voldoen aan het bepaalde in Richtlijn 92/46/EEG van de Raad van 16 juni 1992 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de productie en het in de handel brengen van rauwe melk, warm behandelde melk en melkproducten op basis van melk (2). Met name moeten de producten worden bereid in een erkende inrichting en moeten zij voldoen aan de in bijlage C, hoofdstuk IV, punt A, bij die richtlijn vastgestelde voorwaarden voor het aanbrengen van het keurmerk.

(2)

Bij Beschikking 2004/280/EG van de Commissie van 19 maart 2004 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor het in de handel brengen van bepaalde producten van dierlijke oorsprong, verkregen in Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (3) (hierna „de nieuwe lidstaten” genoemd) zijn overgangsmaatregelen vastgesteld om de overgang van de in de nieuwe lidstaten bestaande regeling naar die welke voortvloeit uit de toepassing van de communautaire veterinaire regelgeving, te vergemakkelijken. In artikel 3 van die beschikking is bepaald dat de lidstaten van 1 mei tot en met 31 augustus 2004 de handel toestaan in producten die zijn verkregen in inrichtingen die vóór de datum van toetreding erkend waren voor uitvoer naar de Gemeenschap, mits de producten voorzien zijn van het keurmerk voor uitvoer naar de Gemeenschap van de betrokken inrichting en vergezeld gaan van een document waarin wordt verklaard dat zij zijn geproduceerd overeenkomstig Beschikking 2004/280/EG.

(3)

Daarom dient van Verordening (EG) nr. 174/1999 te worden afgeweken en te worden bepaald dat producten die voldoen aan artikel 3 van Beschikking 2004/280/EG en in de periode van 1 mei tot en met 31 augustus 2004 mogen worden verhandeld, in aanmerking komen voor een uitvoerrestitutie.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,