This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31993D0242
93/242/EEC: Commission Decision of 30 April 1993 concerning the importation into the Community of certain live animals and their products originating in certain European countries in relation to foot-and-mouth disease
93/242/EEG: Beschikking van de Commissie van 30 april 1993 inzake de invoer in de Gemeenschap van bepaalde levende dieren en produkten daarvan uit bepaalde Europese landen, met betrekking tot mond- en klauwzeer
93/242/EEG: Beschikking van de Commissie van 30 april 1993 inzake de invoer in de Gemeenschap van bepaalde levende dieren en produkten daarvan uit bepaalde Europese landen, met betrekking tot mond- en klauwzeer
PB L 110 van 4.5.1993, p. 36–40
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 14/06/1998; opgeheven door 398D0373
93/242/EEG: Beschikking van de Commissie van 30 april 1993 inzake de invoer in de Gemeenschap van bepaalde levende dieren en produkten daarvan uit bepaalde Europese landen, met betrekking tot mond- en klauwzeer
Publicatieblad Nr. L 110 van 04/05/1993 blz. 0036 - 0040
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 49 blz. 0152
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 49 blz. 0152
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 30 april 1993 inzake de invoer in de Gemeenschap van bepaalde levende dieren en produkten daarvan uit bepaalde Europese landen, met betrekking tot mond- en klauwzeer (93/242/EEG)DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, Gelet op Richtlijn 91/496/EEG van de Raad van 15 juli 1991 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor dieren uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht en tot wijziging van de Richtlijnen 89/662/EEG, 90/425/EEG en 90/675/EEG (1), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 92/438/EEG (2), en met name op artikel 18, lid 7, Gelet op Richtlijn 90/675/EEG van de Raad van 10 december 1990 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor produkten uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht (3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 92/118/EEG (4), en met name op artikel 19, lid 7, Gelet op Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zooetechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en produkten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (5), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 92/118/EEG, en met name op artikel 10, Overwegende dat bij Beschikking 93/210/EEG van de Commissie (6) de invoer uit en de doorvoer via bepaalde Oosteuropese landen van bepaalde levende dieren en produkten daarvan is verboden in verband met mond- en klauwzeer; Overwegende dat, aangezien de veterinaire autoriteiten van de betrokken derde landen zich ertoe hebben verbonden verscherpte controles toe te passen, het binnenbrengen van bepaalde levende dieren en produkten daarvan uit die landen kan worden toegestaan, op voorwaarde dat schriftelijk wordt bevestigd dat de verscherpte controles ook werkelijk worden toegepast; Overwegende dat de verscherpte controles met name moeten bestaan uit de voorafgaande melding van zendingen door de bevoegde autoriteiten van het derde land van uitvoer bij de inspectiepost aan de grens en bij de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staat van bestemming, stringentere controle op de nummering en de ondertekening van de veterinaire certificaten en nieuwe veterinairrechtelijke voorschriften voor levende dieren, met name aan de uitvoer voorafgaande afzondering en aan de uitvoer voorafgaande tests naar gelang van de categorie in te voeren dieren; Overwegende dat de Commissie erop zal toezien dat aan deze voorschriften wordt voldaan en dat met name door de bevoegde autoriteiten van de betrokken landen de gegevens worden bewaard die nodig zijn om aan te tonen dat aan die voorschriften is voldaan; Overwegende dat deze beperkingen en voorschriften uitsluitend moeten gelden voor levende dieren, vers vlees en vleesprodukten van runderen, schapen, geiten, varkens en andere evenhoevigen, terwijl Beschikking 93/210/EEG betrekking had op alle dierlijke produkten van voornoemde soorten; Overwegende dat in Richtlijn 72/462/EEG van de Raad van 12 december 1972 inzake gezondheidsvraagstukken en veterinairrechtelijke vraagstukken bij de invoer van runderen, varkens, schapen en geiten, van vers vlees en van vleesprodukten uit derde landen (7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1601/92 (8), is bepaald dat de Lid-Staten de invoer, onder speciale voorwaarden, mogen toestaan van klieren en organen voor de farmaceutische verwerkende industrie en van vers vlees dat niet bestemd is voor menselijke consumptie; dat deze voorwaarden zijn vastgesteld bij Beschikking 92/183/EEG van de Commissie van 3 maart 1992 tot vaststelling van de algemene voorwaarden voor de invoer van bepaalde grondstoffen voor de farmaceutische verwerkingsindustrie, uit landen die voorkomen op de lijst vastgelegd bij Beschikking 79/542/EEG van de Raad (9), respectievelijk Beschikking 89/18/EEG van de Commissie van 22 december 1988 betreffende de voorwaarden voor de invoer uit derde landen van vers vlees dat bestemd is voor ander gebruik dan menselijke consumptie (10); Overwegende dat voornoemde categorieën produkten van de werkingssfeer van deze beschikking mogen worden uitgesloten; Overwegende dat Beschikking 93/210/EEG moet worden ingetrokken; Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Veterinair Comité, HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN: Artikel 1 1. Voor de in bijlage A genoemde landen gelden de in hoofdstuk I vastgestelde voorschriften. 2. Voor de in bijlage B genoemde landen gelden de in hoofdstuk II vastgestelde voorschriften. 3. De in de hoofdstukken I en II vastgestelde voorschriften gelden onverminderd andere communautaire voorschriften inzake de handel met de betrokken landen. 4. Deze beschikking is niet van toepassing op de invoer: a) overeenkomstig Beschikking 92/183/EEG van klieren en organen als bedoeld in Richtlijn 72/462/EEG, bestemd voor de farmaceutische industrie; b) overeenkomstig Beschikking 89/18/EEG van niet voor menselijke consumptie bestemd vers vlees als bedoeld in Richtlijn 72/462/EEG. HOOFDSTUK I Artikel 2 1. De Lid-Staten verbieden het binnenbrengen op het grondgebied van de Gemeenschap van levende runderen, schapen, geiten, varkens en andere tweehoevigen, van oorsprong of van herkomst uit het grondgebied van de in bijlage A genoemde landen. 2. De Lid-Staten zenden geen levende runderen, schapen, geiten, varkens en andere evenhoevigen naar andere Lid-Staten via het grondgebied van de in bijlage A genoemde landen. Artikel 3 De Lid-Staten verbieden de invoer van vers vlees van runderen, schapen, geiten, varkens of andere evenhoevigen, van oorsprong uit het grondgebied van de in bijlage A genoemde landen. Artikel 4 1. De Lid-Staten verbieden de invoer van vleesprodukten van runderen, schapen, geiten, varkens of andere evenhoevigen, van oorsprong uit het grondgebied van de in bijlage A genoemde landen. 2. Het in lid 1 vastgestelde verbod geldt niet voor met vlees van runderen, schapen, geiten, varkens of andere evenhoevigen bereide vleesprodukten die een van de volgende behandelingen hebben ondergaan: a) een warmtebehandeling in een hermetisch gesloten recipiënt met een Fc-waarde van 3,00 of meer; b) een andere warmtebehandeling dan die bedoeld onder a), waarbij de kerntemperatuur op ten minste 70 °C is gebracht. 3. Voor de invoer van produkten op grond van het bepaalde in lid 2 gelden de volgende voorwaarden: - voorafgaande melding door de bevoegde autoriteiten van het derde land van uitvoer, aan de hand van kopieën van het gezondheidscertificaat, bij de inspectiepost aan de grens van binnenkomst en bij de bevoegde centrale autoriteiten van de Lid-Staat van bestemming; - de kleur van de handtekening en van het stempel op het certificaat moet verschillen van die van de gedrukte tekst; - de container moet officieel worden verzegeld. Het zegel moet voorzien zijn van een individueel nummer, dat op het certificaat moet worden vermeld. 4. Op het certificaat volgens het bij Beschikking 91/449/EEG van de Commissie (11) vastgestelde model wordt, bij invoer van vleesprodukten, melding gemaakt van de in lid 2 genoemde behandeling, ten einde te garanderen dat alleen produkten die de in dat lid genoemde behandeling hebben ondergaan, worden ingevoerd. HOOFDSTUK II Artikel 5 1. De Lid-Staten verbieden de invoer van levende runderen, varkens, schapen, geiten en andere evenhoevigen, van oorsprong uit het grondgebied van de in bijlage B genoemde landen, behalve onder de volgende voorwaarden: a) voorafgaande melding door de onder b) hieronder bedoelde veterinaire ambtenaar van het land van uitvoer, ten minste 48 uur vóór de invoer, aan de hand van kopieën van het gezondheidscertificaat waarop de oornummers van de in te voeren dieren zijn vermeld, bij: - de inspectiepost aan de grens van binnenkomst; - de bevoegde centrale autoriteiten van de Lid-Staat van bestemming; b) op elke bladzijde van het certificaat wordt een gecodeerd nummer aangebracht. Dit nummer wordt verstrekt door de bevoegde centrale autoriteit. Het gezondheidscertificaat wordt ondertekend door een door de bevoegde centrale autoriteit aangewezen officiële dierenarts en gecontrasigneerd en genummerd door een veterinair ambtenaar die speciaal door het hoofd van de veterinaire dienst is aangewezen om uitvoercertificaten te ondertekenen. De kleur van de handtekeningen en van het stempel op het certificaat moet verschillen van die van de gedrukte tekst; c) het originele exemplaar van het ingevulde veterinaire certificaat wordt samen met de dieren aangeboden in de inspectiepost aan de grens. 2. a) Afgezien van de in lid 1 vastgestelde voorwaarden moeten fok- en gebruiksrunderen: - in de laatste 15 dagen vóór de uitvoer worden afgezonderd in een installatie die officieel door de bevoegde centrale autoriteiten van het derde land van uitvoer is erkend, die onder rechtstreekse controle staat van een officiële dierenarts en waar op zodanige wijze toezicht wordt gehouden dat rechtstreeks of onrechtstreeks contact tussen de voor uitvoer bestemde dieren en andere evenhoevigen wordt voorkomen; - ten minste 8 dagen nadat zij zijn afgezonderd, met negatief resultaat een serologische test op antilichamen tegen mond- en klauwzeer ondergaan. b) Afgezien van de in lid 1 vastgestelde voorwaarden moeten slachtrunderen ook aan de onder a), eerste streepje, vastgestelde voorwaarden voldoen. Elk dier moet op de kop worden gemerkt met een onuitwisbaar rood merkteken. Bij wijze van uitzondering op het bepaalde onder a), eerste streepje, staan de Lid-Staten tot 1 juni 1993 toe dat zendingen slachtrunderen worden binnengebracht, op voorwaarde dat bij 10 % van de dieren in de zending met negatief resultaat een serologische test op antilichamen tegen mond- en klauwzeer is verricht. c) De Lid-Staten zien erop toe dat slachtdieren worden geslacht binnen drie werkdagen na aankomst in het slachthuis. d) De Lid-Staten zien erop toe dat op de gezondheidscertificaten voor de invoer van runderen uit de in bijlage B genoemde landen, de volgende vermelding is aangebracht: "Deze runderen voldoen aan het bepaalde in hoofdstuk II van Beschikking 93/242/EEG van de Commissie van 30 april 1993 inzake de invoer in de Gemeenschap van bepaalde levende dieren en produkten daarvan uit bepaalde Europese landen, met betrekking tot mond- en klauwzeer.". 3. a) Afgezien van de in lid 1 vastgestelde voorwaarden moeten als fok- of gebruiksdier gehouden varkens, schapen, geiten en andere evenhoevigen aan de in lid 2, onder a), eerste en tweede streepje, vastgestelde voorwaarden voldoen. b) Afgezien van de in lid 1 vastgestelde voorwaarden moeten als slachtdier gehouden varkens, schapen, geiten en andere evenhoevigen aan de in lid 2, onder a), eerste streepje, vastgestelde voorwaarden voldoen. c) De Lid-Staten zien erop toe dat slachtdieren worden geslacht binnen drie werkdagen na aankomst in het slachthuis. d) De Lid-Staten zien erop toe dat op de gezondheidscertificaten voor de invoer van varkens, schapen, geiten en andere evenhoevigen uit de in bijlage B genoemde landen, de volgende vermelding is aangebracht: "Deze varkens, schapen, geiten en andere evenhoevigen voldoen aan het bepaalde in hoofdstuk II van Beschikking 93/242/EEG van de Commissie van 30 april 1993 inzake de invoer in de Gemeenschap van bepaalde levende dieren en produkten daarvan uit bepaalde Europese landen, met betrekking tot mond- en klauwzeer.". Artikel 6 1. De Lid-Staten verbieden de invoer op het grondgebied van de Gemeenschap van vers vlees van runderen, varkens, geiten, schapen of andere evenhoevigen uit de in bijlage B genoemde landen, behalve onder de volgende voorwaarden: - voorafgaande melding door de bevoegde autoriteiten van het derde land van uitvoer, aan de hand van kopieën van het gezondheidscertificaat, bij de inspectiepost aan de grens van binnenkomst en bij de bevoegde centrale autoriteiten van de Lid-Staat van bestemming; - de kleur van de handtekening en van het stempel op het certificaat moet verschillen van die van de gedrukte tekst; - de container moet officieel worden verzegeld. Het zegel moet voorzien zijn van een individueel nummer dat op het certificaat moet worden vermeld. 2. De Lid-Staten zien erop toe dat op de gezondheidscertificaten voor de invoer van vers vlees van runderen, varkens, schapen, geiten of andere evenhoevigen uit de in bijlage B genoemde landen de volgende vermelding is aangebracht: "Dit verse vlees voldoet aan het bepaalde in hoofdstuk II van Beschikking 93/242/EEG van de Commissie van 30 april 1993 inzake de invoer in de Gemeenschap van bepaalde levende dieren en produkten daarvan uit bepaalde Europese landen, met betrekking tot mond- en klauwzeer.". Artikel 7 1. De Lid-Staten verbieden de invoer op het grondgebied van de Gemeenschap van vleesprodukten van runderen, varkens, schapen, geiten of andere evenhoevigen uit de in bijlage B genoemde landen, behalve onder de volgende voorwaarden: - voorafgaande melding door de bevoegde autoriteiten van het derde land van uitvoer, aan de hand van kopieën van het gezondheidscertificaat, bij de inspectiepost aan de grens van binnenkomst en bij de bevoegde centrale autoriteiten van de Lid-Staat van bestemming; - de kleur van de handtekening en van het zegel op het certificaat moet verschillen van die van de gedrukte tekst; - de container moet officieel worden verzegeld. Het zegel moet voorzien zijn van een individueel nummer dat op het certificaat moet worden vermeld. 2. De Lid-Staten zien erop toe dat op de gezondheidscertificaten voor de invoer van vleesprodukten van runderen, varkens, schapen, geiten of andere evenhoevigen uit de in bijlage B genoemde landen de volgende vermelding is aangebracht: "Deze vleesprodukten voldoen aan het bepaalde in hoofdstuk II van Beschikking 93/242/EEG van de Commissie van 30 april 1993 inzake de invoer in de Gemeenschap van bepaalde levende dieren en produkten daarvan uit bepaalde Europese landen, met betrekking tot mond- en klauwzeer.". Artikel 8 Beschikking 93/210/EEG wordt ingetrokken. Artikel 9 Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten. Gedaan te Brussel, 30 april 1993. Voor de Commissie René STEICHEN Lid van de Commissie (1) PB nr. L 268 van 24. 9. 1991, blz. 56. (2) PB nr. L 243 van 25. 8. 1992, blz. 27. (3) PB nr. L 373 van 31. 12. 1990, blz. 1. (4) PB nr. L 62 van 15. 3. 1993, blz. 49. (5) PB nr. L 224 van 18. 8. 1990, blz. 29. (6) PB nr. L 90 van 14. 4. 1993, blz. 33. (7) PB nr. L 302 van 31. 12. 1972, blz. 28. (8) PB nr. L 173 van 27. 6. 1992, blz. 13. (9) PB nr. L 84 van 31. 3. 1992, blz. 33. (10) PB nr. L 8 van 11. 1. 1989, blz. 17. (11) PB nr. L 240 van 29. 8. 1991, blz. 28. BIJLAGE A LANDEN WAARVOOR DE IN HOOFDSTUK I VASTGESTELDE BEPERKINGEN GELDEN - Kroatië - de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië - Servië - Montenegro - Bosnië-Herzegovina - Wit-Rusland - Albanië - Letland - Litouwen - Rusland - Polen (1) (1) Alleen voor levende dieren. (2) Alleen voor vers vlees en vleesprodukten. BIJLAGE B LANDEN WAARVOOR DE IN HOOFDSTUK II VASTGESTELDE BEPERKINGEN GELDEN - Slovenië - de Tsjechische Republiek - de Slowaakse Republiek - Hongarije - Roemenië - Polen (1) - Estland - Bulgarije