Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31998L0038

    Richtlijn 98/38/EG van de Commissie van 3 juni 1998 houdende aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 74/151/EEG van de Raad betreffende bepaalde onderdelen en eigenschappen van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (Voor de EER relevante tekst)

    PB L 170 van 16.6.1998, p. 13–14 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2009

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1998/38/oj

    31998L0038

    Richtlijn 98/38/EG van de Commissie van 3 juni 1998 houdende aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 74/151/EEG van de Raad betreffende bepaalde onderdelen en eigenschappen van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (Voor de EER relevante tekst)

    Publicatieblad Nr. L 170 van 16/06/1998 blz. 0013 - 0014


    RICHTLIJN 98/38/EG VAN DE COMMISSIE van 3 juni 1998 houdende aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 74/151/EEG van de Raad betreffende bepaalde onderdelen en eigenschappen van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (Voor de EER relevante tekst)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 74/150/EEG van de Raad van 4 maart 1974 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de goedkeuring van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 97/54/EG van het Europees Parlement en de Raad (2), inzonderheid op artikel 13,

    Gelet op Richtlijn 74/151/EEG van de Raad van 4 maart 1974 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende bepaalde onderdelen en eigenschappen van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 97/54/EG, inzonderheid op artikel 4,

    Overwegende dat, gezien de opgedane ervaring en de ontwikkeling van de technieken, de voorschriften betreffende onderdelen en eigenschappen, als bedoeld in artikel 2 van Richtlijn 74/151/EEG, thans dienen te worden aangepast;

    Overwegende dat de in deze richtlijn vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het bij Richtlijn 74/150/EEG ingestelde Comité voor de aanpassing aan de technische vooruitgang,

    HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De bijlagen I tot en met VI van Richtlijn 74/151/EEG worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.

    Artikel 2

    1. Met ingang van 1 mei 1999 mogen de lidstaten:

    - voor een type trekker de EG-typegoedkeuring, de afgifte van het in artikel 10, lid 1, laatste streepje, van Richtlijn 74/150/EEG bedoelde document of de nationale typegoedkeuring niet weigeren,

    - noch het voor de eerste maal in het verkeer brengen van trekkers verbieden,

    indien deze trekkers voldoen aan de voorschriften van Richtlijn 74/151/EEG, als gewijzigd bij deze richtlijn.

    2. Met ingang van 1 oktober 1999 mogen de lidstaten:

    - niet langer het in artikel 10, lid 1, laatste streepje, van Richtlijn 74/150/EEG bedoelde document afgeven voor een type trekker, indien dit niet voldoet aan de voorschriften van Richtlijn 74/151/EEG, als gewijzigd bij deze richtlijn;

    - de nationale typegoedkeuring weigeren voor een type trekker, indien dit niet voldoet aan de voorschriften van Richtlijn 74/151/EEG, als gewijzigd bij deze richtlijn.

    Artikel 3

    1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om vóór 1 mei 1999 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

    Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

    2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

    Artikel 4

    Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Artikel 5

    Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 3 juni 1998.

    Voor de Commissie

    Martin BANGEMANN

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 84 van 28. 3. 1974, blz. 10.

    (2) PB L 277 van 10. 10. 1997, blz. 24.

    (3) PB L 84 van 28. 3. 1974, blz. 25.

    BIJLAGE

    De bijlagen I tot en met VI van Richtlijn 74/151/EEG worden als volgt gewijzigd:

    a) In bijlage I wordt de term "gewicht" vervangen door de term "massa".

    b) In bijlage II

    - worden de twee streepjes in punt 1 vervangen door de volgende twee streepjes:

    "- lengte: 255 mm of 520 mm

    - breedte: 165 mm of 120 mm.

    Bij de keuze moet rekening worden gehouden met de heersende afmetingen in de lidstaten van bestemming.";

    - wordt punt 2.1 gelezen:

    "Stand van de plaat in de breedterichting

    Het midden van de plaat mag niet rechts gelegen zijn van het symmetrievlak van de trekker.

    De linkerrand van de plaat mag niet links gelegen zijn van het verticale vlak dat evenwijdig is aan het symmetrievlak van de trekker en dat raakt aan het punt waar de dwarsdoorsnede van de trekker in zijn totale breedte de grootste afmeting bereikt.":

    - wordt punt 2.4 gelezen:

    "De hoogte van de onderrand van de plaat boven het wegdek mag niet minder dan 0,3 meter bedragen; de hoogte van de bovenrand van de plaat boven het wegdek mag niet meer dan 4,0 meter bedragen.";

    c) In bijlage III wordt in punt 2 de volgende tekst toegevoegd:

    "De brandstoftoevoerleidingen en de vulopening moeten zich buiten de cabine bevinden.".

    d) Bijlage IV wordt als volgt gelezen:

    "BIJLAGE IV

    EXTRA GEWICHTEN

    Indien de trekker moet worden voorzien van ballast om te voldoen aan de andere voorschriften voor de EG-typegoedkeuring, moet deze ballast door de fabrikant van de trekker worden geleverd en voor montage gereed zijn en moeten daarop het merk van de fabrikant en de massa van de ballast in kilogram op ± 5 % na voorkomen. De extra gewichten aan de voorzijde, die zijn ontworpen om vaak te worden verwijderd en aangebracht, moeten voor de handvatten een veiligheidsafstand van ten minste 25 mm hebben. De extra gewichten moeten zodanig zijn aangebracht dat wordt vermeden dat zij ongewild loskomen (b.v. bij het kantelen van de trekker).".

    e) In bijlage V wordt punt 2.1.4 gelezen:

    "Het gemeten maximum van de geluidsdruk moet ten minste 93 dB(A) en ten hoogste 112 dB(A) bedragen.".

    f) In bijlage VI wordt in punt II.1 de volgende tekst toegevoegd:

    "Het uiteinde van de uitlaat moet zodanig zijn geplaatst dat de uitlaatgassen niet in de cabine kunnen binnendringen.".

    Top