Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32001R0455

    Verordening (EG) nr. 455/2001 van de Commissie van 6 maart 2001 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2568/91 inzake de kenmerken van olijfoliën en oliën uit afvallen van olijven en de desbetreffende analysemethoden

    PB L 65 van 7.3.2001, p. 9–12 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 23/11/2022; stilzwijgende opheffing door 32022R2104

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2001/455/oj

    32001R0455

    Verordening (EG) nr. 455/2001 van de Commissie van 6 maart 2001 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2568/91 inzake de kenmerken van olijfoliën en oliën uit afvallen van olijven en de desbetreffende analysemethoden

    Publicatieblad Nr. L 065 van 07/03/2001 blz. 0009 - 0012


    Verordening (EG) nr. 455/2001 van de Commissie

    van 6 maart 2001

    tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2568/91 inzake de kenmerken van olijfoliën en oliën uit afvallen van olijven en de desbetreffende analysemethoden

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2826/2000(2), en met name op artikel 35 bis,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Verordening (EEG) nr. 2568/91 van de Commissie(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 379/1999(4), voorziet in analyses waarvan de resultaten worden geïnterpreteerd naar gelang van de behandelde monsters.

    (2) Met het oog op de harmonisering van de voorbereiding van het monster voor onderzoek en van de monsterneming moet gebruik worden gemaakt van de normen EN ISO 661 en EN ISO 5555. Wat olie in kleine verpakkingen betreft, zou de toepassing van die normen echter niet te rechtvaardigen kosten en inspanningen meebrengen. Voor die kleine verpakkingen bestaat er een andere methode voor de monsterneming, waarmee fraude gemakkelijker kan worden opgespoord zonder dat te veel analyses moeten worden verricht, en die methode verdient dan ook de voorkeur.

    (3) De analyses inzake de kwaliteit van olie in kleine verpakkingen moeten worden verricht vóór de datum van minimale houdbaarheid bij producten die onder bepaalde omstandigheden zijn bewaard.

    (4) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor oliën en vetten,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EEG) nr. 2568/91 wordt als volgt gewijzigd:

    1. Artikel 2, lid 3, wordt vervangen door:

    "3. Monsters voor de controle van de kenmerken van de in lid 1 bedoelde olie door de nationale autoriteiten of hun vertegenwoordigers worden genomen volgens de internationale normen EN ISO 661 en EN ISO 5555 met betrekking tot de voorbereiding van de monsters voor onderzoek en de monsterneming. In afwijking van punt 6.8 van norm EN ISO 5555, worden echter voor partijen van dergelijke oliën in onmiddellijke verpakkingen, met een inhoud van maximaal 100 liter, monsters genomen volgens bijlage I bis.

    Onverminderd de bepalingen van norm EN ISO 5555 en hoofdstuk 6 van norm EN ISO 661 worden de monsters onmiddellijk lichtdicht verpakt en uiterlijk de vijfde werkdag na de bemonstering voor analyse naar het laboratorium gestuurd.

    4. Voor de in lid 3 bedoelde verificatie worden de in de bijlagen II, III, IX en XII bedoelde analyses en in voorkomend geval de door de nationale wetgevingen voorgeschreven tegenexpertises uitgevoerd vóór de datum van minimale houdbaarheid. Indien het monster meer dan vier maanden vóór de datum van minimale houdbaarheid wordt genomen, moeten de analyses uiterlijk de vierde maand na de bemonstering worden verricht. Voor de andere in de genoemde verordening vermelde analyses is geen termijn van toepassing.

    Als de resultaten van de analyses niet beantwoorden aan de kenmerken van de aangegeven categorie olijfolie of olie uit afvallen van olijven, wordt de betrokkene hiervan uiterlijk één maand vóór het verstrijken van de in de eerste alinea bedoelde termijn in kennis gesteld, tenzij het monster minder dan een maand vóór de datum van minimale houdbaarheid is genomen.".

    2. In de inhoudsopgave van de bijlagen bij Verordening (EEG) nr. 2568/91 wordt de volgende titel ingevoegd:

    "BIJLAGE I bis

    Bemonstering van partijen olijfolie en olie uit afvallen van olijven in onmiddellijke verpakkingen van ten hoogste 100 liter".

    3. Bijlage I bis wordt ingevoegd na bijlage I.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2001.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 6 maart 2001.

    Voor de Commissie

    Franz Fischler

    Lid van de Commissie

    (1) PB 172 van 30.9.1966, blz. 3025/66.

    (2) PB L 328 van 23.12.2000, blz. 2.

    (3) PB L 248 van 5.9.1991, blz. 1.

    (4) PB L 46 van 20.2.1999, blz. 15.

    BIJLAGE

    "BIJLAGE I bis

    Bemonstering van partijen olijfolie en olie uit afvallen van olijven in onmiddellijke verpakkingen van ten hoogste 100 liter

    Onderstaande bemonsteringsmethode is van toepassing op partijen olijfolie van maximaal 125000 liter, in onmiddellijke verpakkingen van maximaal 100 liter.

    Wanneer de betrokken partij groter is dan 125000 liter, wordt deze verdeeld in bij benadering gelijke deelpartijen van minder dan 125000 liter. De methode moet vervolgens worden toegepast op iedere aldus verkregen deelpartij.

    1. Inhoud van een primair monster

    Elk primair monster bestaat:

    a) voor onmiddellijke verpakkingen met een inhoud van 6 liter of meer, uit de olie van één onmiddellijke verpakking verdeeld over ten minste 6 recipiënten van 1 liter waarvan:

    - 1 recipiënt voor de in de bijlagen II, III, IX en XII bedoelde analyses,

    - 1 recipiënt voor de overige analyses en

    - de resterende recipiënten voor eventuele tegenexpertises.

    b) voor onmiddellijke verpakkingen met een inhoud van 2 liter of meer, maar minder dan 6 liter, uit de olie van 4 onmiddellijke verpakkingen, waarvan:

    - 1 onmiddellijke verpakking voor de in de bijlagen II, III, IX en XII bedoelde analyses,

    - een derde van een andere verpakking voor de overige analyses en

    - de resterende olie voor eventuele tegenexpertises.

    c) voor onmiddellijke verpakkingen met een inhoud van 0,75 liter of meer, maar minder dan 2 liter, de olie van 6 onmiddellijke verpakkingen, waarvan:

    - 1 onmiddellijke verpakking voor de in de bijlagen II, III, IX en XII bedoelde analyses,

    - een andere verpakking voor de overige analyses en

    - de resterende olie voor eventuele tegenexpertises.

    d) voor onmiddellijke verpakkingen met een inhoud van minder dan 0,75 liter, uit de olie van het kleinste aantal verpakkingen dat in totaal meer dan 4,5 liter bevat, verdeeld als volgt:

    - de olie uit het kleinste aantal verpakkingen dat samen meer dan 0,75 liter bevat, is bestemd voor de in de bijlagen II, III, IX en XII bedoelde analyses,

    - dezelfde hoeveelheid is bestemd voor de andere analyses en

    - de rest wordt bewaard voor eventuele tegenexpertises.

    2. Aantal primaire monsters

    Het minimumaantal primaire monsters dat moet worden genomen, is afhankelijk van de grootte van de partij en wordt bepaald volgens onderstaande tabel.

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    De onmiddellijke verpakkingen van een primair monster moeten in de partij naast elkaar liggen.

    In geval van twijfel verhoogt de lidstaat het aantal te nemen primaire monsters.

    3. Analyses en resultaten

    De olie moet tot op het tijdstip van de analyse zoveel mogelijk in het oorspronkelijke recipiënt worden bewaard.

    a) Ieder primair monster wordt, overeenkomstig punt 2.5 van norm EN ISO 5555, verdeeld in laboratoriummonsters, waarop de volgende analyses worden uitgevoerd:

    - bepaling van het gehalte aan vrije vetzuren, als bedoeld in artikel 2, lid 1, eerste streepje;

    - bepaling van het peroxidegetal, als bedoeld in artikel 2, lid 1, tweede streepje;

    - spectrofotometrische analyse, als bedoeld in artikel 2, lid 1, achtste streepje;

    - bepaling van de vetzuursamenstelling, als bedoeld in artikel 2, lid 1, negende streepje.

    b) Indien de resultaten van de onder a) bedoelde analyses voor ten minste één van de primaire monsters uit eenzelfde partij niet allemaal overeenstemmen met de kenmerken van de aangegeven categorie olijfolie, wordt de betrokken partij in haar geheel als niet in overeenstemming met de voorschriften beschouwd.

    Indien alle resultaten van de onder a) bedoelde analyses voor elk van de primaire monsters uit eenzelfde partij gelet op de herhaalbaarheid van de betrokken methoden homogeen zijn en overeenstemmen met de kenmerken van de aangegeven categorie olijfolie, wordt één van de primaire monsters uit die partij onderworpen aan de overige analyses.

    c) Indien één van de resultaten van de onder b), tweede alinea, bedoelde analyses niet overeenstemt met de kenmerken van de aangegeven categorie olijfolie, wordt de betrokken partij in haar geheel als niet in overeenstemming met de voorschriften beschouwd.

    Indien alle resultaten van de onder b), tweede alinea, bedoelde analyses overeenstemmen met de kenmerken van de aangegeven categorie olijfolie, wordt de betrokken partij in haar geheel als in overeenstemming met de voorschriften erkend.".

    Top