Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31998D0455

    98/455/EG: Beschikking van de Commissie van 3 december 1997 inzake een procedure op grond van Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad (Zaak nr. IV/M.942 - VEBA/Degussa) (kennisgeving geschied onder nummer C(1997) 3833) (Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek) (Voor de EER relevante tekst)

    PB L 201 van 17.7.1998, p. 102–111 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1998/455/oj

    31998D0455

    98/455/EG: Beschikking van de Commissie van 3 december 1997 inzake een procedure op grond van Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad (Zaak nr. IV/M.942 - VEBA/Degussa) (kennisgeving geschied onder nummer C(1997) 3833) (Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek) (Voor de EER relevante tekst)

    Publicatieblad Nr. L 201 van 17/07/1998 blz. 0102 - 0111


    BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 3 december 1997 inzake een procedure op grond van Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad (Zaak nr. IV/M.942 - VEBA/Degussa) (kennisgeving geschied onder nummer C(1997) 3833) (Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek) (Voor de EER relevante tekst) (98/455/EG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad van 21 december 1989 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (1), inzonderheid op artikel 8, lid 2,

    Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, inzonderheid op artikel 57,

    Gezien het besluit van de Commissie van 2 september 1997 om een procedure in te leiden,

    Gezien het advies van het Adviescomité voor concentraties (2),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Op 2 juli 1997 ontving de Commissie overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 4064/89 (hierna "concentratieverordening" genoemd) een aanmelding van een beoogde concentratie waarin werd meegedeeld dat de onderneming VEBA AG (hierna "VEBA" genoemd) zeggenschap verkrijgt over Degussa AG (hierna "Degussa" genoemd). Omdat de aanmelding verzuimde te vermelden dat een dochteronderneming van VEBA, Hüls, via een gemeenschappelijke onderneming op één van de betrokken markten werkzaam is, namelijk op de markt voor pyrogeen kiezelzuur, werd de aanmelding op 28 juli 1997 onvolledig verklaard. Zij werd op 31 juli 1997 aangevuld.

    (2) De Commissie gelastte bij beschikking van 22 juli 1997 overeenkomstig artikel 7, lid 2, en artikel 18, lid 2, van de concentratieverordening de schorsing van de totstandbrenging van de aangemelde concentratie, totdat zij een definitieve beschikking zou hebben gegeven.

    (3) Bij beschikking van 2 september 1997 leidde de Commissie overeenkomstig artikel 6, lid 1, onder c), van de concentratieverordening de procedure in.

    I. DE PARTIJEN

    (4) VEBA is hoofdzakelijk werkzaam in de sectoren elektriciteit, chemie, aardolie, handel/vervoer/diensten en telecommunicatie. De chemieactiviteiten van VEBA zijn gebundeld bij haar dochteronderneming Huls en de dochterondernemingen daarvan, Röhm en Servo.

    (5) Degussa is werkzaam in de sectoren chemie, gezondheid en voeding, evenals op het gebied van edelmetalen en banken.

    II. DE VOORGENOMEN OPERATIE

    (6) VEBA is voornemens alle aandelen in GFC Gesellschaft für Chemiewerte mbH (hierna "GFC" genoemd) aan te kopen. GFC bezit 33 520 000 aandelen in Degussa. Het totale maatschappelijke kapitaal van Degussa bedraagt 460 297 500 DEM en is opgesplitst in 92 059 500 aandelen, waarbij alle aandelen een gelijk stemrecht hebben. GFC beschikt derhalve over 36,41 % van de aandelen in Degussa.

    III. CONCENTRATIE

    (7) De aangemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening, aangezien VEBA voornemens is de volledige zeggenschap over Degussa te verkrijgen.

    (8) Het aanwezigheidspercentage op de algemene aandeelhoudersvergaderingen van Degussa lag in de afgelopen vijf jaar onder de 68 % (1993: 67,38 %, 1994: 63,49 %, 1995: 67,95 %, 1996: 66,78 %, 1997: 67,84 %). Daar de eigendom van 36,41 % van de aandelen tot een feitelijke meerderheid in de algemene vergadering leidde, oefende GFC in het verleden in feite de zeggenschap over Degussa uit. Door de overname van GFC zou VEBA derhalve de zeggenschap over Degussa verkrijgen.

    (9) VEBA kan, met gewone meerderheid van stemmen in de algemene vergadering, bepalen welke aandeelhouders lid van de raad van commissarissen worden. Deze raad kan op zijn beurt met gewone meerderheid het bestuur benoemen of ontslaan. Aldus kan de bezitter van een gewone meerderheid in de algemene vergadering de bedrijfsvoering van Degussa controleren.

    (10) VEBA wordt door de concentratie verreweg de grootste aandeelhouder van Degussa; de op een na grootste aandeelhouder beschikt slechts over omstreeks 6,8 %, en de overige aandelen zijn sterk verspreid. VEBA is de enige grote industriële aandeelhouder met kennis van de markt en de sector. De op één na grootste aandeelhouder met 6,8 % van de aandelen is een Amerikaanse familie, die niet over passende marktkennis beschikt. De vele andere zeer kleine aandeelhouders zijn individueel niet bij machte een beslissende invloed op de bedrijfsvoering van Degussa uit te oefenen en hebben daartoe in het verleden ook geen gezamenlijke poging ondernomen.

    (11) Gezien de feitelijke meerderheid in de algemene vergadering en de overige omstandigheden kan dan ook worden aangenomen dat VEBA feitelijk de zeggenschap over Degussa verkrijgt.

    IV. COMMUNAUTAIRE DIMENSIE

    (12) De gezamenlijke wereldomzet van VEBA en Degussa bedraagt meer dan 5 miljard ECU (VEBA: 39,04 miljard ECU, Degussa: 7,22 miljard ECU). Elk van beide ondernemingen heeft een totale omzet van ruim 250 miljoen ECU in de Gemeenschap (VEBA: 32,15 miljard ECU, Degussa: 3,59 miljard ECU). VEBA behaalt meer dan twee derde van haar totale omzet in de Gemeenschap in Duitsland. Degussa behaalt in geen enkele lidstaat meer dan twee derde van haar omzet op Gemeenschapsvlak. De concentratie heeft bijgevolg een communautaire dimensie.

    V. BEOORDELING IN HET LICHT VAN ARTIKEL 2 VAN DE CONCENTRATRIEVERORDENING

    (13) De activiteiten van VEBA en Degussa in de sector chemische producten overlappen elkaar gedeeltelijk. Daarom dient nader onderzoek te worden verricht op het gebied van metylmethacrylaat, methacrylzuur, doorzichtige kunststoffen, hulpstoffen voor de verwerking van PVC op basis van acrylaat, organisch silaan, siliciumtetrachloride, pyrogene kiezelzuren, diaminen/polyaminen en reagentia voor de productie van kationisch zetmeel. In alle andere sectoren en ook bij de overige bedrijfsactiviteiten zijn er geen overlappingen; bij ontbreken van gegevens die dit weerleggen, kan derhalve worden gesteld dat de bestaande machtsposities door de concentratie niet kunnen worden versterkt.

    A. De relevante productmarkten

    1. Methylmetacrylaat

    (14) Methylmetacrylaat (hierna "MMA" genoemd) is een zogenaamd basismonomeer, dat de grondstof vormt voor een groot deel van de overige producten van de metacrylchemie. MMA wordt doorgaans door middel van het zogenoemde ACH-procédé van blauwzuur, methanol en aceton vervaardigd. MMA is een vloeistof die niet rechtstreeks als eindproduct kan worden gebruikt. Over het algemeen wordt MMA door zogenaamde polymerisatie verder verwerkt, bijvoorbeeld tot polymethylmetacrylaat, een doorzichtige kunststof. Volgens afnemers en producenten kan MMA niet door andere producten worden vervangen. De Commissie komt derhalve tot de slotsom dat MMA een afzonderlijke productmarkt vormt.

    2. Metacrylzuur

    (15) Metacrylzuur is eveneens een basismonomeer, dat nauw verwant is aan MMA. Het product wordt over het algemeen ook op basis van het ACH-procédé van dezelfde grondstoffen vervaardigd, doch zonder toevoeging van methanol. Ook metacrylzuur wordt niet als eindproduct gebruikt, maar verder verwerkt in andere metacrylproducten. Een belangrijke toepassing van metacrylzuur zijn lakharsen en dispersies, die op hun beurt verder worden verwerkt tot verf en verschillende soorten lak. Metacrylzuur en MMA verlenen de producten waarin zij worden verwerkt verschillende eigenschappen en zijn daarom voor de gebruiker niet onderling verwisselbaar. Dit wordt door de partijen, de concurrenten en de afnemers bevestigd. Metacrylzuur vormt daarom een afzonderlijke relevante productmarkt.

    3. Doorzichtige kunststoffen

    (16) Doorzichtige kunststoffen zijn vormbare, doorzichtige chemische producten, die door hun doorzichtigheid op glas lijken, maar die lichter, vormbaarder en over het algemeen minder breekbaar zijn dan glas. Doorzichtige kunststoffen worden op uiteenlopende gebieden toegepast, onder meer als afdekking van lampen, in de toeleveringssector van de auto-industrie, in de reclame, als geluidsschermen langs autosnelwegen en voor CD-doosjes en andere verpakkingen.

    (17) De belangrijkste doorzichtige kunststoffen zijn polymethylmetacrylaat (of acrylglas, hierna "PMMA" genoemd), polycarbonaat (hierna "PC" genoemd), styreen-acrylnitrilpolymeer (hierna "SAN" genoemd) en polystyreen (hierna "PS" genoemd). Deze kunststoffen hebben verschillende eigenschappen en lopen in prijs uiteen. PMMA bijvoorbeeld onderscheidt zich door een bijzondere weerbestendigheid en een grote doorzichtigheid, terwijl PC zeer stootvast en hittebestendig is. PS is weer minder lichtdoorlatend dan PMMA en PC, maar ook goedkoper. PMMA wordt via polymerisatie van MMA vervaardigd. De overige doorzichtige kunststoffen worden ook door polymerisatie, maar met andere grondstoffen vervaardigd.

    (18) Volgens de partijen vormen alle doorzichtige kunststoffen één gemeenschappelijke relevante productmarkt. Deze bewering wordt onderbouwd met het argument dat de producten elkaar bij veel toepassingen onderling kunnen vervangen; zo worden bijvoorbeeld lampen van zowel PMMA als van PC op de markt aangeboden. De eventuele verschillen in eigenschappen kunnen door manipulaties van het productieprocédé van de betrokken kunststoffen of door toevoeging van andere stoffen worden verkleind, hetgeen ook in de prijs tot uitdrukking komt. Wat de levensduur, eigenschappen en prijs betreft bestaan er geen wezenlijke verschillen tussen de afzonderlijke doorzichtige kunststoffen.

    (19) Uit de door de Commissie ingewonnen informatie is gebleken dat vervanging weliswaar bij bepaalde toepassingen mogelijk is, maar dat de mate waarin vervanging mogelijk is bij de verschillende toepassingen sterk uiteenloopt (zie ook de beschikking van de Commissie van 28 juli 1992 in zaak nr. IV/M.160 - Elf Atochem/Rohm & Haas). Concurrenten en afnemers hebben bevestigd dat doorzichtige kunststoffen niet bij alle toepassingen onderling verwisselbaar zijn. Dit hangt vooral samen met de bovengenoemde verschillende eigenschappen van doorzichtige kunststoffen, die deze voor bepaalde toepassingen bijzonder geschikt of ongeschikt maken. De vraag of iedere doorzichtige kunststof een afzonderlijke relevante markt vormt, kan evenwel onbeantwoord blijven omdat, ook wanneer afzonderlijke markten worden onderscheiden, uit hoofde van de mededingingsregels geen bezwaar kan worden gemaakt.

    (20) In dit geval vormt alleen PMMA een relevante markt. VEBA/Hüls en Degussa zijn weliswaar beide ook op het gebied van de productie van polycarbonaat werkzaam, maar hun gezamenlijke aandeel op deze markt bedraagt niet meer dan 15 %. Alleen VEBA is via Hüls actief op de polystyreenmarkt (marktaandeel RUIMTE VOOR DE TABEL>

    (38) De marktleider voor MMA is ICI, en naast VEBA/Degussa zijn er nog meer sterke concurrenten. De concentratie roept derhalve geen machtspositie in het leven.

    2. Metacrylzuur

    (39) Ook metacrylzuur wordt overwegend voor eigen gebruik van de producent vervaardigd. De vrije markt voor dit product in de EER heeft volgens de informatie van de Commissie slechts een omvang van ongeveer 20 000 ton. Op basis van de door de partijen en hun concurrenten meegedeelde verkoopcijfers kunnen de marktaandelen als volgt worden weergegeven:

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    (40) De marktleider voor metacrylzuur is ICI, en naast VEBA/Degussa zijn er nog meer sterke concurrenten. De concentratie roept derhalve geen machtspositie in het leven.

    3. Doorzichtige kunststoffen

    (41) Volgens de door de partijen verstrekte informatie heeft de markt voor "doorzichtige kunststoffen" als geheel in de Gemeenschap een volume van omstreeks 330 000 ton of 1 miljard ECU. De marktaandelen van VEBA/Röhm zouden rond de [15-25] % (steeds in volume en waarde) en van Degussa rond de [5-15] % liggen, zodat het gezamenlijke marktaandeel rond de [20-35] % bedraagt. Deze informatie is door onderzoek van de Commissie bevestigd. Grote concurrenten zijn BASF met een marktaandeel van omstreeks 15-25 %, Dow, met een aandeel van rond 10-15 %, en Elf Atochem (10-15 %).

    (42) Indien PMMA een eigen productmarkt vormt, dan heeft het een marktvolume in de gehele Gemeenschap van circa 220 000 ton of 600 - 650 miljoen ECU. In dit geval zouden de marktaandelen als volgt zijn verdeeld:

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    (43) De concentratie zal er weliswaar toe leiden dat VEBA/Degussa de marktleider voor PMMA in de Gemeenschap wordt, doch er zijn naast de partijen nog verscheidene concurrenten die gezien hun integratie "stroomopwaarts" en hun financiële draagkracht met VEBA/Degussa kunnen worden vergeleken. Bovendien bezit de marktleider tot nu toe, AtoHaas, een marktaandeel dat niet veel kleiner is dan dat van de partijen. Verder is PMMA, althans wat sommige toepassingen betreft, vervangbaar door andere doorzichtige kunststoffen, hetgeen een zekere concurrentiedruk tot gevolg heeft. De concentratie zal derhalve, ook wanneer van een afzonderlijke markt voor PMMA wordt uitgegaan, geen machtspositie in het leven roepen.

    (44) De concentratie zal ook niet tot een machtspositie van VEBA/Degussa en AtoHaas voor PMMA leiden. Weliswaar bereiken VEBA/Degussa en AtoHaas na de concentratie gezamenlijk een marktaandeel van ruim 55 %, maar de markt is weinig doorzichtig. PMMA wordt in vele verschillende vormen en kwaliteiten geproduceerd en verkocht. Productkwaliteit en service zijn volgens de informatie van de Commissie voor veel afnemers minstens even belangrijk als de prijs. De toegankelijkheid van de markt is vrij groot. Dit blijkt uit het feit dat Oost-Europese (met name Agrobiochim, Bulgarije) en Oost-Aziatische (met name Chimei Corp., Taiwan, en Lucky, Zuid-Korea) producenten in de afgelopen vijf jaar met succes de markt hebben betreden. Daarom valt niet te verwachten dat de concentratie een machtspositie voor PMMA tot gevolg zal hebben.

    4. Hulpstoffen voor de verwerking van PVC op basis van acrylaat

    (45) De markt voor hulpstoffen voor de verwerking van PVC op basis van acrylaat heeft in de gehele EER een volume van slechts ongeveer 30 000 ton met een waarde van nog geen 100 miljoen ECU. De partijen zullen volgens de gegevens van de Commissie door de concentratie een gezamenlijk marktaandeel van rond [15-30] % bereiken (VEBA [0-10] %, Degussa rond [15-25] %. Duidelijke marktleider is Rohm & Haas met een marktaandeel van [55-70] %. De enige andere concurrent met een marktaandeel van meer dan 10 % is Kaneka (rond [10-15] %). De concentratie leidt derhalve niet tot een machtspositie van de partijen. Aangezien de marktstructuur door de concentratie nauwelijks zal veranderen, valt ook niet te verwachten dat de concentratie een gezamenlijke machtspositie van de partijen en Rohm & Haas in het leven zal roepen of versterken.

    5. Organisch silaan

    (46) Hüls is in de sector organofunctioneel silaan slechts werkzaam op het gebied van de "niet-rubbertoepassingen" en heeft daarin een marktaandeel van [40-50] % in de gehele Gemeenschap, terwijl Degussa op dit gebied nauwelijks actief is (marktaandeel 75] %. Hüls is op dit gebied niet werkzaam. Een belangrijke concurrent voor "rubbertoepassingen" is volgens de gegevens van de partijen, welke door de afnemers wordt bevestigd, Witco/Osi (marktaandeel rond 18 %). Witco brengt pas sinds 1996 zwavelfunctionele silaan op de markt.

    (48) Aangezien de partijen elk op slechts één markt actief zijn, leidt de concentratie niet tot een samenvoeging van marktaandelen. Ten opzichte van de verschillende groepen afnemers is er ook geen sprake van een "portfolio-effect".

    (49) Wat de markt voor alkylsilaan betreft, bedraagt het gezamenlijke marktaandeel van de partijen minder dan 15 %. De marktleider is Wacker met een marktaandeel van ongeveer 50 à 60 %. De concentratie leidt derhalve niet tot een machtspositie.

    6. Siliciumtetrachloride

    (50) Degussa gebruikt de totale in Antwerpen geproduceerde siliciumtetrachloride als uitgangsstof voor de productie van pyrogeen kiezelzuur. VEBA/Hüls levert voornamelijk aan Cabot-Hüls en Degussa in het kader van een geïntegreerd systeem voor de productie van pyrogeen kiezelzuur. Andere producenten van siliciumtetrachloride zijn Wacker, die zich bezighoudt met de verdere verwerking tot pyrogeen kiezelzuur, en Dow, die gebruik maakt van een geïntegreerd systeem. Aangezien de geografische markt wegens de beperkte vervoerbaarheid beperkt blijft tot de huidige plaats van productie, leidt de concentratie niet tot een samenvoeging van marktaandelen.

    7. Pyrogeen kiezelzuur

    (51) Pyrogeen kiezelzuur wordt meestal in een gesloten kringloop geproduceerd, waarbij de leverancier van de uitgangsstof (siliciumtetrachloride respectievelijk trichloorsilaan) het bij de productie van pyrogeen kiezelzuur ontstane zoutzuur terugneemt. Deze leverancier heeft het zoutzuur nodig voor de vervaardiging van de uitgangsstof (de hydrochlorering van metallisch silicium). Hierdoor is ofwel nauwe samenwerking met een andere onderneming ofwel integratie in het toeleveringsstadium noodzakelijk.

    (52) Zowel in de EER als op wereldniveau is de markt voor pyrogeen kiezelzuur sterk geconcentreerd. Er zijn in Europa drie producenten, Degussa, Cabot en Wacker. In de Verenigde Staten wordt pyrogeen kiezelzuur door Cabot en Degussa en in Japan door Tokuyama Soda en Nippon Aerosil (een gemeenschappelijke onderneming van Degussa en Mitsubishi) vervaardigd. Andere producenten, zoals Oriana in de Oekraïne, zijn niet van grote betekenis. De omzet van pyrogeen kiezelzuur in de EER bedraagt rond de 160 miljoen ECU. Volgens de informatie van de Commissie heeft Degussa een marktaandeel van ongeveer [50-60] %, Wacker [15-25] % en Cabot [25-35] % in de Gemeenschap.

    (53) Degussa bezit productie-installaties in Rheinfelden en in Antwerpen. Wat de uitgangsstoffen betreft is Degussa in Antwerpen geïntegreerd en na de overname door Hüls zal de onderneming ook in Rheinfelden geïntegreerd zijn. Wacker heeft fabrieken in Burghausen en Kempten en is wat de uitgangsstoffen betreft geïntegreerd. Cabot heeft een fabriek in Barry (Wales), waar de uitgangsstoffen door Dow Corning worden geleverd.

    (54) Cabot produceert in Rheinfelden pyrogene kiezelzuren door middel van een gemeenschappelijke onderneming met Hüls, Cabot Hüls GmbH genaamd. De uitgangsstoffen worden door Hüls geleverd en Hüls neemt het bij de productie ontstane zoutzuur van de gemeenschappelijke onderneming af. Hüls verricht verder nog een groot aantal andere diensten, zoals afvalverwerking, bedrijfspolitie en bedrijfsbrandweer. Volgens de overeenkomst inzake de gemeenschappelijke onderneming hebben Cabot en Hüls gelijke stemrechten. De aandeelhoudersvergadering beslist eenstemmig over grondovereenkomsten, langdurige huurovereenkomsten, de samenwerking met andere ondernemingen, overeenkomsten over industriële-eigendomsrechten, de begroting, het opnemen van krediet evenals inzake overeenkomsten tot de levering of verkoop van door Cabot-Hüls vervaardigde producten. Hüls en Cabot benoemen elk een directeur; beide directeuren hebben gescheiden bevoegdheden, waarbij de door Hüls benoemde directeur aan die van Cabot verslag uitbrengt. Winst en verlies van de gemeenschappelijke onderneming worden door Hüls en Cabot onderling verdeeld, respectievelijk gezamenlijk gedragen. Volgens een tussen Cabot-Hüls en Cabot gesloten leveringsovereenkomst is Cabot-Hüls verplicht een minimumhoeveelheid pyrogeen kiezelzuur aan Cabot te leveren; in de praktijk wordt de totale productie van Cabot-Hüls aan Cabot verkocht. De prijs van het door de gemeenschappelijke onderneming geleverde pyrogene kiezelzuur is afhankelijk van de totale door Cabot verkregen verkoopprijs voor pyrogeen kiezelzuur.

    (55) Daar VEBA door de deelneming aan de gemeenschappelijke onderneming Cabot-Hüls een belang heeft in een van de twee bedrijven van de grootste concurrent van Degussa in Europa, zal de concentratie na de overname van Degussa door VEBA tot een machtspositie van VEBA/Degussa en Cabot leiden. Degussa is marktleider in Europa met een marktaandeel van 50-60 %. Als gevolg van de exploitatie van een gemeenschappelijke onderneming door Cabot en VEBA zal tussen beide ondernemingen een structurele band bestaan, die de positie van Cabot als onafhankelijke concurrent aanzienlijk zal verzwakken. Door de contractuele betrekkingen tussen VEBA en Cabot-Hüls is VEBA/Degussa nauwkeurig op de hoogte van de door Cabot op de markt voor pyrogeen kiezelzuur berekende prijzen en zou zij haar prijzen dienovereenkomstig kunnen aanpassen. De reeds door de homogeniteit van het product veroorzaakte doorzichtigheid van de markt zal door de concentratie nog aanzienlijk toenemen. Ook het feit dat VEBA dankzij de winstafdrachtregeling van de gemeenschappelijke onderneming met Cabot-Hüls rechtstreeks van een door Cabot vastgesteld hoger prijsniveau profiteert, zal de prijsconcurrentie tussen Cabot en VEBA/Degussa in de weg staan. De marktpositie van de resterende concurrent Wacker is niet sterk genoeg meer om daadwerkelijke concurrentiedruk uit te oefenen en te verhinderen dat VEBA/Degussa zich onafhankelijk van afnemers en concurrenten op de markt kan bewegen. De afnemers van pyrogeen kiezelzuur hebben zich daarom grotendeels kritisch uitgelaten over de concentratie van VEBA en Degussa, zolang VEBA met een belangrijke concurrent in een gemeenschappelijke onderneming verbonden is. Bovendien wordt de toegang tot de markt voor nieuwe concurrenten aanzienlijk beperkt, omdat de bouw van een productie-installatie voor pyrogeen kiezelzuur zeer hoge investeringen vergt en het specifieke productieprocédé vereist dat de levering van grondstoffen en de verwijdering van zoutzuur gewaarborgd is. In de afgelopen vijf jaar is geen nieuwe concurrent op de markt verschenen.

    (56) Om aan de bezwaren van de Commissie tegemoet te komen, heeft VEBA toegezegd, dat zij haar deelneming in Cabot/Hüls GmbH uiterlijk op [ . . . ] zal vervreemden en dat de verkrijger geen onderneming van het VEBA- of het Degussa-concern zal zijn, noch een onderneming waarin VEBA of Degussa een kapitaaldeelneming bezit of waarmee personele banden bestaan. Ingeval voór het verstrijken van deze termijn geen overdracht plaatsvindt, zal VEBA de totale stem- en beheersrechten overdragen op een neutrale en onafhankelijke trustee. De Commissie moet de benoeming van de trustee goedkeuren. De trustee krijgt de onherroepelijke opdracht de aandelen van VEBA uiterlijk op [ . . . ] te vervreemden aan een verkrijger die geen onderneming mag zijn die tot het VEBA- of Degussa-concern behoort, noch een onderneming waarin VEBA of Degussa een kapitaaldeelneming bezit of waarmee personele banden bestaan.

    (57) De Commissie is van oordeel, dat door de toezegging om VEBA en de gemeenschappelijke onderneming Cabot-Hüls vennootschapsrechtelijk te scheiden, wordt voorkomen dat een machtspositie van VEBA/Degussa op de markt ontstaat. Cabot blijft daarmee als een van VEBA/Degussa onafhankelijke concurrent bestaan. Dit oordeel wordt door de afnemers, die zich kritisch over de concentratie hadden uitgelaten, gesteund.

    (58) Dat Cabot voortaan door Hüls van grondstoffen (siliciumtetrachloride en trichloorsilaan) wordt voorzien en het bij de productie ontstane zoutzuur weer aan Hüls levert, vormt geen reden om aan te nemen dat de ondernemingen niet als concurrenten op de markt zullen optreden. De wederzijdse levering is een gevolg van de door de partijen geschetste, voor deze specifieke productie noodzakelijke gesloten kringloop. Zij is ook noodzakelijk om Cabot in staat te stellen als onafhankelijke concurrent op de markt op te treden. De Commissie gaat er dan ook van uit dat Hüls Cabot ook in de toekomst van grondstoffen zal blijven voorzien. De Commissie heeft vernomen dat er een leveringsovereenkomst is gesloten waardoor het mogelijk is het concurrentievermogen van de productie-installaties te handhaven. Dat Hüls in het verleden zowel aan de gemeenschappelijke onderneming Cabot/Hüls alsook aan Degussa grondstoffen heeft geleverd, heeft volgens de informatie waarover de Commissie beschikt niet tot gevolg gehad dat Cabot en Degussa geen onafhankelijke positie meer op de markt hadden. Bovendien is Cabot niet eenzijdig van Hüls afhankelijk, omdat Hüls op zijn beurt van de levering van zoutzuur door Cabot afhankelijk is. Voorts is Cabot voor zijn tweede fabriek in Barry, Wales, onafhankelijk van de grondstoffenleveranties van Hüls.

    (59) Om de Commissie in staat te stellen te controleren of VEBA haar toezegging gestand doet, wordt de onderneming de verplichting opgelegd, aan het begin van elke maand aan de Commissie verslag uit te brengen over de maatregelen die zij ter uitvoering van deze toezegging heeft getroffen.

    8. Diaminen/polyaminen

    (60) Het marktvolume voor diaminen/polyaminen tezamen bedraagt volgens de partijen omstreeks 31 800 ton, respectievelijk omstreeks 116 miljoen ECU, in de Gemeenschap als geheel. De marktaandelen zijn als volgt verdeeld:

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    (61) De concentratie leidt niet tot een machtspositie op de markt voor diaminen/polyaminen. Naast de sterke concurrenten BASF en Bayer zijn er nog meer kleinere producenten. Er zijn geen aanwijzingen voor een machtspositie van de partijen en BASF/Bayer. Diaminen zijn geen homogene producten; de grootste producenten brengen ieder een verschillend productassortiment op de markt op basis van verschillende chemische basisproducten. Ook de prijzen van de verschillende soorten diaminen lopen uiteen.

    9. Reagentia voor de productie van kationisch zetmeel

    (62) Dit is een kleine markt (marktvolume in de EER, inclusief "captive use" en definitief reagens 25 000-30 000 ton, en exclusief "captive use" en definitief product ongeveer 10 000-15 000 ton). De marktaandelen zijn in grote lijnen als volgt verdeeld:

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    (63) Daarnaast bestaan nog andere (kleinere) leveranciers van zetmeelreagentia. Twee producenten (Raisio en Roquette) produceren reagentia voor de vervaardiging van kationisch zetmeel vooral of uitsluitend voor eigen gebruik. Het is evenwel mogelijk dat zij de productie voor de verkoop aan derden uitbreiden, respectievelijk beginnen, wanneer de marktsituatie daarvoor gunstig genoeg lijkt. Bovendien is de Amerikaanse onderneming Dow sinds 1995 tot de markt toegetreden (met momenteel nog een klein, maar toenemend marktaandeel). De concentratie leidt derhalve noch tot een monopolie, noch tot een oligopolie.

    (64) Wat het definitieve reagens betreft is er geen uitbreiding van het marktaandeel en daardoor ook niet van een versterking van de machtspositie van Degussa, omdat Hüls/Servo op dit gebied niet actief is.

    VI. CONCLUSIE

    (65) Gezien het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat de concentratie, mits VEBA haar in overweging 56 weergegeven toezegging gestand doet, geen machtspositie in het leven roept of versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de gemeenschappelijke markt of een wezenlijk deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. Om de Commissie in staat te stellen te controleren of aan bovengenoemde voorwaarde wordt voldaan, moet VEBA worden verplicht om over de naleving ervan verslag uit te brengen. De concentratie kan derhalve, overeenkomstig artikel 2, lid 2, van de concentratieverordening en artikel 57 van de EER-Overeenkomst, verenigbaar met de gemeenschappelijke markt en met de EER-Overeenkomst worden verklaard,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    De concentratie tussen VEBA AG en Degussa AG wordt, mits aan de in artikel 2 genoemde voorwaarde wordt voldaan, verenigbaar met de gemeenschappelijke markt en de EER-Overeenkomst verklaard.

    Artikel 2

    Aan deze beschikking wordt de voorwaarde verbonden, dat VEBA AG de volgende toezeggingen gestand doet:

    a) VEBA AG vervreemdt haar deelneming in Cabot/Hüls GmbH uiterlijk op [ . . . ] aan een verkrijger die geen onderneming van het VEBA- of Degussa-concern is noch een onderneming waarin VEBA en/of Degussa een kapitaaldeelneming bezit of waarmee personele banden bestaan.

    b) Vindt de onder a) genoemde overdracht niet binnen de vastgestelde termijn plaats, dan draagt VEBA AG haar totale stem- en beheersrechten over aan een neutrale en onafhankelijke trustee. De Commissie moet de benoeming van de trustee goedkeuren.

    c) De trustee krijgt de onherroepelijke opdracht de aandelen van VEBA AG uiterlijk op [ . . . ] te vervreemden aan een verkrijger die geen onderneming is die tot het VEBA- of Degussa-concern behoort, noch een onderneming waarin VEBA en/of Degussa een kapitaaldeelneming bezit of waarmee personele banden bestaan.

    Artikel 3

    VEBA AG is gehouden, de Commissie aan het begin van elke maand verslag uit te brengen over de maatregelen die zijn getroffen om aan de voorwaarde van artikel 2 te voldoen.

    Artikel 4

    Deze beschikking is gericht tot:VEBA AG

    Bennigsenplatz 1

    D-40474 Düsseldorf.

    Gedaan te Brussel, 3 december 1997.

    Voor de Commissie

    Karel VAN MIERT

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 395 van 30. 12. 1989, blz. 1. Verordening gerectificeerd in PB L 257 van 21. 9. 1990, blz. 13.

    (2) PB C 224 van 17. 7. 1998.

    (3) In deze gepubliceerde versie van de onderhavige beschikking zijn sommige gegevens op grond van artikel 17, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 4064/89 betreffende de niet-openbaarmaking van zakengeheimen weggelaten of vervangen door de vermelding van een orde van grootte, hetgeen wordt aangegeven door middel van vierkante haken.

    Top