31999R2338

VERORDENING (EG) Nr. 2338/1999 VAN DE COMMISSIE

van 3 november 1999

betreffende het beëindigen van de visserij op zwarte heilbot door vissersvaartuigen die de vlag voeren van een lidstaat

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2846/98(2), en met name op artikel 21, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Bij Verordening (EG) nr. 51/1999 van de Raad van 18 december 1998 houdende verdeling over de lidstaten van de vangstquota voor 1999 voor vaartuigen die vissen in de exclusieve economische zone van Noorwegen en in de visserijzone rond Jan Mayen(3), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1619/1999 van de Commissie(4), zijn quota vastgelegd voor zwarte heilbot voor 1999.

(2) Om de naleving te waarborgen van de bepalingen inzake de kwantitatieve beperking van de vangsten uit een bestand waarvoor een quotum is vastgesteld, is het noodzakelijk dat de Commissie de datum vastlegt waarop het quotum wordt geacht volledig te zijn gebruikt ten gevolge van de vangsten door de vaartuigen die de vlag voeren van een lidstaat.

(3) Volgens de gegevens die zijn meegedeeld aan de Commissie, hebben de vangsten van zwarte heilbot in de wateren van ICES-gebied I, II a, b (Noorse wateren ten noorden van 62° 00 NB), door vaartuigen die de vlag voeren van een lidstaat of die in een lidstaat zijn geregistreerd, het voor 1999 toegewezen quotum bereikt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het aan de Gemeenschap voor 1999 toegewezen quotum wordt geacht volledig te zijn gebruikt met de vangsten van zwarte heilbot in de wateren van ICES-gebied I, II a, b (Noorse wateren ten noorden van 62° 00' NB) door vaartuigen die de vlag voeren van een lidstaat of die in een lidstaat zijn geregistreerd.

De visserij op zwarte heilbot in de wateren van ICES-gebied I, II a, b (Noorse wateren ten noorden van 62° 00' NB) door vaartuigen die de vlag voeren van een lidstaat of die in een lidstaat zijn geregistreerd, is verboden, alsmede het aan boord houden, de overlading en het lossen van vis uit dit bestand die door vermelde vaartuigen in deze wateren is gevangen na de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 3 november 1999.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1.

(2) PB L 358 van 31.12.1998, blz. 5.

(3) PB L 13 van 18.1.1999, blz. 67.

(4) PB L 192 van 24.7.1999, blz. 14.