Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32002D0779

    2002/779/EG: Beschikking van de Commissie van 21 december 2000 betreffende de staatssteun die de Bondsrepubliek Duitsland ten gunste van Zeuro Möbelwerk GmbH, Thüringen, heeft verleend (Voor de EER relevante tekst.) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 4401)

    PB L 282 van 19.10.2002, p. 1–14 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2002/779/oj

    32002D0779

    2002/779/EG: Beschikking van de Commissie van 21 december 2000 betreffende de staatssteun die de Bondsrepubliek Duitsland ten gunste van Zeuro Möbelwerk GmbH, Thüringen, heeft verleend (Voor de EER relevante tekst.) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 4401)

    Publicatieblad Nr. L 282 van 19/10/2002 blz. 0001 - 0014


    Beschikking van de Commissie

    van 21 december 2000

    betreffende de staatssteun die de Bondsrepubliek Duitsland ten gunste van Zeuro Möbelwerk GmbH, Thüringen, heeft verleend

    (Kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 4401)

    (Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek)

    (Voor de EER relevante tekst)

    (2002/779/EG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 88, lid 2, eerste alinea,

    Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, inzonderheid op artikel 62, lid 1, onder a),

    Na de belanghebbenden overeenkomstig de genoemde artikelen(1) te hebben aangemaand hun opmerkingen kenbaar te maken,

    Overwegende hetgeen volgt:

    I. PROCEDURE

    (1) Bij brief van 8 juli 1996, ingeschreven op 9 juli daaropvolgend, bracht Duitsland de Commissie op de hoogte van de herstructurering van Zeuro Möbelwerk GmbH. Bij brieven van 30 juli 1996, 7 oktober 1996 en 2 april 1997 verzocht de Commissie om aanvullende inlichtingen, die haar bij brieven van 11 september 1996, 17 februari 1997 en 15 mei 1997 (ingeschreven op 23 mei 1997) werden verstrekt. Op 7 april 1997 ontving de Commissie een wijziging van de oorspronkelijke aanmelding. De zaak werd met de bevoegde Duitse autoriteiten op een bijeenkomst op 3 februari 1997 besproken. Aangezien de steun reeds vóór de aanmelding was toegekend, is voorbijgegaan aan artikel 88, lid 3, van het EG-Verdrag. De maatregelen werden derhalve als niet-aangemelde steun geregistreerd.

    (2) De Commissie heeft Duitsland bij schrijven van 12 augustus 1997 in kennis gesteld van haar besluit om ten aanzien van deze steunmaatregelen de procedure van artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag in te leiden.

    (3) Het besluit van de Commissie tot inleiding van de procedure is in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen(2) bekendgemaakt. De Commissie heeft de belanghebbenden aangemaand hun opmerkingen over de betrokken steunmaatregelen kenbaar te maken. De Commissie heeft van de belanghebbenden geen opmerkingen terzake ontvangen.

    (4) Na het aanvangen van de procedure kwamen de bevoegde Duitse autoriteiten en de Commissie op 22 september 1997 bijeen. De Duitse autoriteiten hebben vervolgens bij schrijven van 14 november 1997 (ingeschreven op 19 november 1997) nieuwe gegevens doen toekomen. Op 15 oktober 1998 en 22 september 1999 is de zaak opnieuw besproken door de Duitse autoriteiten en de Commissie. Met het oog op de onbeantwoorde vragen verzocht de Commissie Duitsland op 5 oktober 1999 opnieuw om informatie te verstrekken, waaraan op 4 november 1999 gehoor is gegeven.

    2. BESCHRIJVING

    2.1. ONTWIKKELING VAN DE ONDERNEMING

    2.1.1. ACHTERGROND

    (5) De in de deelstaat Thüringen gevestigde onderneming Zeuro Möbelwerk GmbH (hierna: "Zeuro") is actief in de meubelsector. De werkloosheid in de betreffende regio bedraagt 17,9 %.

    (6) Zeuro realiseert 85 % van haar afzet op de Duitse markt, 10 % in de overige lidstaten en 5 % in Oost-Europa.

    (7) Volgens Duitsland is Zeuro een KMO in de zin van de communautaire kaderregeling inzake steun ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf(3) en Aanbeveling 96/280/EG van de Commissie van 3 april 1996 betreffende de definitie van kleine en middelgrote ondernemingen(4).

    (8) De Treuhandanstalt (hierna: "THA") nam Zeuro in 1990 over van het voormalige staatsbedrijf VEB Möbelkombinat Zeulenroda en vormde het om tot de Zeulenrodaer Möbel GmbH. Het VEB Kombinat Zeulenroda omvatte negen fabrieken en telde meer dan 2500 werknemers. Aangezien de onderneming niet in haar geheel kon worden geprivatiseerd, liet de THA het tot faillissement (Gesamtvollstreckung) komen. In 1991 richtte de THA in Berlijn Zeuro Möbel GmbH op. Deze entiteit nam het merendeel van de activa en passiva van de hoofdonderneming in Zeulenroda over. In maart 1993 werden de roerende goederen en het merendeel van de passiva overgedragen aan de (particuliere) onderneming Furnica GmbH, die vervolgens werd omgedoopt tot Zeuro Möbelwerk GmbH. In 1994 geraakte deze in acute liquiditeitsnood.

    (9) Zo werden in juni 1994 alle Zeuro-aandelen tegen 1 DEM overgenomen door de Thüringer Industriebeteiligungs GmbH und Co. KG (TIB).

    (10) De liquiditeitscrisis van 1994 kende verschillende oorzaken:

    a) de onderneming had teveel grondstoffen gekocht voor te hoge prijzen;

    b) de onderneming had teveel werknemers in dienst;

    c) Zeuro kon hierdoor haar productiekosten niet eens dekken;

    d) Zeuro wilde haar omzet tegen elke prijs opvoeren, doch liet na de solvabiliteit van haar klanten te onderzoeken;

    e) uit de mode geraakte producten zonder afzetmogelijkheden werden niet uit het assortiment gehaald;

    f) sinds 1990 was er duidelijk sprake van mismanagement.

    (11) De heer Wohlfahrt, die als directeur was aangesteld, stelde een herstructeringsplan op om de problemen op te lossen. Op 1 februari 1996 nam hij 51 % van de aandelen van de onderneming over in de vorm van een herkapitalisatie.

    (12) De heer Wohlfahrt richtte een joint venture op in Litouwen, waarin Zeuro kennelijk participeerde. Wohlfahrt bracht machines, diensten en geld van de Duitse onderneming over naar Litouwen, waarna hij verdween. Hij liet niet alleen na het herstructeringsplan uit te voeren, maar bracht de onderneming ook ernstige schade toe (verduistering van circa 0,5 miljoen DEM en door de Litouwse joint venture berokkend nadeel). Bij besluit van 23 juli 1996 werd hij door TIB uit zijn functie van directeur ontslagen en werd beslag gelegd op zijn aandelen, waardoor TIB opnieuw voor 100 % eigenaar werd.

    2.1.2. MEER RECENTE ONTWIKKELINGEN

    (13) De heer Gumbel werd als nieuwe directeur aangesteld.

    (14) Er werd een nieuw herstructureringsplan opgesteld, dat wil zeggen, het oude plan van de heer Wohlfahrt werd bewerkt. De moeilijkheden van de onderneming zijn te wijten aan het volgende:

    a) door de joint venture in Litouwen moest de onderneming machines en diensten leveren op een schaal die haar capaciteiten te boven ging;

    b) de onderneming voerde een te breed scala aan producten (55), zonder samenhang in het assortiment. Twee van de 55 producten waren goed voor 40 % van de omzet, terwijl tal van andere producten helemaal geen omzet opleverden;

    c) de producten werden voor onder de productiekosten liggende prijzen aangeboden (negatieve winst tot 25 %). Er werd geen ernst gemaakt met de kostprijscalculatie;

    d) de materiaalkosten waren nog steeds veel te hoog;

    e) de transportkosten waren te hoog;

    f) de personeelskosten waren te hoog. Na een korte periode van personeelsinkrimping steeg het aantal werknemers weer. (Het herstructureringsplan van 1995 voorzag in 153 arbeidsplaatsen. Het aantal werknemers werd eerst effectief teruggebracht tot 190, om vervolgens weer toe te nemen tot 224). Bovendien werd personeel in dienst genomen voor de joint venture in Litouwen en voor de logistiek. (Kennelijk werd een dochteronderneming opgericht om de logistiek van Zeuro te regelen. De Commissie heeft hierover geen gegevens). Een deel van deze door de heer Wohlfahrt gecontracteerde werknemers en onafhankelijke adviseurs werd zeer goed betaald. In maart 1995 werden lonen afgesproken die, gelet op de finaniële positie van Zeuro, te hoog waren;

    g) het productieproces was inefficiënt;

    h) de onderneming had teveel bedrijfsauto's en mobiele telefoons gekocht;

    i) de onderneming had steeds gehoor gegeven aan alle - zelfs volledig ongegronde - klachten. De kosten hiervan worden op circa 1 miljoen DEM geraamd.

    2.1.3. ONTWIKKELING VAN DE FINANCIËLE SITUATIE VAN DE ONDERNEMING

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    (15) Dankzij buitengewone inkomsten (staatssteun) ten bedrage van 20393762 DEM kon de onderneming in 1996 een winst van 6838681 DEM boeken.

    2.2. HET HERSTRUCTURERINGSPLAN

    2.2.1. HERSTRUCTURERINGSMAATREGELEN

    (16) a) Het leveren van machines en diensten (in 1996 ter waarde van 3 miljoen DEM) aan de onderneming in Litouwen wordt stopgezet. Zeuro beijvert zich om haar vorderingen uit hoofde van goederen en diensten te incasseren en haar participatie te verkopen.

    b) Het productassortiment wordt gestroomlijnd.

    c) Er worden nieuwe verkoopprijzen overeengekomen, zodat de producten kostendekkend kunnen worden verkocht.

    d) De materiaalkosten worden met 1,5 miljoen DEM verminderd door kleinere hoeveelheden te kopen en te verbruiken.

    e) De transportkosten worden beperkt. De onderneming onderzoekt of het voordeliger is om het vervoer uit te besteden aan een expeditiebedrijf in plaats van aan haar dochtermaatschappij (de besparing wordt geraamd op 1,6 miljoen DEM, dat wil zeggen 40 %).

    f) De personeelskosten worden met 1,1 miljoen DEM verminderd. De onderneming is momenteel met de ondernemingsraad in onderhandeling over salariëring, werktijden enzovoort. Het aantal werknemers gaat omlaag.

    g) Het productieproces wordt geoptimaliseerd, waardoor 22 arbeidsplaatsen worden uitgespaard.

    h) Het bedrijfsterrein en de gebouwen werden gekocht en gesaneerd. Het terrein werd voor 3 miljoen DEM gekocht.

    i) In het jaar 1997 is voor 1,1 miljoen DEM geïnvesteerd in bouwwerken en voor 1,4 miljoen DEM in technische installaties en machines.

    j) Het aantal bedrijfswagens en mobiele telefoons wordt verminderd.

    k) De klachtenafhandeling wordt opnieuw bezien.

    l) De onderneming is in onderhandeling met potentiële nieuwe investeerders.

    2.2.2. FINANCIERING VAN DE ONDERNEMING

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    (17) Hieruit blijkt dat de onderneming 49,475 miljoen DEM aan overheidsmiddelen heeft ontvangen, plus de 2 miljoen DEM voor de investeerder Wohlfahrt, die deze vóór zijn vertrek in de onderneming heeft ingebracht en waarvoor hij persoonlijk aansprakelijk is. Het eigen aandeel van de particuliere investeerder bedraagt 2,680 miljoen DEM en bestaat uit een verhoging van het maatschappelijk kapitaal van 0,58 miljoen DEM en het deel van lening van de Dresdner Bank zonder overheidsgarantie (steunmaatregel L) voor een totaalbedrag van 2,1 miljoen DEM.

    2.3. GEVOLGEN VOOR DE CAPACITEIT

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    (18) In 1995 zijn er productie-installaties gesloten. Daardoor bedraagt de productiecapaciteit thans circa 1,7 miljoen eenheden per jaar. Zeuro zal haar capaciteit niet uitbreiden, maar met de overblijvende capaciteit juist minder produceren.

    2.4. PRODUCTEN EN MARKTEN

    (19) De meubelindustrie is een van de grootste verwerkende industrieën in de EU. De sector is zeer versnipperd en KMO's spelen een belangrijke rol.

    (20) De meubelafzet schommelt en hangt voornamelijk af van het algemene economische klimaat en de inkomsten per huishouden. Tot de recessie begin jaren tachtig maakte de sector evenwel een gezonde groei door.

    (21) Van 1986 tot begin 1991 vertoonde de meubelproductie weer een opwaartse trend. Hierna zakte de markt opnieuw in. De productie daalde in reële cijfers van 1992 tot 1993 met 3,2 %; bovendien gingen tussen 1991 en 1993 in Europa 46000 arbeidsplaatsen verloren. In 1994 werden nog eens 12000 banen geschrapt; in 1995 zijn er evenwel banen bijgekomen. In 1994 steeg de meubelproductie opnieuw, met in totaal 1,6 %.

    (22) Wellicht neemt de afzet nog verder toe en ondervindt de industrie hiervan op korte termijn positieve gevolgen(5).

    3. BEOORDELING VAN DE STEUN

    3.1. STEUNBEDRAGEN

    (23) De onder punt 2.2.2 gerangschikte steunmaatregelen A en E-S vormen overheidssteun in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag, aangezien zij één bepaalde onderneming ten goede komen, uit overheidsmiddelen gefinancierd zijn en het communautaire handelsverkeer beïnvloeden, daar de begunstigde onderneming actief is op een markt met levendig handelsverkeer tussen de lidstaten, waardoor de kans bestaat dat de mededinging is vervalst.

    (24) Wat betreft de eveneens onder punt 2.2.2 vermelde steunmaatregelen B, C en D, die voor rekening komen van de eigenares van de onderneming, TIB, dient te worden opgemerkt dat zij niet zouden zijn genomen door een op basis van economische motieven handelende particuliere geldschieter. Zoals onder punt 3.2.1 zal worden beschreven, zijn de betreffende bedragen geïnvesteerd in een in ernstige moeilijkheden verkerende onderneming, zonder dat er duidelijke aanwijzingen waren dat de rendabiliteit van de onderneming zich duurzaam zou herstellen, dat wil zeggen, onder omstandigheden waaronder een particuliere geldschieter normaliter van investeren afziet. De Commissie wordt in haar opvatting gesterkt door het feit dat de herhaalde inspanningen om een geldschieter te vinden vruchteloos zijn gebleven. Derhalve dienen de maatregelen in kwestie eveneens als overheidssteun te worden aangemerkt.

    3.1.1. STEUN DIE DOOR DE INVESTEERDER MOET WORDEN TERUGBETAALD

    Steunmaatregel A

    (25) De investeerder bracht 2,58 miljoen DEM in, een bedrag dat deels bestond uit steun ten behoeve van het eigen vermogen en deels uit een eigen bijdrage van de investeerder.

    (26) Bij de steun aan de investeerder Wohlfahrt ging het om een lening ten behoeve van het eigen vermogen van 2 miljoen DEM. Het bedrag werd in de onderneming gestoken en bleef daar na het vertrek van de investeerder. De heer Wohlfahrt, en niet de onderneming, is voor eventuele terugbetaling aansprakelijk.

    (27) Volgens Duitsland werd de steun verleend op grond van regeling N 510/95 "Eigenkapitalhilfeprogramm in den neuen Bundesländern", een bij de Commissie aangemelde en door haar goedgekeurde regeling(6).

    (28) De regeling is beperkt tot KMO's. Bij het inleiden van de procedure betwijfelde de Commissie of Zeuro als KMO kan worden aangemerkt. Overeenkomstig de door Duitsland verstrekte inlichtingen was Zeuro destijds, toen de partipatie werd toegezegd, een KMO. Derhalve is voldaan aan de voorwaarde van KMO.

    (29) Voorts werd bij de goedkeuring bepaald dat de steunregeling alleen kan worden toegepast als een herstructureringsplan voorhanden is, dat is gericht op het herstel van de levensvatbaarheid van de onderneming. Duitsland heeft dan ook tegenover de Commissie verklaard dat de op grond van de regeling verleende leningen slechts bij uitzondering worden gebruikt voor de herstructurering van ondernemingen in moeilijkheden. Duitsland is hoe dan ook gehouden de kaderregeling voor reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden(7) toe te passen. Aangezien de steun werd verstrekt vóór de publicatie van de nieuwe communautaire richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden(8), dienen deze steunmaatregelen overeenkomstig overweging 101 van de nieuwe regeling te worden getoetst aan de kaderregeling van 1994 (hierna: "de kaderregeling"). De kaderregeling vereist inzonderheid het volgende:

    a) de indiening en uitvoering van een solide herstructureringsplan,

    b) de beperking van de steun tot het strikt noodzakelijke minimum.

    (30) In het geval van Zeuro werd weliswaar een herstructureringsplan ingediend, maar moet worden onderzocht of dit eigenlijk wel kon leiden tot herstel van de levensvatbaarheid van de onderneming, en of de steun tot het strikt noodzakelijke minimum beperkt bleef.

    3.1.2. OVERIGE STEUN AAN DE ONDERNEMING

    3.1.2.1. Maatregelen van TIB

    Steunmaatregelen B, C en D

    (31) TIB heeft alle aandelen van Zeuro in haar bezit. Toen zij in 1994 de onderneming overnam, stond zij haar een aandeelhouderslening van 5 miljoen DEM toe (steunmaatregelen B en C). In 1996 schold zij 4 miljoen DEM kwijt en werd de terugbetalingstermijn voor de resterende 1 miljoen DEM naar 30 september 1999 verschoven. Voorts verhoogde TIB het maatschappelijke kapitaal in 1996 met nog eens 2,5 miljoen DEM (steunmaatregel D).

    (32) Volgens de inlichtingen van Duitsland gaat de participatie van TIB terug op een bij de Commissie aangemelde en goedgekeurde regeling (steunregeling N 183/94(9)). Hierbij zij opgemerkt dat de Commissie ondertussen een procedure heeft ingeleid wegens oneigenlijk gebruik van de regeling(10). Hoewel terzake nog geen eindbeschikking is gegeven door de Commissie, bestaat de indruk dat de aan de goedkeuring van de regeling verbonden voorwaarden niet zijn vervuld.

    (33) Ingevolge deze regeling zijn ondernemingen die steun van TIB ontvangen, zolang deze steun duurt, uitgesloten van andere steunregelingen die voorzien in kapitaaltoevoer uit overheidsmiddelen, zoals het Eigenkapitalhilfeprogramm (EKH-regeling) en het Europees herstelprogramma (ERP-regeling). Zeuro nu ontvangt dergelijke middelen. Wat de EKH-lening betreft, rijst de vraag of daardoor steun van TIB uitgesloten is, omdat de middelen uit dit fonds officieel voor de investeerder en niet voor de onderneming zelf bestemd zijn. Deze vraag hoeft hier niet definitief te worden beantwoord, aangezien de onderneming toch al extra steun ontvangt in de vorm van een participatie van het Thüringer Konsolidierungsfonds, TAB-leningen enzovoort. Deze maatregelen vallen ontegenzeggelijk onder bovengenoemde bepaling. Bijgevolg kan de participatie van TIB niet als goedgekeurd worden beschouwd en dient zij als ad hoc-steun te worden aangemerkt en onderzocht.

    (34) Bij de goedkeuring van de regeling werd toegestaan dat TIB kapitaal inbrengt in een onderneming in moeilijkheden, mits een herstructureringsplan wordt ingediend en uitgevoerd dat de levensvatbaarheid van de onderneming herstelt. Hoewel een dergelijk herstructureringsplan is ingediend, moet de Commissie nog onderzoeken of de onderneming hierdoor economisch weer rendabel wordt.

    (35) Bovendien heeft de goedkeuring van de Commissie enkel betrekking op minderheidsparticipaties. Meerderheidsparticipaties zijn aan een individuele aanmeldingsplicht onderworpen. De TIB-steun had derhalve individueel moeten worden aangemeld. Aangezien Duitsland deze verplichting van artikel 88, lid 3, van het EG-Verdrag niet is nagekomen, is deze steun formeel onrechtmatig. Onderzocht dient dus te worden of de steunmaatregelen met de gemeenschappelijke markt verenigbaar zijn.

    3.1.2.2. Steunmaatregelen van de TAB

    Steunmaatregel E

    (36) De Commissie werd pas in mei 1997 op de hoogte gebracht van de kwijtschelding van het door Thüringen voor 100 % gegarandeerde bedrijfsmiddelkrediet van 1,5 miljoen DEM (toekenning in juni 1994, kwijtschelding in 1996). Deze steun werd niet op grond van een steunregeling verleend en viel bijgevolg onder de aanmeldingsplicht. Aangezien Duitsland deze verplichting van artikel 88, lid 3, van het EG-Verdrag niet is nagekomen, is deze steun formeel onrechtmatig en dient te worden onderzocht of zij als ad hoc-herstructureringssteun met de gemeenschappelijke markt verenigbaar is.

    Steunmaatregelen F en G

    (37) In 1996 verleende de TAB een garantie van 65 % ter dekking van de volgende leningen van in totaal 9 miljoen DEM:

    a) KfW/ERP-lening van 2 miljoen DEM tegen 5 % rente voor een termijn van 15 jaar (tot 30 juni 2011);

    b) KfW-lening van 1 miljoen DEM tegen een rente van 5,9 % en een looptijd van 15 jaar;

    c) lening van de vaste bankrelatie van Zeuro, de Dresdner Bank, tegen een rente van 5,9 % en een looptijd van 10 jaar (tot 30 juni 2006);

    d) kredietlijn bedrijfsmiddelen van de Dresdner Bank van 5 miljoen DEM tegen een rente van 6,75 % en met een looptijd van 15 jaar. De kredietlijn kan worden gebruikt voor disconto, aval, kredietbrieven en opneming in contanten.

    (38) De KfW/ERP- en KfW-leningen werden door de overheid gefinancierd en zijn toegekend aan een onderneming in moeilijkheden. De steunintensiteit bedraagt 100 %, dat wil zeggen 3 miljoen DEM (steunmaatregel F). De lening en de kredietlijn bedrijfsmiddelen van de Dresdner Bank zijn van particuliere herkomst, met evenwel een TAB-garantie van 65 %. De hoogte van de steun bedraagt derhalve 3,9 miljoen DEM (steunmaatregel G).

    (39) Volgens de inlichtingen van Duitsland werd de garantie verleend overeenkomstig de TAB-garantierichtlijn, die na aanmelding op 6 november 1996 door de Commissie werd goedgekeurd (steunregeling N 117/96(11)). De garantie werd echter toegezegd vóórdat de TAB-garantierichtlijn door de Commissie als aangemelde steunmaatregel werd goedgekeurd en kan derhalve niet worden beschouwd als door deze garantierichtlijn gedekt(12).

    (40) Bovendien bleek niet te zijn voldaan aan de voorwaarden die aan de regeling waren gesteld. Duitsland had zich er namelijk toe verbonden de in de kaderregeling vastgelegde criteria in acht te nemen voor het uit hoofde van de richtlijn verstrekken van garanties aan ondernemingen in moeilijkheden.

    (41) Derhalve wordt de TAB-garantie niet gedekt door de garantierichtlijn en bijgevolg dient zij als ad hoc-steun te worden aangemerkt. Aangezien Duitsland zijn aanmeldingsplicht krachtens artikel 88, lid 3, van het EG-Verdrag niet is nagekomen, is de steun formeel onrechtmatig.

    Steunmaatregelen H en I

    (42) Wat betreft de voor 100 % door Thüringen gegarandeerde leningen van 5 miljoen DEM (steunmaatregel H) en 2,5 miljoen DEM (steunmaatregel I), de garanties hiervoor werden eveneens overeenkomstig de TAB-garantierichtlijn(13) toegekend. Bij haar goedkeuring eiste de Commissie van Duitsland dat maatregelen die worden hernieuwd, individueel worden aangemeld wanneer de nieuwe financieringsbehoefte van de begunstigde niet samenhangt met externe, los van de onderneming staande oorzaken. H en I vormen hernieuwde maatregelen en de moeilijkheden die zich opnieuw voordoen zijn, althans gedeeltelijk, door de onderneming zelf veroorzaakt door het herstructureringsplan niet uit te voeren. De TAB-garantie had derhalve individueel moeten worden aangemeld en dient als ad hoc-herstructureringssteun te worden aangemerkt.

    3.1.2.3. Steunmaatregelen van de BvS

    Steunmaatregelen L en K

    (43) In 1993 heeft de BvS ten gunste van Furnica GmbH (thans Zeuro GmbH) een garantie gesteld van 6 miljoen DEM in samenhang met de financiering van de door Furnica GmbH aan Zeuro Verwaltungs GmbH i.L. (eigendom van BvS) betaalde koopprijs. De lening van 6 miljoen DEM werd verleend door de Deutsche Bank. Zeuro betaalde slechts 250000 DEM van de koopprijs van 6,25 miljoen DEM en onttrok de resterende middelen aan hun eigenlijke bestemming door hiermee verliezen te dekken. In 1995 werd de koopprijs met 500000 DEM verminderd (steunmaatregel J). Bijgevolg dient nog een betaling van 5,701 miljoen DEM ter voldoening van de koopprijs aan Zeuro Verwaltungs GmbH i.L. te worden gedaan en is een bedrag van 5,75 miljoen DEM aan de Deutsche Bank verschuldigd.

    (44) In 1996 nam de BvS de betaling van 5,75 miljoen DEM aan de Deutsche Bank voor haar rekening (steunmaatregel L), deed afstand van haar regresrecht ten aanzien van Zeuro en droeg Zeuro Verwaltungs GmbH i.L. op om af te zien van de rest van de (niet betaalde) koopprijs, dat wil zeggen 5,701 miljoen DEM (steunmaatregel K).

    (45) De BvS-garantie ten gunste van Furnica GmbH is een steunmaatregel waarvan kan worden aangenomen dat deze onder de Treuhand-regeling van 1992 valt(14). Het afstand doen van haar regresrecht op Zeuro door de BvS vormt geen hernieuwde steun.

    (46) Het minderen van de koopprijs met 500000 DEM valt als steunmaatregel niet onder de Treuhand-regeling, aangezien het een lening noch een garantie betreft. De in 1996 verleende kwijtschelding van de resterende koopprijs van 5,701 miljoen DEM is evenmin een door een regeling gedekte vorm van steun. Beide bedragen dienen derhalve als ad hoc-herstructureringssteun te worden beoordeeld.

    3.1.2.4. Participatie van het Thüringer Konsolidierungsfonds

    Steunmaatregel M

    (47) Over de participatie van het Thüringer Konsolidierungsfonds ter hoogte van 5 miljoen DEM (steunzaak NN 74/95)(15) dient te worden vermeld, dat de Commissie ten aanzien van de regeling een procedure wegens oneigenlijk gebruik heeft ingeleid. De Commissie heeft nog geen beschikking gegeven over de verenigbaarheid van deze regeling. Wel bestaan er aanwijzingen dat in het geval van Zeuro niet is voldaan aan de aan de goedkeuring van de regeling verbonden voorwaarden.

    (48) Volgens de goedkeuring van de Commissie is het indienen van een herstructureringsplan dat de rendabiliteit van de onderneming herstelt een noodzakelijke voorwaarde voor een beroep op het Konsolidierungsfonds. Om te bepalen of de steun door de regeling wordt gedekt, is bijgevolg een beoordeling van het herstructureringsplan noodzakelijk. Bovendien laat de regeling geen voortgezette financiering en herstructurering toe.

    (49) De participatie van het Thüringer Konsolidierungsfonds dient niet als goedgekeurde steunmaatregel te worden beschouwd en had derhalve moeten worden aangemeld. Slechts een deel van de steun - 1,6 miljoen DEM - werd reeds uitbetaald. Deze maatregel moet als ad hoc-steun worden beoordeeld.

    3.1.2.5. Investeringsbijdragen

    Steunmaatregelen N en O

    (50) De onderneming ontving een subsidie op grond van de Duitse steunregeling "25. Rahmenplan der Gemeinschaftsaufgabe zur Verbesserung der regionalen Wirtschaftsstruktur" (steunmaatregel N 186/96), een bij de Commissie aangemelde en door haar goedgekeurde regeling. De verleende steun strookt met deze goedgekeurde regeling.

    (51) Bovendien ontving de onderneming een subsidie uit hoofde van de Duitse wet betreffende investeringssteun (Investitionszulagengesetz) (steunregeling N 49A/95). Ook deze regeling werd bij de Commissie aangemeld en is door haar goedgekeurd.

    (52) De op grond van deze beide regelingen toegekende investeringssteun bedraagt 4,65 miljoen DEM. Daarenboven zijn investeringssteunmaatregelen ten bedrage van 450000 DEM gepland, die echter nog niet ten uitvoer zijn gelegd. Deze stroken eveneens met steunregeling N 49A/95.

    3.1.2.6. Bijdragen aan de personeelskosten (steunmaatregel Q)

    (53) De rechtsgrond voor deze steun ten bedrage van 671839 DEM is de Commissie niet meegedeeld. De maatregelen dienen derhalve als ad hoc-steun te worden beoordeeld.

    3.1.2.7. Subsidies voor verkoopbevordering/deelneming aan handelsbeurzen in het kader van het Thüringische Messeförderungsprogramm (steunmaatregel S)

    Volgens Duitsland werd deze steun verleend in het kader van de de minimis-regel(16). Deze bepaling houdt in dat het totaalbedrag aan de minimis-steun drie jaar na de toekenning van de eerste de minimis-steun ten hoogste 100000 EUR mag bedragen. Dit bedrag dekt alle in het kader van de de minimis-regel verleende staatssteun, het belet de begunstigde onderneming niet om op grond van andere door de Commissie goedgekeurde regelingen steun te ontvangen. De subsidie van het Thüringische Messeförderungsprogramm ten bedrage van 111000 DEM (steunmaatregel S) ligt onder de de minimis-drempel. Aangezien naar het oordeel van Duitsland aan de voorwaarden voor toepassing van de de minimis-regel is voldaan, valt de steun onder deze regel.

    3.1.2.8. AIF-subsidie (steunmaatregel P)

    (54) De rechtsgrond voor deze subsidie van 900000 DEM is de Commissie niet meegedeeld. Derhalve dient de maatregel als ad hoc-steun te worden beoordeeld.

    3.1.2.9. KMO-subsidie (steunmaatregel R)

    (55) Over deze steun van 3 miljoen DEM zijn geen inlichtingen verschaft. Derhalve dient deze als ad hoc-steun te worden beschouwd.

    3.2. UITZONDERINGSBEPALINGEN

    (56) De Commissie moet onderzoeken of de steun inhoudelijk met de gemeenschappelijke markt verenigbaar is en of de uitzonderingsbepalingen van artikel 92, leden 2 en 3, van het EG-Verdrag hier van toepassing kunnen zijn.

    (57) Zij stelt vast dat artikel 87, lid 2, alsmede lid 3, onder b), d) en e), hier duidelijk niet van toepassing zijn, en evenmin door Duitsland zijn aangevoerd.

    (58) Andere uitzonderingen staan in artikel 87, lid 3, onder a) en c), van het EG-Verdrag. De Commissie oordeelt dat de kaderregelingen inzake steun voor onderzoek en ontwikkeling, of steun voor milieubescherming, KMO's, werkgelegenheid of opleiding hier niet van toepassing zijn.

    (59) In het geval van Zeuro houdt de Commissie er rekening mee dat de onderneming gevestigd is in een gebied dat voor steun volgens artikel 87, lid 3, onder a), van het EG-Verdrag in aanmerking komt, aangezien de levensstandaard abnormaal laag is en er een ernstig gebrek aan werkgelegenheid heerst (met 17,9 % ligt het werkloosheidspercentage boven het communautaire gemiddelde van 10,8 %). De Commissie is evenwel van mening dat in het onderhavige geval artikel 87, lid 3, onder c), van toepassing is, omdat met het verlenen van de steun niet in de eerste plaats de bevordering van een achterstandsregio werd beoogd, maar het herstel van de levensvatbaarheid van een onderneming in moeilijkheden. De Commissie kan op grond van artikel 87, lid 3, onder c), steunmaatregelen toestaan die zijn bedoeld om bepaalde vormen van economische bedrijvigheid te bevorderen, mits de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt daardoor niet zodanig worden veranderd dat het gemeenschappelijke belang wordt geschaad. Zeuro heeft in het verleden verliezen geleden, zodat zij als een onderneming in moeilijkheden in de zin van deze kaderregeling kan worden beschouwd.

    (60) Herstructureringssteun is alleen toegestaan, als wordt voldaan aan de duidelijk in de kaderregeling vastgelegde voorwaarden:

    a) de herstructurering dient de rendabiliteit op lange termijn van de betrokken onderneming te herstellen (punt 3.2.2.i) van de kaderregeling);

    b) buitensporige vervalsing van de mededinging dient te worden vermeden (lid 3.2.2.ii) van de kaderregeling),

    - het bedrag en de intensiteit van de steun dienen tot het strikt noodzakelijke minimum te worden beperkt en de kosten van de steun mogen de baten niet overschrijden (punt 3.2.2.iii) van de kaderregeling),

    - dergelijke steunmaatregelen mogen enkel worden getroffen, indien een herstructureringsplan ter herstel van de rendabiliteit volledig ten uitvoer wordt gelegd.

    3.2.1. HERSTEL VAN DE RENDABILITEIT

    (61) Het herstructureringsplan moet de levensvatbaarheid en rendabiliteit op lange termijn van Zeuro binnen een redelijk tijdsbestek en op grond van realistische veronderstellingen herstellen. Herstructureringssteun mag in de regel slechts een keer worden toegekend.

    (62) De herstructureringsmaatregelen zijn uiteengezet in overweging 16. Volgens Duitsland zouden zij de levensvatbaarheid van Zeuro weer herstellen. De financiële ontwikkeling werd als volgt voorzien:

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    (63) Aangezien met de herstructurering werd aangevangen in 1994/1995, betwijfelde de Commissie bij het inleiden van de procedure of het in het herstructureringsplan voorziene tijdsbestek redelijk was. Voorts wees zij erop dat het in het geval van Zeuro niet om eenmalige maatregelen gaat, omdat de maatregelen van het eerste herstructureringsplan niet ten einde werden gebracht en er nieuwe maatregelen aan waren toegevoegd. De in 1994/1995 getroffen maatregelen hebben geen levensvatbaarheid op lange termijn bewerkt, maar de situatie enkel verslechterd.

    (64) Verder betwijfelde de Commissie of het herstructureringsplan op realistische veronderstellingen was gebaseerd. Bij het inleiden van de procedure wees zij erop dat de meeste maatregelen nog niet meer dan voornemens waren, en sprak haar twijfel uit over de uitvoerbaarheid van bepaalde maatregelen. Bovendien was het nieuwe herstructureringsplan niet afhankelijk gesteld van het voorhanden zijn van een nieuwe investeerder.

    (65) Na inleiding van de procedure heeft Duitsland haar opmerkingen over deze zaak kenbaar gemaakt. Verklaard werd dat in feite nog steeds werd vastgehouden aan de oorspronkelijke strategie en dat de bedrijfsleiding zich er sinds 1996 voor inspande scheefgroei te corrigeren en de oorspronkelijke strategie ten uitvoer te brengen.

    (66) Een van de kernpunten van het herstructureringsplan was het stroomlijnen en omvormen van het productassortiment. Door de hiertoe genomen maatregelen konden de materiaalkosten worden teruggebracht. Ook de voorziene personeelsinkrimping vond plaats, ondanks de aanzienlijke kosten van sociale regelingen. De transportkosten waren teruggebracht van 11 % tot 7 %. Volgens Duitsland was de directie van Zeuro ervan overtuigd dat de geringe omzetcijfers van 1998 met de op de meubelbeurs van september en oktober 1997 gepresenteerde modellen konden worden gecompenseerd. Duitsland maakt hieruit op dat het opstellen van een nieuw herstructureringsplan niet nodig was. Het oorspronkelijke plan werd aangepast en tot een einde gebracht, aldus Duitsland.

    (67) TIB zou zich voorts hebben ingespannen om een nieuwe investeerder aan te trekken. Volgens Duitsland hing de uitvoering van het herstructureringsplan echter niet af van het vinden van een nieuwe investeerder. Zeuro meende zelf dat stabilisering en levensvatbaarheid op lange termijn zeker mogelijk was, aldus Duitsland.

    (68) Uit hoofde van de kaderregeling moet in een herstructureringsplan de vermoedelijke ontwikkeling van vraag en aanbod op de betreffende productmarkt in aanmerking worden genomen. Volgens de Commissie is het herstructureringsplan van Zeuro niet op realistische veronderstellingen gebaseerd. Dit geldt in de eerste plaats voor de ontwikkeling van de verkoopcijfers. De Commissie is van mening dat het herstructureringsplan niet tot herstel van de rendabiliteit van de onderneming kan leiden, omdat een voldoende gedetailleerd marktonderzoek ontbreekt. Het argument van Duitsland, dat Zeuro haar verkoopcijfers door de conjuncturele problemen op de meubelmarkt niet volgens plan heeft kunnen opvoeren, is niet steekhoudend, aangezien in het herstructureringsplan geen rekening was gehouden met de te voorziene marktontwikkeling en de verkoopcijfers ver achter bleven bij de prognoses.

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    (69) Bovendien waren de groeikansen voor ondernemers in de meubelsector bepaald niet slecht, toen de meubelindustrie de recessie van midden jaren negentig weer te boven was gekomen. Het feit dat Zeuro geen kans zag van deze ontwikkeling te profiteren en haar verkoopcijfers op te voeren, sterkt de Commissie in haar beoordeling van het herstructureringsplan.

    (70) De Commissie is daarenboven van mening dat de participatie van een particuliere geldschieter wezenlijk onderdeel vormt van het herstructureringsplan. Dat ondanks de inspanningen van TIB geen investeerder werd gevonden die bereid was zich financieel aan Zeuro te verplichten, is voor de Commissie nog een aanwijzing voor de juistheid van haar taxatie van het herstructureringsplan. Zelfs na vijf jaar zoeken en een positieve ontwikkeling op de meubelmarkt blijkt geen enkele particuliere investeerder het vertrouwen van Duitsland in het herstructureringsplan te delen, aangezien tot op heden niemand bereid is gevonden het aan de herstructurering verbonden financiële risico op zich te nemen.

    (71) De Commissie concludeert hieruit dat niet is voldaan aan het criterium van het herstel van de rendabiliteit op lange termijn van de onderneming.

    3.2.2. CONCURRENTIEVERVALSING

    (72) De herstructurering van Zeuro moet gepaard gaan met maatregelen die nadelige gevolgen voor concurrenten zoveel mogelijk compenseren, omdat de met de herstructurering samenhangende steun anders het gemeenschappelijk belang schaadt en niet in aanmerking komt voor vrijstelling op grond van artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag.

    (73) Er was geen sprake van overcapaciteit in de meubelsector, zodat capaciteitsvermindering niet nodig was. In plaats van haar capaciteiten op te voeren, heeft Zeuro ze volgens plan verder verminderd tot eind 1997.

    (74) Niettemin betwijfelde de Commissie bij het inleiden van de procedure of de maatregelen geen ongeoorloofde concurrentievervalsing veroorzaakten. Het onderzoek naar de problemen van de onderneming wees namelijk uit, dat de voormalige investeerder producten had verkocht tegen een prijs onder de productiekosten, en dat de nieuwe directie voor een aantal van die contracten slechts door moeizame onderhandelingen tot nieuwe voorwaarden kon komen. De Commissie stelde belanghebbende derden derhalve in de gelegenheid hun standpunt bij de Commissie kenbaar te maken. Opmerkingen terzake zijn evenwel uitgebleven.

    (75) Duitsland verklaarde dat niet is verkocht voor onder de productiekosten liggende prijzen, maar liet zich niet uit over de handelwijze van de voormalige investeerder. De Commissie kan derhalve niet uitsluiten dat de concurrentie buitensporig is verstoord. Bijgevolg is voorbijgegaan aan het tweede criterium van de kaderregeling.

    3.2.3. STEUN IN VERHOUDING TOT DE KOSTEN EN BATEN VAN DE HERSTRUCTURERING

    (76) De hoogte en de intensiteit van de steun moeten tot het voor de herstructurering strikt noodzakelijke minimum zijn beperkt en in een passende verhouding staan tot de uit communautair oogpunt verwachte voordelen.

    (77) Derhalve wordt van de investeerder een bijdrage aan de herstructurering geëist uit eigen middelen of uit externe financiering onder marktvoorwaarden.

    (78) De voormalige investeerder bracht in de onderneming slechts 2,58 miljoen DEM aan kapitaal in, waarvan 2 miljoen afkomstig was uit overheidsmiddelen. Bij deze 580000 DEM komt nog eens 2,1 miljoen DEM uit particuliere leningen zonder staatsgarantie. De particuliere participatie aan de herstructurering bedraagt derhalve 2,68 miljoen DEM. Alle andere financieringsmiddelen, dat wil zeggen 49,475 miljoen DEM, zijn door Duitsland ter beschikking gesteld, waarbij enkel de aan de onderneming toegekende steun in aanmerking is genomen. Bijgevolg bedraagt de participatie van de investeerder amper 5 % van de herstructureringskosten.

    (79) De inspanningen van TIB ten spijt werd tot dusverre geen nieuwe investeerder aangetrokken, zodat TIB nog altijd voor 100 % aandeelhouder in de onderneming is.

    (80) Hieruit volgt dat de hoogte van de steun niet in verhouding staat tot de bijdrage van de begunstige zelf. Er is derhalve niet aan de voorwaarde voldaan dat de steun in verhouding moet staat tot de kosten en baten van de herstructurering.

    4. CONCLUSIES

    (81) De steun voor de investeerder in de vorm van een lening voor startkapitaal van 2 miljoen DEM voldoet niet aan de voorwaarden van steunregeling N 510/95 ("Eigenkapitalhilfeprogramm in den neuen Bundesländern"), aangezien het herstructureringsplan niet leidde tot herstel van de rendabiliteit van de onderneming. De maatregel is derhalve als ad hoc-herstructureringssteun aangemerkt. Omdat voorbijgegaan werd aan de criteria van de kaderregeling, is niet voldaan aan de voorwaarden van artikel 87, lid 3, onder c). Bijgevolg is de lening ten behoeve van het eigen vermogen van 2 miljoen DEM ten gunste van de heer Wohlfahrt met de gemeenschappelijke markt onverenigbaar in de zin van artikel 87, lid 1.

    (82) De door TIB aan Zeuro toegekende aandeelhouderslening van 5 miljoen DEM en de verhoging door TIB van Zeuro's maatschappelijk kapitaal ten bedrage van 2,5 miljoen DEM voldoen niet aan de voorwaarden van steunregeling N 183/94, en dienen derhalve als herstructureringssteun te worden beschouwd. Omdat voorbijgegaan werd aan de criteria van de richtsnoeren, is niet voldaan aan de voorwaarden van artikel 87, lid 3, onder c). Bijgevolg zijn de door TIB aan Zeuro toegekende aandeelhouderslening van 5 miljoen DEM en de verhoging door TIB van Zeuro's maatschappelijk kapitaal ten bedrage van 2,5 miljoen DEM met de gemeenschappelijke markt onverenigbaar in de zin van artikel 87, lid 1.

    (83) De kwijtschelding door de TAB van het voor 100 % door Thüringen gegarandeerde bedrijfsmiddelenkrediet van 1,5 miljoen DEM geschiedde niet uit hoofde van een steunregeling, en is derhalve als ad hoc-herstructureringssteun aangemerkt. Door voorbij te gaan aan de criteria van de kaderregeling, is niet voldaan aan de voorwaarden van artikel 87, lid 3, onder c). Bijgevolg is de kwijtschelding door de TAB van het voor 100 % door Thüringen gegarandeerde bedrijfsmiddelenkrediet van 1,5 miljoen DEM met de gemeenschappelijke markt onverenigbaar in de zin van artikel 87, lid 1.

    (84) De KfW/ERP-lening ten bedrage van 2 miljoen DEM en de KfW-lening ten bedrage van 1 miljoen DEM vormen eveneens herstructureringssteun. Door voorbij te gaan aan de criteria van de kaderregeling, is niet voldaan aan de voorwaarden van artikel 87, lid 3, onder c). Bijgevolg zijn de KfW/ERP-lening ten bedrage van 2 miljoen DEM en de KfW-lening ten bedrage van 1 miljoen DEM met de gemeenschappelijke markt onverenigbaar in de zin van artikel 87, lid 1.

    (85) De aanvullende borgstelling voor 65 % voor leningen ten bedrage van in totaal 9 miljoen DEM wordt niet door steunregeling N 117/96 gedekt. De garantie heeft betrekking op 65 % van de KfW-leningen en de KfW/ERP-lening - beide steunmaatregelen zijn onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt - en op 65 % van de leningen van particuliere herkomst ten bedrage van 6 miljoen DEM. De steun in de vorm van overheidsleningen en de garantie komen neer op een bedrag van 6,9 miljoen DEM. Deze maatregel dient te worden beschouwd als herstructureringssteun. Door voorbij te gaan aan de criteria van de kaderregeling, is niet voldaan aan de voorwaarden van artikel 87, lid 3, onder c). Bijgevolg is de aanvullende borgstelling voor 65 % voor leningen ten bedrage van in totaal 9 miljoen DEM met de gemeenschappelijke markt onverenigbaar in de zin van artikel 87, lid 1.

    (86) De kwijtschelding van de vordering op de koopprijs van 5,701 miljoen DEM door Zeuro-Verwaltungs GmbH i.L. en de vermindering van de koopprijs met 500000 DEM zijn als ad hoc-herstructureringssteun aangemerkt. Doordat de voorwaarden van de kaderregeling inzake herstructureringssteun niet in acht werden genomen, is de steun met de gemeenschappelijke markt onverenigbaar. Door voorbij te gaan aan de criteria van de kaderregeling, is niet voldaan aan de voorwaarden van artikel 87, lid 3, onder c). Bijgevolg zijn de kwijtschelding van de vordering op de koopprijs van 5,701 miljoen DEM door Zeuro-Verwaltungs GmbH i.L. en de vermindering van de koopprijs met 500000 DEM met de gemeenschappelijke markt onverenigbaar in de zin van artikel 87, lid 1.

    (87) Dat de BvS afstand deed van haar regresrecht op een garantie ten bedrage van 5,7 miljoen DEM wordt gedekt door de Treuhand-regeling van 1992.

    (88) De participatie van het Thüringer Konsolidierungsfonds ten bedrage van 5 miljoen DEM, waarvan 1,6 miljoen DEM reeds is uitbetaald, voldoet niet aan de voorwaarden van steunregeling NN 74/95. De maatregel is derhalve als ad hoc-herstructureringssteun aangemerkt. Door voorbij te gaan aan de criteria in de kaderregeling, is niet voldaan aan de voorwaarden van artikel 87, lid 3, onder c). Bijgevolg is de participatie van het Thüringer Konsolidierungsfonds ten bedrage van 5 miljoen DEM, waarvan 1,6 miljoen DEM reeds is uitbetaald, met de gemeenschappelijke markt onverenigbaar in de zin van artikel 87, lid 1.

    (89) De reeds uitbetaalde investeringspremies van 4,65 miljoen DEM, alsmede de nog niet uitbetaalde subsidies van 450000 DEM werden toegekend op grond van tevoren door de Commissie goedgekeurde regelingen, en worden derhalve door deze goedkeuring gedekt.

    (90) De bijdragen aan de personeelskosten van 13000 DEM vormen ad hoc-herstructureringssteun. Door voorbij te gaan aan de criteria van de richtsnoeren, is niet voldaan aan de voorwaarden van artikel 87, lid 3, onder c). Bijgevolg zijn de bijdragen aan de personeelskosten van 13000 DEM met de gemeenschappelijke markt onverenigbaar in de zin van artikel 87, lid 1.

    (91) De subsidie ten bedrage van 111000 DEM uit het Thüringische Messeförderungsprogramm valt onder de de minimis-regel.

    (92) De AIF-subsidie van 900000 DEM is een ad hoc-steunmaatregel. Door voorbij te gaan aan de criteria van de kaderregeling, is niet voldaan aan de voorwaarden van artikel 87, lid 3, onder c). Bijgevolg is de AIF-subsidie van 900000 DEM met de gemeenschappelijke markt onverenigbaar in de zin van artikel 87, lid 1.

    (93) De KMO-subsidie van 3 miljoen DEM is een ad hoc-steunmaatregel. Door voorbij te gaan aan de criteria van de richtsnoeren, is niet voldaan aan de voorwaarden van artikel 87, lid 3, onder c). Bijgevolg is de KMO-subsidie van 3 miljoen DEM met de gemeenschappelijke markt onverenigbaar in de zin van artikel 87, lid 1.

    (94) Aangezien de als herstructureringssteun aangemerkte maatregelen niet kunnen worden goedgekeurd, omdat zij de rendabiliteit op lange termijn van de onderneming niet waarborgen, kunnen zij evenmin bijdragen aan de regionale ontwikkeling. Van vrijstelling op grond van artikel 87, lid 3, onder a), kan derhalve evenmin sprake zijn.

    (95) De Commissie stelt vast dat Duitsland de genoemde steunmaatregelen wederrechtelijk heeft verleend, en aldus artikel 88, lid 3, heeft geschonden. Duitsland dient de aan de heer Wohlfahrt toegekende lening ten behoeve van het eigen vermogen van 2 miljoen DEM overeenkomstig de regelingen en procedures van het Duitse recht terug te vorderen.

    (96) Duitsland dient de verschillende aan Zeuro toegekende steunbedragen ten belope van 35,114 miljoen DEM overeenkomstig de regelingen en procedures van het Duitse recht terug te vorderen,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    1. De door de Bondsrepubliek Duitsland aan de investeerder Wohlfahrt toegekende overheidssteun ten bedrage van 2 miljoen DEM is met de gemeenschappelijke markt onverenigbaar.

    2. De volgende door Duitsland aan Zeuro Möbelwerk GmbH, Thüringen (hierna: Zeuro) verleende steunmaatregelen ten bedrage van 35,114 miljoen DEM zijn met de gemeenschappelijke markt onverenigbaar:

    a) een aandeelhouderslening van de TIB van 1 miljoen DEM;

    b) het afstand doen van het regresrecht op een aandeelhouderslening ten bedrage van 4 miljoen DEM door TIB;

    c) de verhoging van het maatschappelijk kapitaal met 2,5 miljoen DEM door TIB;

    d) de kwijtschelding door de TAB van een tevoren verleend bedrijfsmiddelenkrediet van 1,5 miljoen DEM;

    e) de door de KfW toegekende overheidslening ten bedrage van 3 miljoen DEM;

    f) de TAB-garantie van 65 % voor particuliere leningen ten bedrage van 3,9 miljoen DEM;

    g) de TAB-lening ten bedrage van 5 miljoen DEM;

    h) de TAB-lening met 100 % deelstaatgarantie ten bedrage van 2,5 miljoen DEM;

    i) de vermindering van de koopprijs met 500000 DEM door de BvS;

    j) de kwijtschelding van de resterende koopprijs ten bedrage van 5,701 DEM door de BvS;

    k) het reeds uitbetaalde deel van de participatie van het Thüringer Konsolidierungsfonds van 1,6 miljoen DEM;

    l) de AIF-subsidies ten bedrage van 900000 DEM;

    m) de bijdragen aan de personeelskosten ten bedrage van 13000 DEM;

    n) de KMO-subsidie ten bedrage van 3 miljoen DEM.

    3. De volgende staatssteun ten bedrage van 3,4 miljoen DEM, die Duitsland aan Zeuro wil toekennen, is met de gemeenschappelijke markt onverenigbaar: het nog niet uitbetaalde deel van de participatie van het Thüringer Konsolidierungsfonds.

    Artikel 2

    1. Duitsland neemt alle noodzakelijke maatregelen om de in artikel 1, leden 1 en 2, genoemde onrechtmatig toegekende steun van de ontvangers terug te vorderen.

    2. De terugvordering vindt plaats overeenkomstig de nationale procedures. De terug te vorderen steun omvat rente vanaf de datum waarop de steun ter beschikking is gesteld, tot de datum van de daadwerkelijke terugbetaling ervan. De rente wordt berekend op grond van de referentierentevoet welke wordt gehanteerd voor de berekening van het netto subsidie-equivalent in het kader van regionale steunregelingen.

    Artikel 3

    Duitsland deelt de Commissie binnen twee maanden vanaf de kennisgeving van deze beschikking mee welke maatregelen het heeft genomen om hieraan te voldoen.

    Artikel 4

    Deze beschikking is gericht tot de Bondsrepubliek Duitsland.

    Gedaan te Brussel, 21 december 2000.

    Voor de Commissie

    Mario Monti

    Lid van de Commissie

    (1) PB C 25 van 24.1.1998, blz. 2.

    (2) Zie voetnoot 1.

    (3) PB C 213 van 23.7.1996, blz. 4.

    (4) PB L 107 van 30.4.1996, blz. 4.

    (5) Panorama van de EU-industrie 1997, hoofdstuk 18.

    (6) N 510/95, SG(95) D/11491.

    (7) PB C 368 van 23.12.1994, blz. 12.

    (8) PB C 288 van 9.10.1999, blz. 2.

    (9) N 183/94, SG(94), D/11661.

    (10) SG(99) D/1972 van 15 maart 1999.

    (11) N 117/96, SG(96) D/11696.

    (12) Zie ook zaak C 36/2000, staatssteun ten gunste van Graf von Henneberg Porzellan GmbH, Ilmenau, Thüringen.

    (13) N 117/96, SG(96) D/11696.

    (14) Steunregeling E 15/92.

    (15) NN 74/95, SG(96) D/1946.

    (16) Mededeling van de Commissie inzake de minimis-steun (PB C 68 van 6.3.1996).

    Top