This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31996R1528
Commission Regulation (EC) No 1528/96 of 30 July 1996 on the taking over of paddy rice by the intervention agencies and fixing the corrective amounts, price increases and reductions to be applied
Verordening (EG) nr. 1528/96 van de Commissie van 30 juli 1996 betreffende de overname van padie door de interventiebureaus en houdende vaststelling van de toe te passen correctiebedragen, toeslagen en kortingen
Verordening (EG) nr. 1528/96 van de Commissie van 30 juli 1996 betreffende de overname van padie door de interventiebureaus en houdende vaststelling van de toe te passen correctiebedragen, toeslagen en kortingen
PB L 190 van 31.7.1996, p. 25–31
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 31/03/1998; opgeheven door 398R0708
Verordening (EG) nr. 1528/96 van de Commissie van 30 juli 1996 betreffende de overname van padie door de interventiebureaus en houdende vaststelling van de toe te passen correctiebedragen, toeslagen en kortingen
Publicatieblad Nr. L 190 van 31/07/1996 blz. 0025 - 0031
VERORDENING (EG) Nr. 1528/96 VAN DE COMMISSIE van 30 juli 1996 betreffende de overname van padie door de interventiebureaus en houdende vaststelling van de toe te passen correctiebedragen, toeslagen en kortingen DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Gelet op Verordening (EG) nr. 3072/95 van de Raad van 22 december 1995 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (1), en met name op artikel 8, Overwegende dat in genoemd artikel is vastgesteld dat de bepalingen voor de uitvoering van de artikelen 4 en 5 van Verordening (EG) nr. 3072/95 worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 22 zonder dat, in tegenstelling tot wat vroeger was bepaald in Verordening (EEG) nr. 1418/76 van de Raad (2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3072/95, de Raad algemene regels vaststelt; Overwegende dat de bepalingen van de voornoemde artikelen 4 en 5 grotendeels overeenkomen met die van de regeling betreffende de overname door de interventiebureaus en met de bijzondere maatregelen om te voorkomen dat er een massaal beroep op interventie wordt gedaan; dat artikel 5 laatstgenoemde maatregelen evenwel aanvult met maatregelen om een tekort aan beschikbare hoeveelheden padie als gevolg van een natuurramp op te vangen; Overwegende dat bij Verordening (EG) nr. 3073/95 van de Raad (3) de standaardkwaliteit van padie waarvoor de interventieprijs wordt vastgesteld, is bepaald en dat daarbij stringentere eisen zijn vastgesteld dan in de vroegere regeling; Overwegende dat het daarom dienstig is om de bepalingen inzake de interventieaankopen die vroeger zijn vastgesteld bij de bij Verordening (EG) nr. 3072/95 ingetrokken Verordeningen (EEG) nr. 1424/76 (4) en (EEG) nr. 1425/76 (5) van de Raad en ook de bij Verordening nr. 470/67/EEG van de Commissie (6), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3528/92 (7), vastgestelde bepalingen met de nodige aanpassingen en verduidelijkingen te vervangen door de in de onderhavige verordening vastgestelde regeling; dat Verordening nr. 470/67/EEG bijgevolg moet worden ingetrokken; Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor granen, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Elke houder van homogene partijen van minimaal 20 ton in de Gemeenschap geoogste padie mag deze rijst aan het interventiebureau aanbieden. De interventiebureaus kunnen echter een hogere minimumhoeveelheid vaststellen. Artikel 2 1. Om voor interventie in aanmerking te komen, moet de padie van gezonde handelskwaliteit zijn. 2. Padie wordt geacht van gezonde handelskwaliteit te zijn, als hij een gezonde reuk heeft en vrij van levende insecten is, en - het vochtgehalte niet meer dan 15 % bedraagt; - het rendement bij de bewerking niet meer dan 14 punten lager is dan de in bijlage II genoemde basisrendementen; - het percentage niet onberispelijke korrels de volgende maximumwaarden niet overschrijdt: >RUIMTE VOOR DE TABEL> - de radioactiviteit de in de communautaire wetgeving vastgestelde maximaal toelaatbare niveaus niet overschrijdt. De radioactiviteit van de rijst wordt alleen gecontroleerd als de situatie dat vereist en zolang dat nodig is. De geldigheidsduur en de werkingssfeer van de controlemaatregelen worden zo nodig vastgesteld volgens de procedure van artikel 22 van Verordening (EG) nr. 3072/95. 3. Padie met een percentage diverse onzuiverheden van meer dan 0,1 % kan door het interventiebureau slechts worden aangekocht als voor elke 0,01 % boven die waarde de interventieprijs met 0,02 % wordt verlaagd (onder "diverse onzuiverheden" wordt vreemd materiaal verstaan dat bestaat uit eetbare andersoortige graankorrels of delen daarvan en niet-eetbare minerale of plantaardige bestanddelen voor zover die niet-toxisch zijn). Artikel 3 1. Als het vochtgehalte van voor interventie aangeboden padie hoger is dan het voor de standaardkwaliteit van padie geldende gehalte, zijn de in bijlage I vermelde kortingen van toepassing. 2. Als het rendement bij de bewerking van voor interventie aangeboden rijst afwijkt van het in bijlage II, deel B, voor het betrokken ras vermelde basisrendement bij de bewerking, zijn de in bijlage II, deel A, vermelde toeslagen en kortingen van toepassing. 3. Als de percentages niet onberispelijke korrels in voor interventie aangeboden padie hoger zijn dan de voor de standaardkwaliteit van padie geldende toleranties, zijn de in bijlage III vermelde kortingen van toepassing. 4. De bovenbedoelde toeslagen en kortingen worden berekend door in de bijlagen vermelde percentages toe te passen op de interventieprijs die geldt aan het begin van het verkoopseizoen. Artikel 4 1. Voor elk aanbod tot verkoop moet bij een interventiebureau een schriftelijk verzoek worden ingediend waarin met name moeten worden vermeld: - de naam van de aanbieder, - de opslagplaats van de aangeboden rijst, - de hoeveelheid, de belangrijkste kenmerken en het oogstjaar van de rijst, - het interventiecentrum waarvoor de rijst wordt aangeboden. In het verzoek moet bovendien worden verklaard dat het produkt van oorsprong is uit de Gemeenschap. Het interventiebureau kan echter een aanbod dat is ingediend in een andere schriftelijke vorm, met name via telecommunicatie, als ontvankelijk beschouwen op voorwaarde dat alle bovenbedoelde vermeldingen daarin voorkomen. 2. Het aanbod wordt door het interventiebureau zo spoedig mogelijk aanvaard met opgave van de nodige gegevens over de voorwaarden voor de overname. Deze voorwaarden kunnen slechts binnen 48 uur na ontvangst van het bericht van aanvaarding van het aanbod worden betwist. 3. De aan de verkoper te betalen prijs is de overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 3072/95 berekende prijs voor een niet gelost, franco pakhuis geleverd produkt en geldt in de maand welke bij het aannemen van het aanbod is aangegeven als maand van levering, waarbij voorts rekening is gehouden met de in de bijlagen I tot en met IV vastgestelde toeslagen en kortingen. 4. De betaling heeft plaats tussen de dertigste en de vijfendertigste dag na het begin van de in artikel 7, lid 3, van deze verordening bedoelde overname. Artikel 5 1. Op grond van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3072/95 moet elk aanbod voor interventie aan een interventiebureau betrekking hebben op een afzetcentrum dat wordt gekozen uit de drie centra die het dichtst gelegen zijn bij de plaats waar de padie zich op het ogenblik van het aanbod bevindt. 2. Als meest dichtbije afzetcentra gelden de centra waarnaar de padie tegen de laagste kosten kan worden vervoerd. Deze kosten worden door het interventiebureau bepaald. Artikel 6 1. De interventiebureaus beslissen waar de padie wordt overgenomen. 2. Het interventiebureau kan de padie overnemen op de plaats waar hij zich bevindt in plaats van in het door de verkoper aangewezen afzetcentrum. In dat geval is de te betalen prijs gelijk aan de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 3072/95 bedoelde prijs voor het door de verkoper aangewezen afzetcentrum, verminderd met de laagste vervoerkosten vanaf de plaats waar de padie zich op het ogenblik van het aanbod bevindt tot aan dat afzetcentrum. Deze kosten worden door het interventiebureau bepaald. 3. Als het interventiebureau de padie niet overneemt in het door de verkoper aangewezen afzetcentrum en ook niet op de plaats waar hij zich op het ogenblik van het aanbod bevindt, worden de kosten voor het vervoer van de plaats waar de padie zich bevindt tot de plaats van overname door het interventiebureau betaald. In dat geval wordt de aan de verkoper te betalen prijs bepaald overeenkomstig lid 2. Artikel 7 1. De datum van overname wordt door het interventiebureau vastgesteld. De feitelijke levering moet echter uiterlijk aan het einde van de tweede maand na de maand van ontvangst van het aanbod plaatshebben, maar, behoudens overmacht, niet later dan 31 augustus van het betrokken verkoopseizoen. 2. De feitelijke overname door het interventiebureau gebeurt in aanwezigheid van de verkoper of deugdelijk gemachtigde vertegenwoordigers van de verkoper. 3. Het interventiebureau neemt de aangeboden rijst over nadat het bureau of zijn vertegenwoordiger voor de hele partij de hoeveelheid heeft geconstateerd en heeft vastgesteld dat aan de in de artikelen 1 en 2 vastgestelde minimumeisen is voldaan. 4. De kwaliteitskenmerken worden geconstateerd op basis van een representatief monster van de aangeboden partij, waarbij voor elke levering per tien ton ten minste één deelmonster wordt genomen. 5. Het interventiebureau laat de fysieke kenmerken van de monsters analyseren. Als uit de analyses blijkt dat de aangeboden rijst niet de voor interventie vereiste minimumkwaliteit heeft, wordt de rijst door de aanbieder op zijn kosten teruggenomen. In dit geval zijn de opslagkosten voor rekening van de aanbieder vanaf het ogenblik dat de genoemde analyses hem zijn gemeld, tenzij hij bij de in lid 6 bedoelde procedure in het gelijk wordt gesteld. 6. Als geen overeenstemming wordt bereikt over de kwaliteit en de kenmerken van de aangeboden padie, worden in aanwezigheid van beide partijen getrokken monsters geanalyseerd door een door de bevoegde autoriteiten erkend laboratorium. De resultaten van deze analyse zijn bindend en de kosten ervan zijn voor rekening van de verliezende partij. 7. Het interventiebureau stelt per aanbod een overnamebewijs op. Daarin worden vermeld: - de datum waarop voor de betrokken partij de hoeveelheid en de minimumeisen zijn gecontroleerd, - het geleverde gewicht, - het aantal monsters dat is getrokken voor het representatieve monster, - de geconstateerde fysieke kenmerken. 8. De verkoper en het interventiebureau kunnen door hun respectieve gemachtigden worden vertegenwoordigd. Artikel 8 In verband met bijzondere omstandigheden in de betrokken Lid-Staat, stellen de interventiebureaus zo nodig aanvullende procedures en voorwaarden voor overname vast, die verenigbaar moeten zijn met de bepalingen van deze verordening. Artikel 9 Verordening nr. 470/67/EEG wordt ingetrokken. Artikel 10 Deze verordening treedt in werking op 1 september 1996. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat. Gedaan te Brussel, 30 juli 1996. Voor de Commissie Franz FISCHLER Lid van de Commissie (1) PB nr. L 329 van 30. 12. 1995, blz. 18. (2) PB nr. L 166 van 25. 6. 1976, blz. 1. (3) PB nr. L 329 van 30. 12. 1995, blz. 33. (4) PB nr. L 166 van 25. 6. 1976, blz. 24. (5) PB nr. L 166 van 25. 6. 1976, blz. 26. (6) PB nr. L 204 van 24. 8. 1967, blz. 8. (7) PB nr. L 358 van 8. 12. 1992, blz. 6. BIJLAGE I KORTINGEN IN VERBAND MET HET VOCHTGEHALTE Verkoopseizoen 1996/1997 >RUIMTE VOOR DE TABEL> Vanaf 1997/1998 >RUIMTE VOOR DE TABEL> BIJLAGE II A. Toeslagen en kortingen in verband met het rendement bij de bewerking >RUIMTE VOOR DE TABEL> B. Basisrendement bij de bewerking >RUIMTE VOOR DE TABEL> BIJLAGE III KORTINGEN IN VERBAND MET ONVOLKOMENHEDEN VAN DE KORRELS Verkoopseizoen 1996/1997 >RUIMTE VOOR DE TABEL> Vanaf 1997/1998 >RUIMTE VOOR DE TABEL>