Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31993D0511

    93/511/EEG: BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 3 september 1993 tot vaststelling van de financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de uitvoering van een derde programma voor de uitwisseling van voor de veterinaire sector bevoegde ambtenaren

    PB L 239 van 24.9.1993, p. 29–32 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 15/11/1993

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1993/511/oj

    31993D0511

    93/511/EEG: BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 3 september 1993 tot vaststelling van de financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de uitvoering van een derde programma voor de uitwisseling van voor de veterinaire sector bevoegde ambtenaren

    Publicatieblad Nr. L 239 van 24/09/1993 blz. 0029 - 0032
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 52 blz. 0162
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 52 blz. 0162


    BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 3 september 1993 tot vaststelling van de financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de uitvoering van een derde programma voor de uitwisseling van voor de veterinaire sector bevoegde ambtenaren

    (93/511/EEG)DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

    Gelet op Beschikking 90/424/EEG van de Raad van 26 juni 1990 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (1), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 93/439/EEG van de Commissie (2), en met name op artikel 34,

    Overwegende dat in het kader van de nieuwe veterinaire controlestrategie de organisatie van programma's voor de uitwisseling van op dit gebied bevoegde ambtenaren van belang is om het onderlinge vertrouwen tussen de veterinaire diensten te doen toenemen;

    Overwegende dat de Raad bij artikel 22 van Richtlijn 90/675/EEG van 10 december 1990 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor produkten uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht (3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 92/118/EEG (4) en bij artikel 21 van Richtlijn 91/496/EEG van 15 juli 1991 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van veterinaire controles voor dieren uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht en tot wijziging van de Richtlijnen 89/662/EEG, 90/425/EEG en 90/675/EEG (5), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 92/438/EEG (6), heeft voorzien in de organisatie van programma's voor de uitwisseling van ambtenaren die bevoegd zijn voor het verrichten van controles op produkten en op levende dieren uit derde landen;

    Overwegende dat rekening moet worden gehouden met de resultaten van een eerste uitwisselingsprogramma dat is uitgevoerd op grond van Beschikking 91/280/EEG van de Commissie (7) en van een tweede uitwisselingsprogramma dat is uitgevoerd op grond van Beschikking 93/88/EEG van de Commissie (8), en met de daarbij opgedane ervaring;

    Overwegende dat, om de tenuitvoerlegging van dit derde programma te vergemakkelijken, de financiële bijdrage van de Gemeenschap moet worden vastgesteld;

    Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Veterinair Comité,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    Voor het in de bijlage omschreven programma voor de uitwisseling van voor de veterinaire sector bevoegde ambtenaren wordt door de Gemeenschap een financiële bijdrage verleend.

    Artikel 2

    1. De Lid-Staten wijzen de autoriteiten aan die voor het uitwisselingsprogramma verantwoordelijk zijn.

    2. De Lid-Staten van herkomst

    - blijven tijdens de duur van het uitwisselingsprogramma het salaris van hun ambtenaren betalen;

    - nemen overeenkomstig hun nationale voorschriften de verblijfkosten van hun ambtenaren voor hun rekening; de autoriteiten van de Lid-Staten zien erop toe dat bij de bepaling van de verblijfkosten voor hun ambtenaren rekening wordt gehouden met de situatie in de Lid-Staat die als gastland optreedt;

    - nemen overeenkomstig hun nationale voorschriften de kosten voor een reis heen en terug tussen de plaats van herkomst en de plaats van bestemming voor hun rekening, alsmede de reiskosten voor de verplaatsingen die in de Lid-Staat die als gastland optreedt, worden gedaan tussen de plaats waar de in lid 3, tweede streepje, bedoelde informatie wordt gegeven en de eerste inspectiepost waarbij hun ambtenaren zijn gedetacheerd, en tussen deze inspectiepost en de tweede inspectiepost waarbij zij zijn gedetacheerd;

    - dragen er zo nodig zorg voor dat hun ambtenaren een adequate taalopleiding kunnen volgen;

    - stellen hun ambtenaren vóór het vertrek in kennis van de financiële voorwaarden, alsmede van de aard van het uitwisselingsprogramma en de wijze waarop het is georganiseerd.

    3. De Lid-Staten die als gastland optreden

    - nemen de nodige maatregelen om de ambtenaren uit de andere Lid-Staten op te vangen;

    - verstrekken de ambtenaren uit de andere Lid-Staten de nodige informatie over de algemene organisatie en de controleprocedures, met inachtneming van zowel de communautaire als de nationale wetgeving ter zake.

    Artikel 3

    1. De financiële bijdrage van de Gemeenschap dekt de in artikel 2, lid 2, tweede en derde streepje, bedoelde uitgaven van de Lid-Staten van herkomst. Zij dekt ook de uitgaven die door de Lid-Staten van herkomst worden gedaan op grond van artikel 2, lid 2, vierde streepje, tot een maximum van 1 000 ecu per ambtenaar die een taalopleiding krijgt.

    2. Aan de Lid-Staten kan een voorschot worden uitgekeerd ten bedrage van 50 % van de financiële bijdrage van de Gemeenschap, op voorwaarde dat vóór 1 oktober 1993 een verklaring van de in artikel 2, lid 1, bedoelde bevoegde autoriteit wordt overgelegd, waaruit blijkt dat voor de in artikel 2 bedoelde uitgaven betalingsverplichtingen zijn aangegaan overeenkomstig de nationale wetgeving.

    Artikel 4

    1. De in artikel 3, lid 1, bedoelde uitgaven worden door de Commissie aan de Lid-Staten vergoed na overlegging van de bewijsstukken vóór 15 februari 1994.

    2. De in lid 1 bedoelde bewijsstukken betreffen met name

    - de gegevens ter identificatie van de betrokken ambtenaar,

    - een verklaring van de Lid-Staat die als gastland optreedt,

    - een lijst van de facturen van de kosten die door de Lid-Staat van herkomst zijn gemaakt,

    - een kopie van de nationale wetgeving van de Lid-Staat van herkomst inzake de aan het uitwisselingsprogramma verbonden uitgaven,

    - een lijst van de facturen van de onkosten gemaakt door de Lid-Staat van herkomst voor de taalopleiding.

    Deze facturen kunnen door de Commissie tijdens eventuele controles worden opgevraagd.

    Artikel 5

    1. Vóór 31 maart 1994 wordt door de Commissie een technische en financiële balans opgesteld op basis van de verslagen die vóór 15 februari 1994 zijn ingediend door de autoriteiten van de Lid-Staten die voor de cooerdinatie verantwoordelijk zijn. In de betrokken verslagen moet plaats worden ingeruimd voor de opmerkingen van de ambtenaren die aan het uitwisselingsprogramma hebben deelgenomen.

    2. Met de opgedane ervaring wordt rekening gehouden om latere programma's te verbeteren en verder te ontwikkelen.

    Artikel 6

    Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

    Gedaan te Brussel, 3 september 1993.

    Voor de Commissie

    René STEICHEN

    Lid van de Commissie

    (1) PB nr. L 224 van 18. 8. 1990, blz. 19.

    (2) PB nr. L 203 van 13. 8. 1993, blz. 34.

    (3) PB nr. L 373 van 31. 12. 1990, blz. 1.

    (4) PB nr. L 62 van 15. 3. 1993, blz. 49.

    (5) PB nr. L 268 van 24. 9. 1991, blz. 56.

    (6) PB nr. L 243 van 25. 8. 1992, blz. 27.

    (7) PB nr. L 142 van 6. 6. 1991, blz. 40.

    (8) PB nr. L 36 van 12. 2. 1993, blz. 48.

    BIJLAGE

    I. ALGEMEEN 1. In het algemeen moeten de in aanmerking genomen ambtenaren dierenartsen zijn die feitelijk werkzaam zijn op het gebied van de controle van produkten en levende dieren uit derde landen. In ieder geval moeten zij ervaring hebben met controles en de organisatie ervan.

    2. In het gastland fungeren de ambtenaren als waarnemer in een inspectiepost waar controles bij de invoer van produkten en/of levende dieren uit derde landen worden verricht, onverminderd de taken die hun door het hoofd van de post worden opgedragen en onder diens verantwoordelijkheid worden uitgevoerd. De autoriteiten van de Lid-Staat die als gastland optreedt, kunnen evenwel, met de instemming van de autoriteiten van de Lid-Staat van herkomst, beslissen dat de ambtenaren effectief een taak krijgen toebedeeld in de dienst waarbij zij worden gedetacheerd; in dat geval worden de ambtenaren gemachtigd om de werkzaamheden te verrichten die verband houden met de aan hen toevertrouwde taak. Voor de duur van de uitwisseling heeft de gedetacheerde ambtenaar voor de uitoefening van zijn taak dezelfde burgerlijke aansprakelijkheid als de ambtenaren van de Lid-Staat die als gastland optreedt. Op deze ambtenaren zijn de gebruikelijke vertrouwelijkheids- en disciplineregels van de standplaats van toepassing. Zij moeten zich ertoe verbinden deze regels in acht te nemen.

    II. DUUR 1. Het uitwisselingsprogramma neemt een aanvang omstreeks 15 oktober 1993.

    2. Het uitwisselingsprogramma duurt een maand, met inbegrip van de in artikel 2, lid 3, tweede streepje, bedoelde periode waarin de nodige informatie wordt verstrekt. In het kader van het uitwisselingsprogramma wordt een ambtenaar bij twee inspectieposten gedetacheerd.

    III. VERDELING VAN DE AMBTENAREN

    /* Tabellen: zie PB */

    Top