Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32000Q1010(01)

    Akkoord tussen het Europees Parlement en de Commissie over de wijze van toepassing van Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden

    PB L 256 van 10.10.2000, p. 19–20 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 02/06/2008; vervangen door 32008Q0610(01)

    ELI: http://data.europa.eu/eli/agree_interinstit/2000/1010/oj

    32000Q1010(01)

    Akkoord tussen het Europees Parlement en de Commissie over de wijze van toepassing van Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden

    Publicatieblad Nr. L 256 van 10/10/2000 blz. 0019 - 0020


    Akkoord tussen het Europees Parlement en de Commissie

    over de wijze van toepassing van Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden

    1. Krachtens artikel 7, lid 3, van Besluit 1999/468/EG(1) houdt de Commissie het Europees Parlement regelmatig op de hoogte van de werkzaamheden van de comités die onder de comitéprocedures vallen. Te dien einde ontvangt het Parlement, tegelijk met de leden van de comités en onder dezelfde voorwaarden, de ontwerpagenda's van de vergaderingen en de ontwerpen van uitvoeringsmaatregelen die deze comités worden voorgelegd krachtens basisbesluiten die volgens de procedure van artikel 251 van het EG-Verdrag zijn vastgesteld, alsmede de uitslagen van de stemmingen, beknopte verslagen van de vergaderingen en de lijsten van de instanties en organisaties waartoe de personen behoren die door de lidstaten zijn aangewezen om hen te vertegenwoordigen.

    2. Voorts stemt de Commissie ermee in het Europees Parlement op verzoek van zijn bevoegde parlementaire commissie, ter kennisneming, specifieke ontwerpen van uitvoeringsmaatregelen toe te zenden waarvan de basisbesluiten niet volgens de medebeslissingsprocedure zijn vastgesteld, maar die voor het Europees Parlement van bijzonder belang zijn. Overeenkomstig het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen van 19 juli 1999 (zaak T-188/97, Rothmans vs. Commissie)(2), kan het Europees Parlement om inzage in de notulen van deze comités verzoeken.

    3. Het Europees Parlement en de Commissie achten voor wat hen betreft de volgende akkoorden vervallen en dus niet meer van kracht: het akkoord Plumb/Delors van 1988, het akkoord Samland/Williamson van 1996 en de modus vivendi van 1994(3).

    4. Zodra aan de technische voorwaarden hiertoe is voldaan, wordt zorg gedragen voor toezending van de in artikel 7, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde documenten langs elektronische weg. Documenten met een vertrouwelijk karakter worden behandeld volgens de interne administratieve procedures die elke instelling daartoe heeft vastgesteld, zodat alle nodige waarborgen worden geboden.

    5. Op grond van artikel 8 van Besluit 1999/468/EG kan het Europees Parlement in een met redenen omklede resolutie verklaren dat een ontwerp van maatregelen ter uitvoering van een volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag vastgesteld basisbesluit, de bij dit basisbesluit verleende uitvoeringsbevoegdheden overschrijdt.

    6. Het Europees Parlement neemt deze met redenen omklede resolutie ter plenaire vergadering aan, binnen een termijn van een maand na ontvangst van het definitieve ontwerp van uitvoeringsmaatregelen in de aan de Commissie voorgelegde taalversies.

    7. In dringende gevallen en wanneer het om maatregelen van dagelijks beheer en/of met beperkte geldigheidsduur gaat, zal de termijn korter zijn. In uiterst dringende gevallen, met name om redenen in verband met de volksgezondheid, kan de termijn zeer kort zijn. Het bevoegde lid van de Commissie stelt met opgave van redenen de termijn vast. Het Europees Parlement kan vervolgens een procedure volgen waarbij de toepassing van artikel 8 van Besluit 1999/468/EG binnen de gestelde termijn aan zijn bevoegde parlementaire commissie kan worden gedelegeerd.

    8. Na de met redenen omklede resolutie van het Parlement stelt het bevoegde lid van de Commissie de plenaire vergadering van het Europees Parlement of eventueel de bevoegde parlementaire commissie in kennis van het gevolg dat de Commissie voornemens is hieraan te geven.

    9. Het Europees Parlement onderschrijft de in verklaring nr. 2 van de Raad en de Commissie(4) genoemde doelstelling en modaliteiten. Deze verklaring beoogt het stelsel van communautaire uitvoeringsvoorschriften te vereenvoudigen door aanpassing van de thans geldende comitéprocedures aan die welke voortvloeien uit Besluit 1999/468/EG.

    (1) PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

    (2) Jurisprudentie 1999, blz. II-2463.

    (3) PB C 102 van 4.4.1996, blz. 1.

    (4) PB C 203 van 17.7.1999, blz. 1.

    Top