Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31999D0742

    1999/742/EG: Beschikking van de Commissie van 4 november 1999 tot verlenging van de periode als bedoeld in artikel 15, lid 2 bis, van Richtlijn 66/403/EEG betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen (kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 3540)

    PB L 297 van 18.11.1999, p. 39–39 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 08/08/2002

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1999/742/oj

    31999D0742

    1999/742/EG: Beschikking van de Commissie van 4 november 1999 tot verlenging van de periode als bedoeld in artikel 15, lid 2 bis, van Richtlijn 66/403/EEG betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen (kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 3540)

    Publicatieblad Nr. L 297 van 18/11/1999 blz. 0039 - 0039


    BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

    van 4 november 1999

    tot verlenging van de periode als bedoeld in artikel 15, lid 2 bis, van Richtlijn 66/403/EEG betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen

    (kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 3540)

    (1999/742/EG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 66/403/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen(1), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 1999/49/EG van de Commissie(2), en met name op artikel 15, lid 2 bis,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) In beginsel mogen de lidstaten vanaf bepaalde data niet meer zelf bepalen of in derde landen geoogste pootaardappelen gelijkwaardig zijn aan in de Gemeenschap geoogste pootaardappelen die aan de bovengenoemde richtlijn voldoen.

    (2) Aangezien de werkzaamheden voor de vaststelling van de gelijkwaardigheid op communautair niveau evenwel nog niet voor alle betrokken derde landen waren beëindigd, zijn de lidstaten bij artikel 15, lid 2 bis, tweede alinea, van bovengenoemde richtlijn gemachtigd om de geldigheidsduur van de gelijkwaardigheidsbeschikkingen die zij ten aanzien van een aantal landen reeds eerder hadden vastgesteld maar waarvoor nog geen communautaire gelijkwaardigheid was vastgesteld, tot en met 31 maart 1999 te verlengen.

    (3) De bedoelde werkzaamheden zijn, wat sommige fytosanitaire aspecten betreft, nog steeds niet beëindigd.

    (4) De geldigheidsduur van de aan de lidstaten verleende machtiging mag alleen worden verlengd als de lidstaten zich houden aan hun verplichtingen op grond van de communautaire voorschriften op fytosanitair gebied die zijn vastgesteld bij Richtlijn 77/93/EEG van de Raad(3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 1999/53/EG(4), en in de bijjbehorende toepassingsbepalingen.

    (5) De geldigheidsduur van de op grond van artikel 15, lid 2 bis, verleende machtiging moet dienovereenkomstig worden verlengd.

    (6) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    In artikel 15, lid 2 bis, van Richtlijn 66/403/EEG wordt "31 maart 1999" vervangen door "31 maart 2002".

    Artikel 2

    Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 4 november 1999.

    Voor de Commissie

    David BYRNE

    Lid van de Commissie

    (1) PB 125 van 11.7.1966, blz. 2320/66.

    (2) PB L 16 van 21.1.1999, blz. 30.

    (3) PB L 26 van 31.1.1977, blz. 20.

    (4) PB L 142 van 5.6.1999, blz. 29.

    Top