EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31992R1117

VERORDENING (EEG) Nr. 1117/92 VAN DE COMMISSIE van 30 april 1992 betreffende maatregelen voor de verbetering van de melkkwaliteit in Ierland, Noord-Ierland, Portugal en Spanje

PB L 117 van 1.5.1992, p. 85–88 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/01/1994

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1992/1117/oj

31992R1117

VERORDENING (EEG) Nr. 1117/92 VAN DE COMMISSIE van 30 april 1992 betreffende maatregelen voor de verbetering van de melkkwaliteit in Ierland, Noord-Ierland, Portugal en Spanje -

Publicatieblad Nr. L 117 van 01/05/1992 blz. 0085 - 0088
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 42 blz. 0011
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 42 blz. 0011


VERORDENING (EEG) Nr. 1117/92 VAN DE COMMISSIE van 30 april 1992 betreffende maatregelen voor de verbetering van de melkkwaliteit in Ierland, Noord-Ierland, Portugal en Spanje

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1079/77 van de Raad van 17 mei 1977 inzake een medeverantwoordelijkheidsheffing en maatregelen ter verruiming van de markten in de sector melk en zuivelprodukten (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1632/91 (2), en met name op artikel 4,

Overwegende dat een van de maatregelen als bedoeld in artikel 4, lid 2, vierde streepje, van Verordening (EEG) nr. 1079/77 om de markten van zuivelprodukten te verruimen, erin bestaat dat de kwaliteit van de melk in Ierland en Noord-Ierland wordt verbeterd daarbij rekening houdende met het feit dat de melkproduktie seizoengebonden is en die gebieden traditioneel sterk op uitvoer zijn gericht; dat voorts in Spanje en Portugal, gezien de structuur van de zuivelbedrijven in deze twee landen, steun moet worden verleend voor acties om de toepassing van Richtlijn 85/397/EEG van de Raad van 5 augustus 1985 inzake hygiënische en veterinairrechtelijke problemen bij het intracommunautaire handelsverkeer in warmtebehandelde melk (3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 89/662/EEG (4), te vergemakkelijken;

Overwegende dat, om de administratieve uitvoering van deze maatregelen te vereenvoudigen, de organisaties en de producentengroeperingen die over de vereiste kwalificaties en ervaring beschikken moet worden verzocht door henzelf uit te voeren gedetailleerde programma's voor te stellen;

Overwegende dat voor het overige, afgezien van een enkele aanpassing op grond van de opgedane ervaring, grotendeels de bepalingen van de vroegere verordeningen kunnen worden overgenomen;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelprodukten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden wordt in Ierland, Noord-Ierland, Portugal en Spanje een bijdrage verleend voor maatregelen tot verbetering van de melkkwaliteit, en met name voor:

a) aanschaf en installatie, verbetering en controle van zich op het landbouwbedrijf bevindende melkbewaarinrichtingen en melkapparaten, met name met het oog op de verbeteringen wat het totale aantal bacteriën en het aantal somatische cellen in de melk betreft;

b) inrichting van collectieve melkophaalcentra, zo nodig met koelinstallaties. (In uitzonderingsgevallen die worden verantwoord, kan ook steun worden toegekend aan individuele bedrijven);

c) individuele voorlichting van de melkproducenten in het bijzonder over de melkproduktie (stalhygiëne, melken en gezondheid van het vee) en over de bewaring van de melk (koeling);

d) voorlichting in verband met de ophaling (collectief gebruikte en beheerde installaties, melkophaalcentra) en het vervoer van rauwe melk (specificaties, apparatuur en gebruik van tankwagens);

e) voorlichting van de producenten, met name over het gebruik van antibiotica, controle op mastitis, de noodzaak van controle van de melkmachines, uierbehandeling vóór het melken en melktechniek;

f) verbetering van de kwaliteit van het water op de landbouwbedrijven;

g) verbetering van de apparatuur voor de bacteriologische analyse van melk;

h) onderzoek van de hygiënische kwaliteit van melk;

i) uitrusting van voertuigen voor het ophalen van de melk, met automatische monsternemingsapparatuur.

2. De acties moeten vóór 1 januari 1994 zijn uitgevoerd.

3. De in lid 2 vastgestelde termijn kan echter worden verlengd als de contractant vóór het verstrijken van deze termijn de bevoegde instantie daarom verzoekt en bewijst dat hij wegens buitengewone omstandigheden de oorspronkelijk vastgestelde termijn niet in acht kan nemen. De termijn kan ten hoogste met zes maanden worden verlengd.

Artikel 2

1. De in artikel 1, lid 1, bedoelde maatregelen worden voorgesteld en uitgevoerd door organisaties of producentengroeperingen die

a) over de vereiste kwalificaties en ervaring beschikken;

b) de goede uitvoering van de maatregelen garanderen.

2. De acties worden voor ten hoogste 50 % door de Gemeenschap gefinancierd. Ten hoogste 10 % van het voor de betrokken Lid-Staat beschikbare totale bedrag mag worden besteed aan maatregelen als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder c), d), e), g), h) en i). Voor Portugal en Spanje kan dit percentage evenwel worden verhoogd tot 30 %.

3. Er wordt geen rekening gehouden met de administratiekosten voor de uitvoering van de betrokken maatregelen.

Artikel 3

1. Belangstellenden dienen bij de bevoegde instantie die is aangewezen door de Lid-Staat waar hun zetel is gevestigd, hierna "bevoegde instantie" genoemd, gedetailleerde voorstellen voor de in artikel 1, lid 1, bedoelde maatregelen in.

De voorstellen moeten vóór 1 juni 1992 in het bezit zijn van de bevoegde instantie. Na deze termijn ontvangen voorstellen worden als onbestaand beschouwd.

2. De overige bepalingen voor de indiening van de voorstellen zijn vermeld in de bijlage.

Artikel 4

1. In de voorstellen moeten worden vermeld:

a) de naam en het adres van de indiener;

b) alle bijzonderheden over de voorgestelde maatregelen, de termijnen van uitvoering, de verwachte resultaten en gegevens betreffende de eventueel in te schakelen derden;

c) de voor de maatregelen gevraagde prijs, exclusief belastingen, uitgedrukt in ecu, met een specificatie per post en met een financieringsplan;

d) de gewenste wijze van betaling van de communautaire bijdrage overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder a) of b);

e) het recentste bedrijfsverslag van de indiener, voor zover de bevoegde instantie dit niet reeds in haar bezit heeft.

2. Een voorstel is slechts geldig als

a) de indiener voldoet aan de voorwaarden van artikel 2, lid 1;

b) het vergezeld gaat van een verbintenis dat de indiener de bepalingen van deze verordening en de door de Commissie vastgestelde beheersvoorschriften die door de bevoegde instantie ter beschikking van de belanghebbenden zullen worden gesteld, in acht zal nemen. Deze beheersvoorschriften worden als bijlage aan het contract gehecht en vormen er een integrerend deel van.

Artikel 5

1. Vóór 1 juli 1992

a) onderzoeken de bevoegde instanties of de ontvangen voorstellen en eventueel aanvullende stukken formeel en inhoudelijk aan de voorwaarden voldoen. Zij gaan na of de voorstellen in overeenstemming zijn met de bepalingen van artikel 4 en vragen de indieners zo nodig om nadere gegevens;

b) stellen de bevoegde instanties een lijst op van alle ontvangen voorstellen en sturen zij deze lijst aan de Commissie, samen met een kopie van elk voorstel en een advies waarin met name wordt aangegeven of de betrokken voorstellen aan de bepalingen van deze verordening voldoen of niet.

2. Na raadpleging van het betrokken bedrijfsleven en na onderzoek van de voorstellen door het Comité van beheer voor melk en zuivelprodukten overeenkomstig artikel 31 van Verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad (5), stelt de Commissie zo spoedig mogelijk de lijst van de te financieren voorstellen op en stelt zij de uiterste datum vast waarvoor de bevoegde instanties met de belanghebbenden de contracten betreffende aanvaarde voorstellen afsluiten. De contracten worden opgesteld in ten minste evenveel exemplaren als er contractanten zijn en worden door de belanghebbenden en door de bevoegde instantie ondertekend. Daartoe maken de bevoegde instanties gebruik van de modelcontracten die de Commissie hun ter beschikking stelt.

3. De betrokkenen worden door de bevoegde instantie zo spoedig mogelijk in kennis gesteld van de beslissingen over hun voorstellen.

Artikel 6

1. In het in artikel 5, lid 2, bedoelde contract worden de in artikel 4 bedoelde bepalingen vermeld of wordt daarnaar verwezen en worden eventueel bijkomende voorwaarden opgenomen.

2. De bevoegde instantie

a) zendt onverwijld een kopie van het contract aan de Commissie;

b) ziet toe op de naleving van de contractuele bepalingen, met name door middel van de volgende controles:

- administratieve en boekhoudkundige controles om de gemaakte kosten en de naleving van de bepalingen inzake gezamenlijke financiering te verifiëren;

- controles om na te gaan of de acties overeenkomstig de contractuele bepalingen zijn uitgevoerd;

- zo nodig andere controles ter plaatse.

Bij iedere contractant worden gedurende de looptijd van het contract ten minste twee controles uitgevoerd.

Artikel 7

1. De bevoegde instantie betaalt de contractant, overeenkomstig de in zijn voorstel vermelde keuze

a) hetzij binnen zes weken na de dag van ondertekening van het contract, één enkel voorschot ten bedrage van 60 % van de overeengekomen bijdrage van de Gemeenschap;

b) hetzij vier gelijke voorschotten, elk ten bedrage van 20 % van de overeengekomen bijdrage, waarvan het eerste binnen zes weken na de datum van ondertekening van het contract en de overige vervolgens met tussenpozen van vier maanden.

Tijdens de uitvoering van een contract kan de bevoegde instantie echter

- de uitbetaling van een voorschot geheel of ten dele uitstellen, indien zij, met name bij de in artikel 6, lid 2, bedoelde controles, eigenaardigheden bij de uitvoering van de betrokken maatregelen of een aanzienlijk tijdverschil constateert tussen de datum waarop het voorschot zou worden uitbetaald en de datum waarop de betrokken partij de voorgenomen uitgaven werkelijk zal doen;

- in uitzonderingsgevallen de uitbetaling van een voorschot, of een deel daarvan, op een met redenen omkleed verzoek van de contractant vervroegen, wanneer deze aantoont dat hij een aanzienlijk deel van de uitgaven veel vroeger moet doen dan de datum waarop de bijdrage van de Gemeenschap voor deze uitgaven zou worden uitbetaald.

2. Een voorschot wordt pas uitbetaald nadat bij de bevoegde instantie een zekerheid is gesteld die gelijk is aan het voorschot, verhoogd met 15 %.

3. De zekerheden mogen door de bevoegde instantie pas worden vrijgegeven en het saldo van de bijdrage mag pas worden uitbetaald, als

a) het in artikel 8, lid 1, bedoelde verslag bij de Commissie en bij de bevoegde instantie is ingediend en de in dat verslag vermelde gegevens zijn geverifieerd;

b) de bevoegde instantie heeft vastgesteld dat de contractant de in het contract vastgestelde verplichtingen is nagekomen;

c) de bevoegde instantie heeft vastgesteld dat de contractant of een in het contract genoemde derde de eigen bijdrage voor de vastgestelde doeleinden heeft uitgegeven.

Op een met redenen omkleed verzoek van de contractant kan het saldo van de bijdrage echter na uitvoering van de maatregel en na indiening van het in artikel 8 bedoelde verslag worden uitbetaald, mits zekerheden zijn gesteld voor de totale bijdrage van de Gemeenschap, verhoogd met 10 %.

4. Voor zover niet aan de in lid 3 bedoelde voorwaarden wordt voldaan, worden de zekerheden verbeurd. In dat geval wordt het betrokken bedrag in mindering gebracht op de uitgaven van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), afdeling Garantie, en meer in het bijzonder op de uitgaven voor de in artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 1079/77 bedoelde maatregelen.

Artikel 8

1. De contractant voor de uitvoering van een maatregel als bedoeld in artikel 1, lid 1, moet binnen vier maanden na de in het contract voor de uitvoering van de maatregel vastgestelde einddatum, bij de bevoegde instantie een gedetailleerd verslag indienen over het gebruik van de toegewezen communautaire middelen en over de resultaten van de betrokken maatregelen. Als het verslag na het verstrijken van bovengenoemde termijn van vier maanden wordt ingediend, wordt per begonnen maand 10 % van de bijdrage van de Gemeenschap ingehouden.

2. De bevoegde instantie zendt de Commissie voor elk uitgevoerd contract een verklaring dat het contract naar behoren is uitgevoerd en een exemplaar van het eindverslag.

Artikel 9

Deze verordening treedt in werking op 1 mei 1992. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 30 april 1992. Voor de Commissie

Ray MAC SHARRY

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 131 van 26. 5. 1977, blz. 6. (2) PB nr. L 150 van 15. 6. 1991, blz. 23. (3) PB nr. L 226 van 24. 8. 1985, blz. 13. (4) PB nr. L 395 van 30. 12. 1989, blz. 13. (5) PB nr. L 148 van 28. 6. 1968, blz. 13.

BIJLAGE

Overeenkomstig artikel 3, lid 2, wordt aan belangstellenden medegedeeld dat het origineel en vijf kopieën van de voorstellen binnen de voorgeschreven termijn aangetekend moeten worden toegezonden aan of tegen ontvangstbewijs moeten worden afgegeven bij de volgende bevoegde instanties:

Lid-Staat Bevoegde instantie Ierland Department of Agriculture and Food

Milk Policy Division

Floor 1 East

Agriculture House

Kildare Street

IRL - Dublin 2 Portugal Instituto Nacional de Intervençao e Garantia Agrícola

(INGA)

Rua Camilo Castelo Branco, 45, 2o

P-1000 Lisboa Spanje Secretaría General de Alimentación

Ministerio de Agricultura, Pesca y Alimentación

Paseo Infanta Isabel 1

E-28014 Madrid Verenigd Koninkrijk Intervention Board for Agricultural Produce

Livestock Products Division

Fountain House

Queen's Walk

GB-Reading, Berks RG1 7QW

Top