Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31994R1503

    VERORDENING (EG) Nr. 1503/94 VAN DE RAAD van 27 juni 1994 tot instelling van een regeling ter compensatie van de door de ultraperifere ligging veroorzaakte extra kosten voor de afzet van bepaalde visserijprodukten van de Azoren, Madeira, de Canarische eilanden en het Franse departement Guyana

    PB L 162 van 30.6.1994, p. 8–9 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1994

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1994/1503/oj

    31994R1503

    VERORDENING (EG) Nr. 1503/94 VAN DE RAAD van 27 juni 1994 tot instelling van een regeling ter compensatie van de door de ultraperifere ligging veroorzaakte extra kosten voor de afzet van bepaalde visserijprodukten van de Azoren, Madeira, de Canarische eilanden en het Franse departement Guyana

    Publicatieblad Nr. L 162 van 30/06/1994 blz. 0008 - 0009


    VERORDENING (EG) Nr. 1503/94 VAN DE RAAD van 27 juni 1994 tot instelling van een regeling ter compensatie van de door de ultraperifere ligging veroorzaakte extra kosten voor de afzet van bepaalde visserijprodukten van de Azoren, Madeira, de Canarische eilanden en het Franse departement Guyana

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

    Gezien het voorstel van de Commissie (1),

    Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

    Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

    Overwegende dat de visserijsector in de Europese Unie zich in een moeilijke situatie bevindt, die nog ernstig wordt verslechterd door de kosten van het vervoer van de visserijprodukten naar de markten, als gevolg van de afgelegen en geïsoleerde ligging van de ultraperifere gebieden;

    Overwegende dat de Raad, bij zijn Besluiten 89/687/EEG (4), 91/314/EEG (5) en 91/315/EEG (6) programma's van speciaal op het afgelegen en insulaire karakter van, respectievelijk, de Franse overzeese departementen (Poseidom), de Canarische eilanden (Poseican) en Madeira en de Azoren (Poseima) heeft vastgesteld die passen in het beleid van de Gemeenschap ten gunste van de ultraperifere gebieden en waarin de hoofdlijnen zijn vastgelegd van de maatregelen die moeten worden genomen om rekening te houden met de specifieke kenmerken en de handicaps van deze gebieden;

    Overwegende dat soortgelijke acties reeds eerder succes hebben gehad;

    Overwegende dat deze gebieden kampen met specifieke ontwikkelingsproblemen, met name wegens de uit hun ultraperifere ligging voortvloeiende extra kosten voor de afzet van bepaalde produkten; dat de Gemeenschap, om het concurrentievermogen van bepaalde produkten van de visserijsector uit deze gebieden ten opzichte van die uit andere gebieden van de Gemeenschap te handhaven, voor de visserijsector maatregelen heeft vastgesteld om voor 1992 en 1993 de extra kosten voor de verwerking van tonijn op de Azoren en in Madeira en voor de produktie en het invriezen van tonijn en het invriezen en de verwerking van sardines op de Canarische eilanden te compenseren; dat het dienstig blijkt om met ingang van 1994 een communautaire regeling in te stellen om de extra kosten van verwerking en afzet van de bedoelde produkten te compenseren en, bijgevolg, maatregelen vast te stellen om de vorengenoemde acties voort te zetten, alsmede een regeling in te voeren ter compensatie van de extra kosten van het invriezen en de verwerking van makreel op de Canarische eilanden;

    Overwegende dat het nodig blijkt om, in het kader van het Poseidom-programma, maatregelen voor de visserijsector vast te stellen, teneinde de voorwaarden voor de afzet van in het Franse departement Guyana geproduceerde garnalen te verbeteren,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Er wordt een regeling ingesteld om de door de ultraperifere ligging veroorzaakte extra kosten voor de afzet van bepaalde visserijprodukten van de Azoren, Madeira, de Canarische eilanden en het Franse departement Guyana te compenseren.

    Artikel 2

    1. Voor de Azoren en Madeira behelst de in artikel 1 bedoelde regeling de betaling van een bedrag van 155 ecu per ton aan de plaatselijke industrie geleverde tonijn, met een maximum van 15 000 ton per jaar, namelijk 10 000 ton voor de Azoren en 5 000 ton voor Madeira.

    2. Voor de Canarische eilanden behelst de in artikel 1 bedoelde regeling de betaling van een bedrag van 125 ecu per ton voor de verse markt bestemde tonijn (met een maximum van 10 400 ton per jaar), van 45 ecu per ton ingevroren tonijn (met een maximum van 3 500 ton per jaar), en, voor de sector van de voor verwerking bestemde sardines en makreel, 85 ecu per ton (met een maximum van 10 500 ton per jaar) en van 45 ecu per ton voor sardines en makreel die bestemd zijn om te worden ingevroren (met een maximum van 7 000 ton per jaar).

    3. Voor het Franse departement Guyana behelst de in artikel 1 bedoelde regeling de betaling van een bedrag van 865 ecu per ton in de industriële visserij gevangen garnalen, met een maximum van 3 500 ton per jaar, en van 930 ecu per ton in de kleinschalige visserij gevangen garnalen, met een maximum van 500 ton per jaar.

    Artikel 3

    De bepalingen voor de uitvoering van deze verordening worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 32 van Verordening (EEG) nr. 3759/92 van de Raad van 17 december 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijprodukten en produkten van de aquacultuur (7).

    Artikel 4

    De bij deze verordening ingestelde maatregelen zijn interventies ter regularisering van de markten in de zin van artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 729/70 van de Raad van 21 april 1970 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (8). Zij worden gefinancierd door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie.

    Artikel 5

    Deze verordening wordt vastgesteld voor 1994. Voor het einde van deze periode verricht de Commissie een nieuwe evaluatie en dient zij, met inachtneming van de budgettaire consequenties, indien nodig passende voorstellen in.

    Artikel 6

    Deze verordening treedt in werking op 1 juli 1994.

    Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 1994.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Luxemburg, 27 juni 1994.

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    C. SIMITIS

    (1) PB nr. C 4 van 6. 1. 1994.

    (2) PB nr. C 128 van 9. 5. 1994.

    (3) PB nr. C 133 van 16. 5. 1994, blz. 30.

    (4) PB nr. L 399 van 30. 12. 1989, blz. 39.

    (5) PB nr. L 171 van 29. 6. 1991, blz. 1.

    (6) PB nr. L 171 van 29. 6. 1991, blz. 10.

    (7) PB nr. L 388 van 31. 12. 1992, blz. 1.

    (8) PB nr. L 94 van 28. 4. 1970, blz. 13.

    Top