EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31999F0130(09)

Besluit van de Raad van bestuur van Europol van 15 oktober 1998 houdende vaststelling van de regeling betreffende de externe betrekkingen van Europol met aan de Europese Unie gerelateerde instanties

PB C 26 van 30.1.1999, p. 89–90 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2009; opgeheven door 32009D0371

31999F0130(09)

Besluit van de Raad van bestuur van Europol van 15 oktober 1998 houdende vaststelling van de regeling betreffende de externe betrekkingen van Europol met aan de Europese Unie gerelateerde instanties

Publicatieblad Nr. C 026 van 30/01/1999 blz. 0089 - 0090


BESLUIT VAN DE RAAD VAN BESTUUR VAN EUROPOL van 15 oktober 1998 houdende vaststelling van de regeling betreffende de externe betrekkingen van Europol met aan de Europese Unie gerelateerde instanties (1999/C 26/10)

DE RAAD VAN BESTUUR,

Gelet op de overeenkomst op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie tot oprichting van een Europese politiedienst (Europol-overeenkomst) (1), inzonderheid op artikel 42, lid 1,

Overwegende dat de raad van bestuur met eenparigheid van stemmen een regeling dient vast te stellen betreffende de externe betrekkingen van Europol met aan de Europese Unie gerelateerde instanties,

BESLUIT:

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

a) "aan de Europese Unie gerelateerde instanties": de instanties als bedoeld in artikel 10, lid 4, punten 1 tot en met 3, van de Europol-overeenkomst;

b) "overeenkomst": een overeenkomst die gesloten is om de in artikel 2 van de Europol-overeenkomst bedoelde doelstelling te verwezenlijken.

Artikel 2 Overeenkomsten

1. Europol kan overeenkomsten sluiten met aan de Europese Unie gerelateerde instanties.

2. De raad van bestuur kan bepalen met welke aan de Europese Unie gerelateerde instanties over overeenkomsten moet worden onderhandeld.

3. De directeur van Europol knoopt, met toestemming van de raad van bestuur, onderhandelingen aan over een dergelijke overeenkomst. Deze overeenkomst kan pas worden gesloten nadat ze door de raad van bestuur is goedgekeurd.

Artikel 3 Verbindingsofficieren

Voor de detachering van verbindingsofficieren van Europol bij aan de Europese Unie gerelateerde instanties en voor de detachering van verbindingsofficieren van aan de Europese Unie gerelateerde instanties bij Europol is een overeenkomst vereist. In deze overeenkomst worden de voorwaarden voor de detachering en de bevoegdheden van de verbindingsofficieren vastgelegd.

Artikel 4 Ontvangst van hoge functionarissen

De directeur van Europol brengt regelmatig verslag uit aan de raad van bestuur over de bezoeken aan Europol door hoge functionarissen van aan de Europese Unie gerelateerde instanties.

Artikel 5 Periodieke vergaderingen

1. De directeur van Europol kan, na goedkeuring van de raad van bestuur, periodieke vergaderingen beleggen met aan de Europese Unie gerelateerde instanties.

2. Wanneer een overeenkomst in periodieke vergaderingen voorziet, is de goedkeuring van de raad van bestuur niet langer nodig.

Artikel 6 Informatie aan de raad van bestuur

De directeur van Europol brengt de raad van bestuur regelmatig verslag uit over de externe betrekkingen van Europol met aan de Europese Unie gerelateerde instanties.

Artikel 7 Uitwisseling van informatie

1. Ze laat de regels betreffende de verstrekking van persoonsgegevens door Europol aan derde staten en instanties, de regeling ter bescherming van geheime Europol-informatie en de regels betreffende de ontvangst door Europol van informatie van derde partijen onverlet.

2. a) In het kader van de in artikel 2 van de Europol-overeenkomst omschreven doelstelling kan Europol niet-persoonsgebonden gegevens verstrekken waarvoor het in artikel 8, lid 1, van de regeling ter bescherming van geheime Europol-informatie vastgestelde basisbeschermingsniveau geldt,

- indien hiertoe een overeenkomst is gesloten op de in artikel 2 van deze regeling vastgestelde voorwaarden, en

- in het geval van bijzondere gegevens, indien de directeur van Europol de bescherming van die gegevens door de aan de Europese Unie gerelateerde instantie gegarandeerd acht.

b) Voor de verstrekking van niet-persoonsgebonden gegevens die gerubriceerd zijn op Europolbeveiligingsniveau 1, 2 of 3 is een overeenkomst vereist. Deze overeenkomst moet rekening houden met de regeling ter bescherming van geheime Europol-informatie.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1999.

Gedaan te 's-Gravenhage, 15 oktober 1998.

Voor de raad van bestuur

De Voorzitter

K. RUSO

(1) PB C 316 van 27.11.1995, blz. 2.

Top