Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31998R0651

    Verordening (EG) nr. 651/98 van de Commissie van 23 maart 1998 houdende wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1890/97 en (EG) nr. 1891/97 van de Raad tot instelling van respectievelijk een definitief antidumpingrecht en een definitief compenserend recht op de invoer van gekweekte Atlantische zalm van oorsprong uit Noorwegen, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2529/97 tot instelling van voorlopige antidumpingrechten en compenserende rechten op de invoer van gekweekte Atlantische zalm uit Noorwegen voor bepaalde exporteurs, en houdende wijziging van Besluit 97/634/EG tot aanvaardiging van verbintenissen die zijn aangeboden in het kader van de antidumping- en antisubsidieprocedures betreffende de invoer van gekweekte Atlantische zalm van oorsprong uit Noorwegen

    PB L 88 van 24.3.1998, p. 31–40 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 17/04/1999; stilzwijgende opheffing door 399R0772

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1998/651/oj

    31998R0651

    Verordening (EG) nr. 651/98 van de Commissie van 23 maart 1998 houdende wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1890/97 en (EG) nr. 1891/97 van de Raad tot instelling van respectievelijk een definitief antidumpingrecht en een definitief compenserend recht op de invoer van gekweekte Atlantische zalm van oorsprong uit Noorwegen, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2529/97 tot instelling van voorlopige antidumpingrechten en compenserende rechten op de invoer van gekweekte Atlantische zalm uit Noorwegen voor bepaalde exporteurs, en houdende wijziging van Besluit 97/634/EG tot aanvaardiging van verbintenissen die zijn aangeboden in het kader van de antidumping- en antisubsidieprocedures betreffende de invoer van gekweekte Atlantische zalm van oorsprong uit Noorwegen

    Publicatieblad Nr. L 088 van 24/03/1998 blz. 0031 - 0040


    VERORDENING (EG) Nr. 651/98 VAN DE COMMISSIE van 23 maart 1998 houdende wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1890/97 en (EG) nr. 1891/97 van de Raad tot instelling van respectievelijk een definitief antidumpingrecht en een definitief compenserend recht op de invoer van gekweekte Atlantische zalm van oorsprong uit Noorwegen, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2529/97 tot instelling van voorlopige antidumpingrechten en compenserende rechten op de invoer van gekweekte Atlantische zalm uit Noorwegen voor bepaalde exporteurs, en houdende wijziging van Besluit 97/634/EG tot aanvaardiging van verbintenissen die zijn aangeboden in het kader van de antidumping- en antisubsidieprocedures betreffende de invoer van gekweekte Atlantische zalm van oorsprong uit Noorwegen

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2331/96 (2), inzonderheid op de artikelen 7 en 8,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 2026/97 van de Raad van 6 oktober 1997 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn (3), inzonderheid op artikel 13,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 1890/97 van de Raad van 26 september 1997 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van gekweekte Atlantische zalm van oorsprong uit Noorwegen (4), inzonderheid op artikel 2,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 1891/97 van de Raad van 26 september 1997 tot instelling van een definitief compenserend recht op de invoer van gekweekte Atlantische zalm van oorsprong uit Noorwegen (5), inzonderheid op artikel 2,

    Na overleg in het kader van het raadgevend comité,

    Overwegende hetgeen volgt:

    A. VOORLOPIGE MAATREGELEN

    (1) In het kader van de antidumping- en antisubsidieonderzoeken die met het bekendmaken van twee afzonderlijke berichten in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen (6) werden geopend, heeft de Commissie op 26 september 1997 bij Besluit 97/634/EG (7) verbintenissen aanvaard van het Koninkrijk Noorwegen en van 190 Noorse exporteurs. Deze verbintenissen zijn van toepassing op alle verkopen die door deze exporteurs sedert 1 juli 1997 zijn gefactureerd.

    Na aanvaarding van deze verbintenissen had de Commissie redenen om aan te nemen dat 29 exporteurs deze verbintenissen niet naleefden:

    - uit hun verslagen met betrekking tot het derde kwartaal 1997 bleek dat zes Noorse exporteurs op de markt van de Gemeenschap hadden verkocht onder de in de verbintenis vastgestelde minimumprijs voor elke aanbiedingsvorm van het betrokken product;

    - 23 Noorse exporteurs waren hun verplichting om een verslag met betrekking tot het derde kwartaal van 1997 in te dienen, niet binnen de vastgestelde termijn nagekomen of dienden helemaal geen verslag in. Deze exporteurs verstrekten geen bewijzen van overmacht om het laattijdig indienen van hun verslag te rechtvaardigen.

    (2) Bijgevolg stelde de Commissie bij Verordening (EG) nr. 2529/97 (8), hierna de "verordening voorlopig recht" genoemd, voorlopige antidumpingrechten en compenserende rechten in op de invoer van gekweekte Atlantische zalm van GN-codes ex 0302 12 00, ex 0304 10 13, ex 0303 22 00 en ex 0304 20, van oorsprong uit Noorwegen, uitgevoerd door de ondernemingen die zijn opgenomen in bijlage I.

    B. DAAROPVOLGENDE PROCEDURE

    (3) Alle Noorse ondernemingen waarvoor de voorlopige rechten golden, werden schriftelijk op de hoogte gebracht van de essentiële gegevens en overwegingen op basis waarvan deze rechten waren ingesteld.

    (4) Binnen de in de verordening voorlopig recht vastgestelde termijn dienden de meeste Noorse ondernemingen schriftelijk standpunten in.

    (5) Nadat zij deze schriftelijke standpunten had ontvangen, verzamelde en verifieerde de Commissie alle gegevens die zij nodig achtte voor de definitieve vaststellingen met betrekking tot de klaarblijkelijke overtredingen en verrichtte zij verificatiebezoeken ten kantore van de volgende Noorse ondernemingen:

    - Fresh Marine Company A/S (aanvullende Taric-code 8149) en

    - Seanor A/S (aanvullende Taric-code 8272).

    C. DEFINITIEVE BEVINDINGEN

    (6) Gedurende de daaropvolgende procedure konden vier ondernemingen toereikende bewijzen verstrekken waaruit bleek dat de voorlopige bevindingen onder andere het gevolg waren van fouten of onduidelijkheden in hun verslagen. In feite waren de werkelijke gemiddelde verkoopprijzen van deze ondernemingen voor de respectieve aanbiedingsvormen van het betrokken product van dien aard dat zij de in de verbintenis vastgestelde minimumprijs niet onderboden.

    (7) Één van de ondernemingen die op het eerste gezicht haar verslag in verband met haar verbintenis niet binnen de vastgestelde termijn had ingediend, kon uiteindelijk bewijzen overleggen waaruit bleek dat zij, ondanks de oorspronkelijke prima facie bewijzen die op het tegendeel wezen, in feite haar verslag tijdig bij het lokale postkantoor had afgegeven.

    (8) Voor de bovenvermelde vijf exporteurs kan hetgeen voorlopig was vastgesteld, namelijk dat zij hun verbintenissen niet hadden nageleefd, derhalve niet definitief worden bevestigd. Bijgevolg dient, aangezien de exporteurs hebben bevestigd dat zij voornemens zijn hun verbintenissen verder na te leven, de status quo ante te worden hersteld ten aanzien van de verbintenissen van deze ondernemingen.

    (9) Derhalve dienen voor de volgende vijf ondernemingen de voorlopige maatregelen te worden ingetrokken, de bedragen die voor het voorlopige recht als zekerheid waren gesteld, te worden vrijgegeven, en de verbintenissen opnieuw te worden aanvaard:

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    (10) De partijen werden op de hoogte gebracht van de essentiële gegevens en overwegingen op basis waarvan de Commissie voornemens was de voorlopige antidumpingrechten en compenserende rechten in te trekken en hun verbintenissen opnieuw te aanvaarden. Er werden verder geen reacties ontvangen.

    (11) Geen van de andere ondernemingen die hun verplichtingen in verband met de verslagen niet nakwamen, diende geldige bewijzen van overmacht in, zoals op grond van de verbintenissen is toegestaan.

    Bij gebrek aan specifieke bepalingen terzake in de basisverordeningen antidumpingmaatregelen en antisubsidiemaatregelen en volgens de jurisprudentie van het Hof van Justitie kunnen de omstandigheden die door een onderneming worden opgegeven als omstandigheden die naar haar mening een geval van overmacht vormen, slechts als dusdanig worden erkend indien het niet indienen van het verslag onvermijdelijk was en een externe oorzaak had die redelijkerwijze niet kon worden voorzien of voorkomen en die het voor de betrokken onderneming objectief onmogelijk maakte om haar verbintenissen na te komen.

    In dit verband kan geen van de omstandigheden waarop de betrokken partijen zich beriepen - bijvoorbeeld dat een verantwoordelijke persoon met vakantie was, dat er een misverstand was over de draagwijdte van de verbintenissen, dat de software voor time management verloren was gegaan of dat correspondentie verkeerd werd geklasseerd - niet worden beschouwd als omstandigheden die een geval van overmacht vormen.

    (12) Op basis van bovenstaande elementen wordt geconcludeerd dat twee Noorse exporteurs hun verbintenis om de minimumprijs na te leven niet zijn nagekomen. Bovendien zijn 22 andere Noorse exporteurs de in hun verbintenissen opgenomen verplichting om een verslag op te stellen niet nagekomen.

    (13) De partijen werden op de hoogte gebracht van de essentiële gegevens en overwegingen op basis waarvan de Commissie voornemens was het feit dat hun verbintenissen niet langer werden aanvaard, te bevestigen en de instelling van definitieve antidumpingrechten en compenserende rechten, alsmede de definitieve inning van de bedragen die voor de voorlopige rechten als zekerheid waren gesteld, aan te bevelen. Er werd hun ook een termijn toegestaan binnen welke zij na deze kennisgeving hun standpunt konden bekendmaken.

    D. NIEUWKOMERS

    (14) Na instellingen van de definitieve antidumpingrechten en compenserende rechten meldden verschillende ondernemingen zich bij de Commissie aan als nieuwe exporteurs en boden verbintenissen aan.

    (15) Eén onderneming, Nor-Fa Food A/S, kon aantonen dat zij niet naar de Gemeenschap had uitgevoerd gedurende het onderzoektijdvak dat in aanmerking werd genomen voor de onderzoeken die leidden tot de geldende antidumpingmaatregelen en compenserende maatregelen. Deze onderneming kon aantonen dat zij met geen van de exporteurs of producenten in Noorwegen waarop de antidumpingmaatregelen en compenserende maatregelen met betrekking tot gekweekte Atlantische zalm van toepassing zijn, verbonden was. Tot slot toonde deze onderneming aan dat zij een onherroepelijke contractuele verplichting was aangegaan om een grote hoeveelheid gekweekte Atlantische zalm naar de Gemeenschap uit te voeren.

    De in de aangeboden verbintenis vermelde voorwaarden zijn dezelfde als die welke eerder werden aanvaard van andere Noorse exporteurs van gekweekte Atlantische zalm; aangenomen wordt dat het aanvaarden van een verbintenis met deze voorwaarden van deze exporteur toereikend zal zijn om de schadelijke gevolgen van de dumping op te heffen.

    Aangezien de exporteur ermee heeft ingestemd de Commissie regelmatig gedetailleerde gegevens over zijn uitvoer naar de Gemeenschap te verstrekken, wordt geconcludeerd dat de Commissie het toezicht op de correcte naleving van de verbintenis doeltreffend zal kunnen uitoefenen.

    (16) De door deze onderneming aangeboden verbintenis wordt derhalve aanvaardbaar geacht. De onderneming werd op de hoogte gebracht van de essentiële gegevens en overwegingen op basis waarvan de verbintenis werd aanvaard. Het raadgevend comité werd geraadpleegd en had geen bezwaar tegen aanvaarding van de aangeboden verbintenis. Derhalve dienen, overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1890/97 en artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1891/97, de bijlagen bij deze twee verordeningen te worden gewijzigd teneinde de vrijstelling van betaling van de antidumpingrechten en compenserende rechten uit te breiden tot deze nieuwe exporteur.

    E. WIJZIGING VAN DE BIJLAGE BIJ BESLUIT 97/634/EG

    (17) Parallel met deze verordening dient de Commissie een voorstel in voor een verordening van de Raad tot instelling van definitieve antidumpingrechten en compenserende rechten op de invoer van gekweekte Atlantische zalm, van oorsprong uit Noorwegen, uitgevoerd door de 24 andere ondernemingen waarop het bij de verordening voorlopig recht ingestelde voorlopige recht van toepassing is en waarvoor de niet-naleving van de verbintenissen door de definitieve bevindingen werd bevestigd.

    Bovendien brachten sommige ondernemingen de Commissie ervan op de hoogte dat hun naam was veranderd, of dat hun naam in de bijlage bij Besluit 97/634/EG niet correct was vermeld. Als een onderneming van naam was veranderd, verifieerde de Commissie of er geen wijziging was opgetreden in de structuur van de onderneming, omdat in dat geval gedetailleerder zou moeten worden nagegaan of het opportuun was de verbintenis te handhaven.

    De bijlage bij Besluit 97/634/EG tot aanvaarding van verbintenissen die zijn aangeboden in het kader van deze antidumping- en antisubsidieprocedures dient te worden gewijzigd, teneinde rekening te houden met de aanvaarding van de verbintenis van de nieuwkomer Nor-Fa Food A/S, de wijziging van de naam van Skaarfish Group A/S, de correctie van de naam die was opgegeven voor West Fish Sales Ltd en het opnieuw aanvaarden van de verbintenissen die waren aangeboden door de ondernemingen waarvoor het voorlopige recht wordt ingetrokken. Voor alle duidelijkheid wordt de herziene bijlage volledig, als bijlage II, bij deze verordening gevoegd,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1. De bijlage bij Verordening (EG) nr. 2529/97 wordt vervangen door bijlage I bij onderhavige verordening.

    2. De bedragen die als zekerheid zijn gesteld voor de voorlopige antidumpingrechten en compenserende rechten die bij genoemde verordening zijn ingesteld voor gekweekte (andere dan wilde) Atlantische zalm van de GN-codes ex 0302 12 00 (Taric-code 0302 12 00*19), ex 0304 10 13 (Taric-code 0304 10 13*19), ex 0303 22 00 (Taric-code 0303 22 00*19) en ex 0304 20 13 (Taric-code 0304 20 13*19), van oorsprong uit Noorwegen, uitgevoerd door de volgende ondernemingen, worden vrijgegeven:

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Artikel 2

    De bijlage bij Besluit 97/634/EG wordt vervangen door bijlage II bij onderhavige verordening.

    Artikel 3

    De volgende onderneming wordt toegevoegd aan de lijst van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1890/97 en aan de lijst van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1891/97:

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Artikel 4

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 23 maart 1998.

    Voor de Commissie

    Leon BRITTAN

    Vice-Voorzitter

    (1) PB L 56 van 6. 3. 1996, blz. 1.

    (2) PB L 317 van 6. 12. 1996, blz. 1.

    (3) PB L 288 van 21. 10. 1997, blz. 1.

    (4) PB L 267 van 30. 9. 1997, blz. 1.

    (5) PB L 267 van 30. 9. 1997, blz. 19.

    (6) PB C 235 van 31. 8. 1996 blz. 18 en 20.

    (7) PB L 267 van 30. 9. 1997, blz. 81.

    (8) PB L 346 van 17. 12. 1997, blz. 63.

    BIJLAGE I

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    BIJLAGE II

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Top