Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32001D0116

    2001/116/EG: Beschikking van de Commissie van 25 januari 2001 houdende machtiging van Oostenrijk om de experimenten met nieuwe oenologische procédés voort te zetten (kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 150)

    PB L 43 van 14.2.2001, p. 37–37 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/07/2002

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2001/116(1)/oj

    32001D0116

    2001/116/EG: Beschikking van de Commissie van 25 januari 2001 houdende machtiging van Oostenrijk om de experimenten met nieuwe oenologische procédés voort te zetten (kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 150)

    Publicatieblad Nr. L 043 van 14/02/2001 blz. 0037 - 0037


    Beschikking van de Commissie

    van 25 januari 2001

    houdende machtiging van Oostenrijk om de experimenten met nieuwe oenologische procédés voort te zetten

    (kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 150)

    (Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek)

    (2001/116/EG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt(1),

    Gelet op Verordening (EG) nr. 1622/2000 van de Commissie van 24 juli 2000 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1493/1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt, en tot instelling van een communautaire regeling inzake oenologische procédés en behandelingen(2), en met name op artikel 41, lid 3,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Oostenrijk heeft experimentele toepassing toegestaan van oxaalzuur om het calciumgehalte van wijn te verlagen, van metawijnsteenzuur in een concentratie van 200 mg/liter om de wijnsteen in wijn te stabiliseren en van zilverchloride om een smaak- of geurgebrek van wijn te corrigeren.

    (2) Oostenrijk heeft een mededeling over deze experimenten bij de Commissie ingediend. De Commissie heeft de lidstaten van het resultaat van deze experimenten in kennis gesteld.

    (3) Gezien de interessante resultaten die zijn verkregen, heeft Oostenrijk bij de Commissie een verzoek tot verlenging van deze experimenten met nogmaals drie jaar ingediend en ook een dossier om dit verzoek te ondersteunen.

    (4) Het gebruik van zilverchloride in wijn is sinds 31 augustus 1979 geschrapt in de communautaire lijst van toegestane oenologische procédés en voldoet niet aan de voorwaarden die zijn vastgesteld in artikel 42, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1493/1999. Het is dus niet dienstig dit experiment, dat ook gevaar voor de menselijke gezondheid en voor het milieu kan opleveren, voort te zetten.

    (5) De experimenten moeten reeds betrekking hebben op de verwerking tot wijn van de oogst van 2000.

    (6) De behandelde wijn mag, wanneer hij in de handel wordt gebracht, bij de gebruikte doses geen enkel gevaar voor de gezondheid van de consument opleveren, noch een verandering in de door de consument voor dit type product verwachte kwaliteit veroorzaken.

    (7) Wijn die niet voldoet aan de voor de experimenten gestelde voorwaarden mag overeenkomstig het bepaalde in artikel 45 van Verordening (EG) nr. 1493/1999 niet voor menselijke consumptie worden aangeboden of geleverd en moet voldoen aan de in artikel 43 van Verordening (EG) nr. 1622/2000 bepaalde voorwaarden.

    (8) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor wijn,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    Oostenrijk wordt gemachtigd om de experimenten met de toepassing van de volgende oenologische procédés:

    - gebruik van oxaalzuur om calcium neer te slaan, op voorwaarde dat deze behandeling niet leidt tot een verhoging van de oorspronkelijke oxaalzuurconcentratie in de behandelde wijn,

    - toevoeging van metawijnsteenzuur tot maximaal 200 mg/liter, op voorwaarde dat de totale hoeveelheid wijnsteenzuur in de wijn niet resulteert in een overschrijding van de aanvaardbare dagelijkse dosis tartraat van 30 mg/kg lichaamsgewicht, en dat in de behandelde wijn geen DL-wijnsteenzuur wordt gevormd,

    voort te zetten tot en met 31 juli 2002, op de voorwaarden die zijn bepaald in artikel 41 van Verordening (EG) nr. 1622/2000.

    Artikel 2

    Deze beschikking is gericht tot de Republiek Oostenrijk.

    Gedaan te Brussel, 25 januari 2001.

    Voor de Commissie

    Franz Fischler

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 179 van 14.7.1999, blz. 1.

    (2) PB L 194 van 31.7.2000, blz. 1.

    Top