Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31992R2780

    Verordening (EEG) nr. 2780/92 van de Commissie van 24 september 1992 betreffende de voorwaarden voor de toekenning van compensatiebedragen in het kader van de steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen

    PB L 281 van 25.9.1992, p. 5–7 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/07/1996; afgeschaft en vervangen door 396R0658

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1992/2780/oj

    31992R2780

    Verordening (EEG) nr. 2780/92 van de Commissie van 24 september 1992 betreffende de voorwaarden voor de toekenning van compensatiebedragen in het kader van de steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen

    Publicatieblad Nr. L 281 van 25/09/1992 blz. 0005 - 0007
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 45 blz. 0087
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 45 blz. 0087


    VERORDENING (EEG) Nr. 2780/92 VAN DE COMMISSIE van 24 september 1992 betreffende de voorwaarden voor de toekenning van compensatiebedragen in het kader van de steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 1765/92 van de Raad van 30 juni 1992 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen (1), inzonderheid op artikel 10, lid 4, en artikel 12,

    Overwegende dat de in artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 1765/92 bedoelde compensatiebedragen slechts voor bepaalde nader aan te geven oppervlakten verleend mogen worden; dat met name moet worden bepaald dat voor een zelfde bebouwd perceel per verkoopseizoen slechts één aanvraag voor het in Verordening (EEG) nr. 1765/92 bedoelde compensatiebedrag mag worden ingediend, met dien verstande dat er voor dat perceel ook geen andere aanvraag voor steun per hectare in het kader van een gemeenschappelijke marktordening voor mag zijn of worden ingediend; dat voor dat perceel echter andere steun mag worden verleend in het kader van het structuur- of milieubeleid;

    Overwegende dat moet worden voorkomen dat oppervlakten uitsluitend worden bebouwd om voor compensatiebedragen in aanmerking te komen; dat daartoe op de percelen bouwland waarvoor een compensatiebedrag wordt aangevraagd, de normale teeltwerkzaamheden uitgevoerd moeten worden;

    Overwegende dat voor durum tarwe bijzondere bepalingen moeten worden vastgesteld omdat voor deze graansoort op grond van Verordening (EEG) nr. 1765/92 een aparte behandeling geldt; dat in dit verband, om de teelt van durum tarwe in de traditionele produktiegebieden niet te verstoren, de voorwaarden moeten worden vastgesteld waaraan moet worden voldaan bij overdracht van het recht op de in artikel 4, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1765/92 bedoelde toeslag op het compensatiebedrag;

    Overwegende dat met zowel granen als met oliehoudende en eiwithoudende gewassen ingezaaide percelen, voor compensatiebedragen in aanmerking komen; dat moet worden bepaald dat voor die percelen het voor granen geldende compensatiebedrag wordt toegekend;

    Overwegende dat, om te voorkomen dat het kuilmaïsareaal in bepaalde gebieden van de Gemeenschap te veel uitbreiding neemt, de Lid-Staten gemachtigd moeten worden voor de betrokken oppervlakten een voor een andere voedergraansoort geldend compensatiebedrag toe te kennen;

    Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor granen,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Onverminderd het bepaalde in de Verordeningen (EEG) nr. 2294/92 (2) en (EEG) nr. 2295/92 (3) van de Commissie worden de in titel I van Verordening (EEG) nr. 1765/92 bedoelde compensatiebedragen onder de hierna bepaalde voorwaarden toegekend.

    TITEL I In aanmerking komende teelten en oppervlakten

    Artikel 2

    Voor een zelfde perceel bouwland mag per verkoopseizoen niet meer dan één aanvraag voor het in Verordening (EEG) nr. 1765/92 bedoelde compensatiebedrag worden ingediend.

    Bouwland waarvoor overeenkomstig artikel 1, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 729/70 van de Raad (4) gefinancierde steun per hectare is aangevraagd voor een akkerbouwgewas dat valt buiten de werkingssfeer van Verordening (EEG) nr. 1765/92, komt niet voor een compensatiebedrag in aanmerking.

    Artikel 3

    Voor de toepassing van artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 1765/92 gelden voor blijvend grasland en blijvende teelten de in de bijlage opgenomen definities.

    Grond waarvoor een van de steunregelingen als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2328/91 van de Raad (5), titel I, of Verordening (EEG) nr. 3766/91 van de Raad (6) is toegepast, komt wel voor het compensatiebedrag in aanmerking.

    Artikel 4

    1. Voor de toepassing van artikel 10, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1765/92 moeten de graanpercelen volledig overeenkomstig de plaatselijk erkende normen worden ingezaaid en ten minste tot de bloeitijd in normale groeiomstandigheden in stand gehouden worden.

    2. De oppervlakte van percelen waarop ook bomen voorkomen en waarvoor het compensatiebedrag wordt aangevraagd, moet worden aangepast naar verhouding van het aantal aanwezige bomen volgens de criteria die in de betrokken Lid-Staat daartoe gewoonlijk worden gehanteerd.

    3. Het in artikel 4, lid 1, en artikel 8, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1765/92 bedoelde compensatiebedrag wordt toegekend voor oppervlakten waarvoor een aanvraag is ingediend die op ten minste 0,3 ha betrekking heeft, op voorwaarde bovendien dat elk afzonderlijk perceel bouwland groter is dan het door de Lid-Staat voor de betrokken regio vastgestelde minimum.

    Artikel 5

    Wanneer de in aanmerking komende oppervlakten van een producent in verschillende produktieregio's gelegen zijn, is de ligging van elke oppervlakte waarop de aanvraag betrekking heeft, bepalend voor het uit te betalen bedrag.

    TITEL II Durum tarwe

    Artikel 6

    1. Voor de toepassing van artikel 4, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1765/92 moeten de producenten het in aanmerking te nemen verkoopseizoen vóór een door de Lid-Staat te bepalen datum kiezen. Als uiterste datum hiervoor geldt de dag waarop de termijn verstrijkt voor de indiening van de aanvraag om toekenning van het compensatiebedrag voor het verkoopseizoen 1993/1994.

    2. De Lid-Staat kent iedere producent het recht op de toeslag toe voor ten hoogste het aantal hectaren waarvoor steun is uitbetaald of voor de aan de hand van een controle daadwerkelijk voor het gekozen verkoopseizoen geconstateerde oppervlakte.

    Op basis daarvan stelt de Lid-Staat een register op.

    3. Het recht op de toeslag voor durum tarwe kan alleen worden overgedragen wanneer tegelijkertijd het recht op exploitatie van een zelfde aantal hectaren in aanmerking komende grond wordt overgedragen.

    4. Het in lid 2 bedoelde register wordt bijgewerkt wanneer rechten worden overgedragen of wanneer de landbouw op de in aanmerking komende grond definitief wordt stopgezet.

    Artikel 7

    1. De toeslag kan slechts worden aangevraagd wanneer voor een zelfde aantal hectaren durum tarwe een compensatiebedrag is aangevraagd.

    2. De toeslag wordt gelijktijdig met het compensatiebedrag uitbetaald.

    3. Rassen die voor het verkoopseizoen 1992/1993 zijn uitgesloten van de produktiesteunregeling voor durum tarwe, worden in het kader van dit artikel ook uitgesloten voor het verkoopseizoen 1993/1994.

    TITEL III Bijzondere voorschriften

    Artikel 8

    Bij gemengde verbouw van granen en in bijlage I, onder II en III, bij Verordening (EEG) nr. 1765/92 bedoelde gewassen wordt het voor granen geldende compensatiebedrag toegekend.

    Artikel 9

    Lid-Staten die een aparte behandeling voor maïs toepassen in regio's waar vooral kuilmaïs wordt verbouwd, mogen voor het gehele maïsareaal in de betrokken regio uitgaan van de opbrengst van een andere voedergraansoort.

    Artikel 10

    Voor de betaling van de compensatiebedragen wordt de omrekeningskoers voor granen op 1 juli van het verkoopseizoen toegepast.

    Artikel 11

    De Lid-Staten nemen de voor de toepassing van deze verordening nodige aanvullende maatregelen. Zij stellen de Commissie daarvan uiterlijk op 31 december 1992 in kennis.

    Artikel 12

    Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Brussel, 24 september 1992. Voor de Commissie

    Ray MAC SHARRY

    Lid van de Commissie

    (1) PB nr. L 181 van 1. 7. 1992, blz. 12. (2) PB nr. L 221 van 6. 8. 1992, blz. 22. (3) PB nr. L 221 van 6. 8. 1992, blz. 28. (4) PB nr. L 94 van 28. 4. 1970, blz. 13. (5) PB nr. L 218 van 6. 8. 1991, blz. 1. (6) PB nr. L 356 van 24. 12. 1991, blz. 17.

    BIJLAGE

    Blijvend grasland en blijvende teelten

    I. Blijvend grasland

    Grond die geen deel uitmaakt van een wisselbouwsysteem en die blijvend (voor een periode van ten minste vijf jaar) als hetzij ingezaaid, hetzij natuurlijk weiland wordt gebruikt.

    II. Blijvende teelten

    Teelten op andere gronden dan blijvend grasland die geen deel uitmaken van een wisselbouwsysteem en die gedurende ten minste vijf jaar oogsten opleveren.

    Top