Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31993R2553

    VERORDENING (EEG) Nr. 2553/93 VAN DE RAAD van 13 september 1993 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2089/84 houdende instelling van een definitief anti-dumpingrecht op de invoer van bepaalde kogellagers van oorsprong uit Japan en Singapore

    PB L 235 van 18.9.1993, p. 3–6 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 24/09/1996

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1993/2553/oj

    31993R2553

    VERORDENING (EEG) Nr. 2553/93 VAN DE RAAD van 13 september 1993 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2089/84 houdende instelling van een definitief anti-dumpingrecht op de invoer van bepaalde kogellagers van oorsprong uit Japan en Singapore

    Publicatieblad Nr. L 235 van 18/09/1993 blz. 0003 - 0006
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 11 Deel 23 blz. 0038
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 11 Deel 23 blz. 0038


    VERORDENING (EEG) Nr. 2553/93 VAN DE RAAD van 13 september 1993 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2089/84 houdende instelling van een definitief anti-dumpingrecht op de invoer van bepaalde kogellagers van oorsprong uit Japan en Singapore

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 2423/88 van de Raad van 11 juli 1988 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping of subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Economische Gemeenschap (1), inzonderheid op de artikelen 7, 14 en 15,

    Gezien het voorstel van de Commissie, ingediend na overleg in het bij de genoemde verordening ingestelde Raadgevend Comité,

    Overwegende hetgeen volgt:

    A. PROCEDURE (1) In juli 1984 werd bij Verordening (EEG) nr. 2089/84 (2) een definitief anti-dumpingrecht van 33,89 % ingesteld op de invoer van eenrijige radiale kogellagers met diepe groeven van oorsprong uit Japan en Singapore.

    (2) Naar aanleiding van een overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 2423/88 ingeleid nieuw onderzoek werd Verordening (EEG) nr. 2089/84 bij Verordening (EEG) nr. 2685/90 (3) gewijzigd voor wat de invoer uit Japan betreft.

    (3) In maart 1989 (4) heeft de Commissie overeenkomstig artikel 15, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2423/88 het vervallen van deze maatregel ten aanzien van de invoer uit Singapore aangekondigd.

    (4) In april 1989 ontving de Commissie een verzoek om een nieuw onderzoek van de maatregel. Dit verzoek werd ingediend door de Federation of European Bearing Manufacturers Associations (Febma), namens de producenten die volgens de indieners van de klacht het grootste gedeelte van de communautaire produktie van de betrokken kogellagers vertegenwoordigen.

    (5) Na overleg hieromtrent publiceerde de Commissie in juli 1989 (5) overeenkomstig artikel 15, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 2423/88 een bericht van het voornemen een anti-dumpingmaatregel aan een nieuw onderzoek te onderwerpen.

    (6) In september 1989 heeft de Commissie door middel van een bericht in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen (6) de inleiding van een nieuw onderzoek van de anti-dumpingmaatregelen betreffende de invoer van bepaalde kogellagers van oorsprong uit Singapore aangekondigd en een onderzoek geopend.

    (7) De Commissie heeft de exporteurs en importeurs waarvan bekend is dat zij bij deze zaak betrokken zijn, evenals de vertegenwoordigers van het land van uitvoer en de bedrijfstak van de Gemeenschap (Febma) hiervan officieel kennis gegeven en de belanghebbenden in de gelegenheid gesteld hun standpunt schriftelijk naar voren te brengen en te verzoeken om te worden gehoord.

    (8) De exporteurs, bepaalde importeurs en de door Febma vertegenwoordigde producenten in de Gemeenschap maakten hun zienswijze schriftelijk bekend.

    (9) De Commissie verzamelde en verifieerde alleen informatie die zij voor dit onderzoek noodzakelijk achtte en stelde een onderzoek in ten kantore van de hierna volgende ondernemingen:

    a) Producenten in de Gemeenschap

    - FAG Kugelfischer Georg Schaefer KGaA, Schweinfurt, Duitsland,

    - Georg Mueller Nuernberg AG, Neurenberg, Duitsland,

    - Gebrueder Reinfort GmbH & Co. KG, Wuerzburg, Duitsland,

    - SKF Industrie SpA, Turijn, Italië,

    - SKF Roulements Spécialisés (ADR), Thomery, Frankrijk,

    - SKF France, Clamart, Frankrijk,

    - ROL Rolamentos Portugueses SARL, Caldas da Rainha, Portugal;

    b) Producenten in Singapore

    - NMB Singapore Ltd, Chai-Chee,

    - Pelmec Singapore Ltd, Jurong;

    c) Verbonden importeurs in de Gemeenschap

    - NMB Minebea GmbH, Langen, Duitsland,

    - NMB (UK) Ltd, Bracknell, Verenigd Koninkrijk,

    - NMB Italia Srl, Mazzo di Rho, Milaan, Italië,

    - NMB France, Sàrl, Argenteuil Frankrijk.

    De bovenstaande producenten in Singapore en de importeurs in de Gemeenschap zijn alle dochterondernemingen van Minebea Co. Ltd, Japan ( "Minebea").

    (10) De bij dit onderzoek verzamelde informatie had betrekking op de periode van 1985 tot 1991.

    (11) De belanghebbenden werden schriftelijk in kennis gesteld van de bevindingen van de Commissie en werden na deze bekendmaking in de gelegenheid gesteld gedurende een bepaalde periode opmerkingen naar voren te brengen.

    Het door de partijen naar voren gebrachte mondelinge en schriftelijke commentaar werd in overweging genomen en waar noodzakelijk werden de bevindingen van de Commissie dienovereenkomstig aangepast.

    B. PRODUKT (12) De betrokken produkten zijn eenrijige radiale kogellagers met diepe groeven en een buitendiameter van ten hoogste 30 mm als omschreven in Verordening (EEG) nr. 2089/84.

    C. HUIDIGE SITUATIE VAN DE BEDRIJFSTAK IN DE GEMEENSCHAP i) Moeilijke positie van de bedrijfstak in de Gemeenschap

    (13) Het onderzoek toonde aan dat de bedrijfstak van de Gemeenschap zich in een bijzonder moeilijke positie bevindt. In het bijzonder de winst voor belasting, die slechts 3,5 % van de omzet bedraagt, is ontoereikend en er werd een aanzienlijke teruggang geconstateerd in de produktie, de bezettingsgraad van de produktiecapaciteit, de werkgelegenheid en het aandeel van de communautaire markt in de periode van 1985 tot 1991.

    ii) Gevolgen van de invoer uit Singapore

    (14) Aangezien de invoer uit Singapore is teruggelopen van 25 miljoen stuks in 1985 tot 1,8 miljoen stuks in 1991 (en het marktaandeel in deze periode van 10 % tot 0,6 % is gedaald), is de Commissie van mening dat deze invoer niet in belangrijke mate debet is aan de huidige situatie van de communautaire industrie en dat de zwakke positie van deze bedrijfstak in de Gemeenschap aan andere factoren dan de invoer met dumping uit Singapore moet worden toegeschreven. De Raad bevestigt deze conclusie.

    D. GEVOLGEN VAN HET VERSTRIJKEN VAN DE ANTI-DUMPINGMAATREGELEN (15) Het feit dat de invoer met dumping op dit ogenblik geen schade veroorzaakt is op zich geen reden om de bestaande anti-dumpingmaatregelen in te trekken. In dergelijke omstandigheden dient de Commissie in het kader van een nieuw onderzoek overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EEG) nr. 2423/88 na te gaan of het verstrijken van de anti-dumpingmaatregelen opnieuw tot schade of dreiging van schade zou leiden. De Commissie dient in dit verband na te gaan of er aanwijzingen zijn dat het ontbreken van maatregelen op korte termijn opnieuw tot dumping en daaruit voortvloeiende schade zou leiden. Hoewel deze vaststelling op de beschikbare feitelijke gegevens dient te zijn gebaseerd, heeft zij uiteraard toch steeds het karakter van een afweging.

    (16) De Commissie heeft met het oog hierop onderzocht of in het onderhavige geval de intrekking van deze maatregelen tot een aanzienlijke toename van de invoer uit de fabrieken in Singapore zou leiden. In dit verband werden in het bijzonder twee elementen onderzocht: in de eerste plaats het bestaande patroon van produktie en verkopen in de fabrieken van Singapore en in de tweede plaats of wijzigingen in dit patroon te verwachten zijn.

    I. Huidig patroon van produktie en verkopen in de fabrieken van Singapore i) Ontwikkeling van de produktie en de capaciteit in Singapore

    (17) De produktiecapaciteit van de fabrieken van Minebea in Singapore (NMB en Pelmec Singapore) is sedert 1985 vrij stabiel en de bezettingsgraad van de produktiecapaciteit is in deze fabrieken zeer hoog. Er is derhalve weinig extra produktiecapaciteit beschikbaar voor een eventuele uitbreiding van de produktie.

    ii) Ontwikkelingen met betrekking tot de binnenlandse vraag en de geografische spreiding van de uitvoer

    (18) De binnenlandse markt van Singapore in sedert het eerste onderzoek aanzienlijk gegroeid. Deze markt wordt in hoofdzaak bevoorraad door NMB en Pelmec Singapore die hierop een gestaag toenemend gedeelte van hun produktie afzetten. Behalve op de markt van Singapore verkopen deze twee fabrieken hun produktie vrijwel geheel op de markt van Azië en de Verenigde Staten en wordt slechts een uiterst geringe hoeveelheid naar de Gemeenschap en de EVA-landen uitgevoerd.

    iii) Conclusie

    (19) Gezien het huidige patroon van produktie en verkopen en het feit dat de produktiecapaciteit in de fabrieken in Singapore vrijwel volledig bezet is, acht de Commissie het onwaarschijnlijk dat onder de huidige omstandigheden de invoer in de Gemeenschap sterk zal toenemen. De Raad onderschrijft deze conclusie.

    II. Mogelijke wijzigingen in het bestaande patroon van produktie en verkopen in de fabrieken van Singapore Met het oog op het multinationale karakter van Minebea heeft de Commissie onderzocht of de naar de Gemeenschap uitgevoerde produkten, die thans van andere Minebea-fabrieken afkomstig zijn, ook van de fabriek in Singapore zouden kunnen worden betrokken, zodat grotere hoeveelheden vanuit Singapore naar de Gemeenschap zouden kunnen worden uitgevoerd.

    i) Ontwikkelingen met betrekking tot de leveranciers

    a) Thailand

    (20) Na de instelling van het anti-dumpingrecht op de invoer uit Singapore in 1984 heeft Minebea zijn fabricage van kogellagers in Thailand sterk uitgebreid en de capaciteit in Thailand is thans tweemaal zo groot als die in Singapore. Minebea is de enige fabrikant van kogellagers in beide landen.

    (21) Aangezien Minebea zijn naar de Gemeenschap uitgevoerde produkten thans vrijwel uitsluitend uit Thailand betrekt, bedraagt het marktaandeel van de in Thailand vervaardigde kogellagers 25 %, in vergelijking met 0,6 % voor de in Singapore vervaardigde produkten.

    b) Verenigd Koninkrijk

    (22) In 1991 is Minebea met de produktie van kogellagers in het Verenigd Koninkrijk begonnen en de produktiecapaciteit aldaar zal over korte tijd 60 miljoen stuks per jaar bedragen.

    (23) Gezien de snel toenemende produktiecapaciteit van Minebea in het Verenigd Koninkrijk, die vrijwel geheel voor de markt van de Gemeenschap bestemd is, lijdt het geen twijfel dat de in het Verenigd Koninkrijk vervaardigde kogellagers van Minebea in de komende jaren een toenemend gedeelte van het totale marktaandeel van Minebea in de Gemeenschap in beslag zullen nemen, te meer omdat de fabriek in het Verenigd Koninkrijk haar produktiecapaciteit volledig moet kunnen benutten om rendabel te zijn. Van Minebea's fabrieken in derde landen zal derhalve, althans verhoudingsgewijze, een geringere hoeveelheid worden betrokken.

    ii) Gunstige concurrentiepositie van de Thaise fabrieken van Minebea

    (24) Het onderzoek van de Commissie bevestigde dat de fabrieken van Minebea in Thailand een aanzienlijk concurrentievoordeel genieten ten opzichte van de fabrieken in Singapore, in die zin dat zij lagere loonkosten en bedrijfskosten hebben, hun uitrusting moderner en efficiënter is en de schaalvoordelen groter zijn.

    (25) Op dit ogenblik is slechts een klein aantal soorten kogellagers die door Minebea naar de Gemeenschap worden uitgevoerd, van herkomst uit Singapore.

    Hoewel sommige van de andere uit Thailand naar de Gemeenschap uitgevoerde types eveneens in Singapore worden vervaardigd, gaat het in dit geval om kleinere hoeveelheden varianten van deze produkten die voor bepaalde Japanse of Amerikaanse afnemers worden vervaardigd. Veel van de uit Thailand naar de Gemeenschap uitgevoerde types worden in het geheel niet in Singapore vervaardigd. Minebea zou weliswaar de produktie van deze types van Thailand naar Singapore kunnen overbrengen, doch dit zou vermoedelijk niet onmiddellijk kunnen gebeuren en zou de betrokken kogellagers duurder maken omdat de produktiekosten in Singapore hoger zijn.

    (26) Wat dit betreft zij opgemerkt dat, hoewel de in Thailand vervaardigde kogellagers nog steeds aan anti-dumping- en retorsierechten van ongeveer 13 % onderworpen zijn, de verschillen tussen de produktiekosten in Thailand en Singapore dermate groot zijn dat deze rechten de produktie en de uitvoer van de betrokken produkten uit Thailand in vergelijking met Singapore niet minder rendabel maken.

    (27) Febma voerde aan dat het concurrentievoordeel van Thailand ten opzichte van Singapore ontoereikend was om te voorkomen dat, zonder anti-dumpingrechten, de goederen uit Singapore worden betrokken, aangezien de in Singapore vervaardigde kogellagers voor het Stelsel van algemene preferenties (SAP) in aanmerking komen.

    Het onderzoek van de Commissie wees evenwel uit dat de door de Gemeenschap toegekende regeling de invoer uit Singapore geen voordeel van betekenis verschaft, aangezien het SAP-plafond zeer laag is (2 miljoen ecu) en voor de in Thailand vervaardigde kogellagers een identieke regeling met een zelfde plafond geldt.

    iii) Conclusie

    (28) Gezien het concurrentievoordeel van de Thaise fabrieken en de noodzaak de fabrieken in het Verenigd Koninkrijk op volle capaciteit te laten werken, concludeerde de Commissie dat, zelfs zonder anti-dumpingrecht op de invoer uit Singapore, het grootste gedeelte van de door de Minebea in de Gemeenschap verkochte kogellagers uit andere landen dan Singapore zal worden betrokken. De Raad bevestigt deze conclusies.

    III. Algemene conclusie ten aanzien van de gevolgen van het verstrijken van de maatregelen (29) De Commissie concludeerde derhalve dat er geen aanwijzingen zijn dat het verstrijken van de anti-dumpingmaatregelen ertoe zal leiden dat de met dumping uit Singapore ingevoerde kogellagers opnieuw een marktaandeel van betekenis zullen verwerven in de Gemeenschap en dat er derhalve geen gevaar is dat op korte termijn opnieuw schade door invoer met dumping zal worden toegebracht aan de bedrijfstak van de Gemeenschap. De Commissie is derhalve van mening dat het aanbeveling verdient het nieuwe onderzoek te beëindigen en het anti-dumpingrecht te laten verstrijken. De Raad onderschrijft deze conclusies.

    E. EFFECTIEVE VERVALDATUM VAN HET ANTI-DUMPINGRECHT (30) De producenten in Singapore wezen erop dat het in september 1989 geopende nieuwe onderzoek meer tijd in beslag heeft genomen dan normaliter het geval is en gaven de mening te kennen dat het anti-dumpingrecht met terugwerkende kracht diende te verstrijken.

    (31) De Commissie aanvaardt dit argument. Zij is van mening dat het in dit geval niet redelijk is het recht gedurende een zo lange periode na de opening van het nieuwe onderzoek te handhaven.

    (32) De datum waarop het recht dient te verstrijken is 21 september 1990. Dat is de datum van inwerkingtreding van Verordening (EEG) nr. 2685/90 houdende wijziging, naar aanleiding van een nieuw onderzoek, van Verordening (EEG) nr. 2089/84 waarbij een definitief anti-dumpingrecht werd ingesteld op de invoer van bepaalde kogellagers van oorsprong uit Japan en Singapore. Het besluit de anti-dumpingrechten op de invoer uit Singapore op deze datum te doen verstrijken, heeft ten doel iedere mogelijke vorm van discriminatie tussen de nieuwe onderzoeken naar de invoer van hetzelfde produkt uit de twee genoemde landen te vermijden.

    (33) De Raad onderschrijft deze bevindingen en geeft als zijn mening te kennen dat het bij Verordening (EEG) nr. 2089/84 ingestelde anti-dumpingrecht op de invoer van bepaalde kogellagers van oorsprong uit Singapore met ingang van 21 september 1990 dient te worden opgeheven. De ter zake geldende bepalingen in verband met de teruggave van douanerechten zijn van toepassing.

    (34) De Raad wijst er evenwel op dat, mocht de invoer met dumping van kogellagers uit Singapore aanzienlijk toenemen, de Instellingen van de Gemeenschap op basis van een klacht van de bedrijfstak van de Gemeenschap onmiddellijk een nieuwe anti-dumpingprocedure ten aanzien van deze invoer zullen openen,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EEG) nr. 2089/84 houdende instelling van een definitief anti-dumpingrecht op de invoer van bepaalde kogellagers van oorsprong uit Japan en Singapore wordt hierbij gewijzigd door het schrappen van de woorden "en Singapore" in artikel 1, lid 1, en van de lijst met het opschrift "SINGAPORE" in artikel 1, lid 2.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Zij is van toepassing met ingang van 21 september 1990.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Brussel, 13 september 1993.

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    Ph. MAYSTADT

    (1) PB nr. L 209 van 2. 8. 1988, blz. 1.

    (2) PB nr. L 193 van 21. 7. 1984, blz. 1.

    (3) PB nr. L 256 van 20. 9. 1990, blz. 1. (Rectificatie in PB nr. L 7 van 10. 1. 1991, blz. 38).

    (4) PB nr. C 74 van 22. 3. 1989, blz. 10.

    (5) PB nr. C 175 van 11. 7. 1989, blz. 3.

    (6) PB nr. C 240 van 20. 9. 1989, blz. 4.

    Top