Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31993R3582

Verordening (EG) nr. 3582/93 van de Commissie van 21 december 1993 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2073/92 van de Raad inzake maatregelen om de consumptie van melk en zuivelprodukten in de Gemeenschap te stimuleren en de markten voor melk en zuivelprodukten te verruimen

PB L 326 van 28.12.1993, p. 23–28 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 25/01/2002; opgeheven door 32002R0094

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1993/3582/oj

31993R3582

Verordening (EG) nr. 3582/93 van de Commissie van 21 december 1993 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2073/92 van de Raad inzake maatregelen om de consumptie van melk en zuivelprodukten in de Gemeenschap te stimuleren en de markten voor melk en zuivelprodukten te verruimen

Publicatieblad Nr. L 326 van 28/12/1993 blz. 0023 - 0028
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 54 blz. 0102
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 54 blz. 0102


VERORDENING (EG) Nr. 3582/93 VAN DE COMMISSIE van 21 december 1993 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2073/92 van de Raad inzake maatregelen om de consumptie van melk en zuivelprodukten in de Gemeenschap te stimuleren en de markten voor melk en zuivelprodukten te verruimen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2073/92 van de Raad van 30 juni 1992 inzake maatregelen om de consumptie van melk en zuivelprodukten in de Gemeenschap te stimuleren en de markten voor melk en zuivelprodukten te verruimen (1), en met name op artikel 4,

Overwegende dat de bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2073/92 inzonderheid betrekking dienen te hebben op de financiering door de Gemeenschap, het in artikel 2 van die verordening bedoelde programma, de ontvankelijkheid van de aanvragen en de procedure voor de goedkeuring van de voorgestelde maatregelen;

Overwegende dat de onderhavige verordening de bepalingen van de Verordeningen (EEG) nr. 2081/92 (2) en (EEG) nr. 2082/92 (3) van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen voor landbouwprodukten en levensmiddelen, en inzake de specificiteitscertificering van deze produkten en levensmiddelen niet mag doorkruisen;

Overwegende dat moet worden voorzien in controlemaatregelen en passende sancties om de naleving van de in deze verordening vastgestelde verplichtingen af te dwingen;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelprodukten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. De Gemeenschap financiert de in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 2073/92 bedoelde maatregelen, hierna "de maatregelen" genoemd.

2. De maatregelen worden uitgevoerd over een maximumperiode van twaalf maanden, te rekenen vanaf de inwerkingtreding van het in artikel 4, lid 4, onder a), bedoelde contract.

3. De algemene kosten van de contractant, de administratieve kosten daaronder begrepen, worden slechts gefinancierd tot 2 % van de totale voor financiering in aanmerking genomen uitgaven en tot een maximum van 10 000 ecu op voorwaarde dat zij in het in de artikelen 3 en 4 bedoelde voorstel zijn aangegeven. Een contractant kan slechts eenmaal het maximumbedrag van 10 000 ecu vragen, zelfs als hij verscheidene contracten sluit. Als de algemene kosten in totaal meer dan 2 000 ecu bedragen, moet het volledig bedrag ervan worden gerechtvaardigd.

De kosten van voorbereidende studies voor de maatregelen komen niet in aanmerking voor de financiering door de Gemeenschap.

4. De in lid 2 vastgestelde uitvoeringstermijn kan worden verlengd indien de contractant ten minste drie maanden vóór de einddatum daartoe een verzoek indient bij de bevoegde instantie en aantoont dat hij, door buitengewone omstandigheden waaraan hij geen schuld heeft, niet in staat is de oorspronkelijk vastgestelde termijn in acht te nemen. De termijn mag met ten hoogste drie maanden worden verlengd, nadat de Commissie ermee heeft ingestemd.

Artikel 2

In het in artikel 2, eerste alinea, van Verordening (EEG) nr. 2073/92 bedoelde programma worden met name vermeld:

a) de gekozen maatregelen als bedoeld in artikel 1, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2073/92,

b) één of meer thema's waarvoor de gekozen maatregelen moeten worden uitgevoerd,

c) de verdeling van het beschikbare bedrag voor de financiering van elk van de gekozen maatregelen, en

d) het tijdschema voor de toepassing van de artikelen 3, 4 en 5.

Het programma wordt bekendgemaakt in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen, reeks C.

Artikel 3

1. De maatregelen moeten worden voorgesteld door natuurlijke of rechtspersonen die

- de nodige vakbekwaamheid bezitten voor de uitvoering van de voorgestelde maatregelen, en die

- kunnen garanderen dat de werkzaamheden goed worden uitgevoerd.

2. De maatregelen moeten:

- passen in het in artikel 2 bedoelde programma,

- voorzien in het gebruik van de meest geschikte reclamemedia voor een maximale doeltreffendheid van de actie,

- rekening houden met de specifieke omstandigheden wat de afzet en het verbruik van melk en zuivelprodukten in de onderscheiden regio's van de Gemeenschap betreft,

- voorzien in generieke, niet op merken of firma's afgestemde reclame,

- zuivelprodukten uit de Gemeenschap promoten, zonder naar het land of de regio van oorsprong te verwijzen; deze laatste voorwaarde staat er niet aan in de weg dat de traditionele benaming van een produkt wordt gebruikt die een plaats, een regio of een bepaald land van de Gemeenschap omvat, onverminderd echter de voorschriften betreffende de benamingen van oorsprong alsook de specificiteitsattesten,

- melding maken van de financiering door de Gemeenschap van de betrokken maatregelen.

Artikel 4

1. Elke belangstellende dient te wonen of zijn hoofdkantoor te hebben in een Lid-Staat.

2. De aanvraag voor financiering door de Gemeenschap wordt ingediend bij de bevoegde instantie van de Lid-Staat waar de betrokkene woont of zijn hoofdkantoor heeft.

Indien de voorgestelde maatregelen geheel of gedeeltelijk worden uitgevoerd op het grondgebied van een of meer andere Lid-Staten dan die waar zich de woonplaats of het hoofdkantoor van de betrokkene bevindt, zendt deze een kopie van de aanvraag aan de bevoegde instantie van deze andere Lid-Staten. De lijst van bevoegde instanties is opgenomen in de bijlage.

3. De aanvragen bevatten:

a) de naam en het adres van de aanvrager;

b) alle bijzonderheden betreffende de voorgestelde maatregelen, met een gedetailleerde beschrijving en motivering, de uitvoeringstermijn en de verwachte resultaten;

c) een samenvatting van het voorstel, met de essentiële gegevens;

d) de prijs exclusief belastingen voor elke maatregel, uitgedrukt in ecu, met de verdeling van dit bedrag over de verschillende posten en het overeenkomstige financieringsplan;

e) eventueel de studies waarop de voorgestelde maatregel is gebaseerd;

f) het meest recente beschikbare activiteitsverslag en, in voorkomend geval, de statuten en/of het reglement van orde van de aanvrager.

4. De aanvraag is slechts geldig, wanneer zij vergezeld gaat van de schriftelijke verbintenis:

a) de door de Commissie vastgestelde en door de bevoegde instanties ter beschikking gestelde beheerscriteria en de bepalingen van het modelcontract na te leven;

b) voor rekening van de aanvrager, op eventueel verzoek van de Commissie of van de bevoegde instantie die de aanvraag ontvangen heeft, een evaluatie van de uitgevoerde maatregelen te laten verrichten;

c) geen andere communautaire steun te zullen aanvaarden voor de maatregelen die op grond van deze verordening door de Gemeenschap worden gefinancierd.

Artikel 5

1. De bevoegde instantie stelt een lijst op van alle aanvragen voor financiering die zij binnen de termijn zoals vastgesteld in het in artikel 2 bedoelde programma heeft ontvangen en doet de Commissie die lijst binnen de in voornoemd programma vastgestelde termijn toekomen met een met redenen omkleed advies voor elke aanvraag.

2. Na onderzoek door het Comité van beheer voor melk en zuivelprodukten overeenkomstig artikel 31 van Verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad (1), neemt de Commissie zo spoedig mogelijk een besluit over de aanvragen.

3. De voorkeur zal worden gegeven aan aanvragen:

a) die betrekking hebben op maatregelen die in verscheidene Lid-Staten worden uitgevoerd, en/of

b) die vergezeld gaan van een analyse waarmee voor elke voorgestelde maatregel de kosten/batenverhouding kan worden geraamd.

Artikel 6

1. Zodra de Lid-Staat van het in artikel 5, lid 2, bedoelde besluit in kennis is gesteld, wordt elke aanvrager zo spoedig mogelijk door de bevoegde instantie op de hoogte gebracht van het gevolg dat aan zijn aanvraag is gegeven.

2. Binnen één maand na de kennisgeving van het besluit aan de Lid-Staat sluiten de bevoegde instanties met de betrokkenen contracten voor de goedgekeurde acties.

De bevoegde instanties gebruiken daarvoor het in artikel 4, lid 4, onder a), bedoelde modelcontract.

3. Het contract heeft pas uitwerking zodra ten gunste van de bevoegde instantie een zekerheid van 15 % van de financiering door de Gemeenschap is gesteld om de naleving van het contract te garanderen.

Indien het bewijs dat de zekerheid is gesteld niet binnen twee weken na de datum van sluiting van het contract in het bezit is van de bevoegde instantie, komt het contract te vervallen en kunnen er geen rechten aan worden ontleend.

4. De zekerheid wordt gesteld overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2220/85 van de Commissie (1).

Als primaire eis in de zin van artikel 20 van genoemde verordening geldt de uitvoering van de aanvaarde maatregelen binnen de vastgestelde termijn en overeenkomstig het in lid 2 bedoelde contract.

5. Bij niet-inachtneming van de primaire eis of bij ernstige tekortkomingen wat andere verplichtingen betreft, kan het contract worden ontbonden. In dat geval komt de betrokkene gedurende een periode van twee jaar na de datum van ontbinding van het contract niet in aanmerking voor financiering door de Gemeenschap op grond van deze verordening.

Artikel 7

1. Vanaf de datum waarop het contract uitwerking heeft, kan de betrokkene éénmaal een voorschot aanvragen.

Het voorschot bedraagt maximaal 30 % van de financiering door de Gemeenschap.

Het voorschot wordt slechts betaald indien overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2220/85 ten gunste van de bevoegde instantie een zekerheid is gesteld voor een bedrag dat gelijk is aan 110 % van het voorschot.

2. De betalingen worden gedaan op basis van driemaandelijkse facturen, waarbij de nodige stavingsstukken en een tussentijds verslag over de stand van uitvoering van het programma worden gevoegd.

3. Het verzoek om betaling van het saldo wordt ingediend vóór het einde van de vierde maand na de datum waarop de in het contract bedoelde acties volledig zijn uitgevoerd. Het gaat vergezeld van:

- de nodige stavingsstukken,

- een overzicht van de uitgevoerde werkzaamheden,

- een evaluatieverslag over de op de verslagdatum te constateren resultaten en over het gebruik dat van die resultaten kan worden gemaakt.

Behoudens overmacht wordt bij te late indiening van het verzoek om betaling van het saldo en van de bijbehorende documenten het saldo verminderd met 3 % per maand vertraging.

4. Het saldo wordt slechts betaald nadat de in lid 3 bedoelde documenten zijn geverifieerd.

Wanneer niet is voldaan aan de in artikel 6, lid 4, tweede alinea, genoemde primaire eis wordt, behoudens overmacht, niets betaald.

Bij niet-inachtneming van andere eisen wordt het saldo verminderd in verhouding tot de omvang van de vastgestelde onregelmatigheid.

5. De in lid 1 bedoelde zekerheid wordt slechts vrijgegeven bij de uitbetaling van het saldo overeenkomstig lid 4.

De zekerheid wordt echter verbeurd

a) ten belope van het te veel betaalde bedrag wanneer het saldo op grond van lid 4, derde alinea, is verminderd en wanneer de som van het voorschot en de in lid 2 bedoelde betalingen hoger is dan het uiteindelijke bedrag van de financiële bijdrage;

b) naar evenredigheid van de in lid 3, tweede alinea, bedoelde vermindering van het saldo, wanneer de termijn voor de indiening van de saldoaanvraag niet in acht is genomen.

6. De bevoegde instantie verricht de in dit artikel bedoelde betalingen binnen zestig dagen na de ontvangst van het verzoek. Indien een aanvullende verificatie nodig is, kan zij de bedoelde betalingen evenwel uitstellen.

7. De bevoegde instantie doet de Commissie uiterlijk op de dertigste dag na de ontvangst van de in lid 3 bedoelde documenten de in dat lid bedoelde evaluatieverslagen toekomen.

8. Ten aanzien van de toe te passen landbouwomrekeningskoers gelden de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 1068/93 van de Commissie (2).

Artikel 8

1. De bevoegde instanties nemen de nodige maatregelen om, met name door technische en administratieve en boekhoudcontroles, bij de contractanten en hun eventuele partners te verifiëren of:

- de overgelegde stavingsstukken en informatie juist zijn,

- alle in het contract opgenomen verplichtingen worden nagekomen.

Onverminderd de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 595/91 van de Raad (3) stellen de bevoegde instanties de Commissie onverwijld schriftelijk in kennis van elke geconstateerde onregelmatigheid.

2. Met het oog op de toepassing van lid 1 en wanneer door de contractant maatregelen worden uitgevoerd in een andere Lid-Staat dan die waar de contractsluitende bevoegde instantie is gevestigd, verlenen de bevoegde instanties van de betrokken Lid-Staten elkaar bijstand.

3. De Commissie kan toezicht houden op de uitvoering van de maatregelen, met name door vergaderingen van deskundigen te organiseren en verificaties ter plaatse te verrichten.

Artikel 9

1. Bij betaling van onverschuldigde bedragen moet de begunstigde de betrokken bedragen terugbetalen, verhoogd met rente, berekend over de periode tussen de betaling en de terugbetaling.

De toe te passen rentevoet is de door het Europees Fonds voor Monetaire Samenwerking voor zijn verrichtingen in ecu toegepaste rentevoet die geldt op het tijdstip van de niet-verschuldigde betaling en die wordt bekendgemaakt in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen, reeks C, vermeerderd met drie procentpunten.

2. De terugbetaalde bedragen en de rente worden overgemaakt aan de betaalorganen, die deze op de uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw gefinancierde uitgaven in mindering brengen.

Artikel 10

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 21 december 1993.

Voor de Commissie

René STEICHEN

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 215 van 30. 7. 1992, blz. 67.

(2) PB nr. L 208 van 24. 7. 1992, blz. 1.

(3) PB nr. L 208 van 24. 7. 1992, blz. 9.

(4) PB nr. L 148 van 28. 6. 1968, blz. 13.

(5) PB nr. L 205 van 3. 8. 1985, blz. 5.

(6) PB nr. L 108 van 1. 5. 1993, blz. 106.

(7) PB nr. L 67 van 14. 3. 1991, blz. 11.

BIJLAGE

LIJST VAN DE BEVOEGDE INSTANTIES ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4, LID 2

"" ID="1">België> ID="2">Office belge de l'économie et de l'agriculture (OBEA) Rue de Trèves 82 B-1040 Bruxelles Belgische Dienst voor Bedrijfsleven en Landbouw (BDBL) Trierstraat 82 B-1040 Brussel"> ID="1">Denemarken> ID="2">EF-Direktoratet Nyrupsgade 26 DK-1602 Koebenhavn V"> ID="1">Duitsland> ID="2">Bundesanstalt fuer landwirtschaftliche Marktordnung (BALM) Adickesallee 40 D-60322 Frankfurt-am-Main Postfach 18 01 07 D-60082 Frankfurt-am-Main"> ID="1">Griekenland> ID="2">Direction for the management of agricultural products (DIDAGEP) 241 Acharnon Street 104-46 Athens (Greece)"> ID="1">Frankrijk> ID="2">Office national interprofessionnel du lait et des produits laitiers (Onilait) 2, rue Saint-Charles F-75740 Paris Cedex 15"> ID="1">Ierland> ID="2">Department of Agriculture and Food Milk Policy Division Floor 1 East Agriculture House Kildare Street IRL-Dublin 2"> ID="1">Italië> ID="2">Azienda di Stato per gli interventi sul mercato agricolo (AIMA) via Palestro 81 I-00198 Roma"> ID="1">Luxemburg> ID="2">Administration des services techniques de l'agriculture 16, route d'Esch L-1470 Luxembourg"> ID="1">Nederland> ID="2">Produktschap voor Zuivel Sir Winston Churchilllaan 275 NL-2288 EA Rijswijk (ZH)"> ID="1">Verenigd Koninkrijk> ID="2">Intervention Board Executive Agency Livestock Products Division Fountain House 2 Queen's Walk GB-Reading, Berks RG1 7QW"> ID="1">Spanje> ID="2">Secretaría General de Alimentación Ministerio de Agricultura, Pesca y Alimentación Paseo Infanta Isabel 1 E-28014 Madrid"> ID="1">Portugal> ID="2">Instituto Nacional de Intervençao e Garantia Agrícola (INGA) Rua Camilo Castelo Branco, 45, 2º P-1000 Lisboa">

Top