This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31995A0217
95/217/EC: Commission Opinion of 12 June 1995 addressed to the Netherlands Government concerning a draft temporary law on cargo allocation in north-south inland waterway services
95/217/EG: Advies van de Commissie van 12 juni 1995 aan de Nederlandse Regering met betrekking tot een ontwerp van tijdelijke wet vrachtverdeling Noord-Zuid-vervoer met binnenschepen
95/217/EG: Advies van de Commissie van 12 juni 1995 aan de Nederlandse Regering met betrekking tot een ontwerp van tijdelijke wet vrachtverdeling Noord-Zuid-vervoer met binnenschepen
PB L 134 van 20.6.1995, p. 39–40
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
In force
95/217/EG: Advies van de Commissie van 12 juni 1995 aan de Nederlandse Regering met betrekking tot een ontwerp van tijdelijke wet vrachtverdeling Noord-Zuid-vervoer met binnenschepen
Publicatieblad Nr. L 134 van 20/06/1995 blz. 0039 - 0040
ADVIES VAN DE COMMISSIE van 12 juni 1995 aan de Nederlandse Regering met betrekking tot een ontwerp van tijdelijke wet vrachtverdeling Noord-Zuid-vervoer met binnenschepen (95/217/EG) Overeenkomstig artikel 1 van de beschikking van de Raad van 21 maart 1962 houdende vaststelling van een procedure voor het voorafgaande onderzoek en overleg omtrent bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen welke door de Lid-Staten op het gebied van het vervoer worden overwogen (1), als gewijzigd bij Beschikking 73/402/EEG (2), heeft de Nederlandse Regering de Commissie bij brief van 15 juli 1994 in kennis gesteld van een ontwerp van tijdelijke wet vrachtverdeling Noord-Zuid-vervoer met binnenschepen. De Commissie heeft de brief van de Nederlandse Regering ontvangen op 25 juli 1994. De Nederlandse Regering heeft op 12 september 1994 de overige Lid-Staten in kennis gesteld van de ontwerp-wet. Krachtens artikel 2 van de genoemde beschikking van de Raad brengt de Commissie het volgende advies uit: 1. De Commissie stelt vast dat de overwogen wet tot doel heeft een vrachtverdelingsstelsel met een tijdelijk karakter in te voeren voor een gedeelte van het goederenvervoer met binnenschepen vanuit Nederland naar België of naar Frankrijk, met het oog op geleidelijke deregulering van deze markt, zonder de stabiliteit daarvan in gevaar te brengen. De ontwerp-wet voorziet voor de bevrachting in de instelling van een vrachtverdelingsstelsel bij toerbeurt met een verplicht karakter dat door de overheid zal worden beheerd. Er zullen namelijk regels worden gesteld omtrent de tarieven en bevrachtingsvoorwaarden alsook omtrent de wijze waarop het stelsel wordt beheerd en uitgevoerd. Voorts voorziet de ontwerp-wet in liberalisering van de tarieven en bevrachtingsvoorwaarden voor een gedeelte van het vervoer dat onder de wet valt en wordt de oprichting van samenwerkingsverbanden gestimuleerd. De wet vervalt met ingang van 1 januari 2000 of een eerder, bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Het in de ontwerp-wet bedoelde vrachtverdelingsstelsel zal het facultatieve toerbeurtstelsel vervangen, dat momenteel wordt beheerd door de "Vereniging toerbeurt Noord-Zuid", die dan ook haar activiteiten zal beëindigen. Onder het vrachtverdelingsstelsel zal het merendeel van de goederen vallen waarvan de bevrachting thans via dit toerbeurtstelsel plaatsvindt. 2. De Commissie neemt er nota van dat de ontwerp-wet in de mogelijkheid voorziet dat de wet wordt ingetrokken ingeval op communautair niveau regels worden vastgesteld tot liberalisering van de bevrachting volgens toerbeurtstelsels. 3. Uit een economisch oogpunt is de Commissie van mening dat de invoering van een nieuw verplicht vrachtverdelingsstelsel met een tijdelijk karakter, zoals bedoeld in de ontwerp-wet, geen belemmering mag vormen voor de liberalisering van het vervoer over de binnenwateren, waarop wordt aangedrongen in het verslag van 9 juni 1994 over de ordening van de markt voor de binnenvaart en de bevrachting volgens toerbeurtsystemen. Een dergelijk systeem kan alleen in overweging worden genomen als wordt gegarandeerd dat het betrokken marktsegment binnen een werkelijk beperkte termijn zal overgaan tot een definitief stelsel van vrije concurrentie. De Commissie, die zich weliswaar bewust is van de voorgenomen uitbreiding van de bevrachting volgens toerbeurtstelsels tot grotere vrachten, verheugt zich over de in de ontwerp-wet vervatte aanzet tot liberalisering en versterking van de concurrentiepositie van het beroepsvervoer met binnenschepen; zij neemt eveneens nota van het tijdelijke karakter van de overwogen wet. De definitieve beëindiging van het in de ontwerp-wet bedoelde stelsel met ingang van 1 januari 2000 is verenigbaar met de doelstellingen inzake liberalisering van de markt voor de binnenvaart welke de Commissie in het genoemde verslag heeft aanbevolen, en kan in overeenstemming worden gebracht met het tijdschema voor liberalisering van deze markt dat in een andere Lid-Staat is voorgesteld. De Commissie merkt evenwel op dat de ontwerp-wet de verplichting tot bevrachting volgens het toerbeurtstelsel tegen vaste tarieven en voorwaarden als algemene regel stelt, terwijl de elementen die een liberalisering inhouden alleen maar als afwijking daarop gelden. Teneinde betere garanties in te bouwen voor de overgang van het betrokken marktsegment tot het tijdstip dat voor de afschaffing van het stelsel is gepland, beveelt de Commissie de Nederlandse Regering aan de ontwerp-wet zodanig te wijzigen dat daarin in de eerste plaats als algemeen beginsel de liberalisering van de markt voor het Noord-Zuid-vervoer wordt gesteld en vervolgens regels voor het voorgenomen vrachtverdelingsstelsel worden gegeven die als afwijking op dit beginsel gelden voor een periode die tot 1 januari 2000 is beperkt. De Commissie beveelt de Nederlandse Regering voorts aan, met inachtneming van de bepalingen van het Gemeenschapsrecht, positieve flankerende maatregelen te nemen ter verlichting van de sociale aanpassingen waartoe de voorgenomen liberalisering onvermijdelijk zal leiden. 4. Teneinde zo goed mogelijk te garanderen dat binnen de gestelde termijn daadwerkelijk tot een stelsel van vrije concurrentie wordt overgegaan en ter bevordering van de commerciële samenwerking tussen de betrokken binnenschippers, verzoekt de Commissie de Nederlandse Regering de volgende wijzigingen in de ontwerp-wet aan te brengen: - Overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de ontwerp-wet kan de minister van verkeer een gedeelte van het vervoer vracht door samenwerkingsverbanden vrijstellen van de beperkingen van de toerbeurt. De Commissie wenst dat deze mogelijkheid voor dergelijk vervoer verplicht wordt en dat deze verplichting in de wetstekst wordt opgenomen. - Overeenkomstig artikel 12 van de ontwerp-wet kan scheepsruimte door aanbesteding worden toegewezen. De Commissie wenst dat de bij deze procedure geplande toewijzing van scheepsruimte door middel van loting wordt vervangen door een procedure waarbij de toewijzing plaatsvindt op basis van de prijs waarvoor de vervoerders hebben ingeschreven. 5. Rekening houdend met de bovengenoemde elementen en voorwaarden acht de Commissie deze ontwerp-wet niet onverenigbaar met het algemene vervoerbeleid. 6. De Commissie wenst in ieder geval dat de Nederlandse Regering haar in kennis stelt, vóór de inwerkingtreding daarvan, van de uitvoeringsbepalingen van deze wet, met name de regels bedoeld in de artikelen 7, 9, 10, 12 en 14; zij behoudt zich het recht voor daarover haar mening te kennen te geven. 7. De Commissie stelt de overige Lid-Staten in kennis van dit advies. Gedaan te Brussel, 12 juni 1995. Voor de Commissie Neil KINNOCK Lid van de Commissie (1) PB nr. 23 van 3. 4. 1962, blz. 720/62. (2) PB nr. L 347 van 17. 12. 1973, blz. 48.