EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32003D0113

2003/113/EG: Beschikking van de Commissie van 19 februari 2003 tot wijziging van Beschikking 1999/815/EG betreffende maatregelen houdende verbod op het op de markt brengen van speelgoed- en kinderverzorgingsartikelen die bestemd zijn om door kinderen jonger dan drie jaar in de mond te worden gestopt en vervaardigd zijn van zacht PVC dat bepaalde ftalaten bevat (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 557)

PB L 46 van 20.2.2003, p. 27–28 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 20/05/2003

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2003/113(1)/oj

32003D0113

2003/113/EG: Beschikking van de Commissie van 19 februari 2003 tot wijziging van Beschikking 1999/815/EG betreffende maatregelen houdende verbod op het op de markt brengen van speelgoed- en kinderverzorgingsartikelen die bestemd zijn om door kinderen jonger dan drie jaar in de mond te worden gestopt en vervaardigd zijn van zacht PVC dat bepaalde ftalaten bevat (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 557)

Publicatieblad Nr. L 046 van 20/02/2003 blz. 0027 - 0028


Beschikking van de Commissie

van 19 februari 2003

tot wijziging van Beschikking 1999/815/EG betreffende maatregelen houdende verbod op het op de markt brengen van speelgoed- en kinderverzorgingsartikelen die bestemd zijn om door kinderen jonger dan drie jaar in de mond te worden gestopt en vervaardigd zijn van zacht PVC dat bepaalde ftalaten bevat

(kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 557)

(Voor de EER relevante tekst)

(2003/113/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 92/59/EEG van de Raad van 29 juni 1992 inzake algemene productveiligheid(1), en met name op artikel 11, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Commissie heeft op 7 december 1999 Beschikking 1999/815/EG(2), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2002/910/EG(3), ingevolge artikel 9 van Richtlijn 92/59/EEG goedgekeurd, die vereist dat de lidstaten het op de markt brengen van speelgoed en kinderverzorgingsartikelen die bestemd zijn om door kinderen jonger dan drie jaar in de mond te worden gestopt en vervaardigd zijn van zacht PVC dat een of meer van de stoffen diisononylftalaat (DINP), diethylhexylftalaat (DEHP), dibutylftalaat (DBP), diisodecylftalaat (DIDP), di-n-octylftalaat (DNOP) en butylbenzylftalaat (BBP) bevat, verbieden.

(2) De geldigheidsduur van Beschikking 1999/815/EG was tot drie maanden beperkt, in overeenstemming met de bepalingen van artikel 11, lid 2, van Richtlijn 92/59/EEG. Dientengevolge liep de geldigheidsduur van de beschikking af op 8 maart 2000.

(3) Bij de vaststelling van Beschikking 1999/815/EG was voorzien dat de geldigheidsduur ervan zo nodig verlengd kon worden. De geldigheidsduur van de bij Beschikking 1999/815/EG vastgestelde maatregelen werd bij verschillende beschikkingen voor nog eens telkens drie maanden verlengd; daarom zou de geldigheidsduur van de beschikking nu aflopen op 20 februari 2003.

(4) Er hebben zich een aantal relevante ontwikkelingen voorgedaan betreffende de validatie van testmethoden voor ftalaatmigratie en de risico-evaluatie van ftalaten onder Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad van 23 maart 1993 inzake de beoordeling en de beperking van de risico's van bestaande stoffen(4). Verder werk op dit gebied is echter nog noodzakelijk om te trachten een aantal cruciaal belangrijke moeilijkheden op te lossen.

(5) In afwachting van een oplossing voor de problemen, en teneinde de doelstellingen van Beschikking 1999/815/EG en de verschillende verlengingen te garanderen, is het noodzakelijk om het verbod op het op de markt brengen van de producten in kwestie te handhaven.

(6) Sommige lidstaten hebben Beschikking 1999/815/EG uitgevoerd door middel van maatregelen die van kracht zijn tot 20 februari 2003. Daarom is het noodzakelijk te waarborgen dat de geldigheidsduur van deze maatregelen wordt verlengd.

(7) Het is daarom noodzakelijk de geldigheidsduur van Beschikking 1999/815/EG te verlengen teneinde te waarborgen dat alle lidstaten het in die beschikking bedoelde verbod handhaven.

(8) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor noodgevallen,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

In artikel 5 van Beschikking 1999/815/EG worden de woorden "20 februari 2003" vervangen door de woorden "20 mei 2003".

Artikel 2

De lidstaten nemen binnen een termijn van minder dan tien dagen na de kennisgeving de nodige maatregelen om aan deze beschikking te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onmiddellijk in kennis.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 19 februari 2003.

Voor de Commissie

David Byrne

Lid van de Commissie

(1) PB L 228 van 11.8.1992, blz. 24.

(2) PB L 315 van 9.12.1999, blz. 46.

(3) PB L 315 van 18.11.2002, blz. 21.

(4) PB L 84 van 5.4.1993, blz. 1.

Top