Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004L0074R(01)

    Rectificatie van Richtlijn 2004/74/EG van de Raad van 29 april 2004 tot wijziging van Richtlijn 2003/96/EG teneinde bepaalde lidstaten toe te staan om tijdelijke vrijstellingen of verlagingen van de belastingniveaus toe te passen voor energieproducten en elektriciteit (PB L 157 van 30.4.2004)

    PB L 195 van 2.6.2004, p. 26–30 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2004/74/corrigendum/2004-06-02/oj

    2.6.2004   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 195/26


    Rectificatie van Richtlijn 2004/74/EG van de Raad van 29 april 2004 tot wijziging van Richtlijn 2003/96/EG teneinde bepaalde lidstaten toe te staan om tijdelijke vrijstellingen of verlagingen van de belastingniveaus toe te passen voor energieproducten en elektriciteit

    ( Publicatieblad van de Europese Unie L 157 van 30 april 2004 )

    Richtlijn 2004/74/EG wordt als volgt gelezen:

    RICHTLIJN 2004/74/EG VAN DE RAAD

    van 29 april 2004

    tot wijziging van Richtlijn 2003/96/EG teneinde bepaalde lidstaten toe te staan om tijdelijke vrijstellingen of verlagingen van de belastingniveaus toe te passen voor energieproducten en elektriciteit

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 93,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

    Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit (3) vervangt met ingang van 1 januari 2004 Richtlijn 92/81/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op minerale oliën (4) en Richtlijn 92/82/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 betreffende de onderlinge aanpassing van de accijnstarieven voor minerale oliën (5). In deze richtlijn worden de belastingregelingen en -niveaus voor energieproducten en elektriciteit vastgesteld.

    (2)

    De in Richtlijn 2003/96/EG vastgestelde minimumbelastingniveaus zullen waarschijnlijk leiden tot ernstige economische en sociale problemen in bepaalde lidstaten, namelijk Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije, wegens de relatief lage accijnzen die vroeger werden geheven, de economische overgangsfase waarin deze lidstaten verkeren, hun relatief lage inkomensniveau en hun beperkte capaciteit om die extra belastingdruk te compenseren door andere belastingen te verlagen. De toepassing van de in Richtlijn 2003/96/EG vastgestelde minimumbelastingniveaus zal een prijsstijging veroorzaken die waarschijnlijk negatieve gevolgen zal hebben voor de burgers en de nationale economieën en zal bijvoorbeeld een ondraaglijke last voor het midden- en kleinbedrijf met zich brengen.

    (3)

    Het moet deze lidstaten daarom worden toegestaan tijdelijk bepaalde aanvullende vrijstellingen of verlagingen toe te passen, mits dit de goede werking van de interne markt niet schaadt en niet tot concurrentieverstoring leidt. Daarnaast moeten dergelijke maatregelen leiden tot een geleidelijke afstemming op de geldende communautaire minimumtarieven, overeenkomstig de beginselen op grond waarvan overgangsperioden aanvankelijk werden toegekend in het kader van Richtlijn 2003/96/EG.

    (4)

    In het Toetredingsverdrag van 2003 (6) is bepaald dat aan Polen en Cyprus overgangsregelingen worden toegekend voor de uitvoering van Richtlijn 92/81/EEG en Richtlijn 92/82/EEG. Het Verdrag omvat ook specifieke maatregelen met betrekking tot energie in Litouwen en Estland. Met deze maatregelen moet naar behoren rekening worden gehouden bij het toestaan van specifieke belastingvrijstellingen.

    (5)

    Deze richtlijn dient niet vooruit te lopen op eventuele procedures wegens verstoring van de werking van de interne markt die met name op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag ingeleid kunnen worden, en doet ook geen afbreuk aan de verplichting van lidstaten om de Commissie op grond van artikel 88 van het Verdrag in kennis te stellen van eventuele gevallen van staatssteun.

    (6)

    Sommige bepalingen van Richtlijn 2003/96/EG dienen duidelijker te worden geformuleerd wat betreft de overgangsperioden.

    (7)

    Richtlijn 2003/96/EG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

    HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Richtlijn 2003/96/EG wordt als volgt gewijzigd:

    1.

    Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    lid 1, eerste alinea, wordt vervangen door de volgende tekst: „1. In afwijking van de bepalingen van deze richtlijn mogen de in bijlage II vermelde lidstaten de in die bijlage vastgestelde belastingverlagingen of -vrijstellingen blijven toepassen.”

    b)

    in lid 2 wordt „in de leden 3 tot en met 12” vervangen door „in de leden 3 tot en met 13.”

    2.

    Het volgende artikel wordt ingevoegd:

    „Artikel 18 bis

    1.   In afwijking van de bepalingen van deze richtlijn mogen de in bijlage III vermelde lidstaten de in die bijlage vastgestelde belastingverlagingen of -vrijstellingen blijven toepassen.

    Onder voorbehoud van een voorafgaand onderzoek door de Raad op voorstel van de Commissie verstrijkt deze toestemming op 31 december 2006 of op de in bijlage III vermelde datum.

    2.   Onverminderd de in de leden 3 tot en met 11 bepaalde perioden en op voorwaarde dat de mededinging hierdoor niet significant wordt verstoord, krijgen lidstaten die moeilijkheden ondervinden met de toepassing van de nieuwe minimumbelastingniveaus een overgangsperiode tot 1 januari 2007, in het bijzonder om te vermijden dat de prijsstabiliteit in het gedrang komt.

    3.   Tsjechië mag tot 1 januari 2008 volledige of gedeeltelijke belastingvrijstellingen of -verlagingen toepassen op elektriciteit, vaste brandstoffen en aardgas.

    4.   Estland mag tot 1 januari 2010 een overgangsperiode toepassen om de nationale belasting voor als motorbrandstof gebruikte gasolie op het nieuwe minimumniveau van 330 EUR per 1 000 l te brengen. Vanaf 1 mei 2004 moet de belasting op als motorbrandstof gebruikte gasolie evenwel minimaal 245 EUR per 1 000 l bedragen.

    Estland mag tot 1 januari 2010 een overgangsperiode toepassen om de nationale belasting voor als motorbrandstof gebruikte loodvrije benzine op het nieuwe minimumniveau van 359 EUR per 1 000 l te brengen. Vanaf 1 mei 2004 moet de belasting op als motorbrandstof gebruikte loodvrije benzine evenwel minimaal 287 EUR per 1 000 l bedragen.

    Estland mag tot 1 januari 2009 een volledige belastingvrijstelling op olieschalie toepassen. Tot 1 januari 2013 mag Estland daarnaast een verlaagd belastingtarief voor olieschalie toepassen, maar de belasting moet vanaf 1 januari 2011 minimaal 50 % van het desbetreffende minimumtarief in de Gemeenschap bedragen.

    Estland mag tot 1 januari 2010 een overgangsperiode toepassen om de nationale belasting voor schalieolie voor stadsverwarming op het minimumniveau te brengen.

    Estland mag tot 1 januari 2010 een overgangsperiode toepassen om het huidige stelsel met een inputbelasting op elektriciteit te hervormen tot een stelsel met een outputbelasting op elektriciteit.

    5.   Letland mag tot 1 januari 2011 een overgangsperiode toepassen om de nationale belasting voor als motorbrandstof gebruikte gasolie en kerosine op het nieuwe minimumiveau van 302 EUR per 1 000 l te brengen en tot 1 januari 2013 om die belasting op 330 EUR te brengen. Vanaf 1 mei 2004 moet de belasting op gasolie en kerosine evenwel minimaal 245 EUR per 1 000 l bedragen en vanaf 1 januari 2008 minimaal 274 EUR per 1 000 l.

    Letland mag tot 1 januari 2011 een overgangsperiode toepassen om de nationale belasting voor als motorbrandstof gebruikte loodvrije benzine op het nieuwe minimumniveau van 359 EUR per 1 000 l te brengen. Vanaf 1 mei 2004 moet de belasting op loodvrije benzine evenwel minimaal 287 EUR per 1 000 l bedragen en vanaf 1 januari 2008 minimaal 323 EUR per 1 000 l.

    Letland mag tot 1 januari 2010 een overgangsperiode toepassen om de nationale belasting voor zware stookolie voor stadsverwarming op het minimumniveau te brengen.

    Letland mag tot 1 januari 2010 een overgangsperiode toepassen om de nationale belasting voor elektriciteit op de desbetreffende minimumniveaus te brengen. Vanaf 1 januari 2007 moet de belasting op elektriciteit evenwel minimaal 50 % van de desbetreffende minimumtarieven in de Gemeenschap bedragen.

    Letland mag tot 1 september 2009 een overgangsperiode toepassen om de nationale belasting voor kolen en cokes op de desbetreffende minimumniveaus te brengen. Vanaf 1 januari 2007 moet de belasting op kolen en cokes evenwel minimaal 50 % van de desbetreffende minimumtarieven in de Gemeenschap bedragen.

    6.   Litouwen mag tot 1 januari 2011 een overgangsperiode toepassen om de nationale belasting voor als motorbrandstof gebruikte gasolie en kerosine op het nieuwe minimumniveau van 302 per 1 000 l te brengen en tot 1 januari 2013 om die belasting op 330 EUR te brengen. Vanaf 1 mei 2004 moet de belasting op gasolie en kerosine evenwel minimaal 245 EUR per 1 000 l bedragen en vanaf 1 januari 2008 minimaal 274 EUR per 1 000l.

    Litouwen mag tot 1 januari 2011 een overgangsperiode toepassen om de nationale belasting voor als motorbrandstof gebruikte loodvrije benzine op het nieuwe minimumniveau van 359 EUR per 1 000 l te brengen. Vanaf 1 mei 2004 moet de belasting op loodvrije benzine evenwel minimaal 287 EUR per 1 000 l bedragen en vanaf 1 januari 2008 minimaal 323 EUR per 1 000 l.

    7.   Hongarije mag tot 1 januari 2010 een overgangsperiode toepassen om de nationale belasting voor elektriciteit, aardgas, kolen en cokes voor stadsverwarming op de desbetreffende minimumniveaus te brengen.

    8.   Malta mag tot 1 januari 2010 een overgangsperiode toepassen om de nationale belasting voor elektriciteit aan te passen. Vanaf 1 januari 2007 moet de belasting op elektriciteit evenwel minimaal 50 % van de desbetreffende minimumtarieven in de Gemeenschap bedragen.

    Malta mag tot 1 januari 2010 een overgangsperiode toepassen om de nationale belasting voor als motorbrandstof gebruikte gasolie en kerosine op het nieuwe minimumniveau van 330 EUR per 1 000 l te brengen. Vanaf 1 mei 2004 moet de belasting op als motorbrandstof gebruikte gasolie evenwel minimaal 245 EUR per 1 000 l bedragen.

    Malta mag tot 1 januari 2010 een overgangsperiode toepassen om de nationale belasting voor als motorbrandstof gebruikte loodvrije en loodhoudende benzine op de desbetreffende minimumniveaus te brengen. Vanaf 1 mei 2004 moet de belasting op als motorbrandstof gebruikte loodvrije en loodhoudende benzine echter respectievelijk minimaal 287 EUR per 1 000 l en 337 EUR per 1 000 l bedragen.

    Malta mag tot 1 januari 2010 een overgangsperiode toepassen om de nationale belasting voor aardgas dat wordt gebruikt als verwarmingsbrandstof op de desbetreffende minimumniveaus te brengen. Vanaf 1 januari 2007 moet het effectieve belastingtarief op aardgas evenwel minimaal 50 % van de desbetreffende minimumtarieven in de Gemeenschap bedragen.

    Malta mag tot 1 januari 2009 een overgangsperiode toepassen om de nationale belasting voor vaste brandstoffen op de desbetreffende minimumniveaus te brengen. Vanaf 1 januari 2007 moet het effectieve belastingtarief voor de betreffende energieproducten evenwel minimaal 50 % van de desbetreffende minimumtarieven in de Gemeenschap bedragen.

    9.   Polen mag tot 1 januari 2009 een overgangsperiode toepassen om de nationale belasting voor als motorbrandstof gebruikte loodvrije benzine op het nieuwe minimumniveau van 359 EUR per 1 000 l te brengen. Vanaf 1 mei 2004 moet de belasting op loodvrije benzine evenwel minimaal 287 EUR per 1 000 l bedragen.

    Polen mag tot 1 januari 2010 een overgangsperiode toepassen om de nationale belasting voor als motorbrandstof gebruikte gasolie op het nieuwe minimumniveau van 302 EUR per 1 000 l brengen en tot 1 januari 2012 om de belasting op 330 EUR te brengen. Vanaf 1 mei 2004 moet de belasting op gasolie evenwel minimaal 245 EUR per 1 000 l bedragen en vanaf 1 januari 2008 minimaal 274 EUR per 1 000 l.

    Polen mag tot 1 januari 2008 een overgangsperiode toepassen om de nationale belasting voor zware stookolie op het nieuwe minimumniveau van 15 EUR per 1 000 kg brengen. Vanaf 1 mei 2004 moet de belasting op zware stookolie evenwel minimaal 13 EUR per 1 000 kg bedragen.

    Polen mag tot 1 januari 2012 een overgangsperiode toepassen om de nationale belasting voor kolen en cokes voor stadsverwarming op het desbetreffende minimumniveau te brengen.

    Polen mag tot 1 januari 2012 een overgangsperiode toepassen om de nationale belasting voor kolen en cokes voor andere verwarming dan stadsverwarming op het desbetreffende minimumniveau te brengen.

    Polen mag tot 1 januari 2008 volledige of gedeeltelijke vrijstellingen of verlagingen toepassen voor gasolie die door scholen, crèches en andere openbare instellingen wordt gebruikt als verwarmingsbrandstof voor de activiteiten of de transacties die zij als openbare instanties verrichten.

    Polen mag tot 1 januari 2006 een overgangsperiode toepassen om het belastingstelsel voor elektriciteit in overeenstemming te brengen met het communautaire kader.

    10.   Slovenië mag onder fiscaal toezicht volledige of gedeeltelijke belastingvrijstellingen of -verlagingen toepassen op aardgas. De volledige of gedeeltelijke vrijstellingen of verlagingen gelden tot mei 2014 of totdat het nationale aandeel van aardgas in het finale energieverbruik 25 % bedraagt, indien dat zich eerder voordoet. Zodra het nationale aandeel van aardgas evenwel 20 % van het finale energieverbruik bedraagt, moet Slovenië een strikt positief belastingniveau hanteren, dat jaarlijks wordt verhoogd zodat aan het einde van bovengenoemde periode ten minste het minimumbelastingniveau wordt bereikt.

    11.   Slowakije mag tot 1 januari 2010 een overgangsperiode toepassen om de nationale belasting voor elektriciteit en aardgas die worden gebruikt als verwarmingsbrandstof op de desbetreffende minimumniveaus te brengen. Vanaf 1 januari 2007 moet de belasting op elektriciteit en aardgas die worden gebruikt als verwarmingsbrandstof evenwel minimaal 50 % van de desbetreffende minimumtarieven in de Gemeenschap bedragen.

    Slowakije mag tot 1 januari 2009 een overgangsperiode toepassen om de nationale belasting voor vaste brandstoffen op de desbetreffende minimumniveaus te brengen. Vanaf 1 januari 2007 moet de belasting op vaste brandstoffen evenwel minimaal 50 % van de desbetreffende minimumtarieven in de Gemeenschap bedragen.

    12.   Binnen de vastgestelde overgangsperioden verkleinen de lidstaten geleidelijk hun respectieve verschillen ten opzichte van de nieuwe minimumniveaus. Wanneer het verschil tussen het nationale niveau en het minimumniveau niet meer dan 3 % van dat minimumniveau bedraagt, kan de betrokken lidstaat de aanpassing van zijn nationale niveau evenwel tot het einde van de overgangsperiode uitstellen.”

    3.

    Bijlage III, die als bijlage aan deze richtlijn is gehecht, wordt toegevoegd.

    Artikel 2

    1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om met ingang van 1 mei 2004 aan deze richtlijn te voldoen. Zij doen de Commissie onverwijld de tekst toekomen van die bepalingen en van een concordantietabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

    Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor de verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

    2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

    Artikel 3

    Deze richtlijn treedt in werking op 1 mei 2004.

    Artikel 4

    Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Luxemburg, 29 april 2004.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    M. McDOWELL

    BIJLAGE

    „BIJLAGE III

    Verlaagde belastingniveaus en belastingvrijstellingen bedoeld in artikel 18 bis, lid 1:

    1.

    Letland

    voor energieproducten en elektriciteit die worden gebruikt voor openbaar personenvervoer.

    2.

    Litouwen

    voor kolen, cokes en bruinkool: tot 1 januari 2007;

    voor aardgas en elektriciteit: tot 1 januari 2010;

    voor orimulsion die wordt gebruikt voor andere doeleinden dan de productie van elektriciteit of warmte: tot 1 januari 2010.

    3.

    Hongarije

    voor kolen en cokes: tot 1 januari 2009.

    4.

    Malta

    voor de particuliere pleziervaart;

    voor andere luchtvaart dan bedoeld in artikel 14, lid 1, onder b), van Richtlijn 2003/96/EG.

    5.

    Polen

    voor kerosine, brandstoffen voor straalmotoren en motoroliën voor vliegmotoren, verkocht door de producent van deze brandstoffen aan de minister van Defensie of de minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken, voor luchtvaartdoeleinden, aan het Agentschap voor het beheer van de materiële reserves, om de nationale reserves aan te vullen, of aan organisaties voor medische luchtvaart, voor hun specifieke activiteiten;

    gasolie voor scheepsmotoren en motoren voor maritieme technologie en motoroliën voor scheepsmotoren en motoren voor maritieme technologie, verkocht door de producent van deze brandstoffen aan het Agentschap voor het beheer van de materiële reserves om de nationale reserves aan te vullen, of aan de minister van Defensie met het oog op gebruik door de zeemacht, en aan de minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken met het oog op gebruik voor maritieme techniek;

    kerosine, brandstoffen voor straalmotoren, gasolie voor scheepsmotoren en motoren voor maritieme technologie en oliën voor vliegmotoren, scheepsmotoren en motoren voor maritieme technologie, verkocht door het Agentschap voor het beheer van de materiële reserves aan de minister van Defensie of aan de minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken.”


    (1)  Advies uitgebracht op 30 maart 2004 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

    (2)  Advies uitgebracht op 31 maart 2004 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

    (3)  PB L 283 van 31.10.2003, blz. 51.

    (4)  PB L 316 van 31.10.1992, blz. 12. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 94/74/EG (PB L 365 van 31.12.1994, blz. 46).

    (5)  PB L 316 van 31.10.1992, blz. 19. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 94/74/EG.

    (6)  PB L 236 van 23.9.2003, blz. 17.


    Top