Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32003E0423

    Gemeenschappelijk Optreden 2003/423/GBVB van de Raad van 5 juni 2003 inzake de militaire operatie van de Europese Unie in de Democratische Republiek Congo

    PB L 143 van 11.6.2003, p. 50–52 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/09/2003

    ELI: http://data.europa.eu/eli/joint_action/2003/423/oj

    32003E0423

    Gemeenschappelijk Optreden 2003/423/GBVB van de Raad van 5 juni 2003 inzake de militaire operatie van de Europese Unie in de Democratische Republiek Congo

    Publicatieblad Nr. L 143 van 11/06/2003 blz. 0050 - 0052


    Gemeenschappelijk Optreden 2003/423/GBVB van de Raad

    van 5 juni 2003

    inzake de militaire operatie van de Europese Unie in de Democratische Republiek Congo

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 14, artikel 18, lid 5, artikel 25, derde alinea, artikel 26 en artikel 28, lid 3,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Op 8 mei 2003 heeft de Raad Gemeenschappelijk Standpunt 2003/319/GBVB betreffende de steun van de Europese Unie voor de uitvoering van de staakt-het-vuren-overeenkomst van Lusaka en het vredesproces in de Democratische Republiek Congo en tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2002/203/GBVB(1) vastgesteld.

    (2) Op 10 december 2002 heeft de Raad Gemeenschappelijk Optreden 2002/962/GBVB houdende wijziging en verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor het Gebied van de Grote Meren in Afrika(2) vastgesteld.

    (3) Op 19 mei 2003 heeft de Raad de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger verzocht een studie te verrichten naar de haalbaarheid van een militaire operatie van de Europese Unie in de Democratische Republiek Congo.

    (4) De secretaris-generaal van de Verenigde Naties heeft de lidstaten van de Verenigde Naties verzocht te voorzien in een tijdelijke stabilisatiemacht in de Ituri-regio ter uitvoering van het mandaat van Resolutie nr. 1484(2003) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 30 mei 2003.

    (5) Overeenkomstig het concept "EU-kadernatie" dat op 24 juli 2002 is bekrachtigd als basis voor het voeren van autonome, door de Europese Unie geleide crisisbeheersingsoperaties met gebruikmaking van een kadernatie, dient er een lidstaat als kadernatie te worden aangewezen.

    (6) Teneinde het inzetten van een EU-troepenmacht in de Democratische Republiek Congo te plannen en voor te bereiden, moet er een operationeel hoofdkwartier worden gekozen en een operationeel commandant en een commandant van de troepen worden benoemd.

    (7) Het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) moet politieke controle uitoefenen op en strategische leiding geven aan de door de Europese Unie geleide operatie en de desbetreffende besluiten nemen overeenkomstig artikel 25, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

    (8) Overeenkomstig de richtlijnen van de Europese Raad van Nice van 7-9 december 2000 moet dit gemeenschappelijk optreden de rol van de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger overeenkomstig de artikelen 18 en 26 van het Verdrag betreffende de Europese Unie in de uitvoering van de onder de politieke controle en strategische leiding van het PVC vallende maatregelen bepalen, overeenkomstig artikel 25 van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

    (9) Derde staten kunnen op verzoek van de Raad aan de operatie deelnemen.

    (10) Overeenkomstig artikel 28, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie komen de beleidsuitgaven voor dit gemeenschappelijk optreden, dat gevolgen heeft op militair gebied, ten laste van de lidstaten volgens het algemene kader dat de Raad bij besluit van 17 juni 2002 heeft vastgesteld.

    (11) Volgens artikel 14, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie moeten voor de gehele duur van de uitvoering van het gemeenschappelijk optreden de voor de Unie beschikbare middelen worden omschreven; in dit verband moet een financieel referentiebedrag worden vermeld.

    (12) Het financiële referentiebedrag voor de gemeenschappelijke kosten van de operatie is op het moment de meest accurate raming, waarmee echter niet vooruitgelopen wordt op de uiteindelijke bedragen in de begroting die goedgekeurd moet worden overeenkomstig de beginselen die zijn vastgelegd in het kaderbesluit van 17 juni 2002.

    (13) Overeenkomstig artikel 6 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken, dat is gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, neemt Denemarken niet deel aan de uitwerking en de uitvoering van besluiten en acties van de Europese Unie die gevolgen hebben op defensiegebied. Denemarken neemt niet deel aan de financiering van de operatie,

    HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Missie

    1. De Europese Unie voert een militaire operatie van de Europese Unie uit in de Democratische Republiek Congo, "Artemis" genoemd, overeenkomstig het mandaat in Resolutie nr. 1484(2003) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.

    2. De hiertoe ingezette troepenmacht opereert overeenkomstig de doelstellingen van het door de Raad aangenomen "Kader voor optreden van de Europese Unie in Bunia".

    Artikel 2

    Aanwijzing van een kadernatie

    Frankrijk zal als kadernatie voor de operatie fungeren.

    Artikel 3

    Benoeming van de operationeel commandant

    Generaal-majoor Neveux wordt tot operationeel commandant van de Europese Unie benoemd.

    Artikel 4

    Keuze van de locatie van het operationele hoofdkwartier

    Het operationele hoofdkwartier wordt gevestigd in het Centre de planification et de conduite des opérations (CPCO) in Parijs, Frankrijk.

    Artikel 5

    Benoeming van de commandant van de troepen

    Brigadegeneraal Thonier wordt benoemd tot commandant van de EU-troepen.

    Artikel 6

    Planning en aanvang van de operatie

    De Raad hecht zijn goedkeuring aan het operatieplan (OPLAN) en de "rules of engagement (RoE)", en neemt een besluit over de aanvang van de operatie.

    Artikel 7

    Politieke controle en strategische leiding

    1. Het PVC oefent onder de verantwoordelijkheid van de Raad de politieke controle op en de strategische leiding van de operatie uit. De Raad machtigt het PVC hierbij om de noodzakelijke besluiten te nemen overeenkomstig artikel 25 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Onder deze machtiging vallen ook bevoegdheden om het operatieplan, de commandostructuur en de RoE te wijzigen. De beslissingsbevoegdheid met betrekking tot de doelstellingen en de beëindiging van de operatie blijven berusten bij de Raad, bijgestaan door de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger.

    2. Het PVC brengt op gezette tijden verslag uit aan de Raad.

    3. Het PVC ontvangt van de voorzitter van het Militair Comité van de Europese Unie (CEUMC) op gezette tijden verslagen over het verloop van de militaire operatie. Het PVC kan, indien nodig, de operationeel commandant op zijn vergaderingen uitnodigen.

    Artikel 8

    Militaire leiding

    1. Het Militair Comité van de Europese Unie (EUMC) controleert of de militaire operatie, onder verantwoordelijkheid van de operationeel commandant, correct wordt uitgevoerd.

    2. Het EUMC ontvangt op gezette tijden verslagen van de operationeel commandant. Het kan, indien nodig, de operationeel commandant op zijn vergaderingen uitnodigen.

    3. De CEUMC treedt op als eerste contactpunt met de operationeel commandant.

    Artikel 9

    Betrekkingen met de Verenigde Naties, de Democratische Repubiek Congo en andere deelnemers aan het vredesproces

    1. Het voorzitterschap, de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger, de operationeel commandant en de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor het Gebied van de Grote Meren zorgen voor nauwe coördinatie van hun respectieve activiteiten in verband met de uitvoering van dit gemeenschappelijk optreden.

    2. De secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger fungeert, bijgestaan door de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor het Gebied van de Grote Meren, in nauwe coördinatie met de voorzitter, als eerste contactpunt met de Verenigde Naties, de autoriteiten van de Democratische Republiek Congo en haar buurlanden, en andere deelnemers aan het vredesproces.

    3. De commandant van de troepen onderhoudt met de plaatselijke autoriteiten, de missie van de Verenigde Naties in de Democratische Republiek Congo (Mission of the United Nations Organisation in the Democratic Republic Congo, MONUC) en, indien nodig, met andere internationale actoren contact over aangelegenheden die voor deze missie van belang zijn.

    Artikel 10

    Deelneming van derde staten

    1. Onder volledige eerbiediging van de beslissingsautonomie van de Europese Unie en haar ene institutionele kader kunnen derde staten worden uitgenodigd aan de operatie deel te nemen.

    2. Het PVC onderneemt passende actie met het oog op participatieregelingen en legt deze op verzoek aan de Raad voor, waarbij tevens mogelijke finaciële participatie van derde staten in de gemeenschappelijke kosten aan bod komt.

    3. Hierbij machtigt de Raad het PVC om, op aanbeveling van de operationeel commandant en van het EUMC, de noodzakelijke besluiten betreffende de aanvaarding van de voorgestelde bijdragen te nemen.

    4. De Raad machtigt hierbij het PVC om de noodzakelijke besluiten te nemen betreffende de instelling van een Comité van contribuanten indien de derde staten aanzienlijke militaire bijdragen leveren.

    Artikel 11

    Financiële regelingen

    1. De Raad stelt de procedures vast voor de verrekening van kosten achteraf(3) ter dekking van de gemeenschappelijke kosten van de in artikel 1 genoemde operatie.

    2. Ten behoeve van deze operatie kunnen kosten in verband met transport, kazernes en logies voor de strijdkrachten in hun geheel, alsmede kosten in verband met transport van de troepen in hun geheel, niet worden aangemerkt als gemeenschappelijke kosten.

    3. Het financiële referentiebedrag bedraagt 7000 EUR.

    Artikel 12

    Vrijgave van gegevens aan derde staten en internationale organisaties

    1. De secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger is gemachtigd om door de Europese Unie gerubriceerde gegevens en documenten die ten behoeve van de operatie zijn opgesteld, overeenkomstig de beveiligingsvoorschriften van de Raad vrij te geven aan derden die bij dit gemeenschappelijk optreden zijn betrokken.

    2. De secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger is gemachtigd om door de Europese Unie niet-gerubriceerde documenten betreffende de beraadslagingen van de Raad over de operatie die onder de geheimhoudingsplicht van artikel 6, lid 1, van het reglement van orde van de Raad vallen, vrij te geven aan derden die bij dit gemeenschappelijk optreden zijn betrokken.

    Artikel 13

    Status van de door de Europese Unie geleide troepenmacht

    Indien nodig wordt de status van de door de Europese Unie geleide troepenmacht in de Democratische Republiek Congo op basis van artikel 24 van het Verdrag betreffende de Europese Unie vastgelegd in een overeenkomst met de regering van de Democratische Republiek Congo.

    Artikel 14

    Communautaire actie

    De Raad neemt nota van het voornemen van de Commissie om, waar nodig, haar optreden te richten op de verwezenlijking van dit gemeenschappelijk optreden.

    Artikel 15

    Inwerkingtreding

    Dit gemeenschappelijk optreden treedt in werking op 5 juni 2003. Het verstrijkt op 1 september 2003.

    Artikel 16

    Bekendmaking

    Dit gemeenschappelijk optreden wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

    Gedaan te Luxemburg, 5 juni 2003.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    M. Chrisochoïdis

    (1) PB L 115 van 9.5.2003, blz. 87.

    (2) PB L 334 van 11.12.2002, blz. 5.

    (3) Op basis van het model voor een besluit van de Raad betreffende de instelling van voorfinancieringsprocedures voor de financiering van een operatie van de Europese Unie die gevolgen heeft op militair of defensiegebied (nota 5493/1/03 COSDP 28 RELEX 17), door de Raad goedgekeurd op 27 januari 2003.

    Top