This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32004E0179
Council Common Position 2004/179/CFSP of 23 February 2004 concerning restrictive measures against the leadership of the Transnistrian region of the Moldovan Republic
Gemeenschappelijk Standpunt 2004/179/GBVB van de Raad van 23 februari 2004 inzake beperkende maatregelen tegen de leiders van de regio Trans-Dnjestrië in de Republiek Moldavië
Gemeenschappelijk Standpunt 2004/179/GBVB van de Raad van 23 februari 2004 inzake beperkende maatregelen tegen de leiders van de regio Trans-Dnjestrië in de Republiek Moldavië
PB L 55 van 24.2.2004, p. 68–69
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)
No longer in force, Date of end of validity: 27/02/2008: This act has been changed. Current consolidated version: 19/02/2007
Gemeenschappelijk Standpunt 2004/179/GBVB van de Raad van 23 februari 2004 inzake beperkende maatregelen tegen de leiders van de regio Trans-Dnjestrië in de Republiek Moldavië
Publicatieblad Nr. L 055 van 24/02/2004 blz. 0068 - 0069
Gemeenschappelijk Standpunt 2004/179/GBVB van de Raad van 23 februari 2004 inzake beperkende maatregelen tegen de leiders van de regio Trans-Dnjestrië in de Republiek Moldavië DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 15, Overwegende hetgeen volgt: (1) De Raad heeft op 27 februari 2003 Gemeenschappelijk Standpunt 2003/139/GBVB inzake beperkende maatregelen tegen de leiders van de regio Trans-Dnjestrië in de Republiek Moldavië(1) aangenomen. (2) Hoewel onderhandelingen zijn gestart over een grondwetswijziging, is er geen noemenswaardige vooruitgang geboekt bij het Trans-Dnjestrische conflict in Moldavië. (3) De inzet van de Europese Unie is nog steeds om in het kader van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) bij te dragen tot een vreedzame oplossing van het conflict, met volledige inachtneming van de territoriale integriteit van Moldavië. (4) De Europese Unie acht het onacceptabel dat de leiders van de regio Trans-Dnjestrië in de Republiek Moldavië bij hun standpunt blijven en zich niet volledig willen inzetten voor een alomvattende vreedzame oplossing van het Trans-Dnjestrische conflict. (5) Het reisverbod dat is ingesteld krachtens Gemeenschappelijk Standpunt 2003/139/GBVB loopt af op 26 februari 2004 en moet worden verlengd, HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VASTGESTELD: Artikel 1 1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om de binnenkomst op of doorreis via hun grondgebied te beletten van de in de bijlage vermelde personen, die de vooruitgang bij het bereiken van een politieke oplossing voor het conflict onmogelijk maken. 2. Lid 1 houdt niet in dat de lidstaten verplicht zijn de binnenkomst op hun grondgebied van hun eigen onderdanen te beletten. 3. Lid 1 laat gevallen onverlet waarin lidstaten uit hoofde van het internationale recht gebonden zijn, en wel: a) als gastland van een internationale intergouvernementele organisatie; b) als gastland van een internationale conferentie die is bijeengeroepen door, of plaatsvindt onder auspiciën van de Verenigde Naties; of c) krachtens een multilaterale overeenkomst die voorrechten en immuniteiten verleent. De Raad wordt in elk van die gevallen naar behoren geïnformeerd. 4. Lid 3 wordt ook geacht van toepassing te zijn op gevallen waarin een lidstaat optreedt als gastland van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE). 5. De lidstaten kunnen ontheffingen van de krachtens lid 1 opgelegde maatregelen verlenen voor reizen die plaatsvinden op grond van dringende humanitaire noden, of om vergaderingen van intergouvernementele instanties, met inbegrip van door de Europese Unie geïnitieerde vergaderingen, bij te wonen, waarin een politieke dialoog wordt gevoerd met als doel de democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat in Moldavië rechtstreeks te bevorderen. 6. Een lidstaat die de in lid 5 bedoelde ontheffingen wil verlenen, brengt zulks schriftelijk ter kennis van de Raad. De ontheffing wordt geacht te zijn toegestaan, tenzij één of meer leden van de Raad binnen 48 uur na ontvangst van de kennisgeving van de voorgestelde ontheffing schriftelijk bezwaar maken bij de Raad. Indien één of meer leden van de Raad bezwaar maken, kan de Raad met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluiten de voorgestelde ontheffing te verlenen. 7. In de gevallen waarin een lidstaat krachtens de leden 3, 4, 5 en 6, machtiging verleent tot binnenkomst op of doorreis via zijn grondgebied van de in de bijlage vermelde personen, geldt deze machtiging alleen voor het doel waarvoor ze is verleend en alleen voor de daarbij betrokken personen. Artikel 2 De Raad besluit op voorstel van een lidstaat of van de Commissie tot de wijzigingen van de lijst in de bijlage die op grond van de politieke ontwikkelingen in Moldavië nodig zijn. Artikel 3 Om het effect van voornoemde maatregelen zo groot mogelijk te maken, moedigt de Europese Unie derde landen aan soortgelijke beperkende maatregelen als de in dit gemeenschappelijk standpunt genoemde te treffen. Artikel 4 Dit gemeenschappelijk standpunt wordt van kracht op 27 februari 2004 en is van toepassing tot en met 27 februari 2005. Het wordt voortdurend getoetst en wordt verlengd of gewijzigd, indien de Raad van oordeel is dat de doelstellingen niet zijn bereikt. Artikel 5 Dit gemeenschappelijk standpunt wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. Gedaan te Brussel, 23 februari 2004. Voor de Raad De voorzitter B. Cowen (1) PB L 53 van 28.2.2003, blz. 60. BIJLAGE Lijst van de in artikel 1 bedoelde personen 1. SMIRNOV, IGOR, "president", geboren op 29.10.1941 in Chabarowsk. Russisch paspoort nr. 50 NO.0337530. 2. SMIRNOV, VLADIMIR, zoon van Igor Smirnov, voorzitter van het Staatscomité voor douanezaken, geboren op 3.4.1961 in Vupiansk Charkow. Russisch paspoort nr. 50 NO.00337016. 3. SMIRNOV, OLEG, zoon van Igor Smirnov, adviseur van het Staatscomité voor douanezaken, geboren op 8.8.1967 in Nowaja Wachowka, Cherson. Russisch paspoort nr. 60 NO.1907537. 4. LEONTYEV, SERGEY, "vice-president", geboren op 9.2.1944 in Odessa Leontovka. Russisch paspoort nr. 50 NO.0065438. 5. MARACUTSA, GRIGORY, "voorzitter van de Opperste Sovjet", geboren op 15.10.1942 in Teia, Grigoriopol. Oud Sovjetpaspoort nr. 8BM724835. 6. KAMINSKY, ANATOLY, "ondervoorzitter van de Opperste Sovjet", geboren op 15.3.1950 in Cita. Oud Sovjetpaspoort nr. A25056238. 7. SHEVCHUK, EVGENY, "ondervoorzitter van de Opperste Sovjet", geboren op 21.6.1946 in Nowosibirsk. Oud Sovjetpaspoort nr. A25004230. 8. LITSKAI, VALERY, "minister van Buitenlandse Zaken", geboren op 13.2.1949 in Tver. Russisch paspoort. 9. KHAJEEV, STANISLAV, "minister van Defensie", geboren op 28.12.1941 in Celabinsk. 10. ANTIUFEEV (SEVTOV), VADIM, "minister van Staatsveiligheid", geboren in 1951 in Novosibirsk. Russisch paspoort. 11. KOROLYOV, ALEXANDER, "minister van Binnenlandse Zaken", geboren in 1951 in Briansk. Russisch paspoort. 12. BALALA, VIKTOR, "minister van Justitie", geboren in 1961 in Vinitsa. 13. AKULOV, BORIS, "vertegenwoordiger van Trans-Dnjestrië in Oekraïne". 14. ZAKHAROV, VIKTOR, "Openbaar ministerie", geboren in 1948 in Camenca. 15. LIPOVTSEV, ALEXEY, "ondervoorzitter van het Comité voor douanezaken". 16. GUDYMO, OLEG, "onderminister van Veiligheid", geboren op 11.9.1944 in Alma-Ata. Russisch paspoort nr. 51 NO 0592094. 17. KOSOVSKI, EDUARD, "president van de Bank van de Republiek Trans-Dnjestrië", geboren op 7.10.1958 in Floresti.